EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Prejudiciële procedures – Aanbevelingen aan nationale rechterlijke instanties

 

SAMENVATTING VAN:

Aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties over het gebruik van prejudiciële procedures

Artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Artikel 19 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN DE AANBEVELINGEN EN VAN ARTIKEL 267 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE EN ARTIKEL 19, LID 3, VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE?

De aanbevelingen van 2019:

KERNPUNTEN

Betekenis van de prejudiciële verwijzingsprocedure

Deze procedure is nuttig als er, in een zaak voor een nationale rechterlijke instantie, twijfel is ontstaan over de interpretatie van een nieuwe juridische situatie en die van algemeen belang is voor de uniforme toepassing van het EU-recht of wanneer de bestaande jurisprudentie onvoldoende leidraad biedt om op te treden in de nieuwe juridische situatie.

Structuur van de aanbevelingen

Een aantal aanbevelingen zijn van toepassing op alle verzoeken om prejudiciële beslissingen en een aantal zijn specifiek van toepassing op versnelde procedures* of spoedprocedures*.

Wie mag er een prejudiciële verwijzing aanhangig maken?

De nationale rechterlijke instantie waaraan het geschil is voorgelegd, heeft de volledige verantwoordelijkheid voor zowel het bepalen van de noodzaak van een prejudiciële verwijzing als de relevantie van de vragen die zij aan het HvJ-EU willen voorleggen.

Rechterlijke instanties die een verwijzing aanhangig willen maken, moeten onder andere:

  • wettelijk zijn vastgesteld en permanent zijn;
  • verplichte rechtsmacht hebben;
  • de rechtsregels toepassen; en
  • onafhankelijk zijn.

Onderwerp en toepassingsgebied

  • Belangrijk is dat een verwijzing betrekking moet hebben op de interpretatie of geldigheid van het EU-recht. De verwijzing mag niet gaan over de interpretatie van nationaal recht of kwesties met betrekking tot feiten die in het hoofdgeding zijn aangebracht.
  • Het HvJ-EU mag alleen een beslissing nemen als het EU-recht van toepassing is op de zaak in het hoofdgeding.
  • Het HvJ-EU past het EU-recht niet zelf toe op een geschil dat is aangebracht door een verwijzende rechterlijke instantie, omdat zijn rol bestaat uit het helpen oplossen; het is de taak van de nationale rechterlijke instantie om conclusies te trekken uit de verwijzing van het HvJ-EU.
  • Prejudiciële verwijzingen zijn bindend voor zowel de verwijzende rechterlijke instantie als voor alle rechterlijke instanties in lidstaten.

Wisselwerking tussen de prejudiciële verwijzing en de nationale procedure

  • Een verwijzing moet aanhangig worden gemaakt zodra duidelijk is dat een nationale rechterlijke instantie een prejudiciële verwijzing van het HvJ-EU nodig heeft om een vonnis te kunnen vellen en zodra deze in staat is om voldoende gedetailleerd de wettelijke en feitelijke context van de zaak en de daarbij gepaard gaande juridische kwesties te beschrijven.
  • De nationale procedures worden geschorst tot het HvJ-EU uitspraak heeft gedaan.
  • De verwijzende rechterlijke instantie moet het HvJ-EU in kennis stellen van elke procedurehandeling die van invloed kan zijn op de verwijzing, en in het bijzonder van elke staking of intrekking, of van elke minnelijke schikking van het geschil in het hoofdgeding, en van elke andere gebeurtenis die leidt tot de beëindiging van de procedure. Ze moet het HvJ-EU ook in kennis stellen van elke beslissing die in het kader van een beroep tegen de verwijzingsbeschikking wordt genomen en van de gevolgen van die beslissing voor het verzoek om een prejudiciële beslissing.

Vorm en inhoud van de verwijzing

  • De verwijzing moet eenvoudig, helder en nauwkeurig worden opgesteld, gegeven het feit dat deze vertaald zal worden, zodat andere lidstaten hun opmerkingen kunnen mededelen.
  • Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het HvJ-EU omschrijft de inhoud waaraan het verzoek van de verwijzende rechterlijke instantie moet voldoen; de kernpunten hiervan zijn samengevat in de bijlage bij de aanbevelingen. Indien aan een of meer van deze voorwaarden niet is voldaan, kan het HvJ-EU zich onbevoegd verklaren om een beslissing over de prejudiciële vragen te geven of het verzoek om een prejudiciële beslissing niet-ontvankelijk verklaren.
  • De verwijzende rechterlijke instantie kan in het kort de voornaamste argumenten van de partijen in het hoofdgeding uiteenzetten. Er zij evenwel op gewezen dat alleen het verzoek om een prejudiciële beslissing zal worden vertaald, en niet de eventuele bijlagen bij dat verzoek.
  • De verwijzende rechterlijke instantie kan ook kort aangeven welk antwoord op de prejudiciële vragen moet worden gegeven. Deze informatie kan nuttig zijn voor het HvJ-EU, met name wanneer het wordt verzocht om een prejudiciële beslissing in het kader van een versnelde of spoedprocedure.
  • De prejudiciële vragen moeten in een afzonderlijk en duidelijk onderscheiden deel van de verwijzingsbeschikking worden geformuleerd, bij voorkeur aan het begin of het einde ervan. Zij moeten op zichzelf begrijpelijk zijn, zonder dat de motivering van het verzoek moet worden geraadpleegd.
  • Het verzoek om een prejudiciële beslissing moet in uitgetypte vorm worden ingediend en de bladzijden en alinea’s van de verwijzingsbeschikking moeten worden genummerd.

Gegevensbescherming en anonimisering van het verzoek om een prejudiciële beslissing

  • Om bij de behandeling van de zaak door het HvJ-EU een optimale bescherming van persoonsgegevens te waarborgen, wordt de verwijzende rechterlijke instantie verzocht de zaak te anonimiseren door de namen van de in het verzoek genoemde personen te vervangen, bijvoorbeeld door initialen of een lettercombinatie, en door informatie aan de hand waarvan zij kunnen worden geïdentificeerd, weg te laten.

Toezending van het verzoek om een prejudiciële beslissing aan het HvJ-EU

  • Alle verzoeken moeten zijn gedateerd, ondertekend en elektronisch of per post worden verzonden naar de griffie van het HvJ-EU in Luxemburg.
  • Het HvJ-EU beveelt de nationale gerechtelijke instanties aan gebruik te maken van de applicatie e-Curia.
  • Het verzoek om een prejudiciële beslissing moet de griffie bereiken tezamen met alle relevante stukken en documenten die nuttig zijn voor de behandeling van de zaak door het HvJ-EU, en in het bijzonder de precieze contactgegevens van de partijen in het hoofdgeding en hun eventuele vertegenwoordigers, samen met het dossier van de zaak in het hoofdgeding of een kopie daarvan.

Kosten en rechtsbijstand

  • Prejudiciële verwijzingsprocedures bij het HvJ-EU zijn gratis.
  • De verwijzende rechterlijke instantie beslist, indien nodig, over de kosten die partijen hebben gemaakt.
  • Indien een partij in het hoofdgeding over onvoldoende middelen beschikt, kan het HvJ-EU deze partij rechtsbijstand verlenen ter dekking van de kosten die zij voor het HvJ-EU maakt, met name de kosten van haar vertegenwoordiging. Deze bijstand kan echter slechts worden verleend indien de betrokken partij niet reeds steun geniet krachtens een nationale regeling of voor zover deze steun de voor het HvJ-EU gemaakte kosten niet of slechts ten dele dekt.

Rol van de griffie van het HvJ-EU

  • De griffie onderhoudt contact met de verwijzende rechterlijke instantie tijdens de lopende zaak en stuurt kopieën van alle gerechtelijke stukken en verzoeken om informatie.
  • Aan het eind van de lopende zaak stuurt de griffie de beslissing van het HvJ-EU naar de verwijzende rechterlijke instantie. De verwijzende rechterlijke instantie dient de griffie op de hoogte te houden van alle genomen acties en van haar uiteindelijke vonnis in de betreffende zaak.

Versnelde en spoedverwijzingen

  • Onder artikelen 105-114 van het Reglement voor de procesvoering kan het HvJ-EU besluiten dat bepaalde verwijzingen moeten worden behandeld als een versnelde of spoedverwijzing.
  • De deadlines zijn dan korter, zoals de termijn waarin lidstaten hun opmerkingen kunnen mededelen in het geval van versnelde verwijzingen.
  • De verwijzende rechterlijke instantie moet de urgentie kunnen rechtvaardigen en daarbij op de mogelijke risico’s wijzen als de gewone procedure wordt opgevolgd.
  • Verzoeken om een versnelde of spoedprocedure moeten worden ingediend via de applicatie e-Curia of per e-mail.

VANAF WANNEER TREDEN DE AANBEVELINGEN IN WERKING?

Deze zijn van toepassing sinds 8 november 2019.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Prejudiciële beslissing. Een procedure die wordt gebruikt in gevallen waarin de interpretatie of geldigheid van een Europese wet in twijfel wordt getrokken, en:
  • waarin een besluit nodig is, zodat een nationale rechterlijke instantie uitspraak kan doen, of
  • waarin er volgens het nationaal recht geen beroep mogelijk is.
Versnelde procedures. Een procedure waarbij de aard en de uitzonderlijke omstandigheden van de zaak vereisen dat deze snel wordt behandeld. Een versnelde procedure mag alleen worden aangevraagd wanneer bijzondere omstandigheden een noodsituatie creëren die een snelle uitspraak van het HvJ-EU over de voorgelegde vragen rechtvaardigt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er een ernstig en onmiddellijk gevaar bestaat voor de volksgezondheid of het milieu, dat door een snelle beslissing van het HvJ-EU zou kunnen worden afgewend, of wanneer bijzondere omstandigheden vereisen dat onzekerheden over fundamentele kwesties van nationaal constitutioneel recht en van EU-recht op zeer korte termijn worden weggenomen.
Spoedprocedure. Een procedure die slechts van toepassing is op onderwerpen die betrekking hebben op vragen over vrijheid, veiligheid en recht. De procedure beperkt met name het aantal partijen dat schriftelijke opmerkingen mag indienen en maakt het mogelijk in extreme spoedgevallen de schriftelijke behandeling voor het HvJ-EU geheel over te slaan.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures (PB C 439 van 25.11.2016, blz. 1-8)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – Zesde deel – Institutionele en financiële bepalingen – Titel I – Bepalingen inzake de instellingen – Hoofdstuk 1 – De instellingen – Sectie 5 – Het Hof van Justitie van de Europese Unie – Artikel 267 (oud artikel 234 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 164)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie – Titel III – Bepalingen betreffende de instellingen – Artikel 19 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 27)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie (PB L 265 van 29.9.2012, blz. 1-42)

Wijziging van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 65)

Laatste bijwerking 26.04.2022

Top