Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Onlineleren: programma eLearning (2004-2006)

Het programma eLearning beoogde de kwaliteit en de toegankelijkheid van de Europese onderwijs- en beroepsopleidingssystemen te verbeteren door doeltreffend gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie.

BESLUIT

Beschikking nr. 2318/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004-2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in Europa (eLearning-programma).

SAMENVATTING

Doelstellingen

De algemene doelstelling van het programma bestond erin het doeltreffend gebruik van informatie- en communicatietechnologie in de Europese onderwijs- en beroepsopleidingssystemen te bevorderen. Het kwam erop aan een bijdrage aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs te leveren en de onderwijs- en beroepsopleidingssystemen aan te passen aan de eisen van een kennismaatschappij en het Europese model van sociale samenhang.

De specifieke doelstellingen van het programma waren:

  • middelen onderzoeken en ontwikkelen om e-leren in te zetten voor de versterking van de sociale samenhang, de bevordering van de persoonlijke ontwikkeling en de interculturele dialoog en de bestrijding van de digitale kloof;
  • het gebruik van e-leren bevorderen en ontwikkelen met het oog op de implementatie van het idee van een leven lang leren in Europa;
  • de mogelijkheden van e-leren benutten om de Europese dimensie in het onderwijs te versterken;
  • een beter gestructureerde samenwerking op het gebied van e-leren tussen de verschillende communautaire programma’s en instrumenten en de acties van de lidstaten bevorderen;
  • mechanismen in het leven roepen die zorgen voor een betere kwaliteit van de producten en diensten alsook voor een doeltreffende verspreiding en voor de uitwisseling van goede praktijken.

Acties

De actielijnen van het eLearning-programma waren:

  • het bevorderen van de digitale geletterdheid. Bij de acties op dit terrein werd aandacht besteed aan de bijdrage die ICT aan het leerproces kan leveren, in het bijzonder voor degenen die niet kunnen profiteren van het traditionele onderwijs- en opleidingsaanbod door hun woonplaats in geografisch afgelegen gebieden, hun sociale situatie of specifieke behoeften. Doel was goede praktijkvoorbeelden in kaart te brengen en synergie-effecten teweeg te brengen tussen de vele nationale en Europese activiteiten die ten behoeve van genoemde doelgroepen worden ondernomen. Onderzoeken en een deskundigengroep op hoog niveau moesten op dit gebied voor aanbevelingen zorgen;
  • het creëren van Europese virtuele campussen. De acties op dit terrein waren op een betere integratie van de virtuele dimensie in het hoger onderwijs gericht. Doel was de ontwikkeling van nieuwe organisatiemodellen voor de verstrekking van hoger onderwijs in Europa (virtuele campussen) en uitwisselingsprogramma’s en gezamenlijke projecten (virtuele mobiliteit) te stimuleren, daarbij voort te bouwen op de bestaande raamwerken voor Europese samenwerking (het Erasmus-programma en het Bologna-proces) en de in dit kader te hanteren instrumenten (European Credit Transfer System, Europese masteropleidingen, kwaliteitsborging en mobiliteit) een op e-learning gerichte dimensie te geven;
  • de ontwikkeling van eTwinning tussen scholen in het lager en secundair onderwijs in Europa en het promoten van opleidingen voor onderwijzend personeel. De actie die op 14 januari 2005 werd gestart, had ten doel de vorming van netwerken tussen scholen te versterken en verder te ontwikkelen, met name door een Europees project voor "twinning", dat alle scholen in Europa de mogelijkheid moet bieden om onderwijspartnerschappen met andere scholen in Europa aan te gaan, waarbij het leren van talen en de interculturele dialoog werden bevorderd en de aandacht werd gevestigd op het meertalige en multiculturele maatschappijmodel in Europa;
  • transversale acties en monitoringactiviteiten van "e-learning". De acties op dit terrein waren op de bevordering van e-learning in Europa gericht en bouwden voort op de monitoringactiviteiten van het eLearning-actieplan. Het doel van deze acties was het verspreiden, het propageren en het overdragen van goede praktijken en resultaten van de vele door de Europese Unie of de lidstaten gefinancierde projecten en programma’s, alsook het versterken van de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen, met name door partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector te stimuleren.

De uitvoering van het programma ging ook gepaard met andere activiteiten die op de verspreiding van de resultaten gericht zijn (beschikbaar stellen van informatie op het internet, presentatie van projecten, evenementen, enz.).

Deelnemende landen

Aan het programma kon worden deelgenomen door de vijfentwintig lidstaten van de Gemeenschap, door de EVA-/EER-landen en door de landen die kandidaat waren voor toetreding tot de Europese Unie (EU).

Uitvoering van het programma

De Commissie droeg zorg voor de uitvoering van het eLearning-programma. Zij zag erop toe dat synergie-effecten met andere programma’s en acties van de Gemeenschap tot stand werden gebracht en stimuleerde de samenwerking met internationale organisaties. In samenwerking met een comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten stelde de Commissie het jaarlijkse werkprogramma, de jaarlijkse begroting en de overige, voor de uitvoering van dit programma vereiste maatregelen vast.

De lidstaten dienden passende correspondenten te identificeren die nauw met de Commissie samenwerkten voor relevante informatie over het gebruik van eLearning.

Begrotingsmiddelen

De financiële middelen voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006 bedroegen 44 miljoen euro. De begrotingsmiddelen werden als volgt over de verschillende acties verdeeld:

  • 10 % voor e-learning ter bevordering van digitale geletterdheid;
  • 30 % voor de Europese virtuele campussen;
  • circa 45 % voor e-twinning van scholen in Europa en stimulering van de opleiding van onderwijsgevenden;
  • ten hoogste 7,5 % voor transversale activiteiten en monitoring van het eLearning-actieplan;
  • ten hoogste 7,5 % voor technische en administratieve ondersteuning.

De financiële middelen werden verstrekt na de indiening van aanbestedingen en projectvoorstellen.

Monitoring en evaluatie

De Commissie heeft het programma in samenwerking met de lidstaten regelmatig opgevolgd. Na afloop van het eLearning-programma heeft een externe evaluatie plaatsgevonden om de effecten van het programma in zijn geheel en de relevantie en doeltreffendheid van de afzonderlijke activiteiten vast te stellen.

Context

Tijdens de Europese Raad in Lissabon op 23 en 24 maart 2000 hebben de staatshoofden en regeringsleiders zich ten doel gesteld om vóór 2010 van de EU "de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld" te maken. Sindsdien heeft Europa al aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de opzet van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) maar er is nog veel werk aan de winkel om het gebruik van ICT in het onderwijs te ontwikkelen. Het eLearning-programma had ten doel deze lacunes aan te vullen door de reeds geleverde inspanning te intensifiëren.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding – vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beschikking nr. 2318/2003/EG

20.1.2004 – 31.12.2006

-

L 345 van 31.12.2003

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Europese Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Eindverslag over de tenuitvoerlegging en het effect van de tweede fase (2000-2006) van de communautaire actieprogramma's op het gebied van onderwijs (Socrates) en beroepsopleiding (Leonardo da Vinci) en het meerjarenprogramma (2004-2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in Europa (eLearning) [COM(2009) 159 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen]. Het eLearning-programma werd samen met Socrates en Leonardo da Vinci opgenomen in het nieuwe programma Een leven lang leren (2007-2013). De eindevaluatie van het programma voor de periode 2004-2006 viel dan ook samen met die van de twee andere programma’s. Dit verslag stoelt op die externe evaluatie, met inbegrip van een analyse van de verslagen van de deelnemende landen.

Het gunstige effect van het eLearning-programma manifesteerde zich in:

Over het algemeen had het programma aanzienlijke invloed op het gebied van onderwijs en opleiding door zijn bijdrage aan de totstandkoming van een Europese onderwijsruimte. Deze invloed was zowel kwantitatief als kwalitatief van aard en kon worden geconstateerd op individueel, institutioneel en beleidsniveau. Vooral het eLearning-programma droeg bij aan de bestrijding van sociaaleconomische achterstandssituaties en het bewerkstelligen van een cultuur van samenwerking onder de Europese instellingen.

Gedurende de werkingsperiode van het programma werden de volgende activiteiten gefinancierd:

  • eTwinning-projecten waarbij 7 813 scholen betrokken waren (23 812 voor deelname ingeschreven scholen);
  • 21 projecten in verband met virtuele campussen;
  • 25 projecten in verband met digitale geletterdheid;
  • 16 projecten in verband met transversale acties.

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een levenslang leren [Publicatieblad L 327 van 24.11.2006]. Het eLearning-programma werd niet verlengd in de vorm van een sectoraal programma maar de doelstellingen ervan werden geïntegreerd in het programma voor een leven lang leren (2007-2013).

In het algemeen heeft het programma ten doel uitwisselingen, samenwerking en mobiliteit te bevorderen tussen onderwijs- en opleidingssystemen in Europa om van deze systemen wereldwijd een kwaliteitsreferentie te maken. De ontwikkeling van op ICT-gebaseerde inhoud, diensten, pedagogische benaderingen en praktijken maken deel uit van de kernactiviteiten van het programma.

See also

Laatste wijziging: 02.10.2009

Top