EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Meerjarig financieel kader van de EU (2021-2027)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

In de verordening worden de maximumbedragen vastgesteld die jaarlijks aan de beleidsterreinen van de Europese Unie (EU) kunnen worden besteed in de periode 2021-2027. De in die periode vastgestelde jaarlijkse begrotingen moeten aan dit algemene kader voldoen.

KERNPUNTEN

In de verordening inzake het meerjarig financieel kader (MFK) worden voor de periode 2021-2027 de jaarlijkse maximumbedragen (“MFK-maxima”) vastgesteld voor de EU-uitgaven als geheel en voor de belangrijkste uitgavencategorieën die de belangrijke beleidsterreinen weerspiegelen (“MFK-rubrieken”).

De MFK-verordening wordt vastgesteld volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, waarbij de Raad met eenparigheid van stemmen besluit na goedkeuring door het Europees Parlement.

De drie belangrijkste EU-begrotingsinstellingen (het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie) moeten ervoor zorgen dat de uitgaven in de jaarbegrotingen van de EU in overeenstemming zijn met de MFK-maxima.

Voor de periode 2021-2027 worden in het MFK de maximale totale uitgaven vastgesteld op 1 074 miljard EUR (alle bedragen in prijzen van 2018) voor zeven grote beleidsterreinen. Dit bedrag is als volgt samengesteld:

  • eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid: 132,8 miljard EUR;
  • cohesie, veerkracht en waarden: 377,8 miljard EUR;
  • natuurlijke hulpbronnen en milieu: 356,4 miljard EUR;
  • migratie en grensbeheer: 22,7 miljard EUR;
  • veiligheid en defensie: 13,2 miljard EUR;
  • nabuurschap en internationaal beleid: 98,4 miljard EUR;
  • Europees openbaar bestuur: 73,1 miljard EUR.

In het bijzonder worden in het MFK voor deze periode ook maximale vastleggingskredieten gereserveerd voor twee grootschalige projecten:

  • EU-ruimtevaartprogramma (13,202 miljard EUR);
  • internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) (5 miljard EUR).

Daarnaast worden in het MFK maximumbedragen vastgesteld die naast de MFK-maxima kunnen worden uitgegeven voor reacties in noodsituaties of onvoorziene behoeften, waarbij als volgt “speciale instrumenten” worden ingezet:

  • Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (jaarlijks 186 miljoen EUR);
  • reserve voor solidariteit en noodhulp (jaarlijks 1,2 miljard EUR);
  • reserve voor aanpassing aan de brexit voor gebieden en sectoren die het zwaarst getroffen worden door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU (5 miljard EUR in de hele periode);
  • enkelvoudig marge-instrument dat het mogelijk maakt om beschikbare marges over te dragen tussen begrotingsjaren en in sommige gevallen ook tussen MFK-rubrieken;
  • flexibiliteitsinstrument voor de financiering van onvoorziene uitgaven die niet binnen de grenzen van de MFK-maxima kunnen worden gefinancierd (jaarlijks 915 miljoen EUR).

Gedurende de looptijd van het MFK worden diverse aanpassingen aangebracht aan de MFK-maxima. Dit zijn:

  • jaarlijkse technische aanpassingen in huidige prijzen wanneer de Commissie het ontwerp van de jaarlijkse begroting voor het volgende jaar opstelt;
  • programmaspecifieke aanpassingen waarbij een extra bedrag, dat overeenkomt met de jaarlijkse inkomsten van de EU uit de geldboeten die zij oplegt voor overtredingen van de EU-regels, wordt toegekend aan specifieke EU-programma’s/-beleidsmaatregelen — het totaal hiervan bedraagt 11 miljard EUR tussen 2022 en 2027.

Andere mogelijke aanpassingen aan het MFK zijn:

  • het opnieuw aangaan van vastleggingen die zijn geschorst om te zorgen voor goed financieel beheer of ter bescherming van de EU-begroting — zodra de schorsing wordt opgeheven, kunnen de bedragen in een volgend jaar worden gebruikt;
  • de herprogrammering in de loop van de tijd van vastleggingen en betalingen in verband met nieuwe regels of programma’s die na 1 januari 2021 zijn vastgesteld.

Het MFK kan worden herzien, in overeenstemming met dezelfde bijzondere wetgevingsprocedure voor de vaststelling ervan, naar aanleiding van:

  • onvoorziene omstandigheden;
  • een herziening van de Verdragen van de EU met gevolgen voor de begroting;
  • nieuwe lidstaten die tot de EU toetreden;
  • de hereniging van Cyprus.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moeten maatregelen nemen om de jaarlijkse begrotingsprocedure vlot te doen verlopen, te goeder trouw samenwerken en op samenhangende wijze te werk gaan in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer (zie de samenvatting).

Het MFK schrijft voor dat de Commissie vóór 1 juli 2025 een voorstel voor een nieuw MFK moet indienen.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds 1 januari 2021.

ACHTERGROND

De 1 074,3 miljard EUR van het MFK en de uitzonderlijke en tijdelijke extra 750 miljard EUR van het herstelinstrument van de EU van Verordening (EU) 2020/2094 (zie de samenvatting), zorgen voor een ongekende 1,8 biljoen EUR ter ondersteuning van het herstel van de EU na de COVID-19-pandemie, met speciale aandacht voor de modernisering van de economie van de EU en de transitie naar een groene en digitale toekomst.

Het begin van het nieuwe MFK valt samen met veranderingen in het stelsel van eigen middelen van de EU voor de financiering van EU-uitgaven, Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (zie de samenvatting).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11-22)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Interinstitutioneel Akkoord 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28-46)

Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23-27)

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1-10)

Laatste bijwerking 04.03.2021

Top