EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Communautair programma voor werkgelegenheid en solidariteit - PROGRESS (2007-2013)

Het programma PROGRESS heeft tot doel financiële steun te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Unie op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken. PROGRESS wordt in de periode 2007-2013 gebruikt voor de financiering van werkzaamheden op het gebied van analyse, wederzijdse leerprocessen, bewustmaking en verspreiding alsook voor de ondersteuning van de voornaamste actoren. Het programma bestaat uit vijf onderdelen, die overeenkomen met vijf grote activiteitsgebieden: werkgelegenheid, sociale bescherming en integratie, arbeidsomstandigheden, verscheidenheid en discriminatiebestrijding alsook gelijkheid van mannen en vrouwen.

BESLUIT

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit – PROGRESS [Publicatieblad L 315 van 15.11.2006] [Zie wijzigingsbesluit(en)].

SAMENVATTING

Tot dusver werden de communautaire activiteiten op het gebied van werkgelegenheid, sociale integratie en bescherming, en bevordering van gendergelijkheid en van het non-discriminatiebeginsel uitgevoerd in het kader van afzonderlijke actieprogramma's.

Met het oog op samenhang en doeltreffendheid heeft de Europese Commissie voorgesteld hen bijeen te brengen in één kaderprogramma met de naam PROGRESS.

ALGEMENE DOELSTELLINGEN

Het programma heeft zes doelstellingen:

  • verbetering van de kennis van en het inzicht in de sociale situatie van de lidstaten door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;
  • ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;
  • ondersteuning van en toezicht op de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht en de beleidsdoelstellingen;
  • bevordering van netwerkvorming en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van goede praktijken op EU-niveau;
  • vergroting van de bekendheid van de belanghebbenden en het grote publiek met het beleid van de Europese Unie (EU) op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming en integratie, arbeidsomstandigheden, discriminatiebestrijding en verscheidenheid, en gelijkheid van mannen en vrouwen;
  • vergroting van de capaciteit van de belangrijkste netwerken van de EU om het communautaire beleid te bevorderen en te ondersteunen.

STRUCTUUR: ACTIVITEITSGEBIEDEN EN SOORTEN ACTIVITEITEN

Het programma omvat vijf onderdelen:

  • werkgelegenheid;
  • sociale bescherming en integratie;
  • arbeidsomstandigheden;
  • discriminatiebestrijding en verscheidenheid;
  • gelijkheid van mannen en vrouwen.

Het programma dient ter financiering van de volgende soorten activiteiten:

  • analytische werkzaamheden;
  • werkzaamheden in verband met wederzijdse leerprocessen, bewustmaking en verspreiding;
  • ondersteuning van de voornaamste actoren, dat wil zeggen bijdrage in de exploitatiekosten van de belangrijkste Europese netwerken, oprichting van werkgroepen, financiering van opleidingsseminars, totstandbrenging van netwerken van gespecialiseerde instanties en waarnemingsposten op Europees niveau, uitwisseling van personeel tussen nationale overheden, en samenwerking met internationale instellingen.

Voor elk programmaonderdeel zijn operationele doelstellingen geformuleerd.

Werkgelegenheid

Dit deel dient ter ondersteuning van de uitvoering van de Europese werkgelegenheidsstrategie door:

  • het inzicht in de werkgelegenheidssituatie te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en indicatoren;
  • te zorgen voor de monitoring en evaluatie van de uitvoering van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de Europese werkgelegenheidsstrategie en andere beleidsterreinen te analyseren;
  • uitwisselingen over beleid en methoden te organiseren en wederzijdse leerprocessen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie te bevorderen;
  • de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie te bevorderen, onder meer onder de regionale en lokale actoren en de sociale partners.

Sociale bescherming en integratie

Dit deel dient ter ondersteuning van de uitvoering van de open coördinatiemethode op het gebied van de sociale bescherming en integratie door:

  • het inzicht in armoedekwesties en het beleid inzake sociale bescherming en integratie te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en indicatoren;
  • te zorgen voor de monitoring en evaluatie van de uitvoering van de open coördinatiemethode op het gebied van sociale bescherming en integratie, en de wisselwerking tussen deze methode en andere beleidsterreinen te analyseren;
  • uitwisselingen over beleid en methoden te organiseren en wederzijdse leerprocessen in het kader van de strategie inzake sociale bescherming en integratie te bevorderen;
  • de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie te bevorderen, onder meer onder de niet-gouvernementele organisaties en de regionale en lokale actoren;
  • de capaciteit van de belangrijkste Europese netwerken (bijvoorbeeld van nationale deskundigen of niet-gouvernementele organisaties) te vergroten om de beleidsdoelstellingen van de EU te helpen realiseren.

Arbeidsomstandigheden

Dit deel dient ter ondersteuning van de verbetering van het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van de veiligheid en gezondheid op het werk, door:

  • het inzicht in de situatie met betrekking tot de arbeidsomstandigheden te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede het effect van bestaande wetgeving, beleid en praktijken te beoordelen;
  • de uitvoering van het Europese arbeidsrecht te ondersteunen via een versterkte monitoring, de opleiding van vaklieden, de opstelling van handleidingen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties;
  • preventieve maatregelen te nemen en de preventiecultuur op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk te bevorderen;
  • de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden te bevorderen.

Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

Dit deel dient ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het non-discriminatiebeginsel en de integratie daarvan in de Europese beleidssectoren door:

  • het inzicht in de situatie met betrekking tot discriminatie te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede het effect van bestaande wetgeving, beleid en praktijken te beoordelen;
  • de uitvoering van de antidiscriminatiewetgeving van de EU te ondersteunen via een versterkte monitoring, de opleiding van vaklieden en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die zich met de bestrijding van discriminatie bezighouden;
  • de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met discriminatie en de integratie van het non-discriminatiebeginsel in de beleidssectoren van de EU te bevorderen;
  • de capaciteit van de belangrijkste communautaire netwerken (bijvoorbeeld van nationale deskundigen of niet-gouvernementele organisaties) te vergroten om de Europese beleidsdoelstellingen te helpen realiseren.

Gelijkheid van mannen en vrouwen

Dit deel dient ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen en ter bevordering van de gendermainstreaming in de communautaire beleidssectoren door:

  • het inzicht in de situatie met betrekking tot gendervraagstukken en de gendermainstreaming in het beleid te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede het effect van bestaande wetgeving, beleid en praktijken te beoordelen;
  • de uitvoering van de Europese wetgeving inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen via een versterkte monitoring, de opleiding van vaklieden en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die actief zijn op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen;
  • de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de gelijkheid van mannen en vrouwen en de gendermainstreaming in het beleid te bevorderen;
  • de capaciteit van de belangrijkste Europese netwerken (bijvoorbeeld van nationale deskundigen of niet-gouvernementele organisaties) te vergroten om de Europese beleidsdoelstellingen te helpen realiseren.

TOEGANG TOT HET PROGRAMMA EN DEELNAME VAN DERDE LANDEN

Alle openbare en/of particuliere organisaties, actoren en instellingen hebben toegang tot dit programma, met name:

  • de lidstaten;
  • de overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening;
  • lokale en regionale overheden;
  • in de Europese wetgeving bedoelde gespecialiseerde instanties;
  • de sociale partners;
  • op EU-niveau georganiseerde niet-gouvernementele organisaties;
  • universiteiten en onderzoeksinstellingen;
  • evaluatiedeskundigen;
  • de nationale bureaus voor de statistiek;
  • de media.

Het programma staat eveneens open voor de EVA/EER-landen, de met de EU geassocieerde kandidaat-lidstaten en de westelijke Balkanstaten die bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn.

PROCEDURE VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN

De activiteiten kunnen worden gefinancierd door middel van:

  • een dienstencontract op basis van een aanbesteding;
  • een gedeeltelijke subsidie op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen. In dit geval kan de EU-bijdrage in het algemeen niet meer bedragen dan 80 % van de door de ontvanger verrichte totale uitgaven.

FINANCIERING

Er wordt een begroting van 683 250 000 euro voor de periode 2007-2013 voorgesteld. Bij de verdeling van de middelen over de verschillende programmaonderdelen worden de volgende minimumpercentages aangehouden:

  • werkgelegenheid 23 %;
  • sociale bescherming en integratie 30 %;
  • arbeidsomstandigheden 10 %;
  • discriminatiebestrijding en verscheidenheid 23 %;
  • gelijkheid van mannen en vrouwen 12 %.

De overige 2 % is bestemd voor de beheerskosten van het programma.

Een bedrag van 60 miljoen euro werd overgeheveld naar de nieuwe Progress- microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale integratie voor de periode 2007-2013.

VEREENVOUDIGING

De voorgestelde benadering zal bijdragen tot de verwezenlijking van het hoofddoel, namelijk vereenvoudiging van zowel de wetgevings- als de beheersinstrumenten en stroomlijning van de begrotingsstructuur.

Bij de uitvoering van het programma zal de Commissie worden bijgestaan door één programmacomité in plaats van vier voordien.

TOEZICHT EN EVALUATIE

De Commissie stelt jaarlijkse activiteitenverslagen op en zendt ze aan het programmacomité toe. Het programma wordt ook onderworpen aan een tussentijdse evaluatie. Een jaar na afloop van het programma wordt door de Commissie met de hulp van externe deskundigen een evaluatie van het hele programma uitgevoerd, teneinde het effect van de doelstellingen van het programma en zijn Europese toegevoegde waarde te meten.

CONTEXT

In haar mededeling van 2004 over het nieuw financieel kader voor de periode 2007-2013 heeft de Commissie de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid aangewezen als een belangrijk instrument om de ten doel gestelde concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid tot stand te helpen brengen.

Voor de verwezenlijking van de Lissabondoelstellingen steunt de sociale agenda op een combinatie van instrumenten, waaronder wetgeving, de open coördinatiemethode, de Europese sociale dialoog, alsook het Europees Sociaal Fonds en een aantal andere financiële instrumenten die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd.

De Commissie is met PROGRESS geslaagd in haar opzet om de financiële instrumenten op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid te vereenvoudigen en te stroomlijnen.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding - vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Besluit 1672/2006/EG

1.1.2007 – 31.12.2013

-

L 315 van 15.11.2006

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Besluit 284/2010/EU

8.4.2010

-

L 87 van 7.4.2010

GERELATEERDE BESLUITEN

Besluit 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting [Publicatieblad L 87 van 7.4.2010]. De nieuwe Progress-microfinancieringsfaciliteit moet worden gebruikt voor de financiering van:

  • de oprichting van ondernemingen en de ontplooiing van zelfstandige activiteiten door mensen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten en door mensen die geen toegang hebben tot de traditionele kredietmarkt;
  • micro-ondernemingen die mensen in dienst hebben die maatschappelijk zijn uitgesloten.

De faciliteit staat open voor publieke en particuliere instanties in de lidstaten, die microfinanciering aan personen en micro-ondernemingen aanbieden.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid [COM(2009) 257 definitief - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

Laatste wijziging: 27.04.2010

Top