EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De toekomst van de textiel na 2005

Als voorbereiding op de afschaffing van de invoercontingenten na 1 januari 2005 heeft de Commissie een groep op hoog niveau in het leven geroepen, die tot taak heeft gekregen aanbevelingen te formuleren om de concurrentiepositie van de Europese textielindustrie te verbeteren. De groep heeft inmiddels diverse concrete initiatieven aanbevolen, die de Commissie in deze mededeling onder de loep neemt, teneinde de nodige conclusies te kunnen trekken.

MAATREGEL

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 oktober 2004: "De textiel- en kledingsector na 2005 - Aanbevelingen van de Groep op hoog niveau voor de textiel- en kledingsector" [COM(2004) 668 definitief - niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Op 1 januari 2005 is de Overeenkomst inzake textiel en kleding van de WTO afgeschaft, met inbegrip van alle beperkingen voor de invoer van textiel die daaruit voortvloeiden. Om zich op deze ontwikkeling voor te bereiden heeft de Commissie begin 2004 een Groep op hoog niveau voor de textiel- en kledingsector in het leven geroepen, bestaande uit vertegenwoordigers van de Commissie en het Europees Parlement, enkele lidstaten, ondernemers, handelaars en importeurs, Europese brancheorganisaties, vakverenigingen en vertegenwoordigers van plaatselijke organisaties uit de textiel- en kledingsector. De groep heeft tot taak gekregen aanbevelingen te formuleren om de concurrentiepositie en de aanpassing van de bedrijfstak aan de nieuwe uitdagingen te verbeteren.

De textielsector verkeerde in een moeilijke economische situatie. Tussen 2000 en 2003 deed zich een sterke daling van de productie en de werkgelegenheid voor. De Europese Unie (EU) behaalde minder goede resultaten op de belangrijkste exportmarkten. Ten gevolge van de wisselkoers van de Amerikaanse dollar en de euro waren de prijzen van haar producten minder concurrerend. Bovendien hebben de ontwikkeling van de euromediterrane vrijhandelszone en de voorbereidingen voor de afschaffing van de contingenten de verplaatsing van bedrijven in de hand gewerkt.

De groep op hoog niveau heeft een eerste reeks aanbevelingen (EN) ingediend op 30 juni 2004. In deze mededeling maakt de Commissie een analyse van die aanbevelingen, die in vijf groepen kunnen worden onderverdeeld.

Onderzoek en ontwikkeling

Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling heeft de Commissie haar goedkeuring verleend aan diverse aanbevelingen van de groep op hoog niveau, met name aan het voorstel om een Europees technologieplatform voor textiel en kleding op te richten. Bovendien heeft zij de sector aangemoedigd om deel te nemen aan bestaande communautaire programma's, bijvoorbeeld aan het zevende kaderprogramm voor onderzoek en ontwikkeling of het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie. Tegelijkertijd kan de textielsector het beheer van zijn toeleveringsketens verbeteren dankzij de initiatieven die ten doel hebben het gebruik van informatietechnologieen te bevorderen.

Onderwijs, scholing en werkgelegenheid

De Commissie onderstreept dat de sociale dialoog van cruciaal belang is voor het welslagen van hervormingen op dit terrein. Zij is het met de groep op hoog niveau eens dat de textielsector een Europese strategie voor levenslang leren nodig heeft en dat er een betere aansluiting dient te komen tussen het aanbod en de vraag naar scholing. Zij heeft tevens de aandacht gevestigd op de mogelijkheid om hiervoor financiering te ontvangen uit hoofde van Europese programma's zoals het Leonardo Da Vinci-programma of de verordening betreffende het Europees Social Fonds.

Andere vraagstukken in verband met de concurrentiepositie van de bedrijfstak

De Commissie heeft tal van andere vraagstukken in verband met de concurrentiepositie van de bedrijfstak beoordeeld:

  • REACH (DE)(EN)(FR): in de textielsector wordt zeer intensief met producten van de chemische industrie gewerkt. Daarom heeft de Commissie besloten om de effecten van het beleid voor chemische stoffen op de sector te bestuderen;
  • intellectuele-eigendomsrechten (IER): de Commissie stelt zich ten doel de eerbiediging van IER in derde landen te waarborgen, de houders van rechten attent te maken op de problemen in verband met namaak, en namaak en piraterij te bestrijden. Bovendien is zij voornemens een website over intellectuele-eigendomsrechten op te zetten en seminars en netwerkvergaderingen te organiseren;
  • toegang tot financiering: kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) hebben nauwelijks toegang tot financiering. Daarom zijn diverse communautaire financiële instrumenten in het leven geroepen, bijvoorbeeld het actieplan voor financiële diensten, waardoor KMO's gemakkelijker beschikking kunnen krijgen over financiële middelen.

Regionale aspecten

Op het gebied van het regionale beleid is de Commissie geen voorstander van een sectorgebonden aanpak. Het staat niettemin buiten kijf dat in de komende jaren geanticipeerd moet worden op toekomstige ontwikkelingen in de sector en dat passende programma's ten uitvoer moeten worden gelegd om de sociaaleconomische gevolgen op te vangen in de regio's waar de textielsector dominant aanwezig is. Bovendien moeten de lidstaten 1 % van hun jaarbijdrage voor de "Convergentiedoelstelling" van de Struktuurfondsen en 3 % van hun bijdrage voor de doelstelling "Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" reserveren voor onvoorziene plaatselijke of sectorale crises die het gevolg zijn van economische en sociale herstructureringsprocessen of de liberalisering van de handel.

Vraagstukken in verband met het handelsbeleid

Met betrekking tot het handelsbeleid heeft de Commissie vier vraagstukken bestudeerd die van cruciaal belang zijn voor het concurrentievermogen van de Europese textielbedrijven:

  • totstandbrenging van de euromediterrane vrijhandelszone: de inwerkingtreding van de euromediterrane vrijhandelszone is van doorslaggevende betekenis voor de textielsector, aangezien de gehele productieketen op deze manier dicht in de buurt van de Europese markt kan worden gehouden, wat enorme voordelen oplevert op het vlak van kosten, kwaliteit en afstand. Daarom richt de Commissie al haar aandacht op de afsluiting van vrijhandelsovereenkomsten tussen de betrokken landen;
  • toegang tot de markten: de Commissie zet zich actief in om de opening van de markten te bevorderen door te pleiten voor rechtvaardige concurrentievoorwaarden, met name in het kader van de onderhandelingen over de Doha-ontwikkelingsagenda. Tevens blijft zij de leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) verzoeken hun invoerrechten zoveel mogelijk te verlagen en de niet-tarifaire handelsbelemmeringen af te schaffen;
  • invoer van textiel uit China: de Commissie heeft voorgesteld om de invoer uit China te controleren met behulp van douaneverklaringen. Zij heeft reeds het initiatief genomen om een permanente dialoog te openen met de bevoegde Chinese autoriteiten;
  • handelsbeschermende maatregelen: de Commissie heeft een reeks richtsnoeren vastgesteld, met name voor de toepassing van vrijwaringsclausules, en zij heeft actie ondernomen om het gebruik van de bestaande handelsbeschermende maatregelen te vereenvoudigen.

Bij wijze van conclusie heeft de Commissie onderstreept dat alle genoemde acties moeten worden aangevuld door initiatieven op nationaal en regionaal niveau. Bovendien heeft de Commissie de groep op hoog niveau aanbevolen om zijn werkzaamheden voort te zetten teneinde de gevolgen van de afschaffing van de contingenten in kaart te brengen.

Verdere ontwikkeling

De groep op hoog niveau is ook na de afschaffing van de contingenten blijven bijeenkomen. Hij heeft met name zijn steun uitgesproken voor de Overeenkomst van Shanghai van 10 juni 2005. Deze overeenkomst voorzag in een aanpassingsperiode van drie jaar gedurende welke het groeipercentage van uit China ingevoerde textielproducten in bepaalde categorieën aan banden werd gelegd. Na de crisis van de Chinese textielproducten die ten gevolge van de overschrijding van de vastgestelde limieten werden vastgehouden in Europese havens hebben de EU en China op 5 september 2005 een akkoord bereikt op grond waarvan de geblokkeerde Chinese textielproducten konden worden vrijgegeven.

Op 18 september 2006 heeft de groep op hoog niveau een vervolgverslag aangenomen waarvan de titel luidt: "De Europese textiel- en kledingsector in een context zonder contingenten" (EN). Daarin wordt geconstateerd dat de importgolf van extreem goedkope producten uit Azië minder erg was dan verwacht. Geschat wordt dat de EU ten minste tot 2020 haar technologische voorsprong zal behouden. Toch is de sector toe aan een radicale herstructurering. De groep op hoog niveau heeft de bedrijven dan ook aanbevolen om beter samen te werken, zich te groeperen in grote bedrijvenconcentraties en hun inspanningen te richten op innovatie en ontwikkeling.

Ofschoon de activiteiten van de Groep op hoog niveau voor de textiel- en kledingsector officieel zijn afgerond in september 2006 hebben de leden van de groep onderstreept dat de ontwikkeling van de sector ook in de toekomst van dichtbij gevolgd moet worden en dat in 2007 de balans moet worden opgemaakt van de vorderingen met de tenuitvoerlegging van de aanbevolen acties.

See also

Meer informatie betreffende het Europese industriebeleid op het gebied van de textielsector vindt u op de pagina "Textiel- en kledingsector" op de website van het DG Ondernemingen en industrie.

Laatste wijziging: 26.09.2007

Top