This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
De wijze waarop gebruik wordt gemaakt van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) is conform de doelstellingen en het strategisch kader van het communautair beleid inzake plattelandsontwikkeling, die in deze verordening zijn vastgesteld.
BESLUIT
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) [Zie wijzigingsbesluiten].
SAMENVATTING
In de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van juni 2003 en april 2004 wordt met de instelling van één enkel financierings- en programmeringsinstrument, namelijk het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), vooral de nadruk op plattelandsontwikkeling gelegd. Dit instrument, dat werd opgericht op grond van Verordening (EG) nr. 1290/2005, heeft tot doel het communautair beleid inzake plattelandsontwikkeling te versterken en de tenuitvoerlegging ervan te vergemakkelijken. Het verbetert met name het beheer en de controle van het nieuwe plattelandsontwikkelingsbeleid voor de periode 2007-2013.
Doelstellingen en algemene bepalingen betreffende de bijstandsverlening
Deze verordening bevat de algemene bepalingen met betrekking tot de communautaire bijstand voor plattelandsontwikkeling die wordt gefinancierd uit het ELFPO. Voorts zijn in deze verordening de doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid en het bredere kader ervan vastgesteld.
Het Fonds draagt bij aan de verbetering van:
De bijstand uit het Fonds vormt een aanvulling op de nationale, regionale en plaatselijke acties die tot de verwezenlijking van de prioriteiten van de Gemeenschap bijdragen. De Commissie en de lidstaten zien ook toe op de coherentie en de compatibiliteit tussen het Fonds en de andere communautaire steunmaatregelen.
Strategische aanpak
Elke lidstaat stelt een nationaal strategisch plan op overeenkomstig de strategische richtsnoeren die door de Gemeenschap zijn aangenomen. Elke lidstaat zendt vervolgens zijn nationaal strategisch plan aan de Commissie alvorens zijn programma's voor plattelandsontwikkeling in te dienen. Het nationaal strategisch plan heeft betrekking op de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 en bevat:
De nationale strategische plannen worden ten uitvoer gelegd via programma’s voor plattelandsontwikkeling die een samenstel van maatregelen bevatten die rond vier assen * zijn gegroepeerd.
As 1: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector
De steun ter verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector betreft:
maatregelen om de kwaliteit van de landbouwproductie en van de landbouwproducten te verbeteren:
overgangsmaatregelen voor de nieuwe lidstaten:
As 2: verbetering van het milieu en het platteland
De steun voor landbeheer moet duurzame ontwikkeling bevorderen door met name land- en bosbouwers te stimuleren om vormen van grondgebruik toe te passen die verenigbaar zijn met de noodzaak het natuurlijke milieu en landschap in stand te houden en de natuurlijke hulpbronnen te beschermen en te verbeteren. Tot de kernonderwerpen die aandacht moeten krijgen, behoren de biodiversiteit, het beheer van de Natura 2000-gebieden, de bescherming van water en bodem en het tegengaan van klimaatverandering. In dit kader voorziet de verordening met name in betalingen voor natuurlijke handicaps zowel in berggebieden als in andere gebieden met handicaps (deze gebieden worden door de lidstaten aangewezen aan de hand van objectieve gemeenschappelijke criteria) en in agro- en bosmilieubetalingen, die alleen mogen worden gedaan voor verbintenissen die verder gaan dan de toepassing van de relevante dwingende normen. Voorts wordt ook steun verleend voor niet-productieve investeringen die verband houden met de nakoming van agro- en bosmilieuverbintenissen en de verwezenlijking van andere agromilieudoelstellingen alsook voor maatregelen die vanuit milieustandpunt erop gericht zijn de bosrijkdommen te verbeteren (steun voor de eerste bebossing van landbouwgrond, totstandbrenging van boslandbouwsystemen, herstel van het bosbouwpotentieel en preventieve maatregelen tegen natuurrampen).
Alle begunstigden die betalingen ontvangen met het oog op de verbetering van het milieu en het platteland dienen in het hele bedrijf te voldoen aan de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen (op het gebied van gezondheid, milieu en dierenwelzijn) en de goede landbouw- en milieucondities die zijn voorzien in de verordening betreffende de bedrijfstoeslagregeling (Verordening (EG) nr. 73/2009).
As 3: levenskwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie
Om de plattelandseconomie te diversifiëren wordt in de verordening gedacht aan maatregelen die gericht zijn op:
As 4: LEADER
In het kader van de as Leader wordt steun verleend voor:
Bijdrage uit het ELFPO
Het ELFPO beschikt voor de periode 2007-2013 over een begroting van 96,319 miljard euro (in lopende prijzen), ofwel 20 % van de totale begroting van het GLB. Op initiatief van de lidstaten kan het Fonds, tot 4 % van het totale bedrag voor elk programma, acties financieren op het gebied van voorbereiding, beheer, toezicht, evaluatie, voorlichting en controle met betrekking tot de op grond van het programma verleende bijstand.
Het bedrag van de communautaire steun voor plattelandsontwikkeling, de uitsplitsing ervan per jaar en het minimumbedrag dat moet worden geconcentreerd in gebieden die uit hoofde van de convergentiedoelstelling voor steun in aanmerking komen, worden door de Raad vastgesteld. Hij besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, overeenkomstig de financiële vooruitzichten voor 2007-2013 en het Interinstitutionele Akkoord over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure. Voor de programmering rekenen de lidstaten ook de bedragen mee die voortvloeien uit de modulatie *. Voorts ziet de Commissie erop toe dat het totaalbedrag van de kredieten die worden toegewezen in het kader van het ELFPO en de andere communautaire fondsen, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, binnen bepaalde economische parameters blijft.
In het kader van het gedeelde beheer tussen de Commissie en de lidstaten moeten de lidstaten voor elk plattelandsontwikkelingsprogramma een beheersautoriteit, een betaalorgaan en een certificerende instantie aanwijzen. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de voorlichting en de publiciteit met betrekking tot gecofinancierde concrete acties. Daarnaast moet elke lidstaat een toezichtcomité oprichten dat zich ervan vergewist dat het programma efficiënt wordt uitgevoerd. Bovendien moet de beheersautoriteit van elk programma de Commissie een jaarverslag over de uitvoering van het programma doen toekomen.
Het beleid en de programma’s voor plattelandsontwikkeling vormen het voorwerp van een evaluatie vooraf, een tussentijdse evaluatie en een evaluatie achteraf, die strekken tot het verbeteren van de kwaliteit, de efficiëntie en de doelmatigheid van de tenuitvoerlegging van de programma's voor plattelandsontwikkeling. De evaluaties hebben tot doel lessen te trekken ten aanzien van het plattelandsontwikkelingsbeleid. Hierbij zullen de factoren worden opgespoord die hebben bijgedragen tot het welslagen of het mislukken van de tenuitvoerlegging van de programma’s, de sociaal-economische gevolgen en de impact op de communautaire prioriteiten.
Context
Het ELFPO en het ELGF (Europees Landbouwgarantiefonds) zijn de twee financieringsinstrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1290/2005. De twee fondsen vervangen sinds 1 januari 2007 respectievelijk de afdeling Oriëntatie en de afdeling Garantie van het EOGFL. Het ELFPO strekt tot ondersteuning van de plattelandsontwikkeling, de tweede pijler van het GLB, die geleidelijk werd ingevoerd vanaf de jaren zeventig en in 1997 met Agenda 2000 werd geïnstitutionaliseerd.
Belangrijkste begrippen
Referenties
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad |
Verordening (EG) nr. 1698/2005 |
22.10.2005 |
- |
L 277, 21.10.2005 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad |
Verordening (EG) nr. 1463/2006 |
1.1.2007 |
- |
L 277, 9.10.2006 |
Verordening (EG) nr. 1944/2006 |
29.12.2006 |
- |
L 367, 22.12.2006 |
Verordening (EG) nr. 2012/2006 |
1.1.2007 |
- |
L 384, 29.12.2006 |
Verordening (EG) nr. 146/2008 |
28.2.2008 |
- |
L 46, 21.2.2008 |
Verordening (EG) nr. 74/2009 |
3.2.2009 |
- |
L 30, 31.1.2009 |
Verordening (EG) nr. 473/2009 |
9.6.2009 |
- |
L 144, 9.6.2009 |
Verordening (EG) nr. 1312/2011 |
21.12.2011 |
- |
L 339, 21.12.2011 |
De wijzigingsbesluiten en opeenvolgende rectificaties bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.
GERELATEERDE BESLUITEN
Communautaire steun voor plattelandsontwikkeling
Verordening (EU) nr. 65/2011 van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling [Publicatieblad L 25 van 28.1.2011]. Deze verordening bevat de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1698/2005 wat betreft de beginselen en algemene voorschriften inzake de steun voor plattelandsontwikkeling, specifieke en gemeenschappelijke bepalingen inzake de maatregelen voor plattelandsontwikkeling en subsidiabiliteits- en administratieve bepalingen.
Besluit van de Commissie 2008/168/EG van 20 februari 2008 tot vaststelling van de organisatiestructuur voor het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling [Publicatieblad L 56 van 29.2.2008]. Het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling is samengesteld uit een coördinatiecomité, een thematische werkgroep, een subcomité LEADER en een deskundigencomité voor de evaluatie. Deze organen zijn in overeenstemming met de regels die in deze beschikking zijn vastgesteld.
Beschikking van de Commissie 2006/636/EG van 12 september 2006 tot vaststelling van de verdeling over de lidstaten van de jaarbedragen aan communautaire steun voor plattelandsontwikkeling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 [Publicatieblad L 261 van 22.9.2006]. Bij deze beschikking is vastgesteld hoe de communautaire steun voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 over de lidstaten wordt verdeeld.
Besluit van de Raad 2006/493/EG van 19 juni 2006 tot vaststelling van het bedrag van de steun van de Gemeenschap voor plattelandsontwikkeling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013, van de verdeling daarvan over de jaren en van het minimumbedrag dat moet worden geconcentreerd in de onder de convergentiedoelstelling vallende regio's [Publicatieblad L 195 van 15.7.2006]. Bij dit besluit is het bedrag van de vastleggingkredieten voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 vastgesteld.
Juridisch en financieel kader van de Gemeenschap
Besluit van de Raad 2006/144/EG van 20 februari 2006 inzake communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling (programmeringsperiode 2007-2013) [Publicatieblad L 55 van 25.2.2006]. Bij dit besluit zijn de communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling vastgesteld.
Uitvoerings‑ en overgangsbepalingen
Verordening (EG) nr. 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling [Publicatieblad L 368 van 23.12.2006]. Deze verordening bevat de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1698/2005 met betrekking tot de toepassing van de controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling.
Verordening (EG) nr.1320/2006 van de Commissie van 5 september 2006 houdende bepalingen voor de overgang naar de in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad bedoelde steun voor plattelandsontwikkeling [Publicatieblad L 243 van 6.9.2006]. Deze verordening bevat specifieke bepalingen om de overgang te vergemakkelijken van de programmering van de plattelandsontwikkeling in het kader van de Verordeningen (EG) nr. 1257/1999 en (EG) nr. 1268/1999 naar de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 ingestelde regeling.
Laatste wijziging: 05.01.2012