Volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren
Door het kwalificatieniveau van de burgers te verhogen, krijgen zij meer kansen in het beroepsleven en wordt een bijdrage geleverd aan de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Met een mededeling over volwasseneneducatie moedigt de Commissie de lidstaten er dan ook toe aan de leermogelijkheden voor volwassenen te verveelvoudigen en te consolideren en deze voor iedereen toegankelijk te maken.
BESLUIT
Mededeling van de Commissie van 23 oktober 2006 aan de Raad over volwasseneneducatie [COM(2006) 614 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].
SAMENVATTING
De bevordering van een leven lang leren maakt deel uit van de Lissabonstrategie, waarin de doelstellingen op het gebied van economische groei, concurrentievermogen en sociale integratie zijn vastgesteld. Hoewel de lidstaten inzien hoe belangrijk het is een leven lang te leren, ligt het aantal lerende volwassenen in Europa momenteel nog onder het streefcijfer. Met deze mededeling moedigt de Commissie de lidstaten ertoe aan hun stelsel voor volwasseneneducatie te verbeteren en het kwalificatieniveau van de burgers te verhogen.
Betere volwasseneneducatie kan van essentieel belang zijn voor de beroepsopleiding van de Europese burgers en voor de sociale integratie van minder begunstigde groepen op de arbeidsmarkt, zoals migranten en ouderen, die in Europa steeds talrijker zijn. Bovendien biedt betere volwasseneneducatie aanzienlijke voordelen, zowel voor de samenleving als voor het individu. Een verhoging van het kwalificatieniveau van de burgers draagt bij tot betere economische indicatoren, zoals de productiviteit en het werkloosheidspercentage, en betere sociale indicatoren, zoals het actieve burgerschap, de criminaliteit en de kosten van de gezondheidszorg.
Uitdagingen
Volgens de Commissie is het steeds belangrijker een leven lang te leren om de volgende uitdagingen het hoofd te kunnen bieden:
- economisch concurrentievermogen: het kwalificatieniveau van de burgers van alle lidstaten verhogen is een belangrijke economische troef, die ertoe bijdraagt de in de Lissabonstrategie vastgelegde doelstellingen van groei, werkgelegenheid en sociale samenhang te verwezenlijken. De positieve resultaten die andere landen hebben behaald door in hun onderwijsstelsels te investeren, bewijzen dat deze uitspraak gegrond is. Het economische doel wordt nog urgenter gezien de verwachte ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Volgens een door Eurostat gehouden enquête (DE) (EN) (FR) zal tegen 2010 de helft van de nieuwe banen bestemd zijn voor de meest gekwalificeerden, terwijl vandaag een derde van de Europese beroepsbevolking laaggekwalificeerd is en een aanzienlijk deel ervan nog steeds niet in staat wordt geacht dagelijks gebruik te maken van schriftelijke informatie;
- demografische veranderingen: onderwijs- en opleidingsstelsels moeten rekening houden met de vergrijzing van de bevolking en de steeds belangrijker rol van immigranten. Volgens de OESO (EN)(FR) zal over dertig jaar een derde van de EU-burgers meer dan 60 jaar oud zijn. Dit verschijnsel vergt maatregelen om het beroepsleven van oudere werknemers te verlengen en het aantal jonge werknemers te verhogen. Daartoe moeten de lidstaten het aantal vroegtijdige schoolverlaters beperken en het kwalificatieniveau van laaggekwalificeerden van boven de 40 verhogen. Immigratie levert aanzienlijke problemen op voor onderwijs- en opleidingsstelsels in Europa, maar biedt tegelijkertijd een enorm menselijk potentieel, dat de vergrijzing van de Europese bevolking en het gebrek aan gekwalificeerd personeel in bepaalde sectoren kan compenseren;
- armoede en sociale uitsluiting: volwasseneneducatie kan een essentiële rol spelen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting, waardoor grote aantallen mensen in alle lidstaten aan de kant komen te staan. De hoofdredenen hiervoor zijn een laag initieel opleidingsniveau, werkloosheid, isolement op het platteland en een slechtere uitgangspositie. Nieuwe vormen van ongeletterdheid zoals een gebrek aan kennis van de informatica doen de sociale uitsluiting nog toenemen, omdat de betrokken burgers daardoor geen toegang krijgen tot bepaalde informatie en middelen.
Door het aanbod van volwasseneneducatie te verbeteren, kunnen de lidstaten de culturele, taal- en beroepsvaardigheden van burgers die vaak minder goede kansen krijgen op de arbeidsmarkt, helpen versterken. De lidstaten moeten deze projecten uitvoeren en daarbij zoveel mogelijk gebruikmaken van de beschikbare middelen. Daarom moeten zij voor een betere coördinatie zorgen tussen de actoren die aan deze projecten deelnemen, namelijk de politieke autoriteiten die op verschillende niveaus de besluiten nemen en alle partners die meewerken aan de opstelling en de uitvoering van het beleid. Coördinatie kan essentieel zijn voor het vaststellen van prioriteiten, het uitstippelen van beleid en de communicatie met de potentiële lerenden. De Europese structuurfondsen kunnen ertoe bijdragen de infrastructuren en het aanbod van programma's voor volwasseneneducatie te verbeteren.
Soorten activiteiten
Met vijf soorten activiteiten wil de Commissie de lidstaten in staat stellen de bovengenoemde uitdagingen het hoofd te bieden.
-
door rechtvaardiger programma's voor volwasseneneducatie op te zetten, waaraan meer mensen deelnemen: de lidstaten moeten erop toezien dat de deelname aan activiteiten op het gebied van volwasseneneducatie rechtvaardiger wordt en ook toeneemt om in 2010 het streefcijfer van 12,5 % te halen. Zij moeten alle burgers aanmoedigen, vooral de minst gekwalificeerden, maar ook ouderen en gehandicapten en mensen die afgelegen wonen. Het is zaak meer gerichte overheidsinvesteringen te doen, informatie over mogelijkheden voor volwasseneneducatie op ruimere schaal te verspreiden en het potentieel van de bestaande onderwijsinstellingen beter te benutten;
-
door de kwaliteit van de programma's voor volwasseneneducatie te verbeteren: de lidstaten moeten ervoor zorgen dat de onderwijsmethoden en het onderwijzend en opleidingspersoneel efficiënt zijn en in de behoeften van de lerende volwassenen kunnen voorzien. Om de kwaliteit van het leerproces te verbeteren, moeten volgens de Commissie vier elementen in aanmerking worden genomen:
- onderwijsmethoden: de lerenden moeten over adequate methoden en materiaal kunnen beschikken en met de opleiders expliciete doelstellingen en leermiddelen kunnen vaststellen;
- kwaliteit van het personeel: het beroep van degenen die in de volwasseneneducatie werkzaam zijn, moet erkend en geherwaardeerd worden, zodat hun ontwikkeling wordt gestimuleerd en zij loon naar werk krijgen;
- kwaliteit van de dienstverleners: de overheid moet voor onderwijs van hoge kwaliteit zorgen door middel van normen en mechanismen voor kwaliteitsgarantie;
- kwaliteit van de prestaties: begeleidende maatregelen zoals beschikbaarheid van onderwijsvoorzieningen, faciliteiten voor kinderopvang en flexibiliteit van het onderwijs, kunnen de prestaties aanzienlijk verbeteren;
-
door systemen voor erkenning en validering van leerresultaten te ontwikkelen: de lidstaten moeten systemen ontwikkelen die gebaseerd zijn op gemeenschappelijke beginselen voor het erkennen en valideren van leerresultaten. Dergelijke systemen stellen de lerenden in staat tot betere zelfevaluatie en moedigt hen aan om hun leerproces voort te zetten. Daarom heeft de Onderwijsraad de gemeenschappelijke beginselen al in 2004 vastgesteld en hebben sommige lidstaten projecten uitgevoerd die een basis vormen voor de uitwerking van evaluatiesystemen. Om de efficiënte ontwikkeling van deze systemen te bevorderen, legt de Commissie de nadruk op toekomstige uitdagingen, zoals de deelname van alle betrokken partijen aan het valideringsproces, de verbetering van de systemen en het toelichten van de doelstellingen van de leerprogramma's;
-
door in onderwijs en opleiding van ouderen en migranten te investeren: de lidstaten moeten erop toezien dat de onderwijs- en opleidingsprogramma's specifiek gericht zijn op ouderen en migranten, twee categorieën die een aanzienlijk menselijk potentieel bieden in de moderne economie en samenleving, maar die vaak minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Wat ouderen betreft, moeten de lidstaten op twee fronten vechten, namelijk dat van de oudere werknemers, die door actief ouder te worden hun beroepsleven moeten en kunnen verlengen, en dat van de gepensioneerden, die de kans krijgen om het leren een vaste plaats te geven in hun leven en die op hun beurt opleiders kunnen worden. Daarom wenst de Commissie dat de universiteiten opleidingen aanbieden waarmee in de behoeften van de volwassen lerenden kan worden voorzien, maar de meeste lidstaten lopen op dit gebied achter. De lidstaten moeten ook de integratie van immigranten bevorderen door gebruik te maken van hun competenties. De Commissie steunt dan ook de ontwikkeling van systemen voor erkenning van reeds verworven vaardigheden, nieuwe efficiënte mogelijkheden om te leren en acties die onderwijs- en opleidingsprogramma's in buurlanden omvatten;
-
door het onderzoek naar en de analyse van de leeractiviteiten voor volwassenen te bevorderen: gegevensbanken spelen een essentiële rol bij het onderzoek naar en de evaluatie van activiteiten op het gebied van volwasseneneducatie. Momenteel zijn die gegevens nog vrij beperkt, maar er worden inspanningen geleverd door internationale organisaties zoals de OESO en de Europese Commissie en ook door Eurostat en de pas in Ispra opgerichte onderzoekseenheid.
Vóór eind 2007 wil de Commissie op basis van deze mededeling een actieplan opstellen.
Context
In het kader van de Lissabonstrategie ter bevordering van een kennismaatschappij heeft de Commissie via haar eerste mededeling van 2001 haar steun toegezegd aan de verwezenlijking van een Europese ruimte voor een leven lang leren.
Ook de Raad levert via een resolutie uit 2002 zijn bijdrage om het doel van de Lissabonstrategie te realiseren. Vóór eind 2007 zal overeenkomstig deze mededeling een actieplan worden opgesteld waarmee wordt voortgebouwd op de ervaring die met het Socrates en Grundtvig -programma is opgedaan.
Laatste wijziging: 17.05.2007