Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Energie-efficiëntie: op weg naar een strategie voor het rationeel gebruik van energie

1) DOELSTELLING

Bevordering van energiebesparingen.

2) MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 29 april 1998 betreffende energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap - Op weg naar een strategie voor het rationeel gebruik van energie [COM(1998) 246 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

3) SAMENVATTING

Deze mededeling getuigt van een politiek engagement om actiever te werken aan de bevordering van de energie-efficiëntie. Zij is toegespitst op de doelstellingen die op korte en middellange termijn op redelijke en economisch verantwoorde wijze kunnen worden bereikt.

De door de Commissie vastgestelde doelstellingen zijn:

  • een accentuering van het bestaande economische potentieel voor energie-efficiëntie en een beschrijving van de problemen die investeringen op dit gebied in de weg staan;
  • een beschrijving van de positieve en negatieve resultaten van het tot op heden gevoerde beleid;
  • een onderstreping van de noodzaak om tegelijk met de activiteiten op communautair niveau ook initiatieven op het niveau van de lidstaten en op regionaal niveau te nemen;
  • de voorbereiding van een gedetailleerder actieplan;
  • de voorbereiding van het gemeenschappelijk beleid en de gemeenschappelijke maatregelen die in overeenstemming met de verbintenissen van Kyoto moeten worden genomen.

Overeenkomstig ramingen bedraagt het economisch potentieel voor verbetering van de energie-efficiëntie tussen 1998 en 2010 voor alle sectoren samen ongeveer 18% van het totale energieverbruik van 1995.

Dit kosten-efficiëntie-potentieel wordt echter onvoldoende benut. Er blijven inderdaad problemen bestaan die investeringen op het gebied van de energie-efficiëntie in de weg staan.

Een belangrijk probleem is dat van de prijzen, aangezien energie-efficiënte producten slechts ten volle op de markt zullen doordringen wanneer de energieprijzen de echte met energieproductie samenhangende kosten weergeven. Dit zal mogelijk worden door:

  • de externe kosten via belastingen en heffingen te internaliseren;
  • de markten voor elektriciteit en gas daadwerkelijk vrij te maken, wat tot een verbetering van het energierendement en een verlaging van de prijzen zal leiden.

Er zijn ook talrijke institutionele en juridische hindernissen voor de verbetering van de energie-efficiëntie, zoals:

  • de gewoonte om nog steeds energie in de vorm van kilowattuur te verkopen in plaats van als energiediensten zoals verwarming en koeling, verlichting en vermogen;
  • de gewoonte van bepaalde bouwbedrijven en verhuurders om apparatuur met lage aanschafkosten maar hoge gebruikskosten voor energie te kiezen en te installeren, aangezien de gebruikskosten meestal voor rekening van de koper of huurder zijn.

Andere barrières die investeringen in energie-efficiëntie belemmeren zijn de gebrekkige voorlichting van consument en industrie, alsmede technische en financiële hinderpalen.

In de mededeling worden de bestaande maatregelen ter bevordering van de energie-efficiëntie opgesomd. Deze zijn van velerlei aard:

  • technologieprogramma's, zoals JOULE-THERMIE;
  • het SAVE-programma (esdeenfr), gepaard aan de uitwerking en vaststelling van regelgeving, onder meer betreffende de vermelding van het energiegebruik op koelapparatuur;
  • de steun aan investeringen via FEDER en het Cohesiefonds;
  • de internationale samenwerking, meer bepaald via de PHARE -, TACIS en SYNERGIE (esdeenfr)-programma's.

In de mededeling wordt voorgesteld om naast genoemde programma's een strategie voor het rationeel gebruik van energie uit te werken.

In het algemeen moeten de inspanningen worden toegespitst op de bevordering van de energie-efficiëntie op andere beleidsgebieden, met name in het kader van het regionaal, fiscaal, transport- en onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid en het beleid van internationale samenwerking.

Meer bepaald worden volgende gebieden voorgesteld waarop op korte en middellange termijn bij voorrang actie moet worden ondernomen:

  • energie-efficiënte gebouwen;
  • herziening van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad (vervallen bij Richtlijn 2006/32/EG) tot beperking van de kooldioxide-emissie;
  • energie-efficiënte huishoudelijke apparatuur en andere apparatuur voor eindgebruik;
  • een intensiever gebruik van convenanten met de industrie en meerjarenafspraken op het gebied van minimum-efficiëntienormen;
  • meer verspreiding van informatie;
  • financiering door derden, resultaatgaranties en andere creatieve financieringsregelingen;
  • energie-efficiëntie in de elektriciteits- en gassector en gecombineerde productie van warmte en elektriciteit (WKK);
  • energiebeheer en overheidsopdrachten en gezamenlijke technologieverwerving.

Tenslotte wordt in de mededeling gewezen op de noodzaak van een krachtig engagement en duidelijke signalen van alle besluitvormers en belanghebbenden over de betekenis en de prioriteit van energie-efficiëntie. Voorts moeten de lidstaten parallel aan de communautaire strategie hun eigen nationale strategie uitwerken.

De Commissie is van plan om in het licht van de reacties op deze mededeling van de communautaire instellingen, de lidstaten en de betrokken partijen een actieplan voor de energie-efficiëntie samen te stellen (es de en fr).

4) toepassingsmaatregelen

5) verdere werkzaamheden

Besluit 2006/1005/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur [Publicatieblad L 381 van 28.12.2006

Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de energie-efficiëntie in het eindgebruik en aan de energiediensten, ter vervanging van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad [Publicatieblad L 114 van 27.4.2006].

Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad [Publicatieblad L 191 van 22.7.2005].

Op 7 december 1998 heeft de Raad een resolutie over de energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap goedgekeurd [Publicatieblad C 394 van 17.12.1998].

Laatste wijziging: 26.03.2007

Top