De rol van dierentuinen bij de instandhouding van de biodiversiteit
SAMENVATTING VAN:
Richtlijn 1999/22/EG betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen
SAMENVATTING
WAT DOET DEZE RICHTLIJN?
-
De richtlijn bevordert de bescherming en instandhouding van in het wild levende diersoorten door de rol van dierentuinen te versterken bij de instandhouding van de biodiversiteit.
-
De richtlijn bevat regels voor het verlenen van vergunningen aan dierentuinen en de inspectie ervan, om ervoor te zorgen dat dierentuinen de vereiste maatregelen inzake instandhouding en bescherming respecteren.
KERNPUNTEN
Toepassingsgebied
-
Een dierentuin wordt gedefinieerd als een permanente inrichting waar levende dieren van wilde diersoorten worden gehouden om te worden tentoongesteld aan het publiek gedurende minstens zeven dagen per jaar.
-
Dierenwinkels en circussen worden uitgesloten uit de richtlijn.
-
EU-landen kunnen ook bepaalde inrichtingen een afwijking van de vereisten van deze richtlijn verlenen, indien zij geen aanzienlijk aantal dieren of diersoorten aan het publiek tentoonstellen en indien de afwijking de doelstellingen van deze richtlijn niet in het gedrang brengt.
Voorwaarden
Door de richtlijn moeten EU-landen maatregelen nemen met betrekking tot het verlenen van vergunningen aan en het regelmatig uitvoeren van inspecties in dierentuinen, om te controleren of er aan de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan.
Om een exploitatievergunning te krijgen, moeten dierentuinen:
-
deelnemen aan onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan de instandhouding van diersoorten, de uitwisseling van informatie in verband met de instandhouding van diersoorten en/of de voortplanting in gevangenschap (herstel van de populatie, herintroduceren van soorten in hun natuurlijke omgeving…);
-
voorlichting en bewustmaking van het publiek in verband met de instandhouding van de biodiversiteit bevorderen, met name door het verstrekken van informatie over de getoonde soorten en hun natuurlijke habitats;
-
de dieren op zodanige wijze huisvesten dat ernaar wordt gestreefd te voldoen aan de biologische behoeften en de behoeften inzake instandhouding van iedere soort, onder meer door:
-
te voorzien in een voor elke soort specifieke kwalitatieve verbetering van de kooien;
-
de dieren uitstekend te verzorgen, onder toepassing van een doordacht programma van preventieve en curatieve diergeneeskundige verzorging en voeding;
-
voorkomen dat dieren ontsnappen teneinde mogelijke ecologische bedreigingen (bijv. invasieve uitheemse soorten) voor inheemse soorten te vermijden en te voorkomen dat ongedierte de dierentuin binnendringt;
-
een bijgewerkt register bijhouden van de dieren in de dierentuin, aangepast aan de geregistreerde soorten.
Vergunningen en inspectie
-
EU-landen moeten regels opstellen met betrekking tot vergunningen voor en inspectie van bestaande en nieuwe dierentuinen om ervoor te zorgen dat aan de instandhoudingsmaatregelen wordt voldaan.
-
Elke dierentuin moet over een vergunning beschikken.
-
Elke vergunning bevat voorwaarden ter handhaving van de nodige instandhoudings- en beschermingsmaatregelen.
-
De bevoegde instanties van de EU-landen moeten een inspectie verrichten voordat een vergunning wordt verleend, geweigerd, verlengd of aanzienlijk wordt gewijzigd.
-
Indien een dierentuin geheel of gedeeltelijk niet voldoet aan de wettelijke vereisten, dient de bevoegde instantie de dierentuin in zijn geheel of enkel het betreffende deel voor het publiek te sluiten.
-
Bij een gedeeltelijke of volledige sluiting van een dierentuin moeten de betreffende dieren worden behandeld of verwijderd in omstandigheden die het betrokken EU-land geschikt acht en in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.
Goede praktijken
In 2015 gaf de Europese Commissie het document „Richtlijn goede praktijken voor dierentuinen in de EU” uit. Dat werd opgesteld om EU-landen te helpen de vereisten van de richtlijn beter na te leven door het delen van ervaring en goede praktijken.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is sinds 9 april 1999van toepassing. EU-landen moesten deze richtlijn voor 9 april 2002 omzetten naar hun nationale wetgeving
BESLUIT
Richtlijn 1999/22/EG van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen (PB L 94 van 9.4.1999, blz. 24-26)
Laatste bijwerking 06.06.2016
Top