EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 18.5.2022
JOIN(2022) 23 final
GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S
De externe energiebetrokkenheid van de EU in een veranderende wereld
{SWD(2022) 152 final}
1.Inleiding
De Europese Unie en de wereld worden momenteel geconfronteerd met de existentiële dreiging van de klimaatverandering en een ontluikende energiecrisis. Als we de strijd tegen de klimaatverandering niet opvoeren en het verlies aan biodiversiteit niet tegengaan, zullen de in Parijs overeengekomen doelstellingen onbereikbaar zijn en daarmee ook de mogelijkheid om een volledige klimaatcrisis met verwoestende gevolgen voor de mens en het milieu wereldwijd te voorkomen.
De conclusie van het zesde verslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering luidt dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 43 % moet zijn verminderd om op koers te blijven en de doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 ºC te behalen. Aangezien de energiesector een centrale rol speelt bij het realiseren van de broeikasgasemissiereducties, zal deze de kern vormen van deze transitie.
Tegelijkertijd heeft Rusland de internationale regels geschonden door zijn niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Deze oorlog heeft de energie- en voedselmarkten op hun kop gezet, waardoor verhoogde prijsvolatiliteit en energieonzekerheid zijn ontstaan. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de directe omgeving, maar voor de hele wereld. Dit vereist een antwoord waarbij zowel de behoeften op korte termijn als de gevolgen op lange termijn van de EU en haar partners in aanmerking worden genomen. De EU is volledig solidair met Oekraïne en blijft het energiesysteem van dat land steunen.
De groene energietransitie is de enige manier om wereldwijd en gelijktijdig te zorgen voor duurzame, zekere en betaalbare energie. De EU is dan ook vastbesloten om op koers te blijven en samen te werken met partners over de hele wereld om partnerlanden aan te moedigen hun klimaatambitie te versterken en hun wegen naar klimaatneutraliteit uit te stippelen, maar ook om langdurige relaties aan te gaan die voor beide partijen gunstig zijn, met name op energiegebied.
De EU zal haar inzet over de hele wereld voortzetten en intensiveren door middel van toegewijde partnerschappen. Dit kan door financiële steun, bijstand, technologieoverdracht en/of verbeterde handelsrelaties.
Er is ook een Europese behoefte om deze weg in te slaan. Ondanks de diversificatie en maatregelen op het gebied van interne energiezekerheid die sinds de gascrisis van 2009 zijn genomen, is Europa nog steeds te afhankelijk van een leverancier die bereid is energie als wapen in te zetten. Om deze kwetsbaarheid te verminderen, heeft de Europese Commissie op 8 maart 2022 een REPowerEU-mededeling gepresenteerd, die een blauwdruk biedt om ruim vóór 2030 een einde te maken aan de invoer van fossiele energie uit Rusland. Hiervoor zijn diversificatie van de energievoorziening in de EU, meer energiebesparingen en energie-efficiëntie en een versnelling van de groene energietransitie vereist.
Dit alles speelt in op de uitdagingen van een snel veranderend mondiaal en energielandschap. De komende jaren en decennia zullen zich nieuwe mogelijkheden voor de productie van energie voordoen, samen met nieuwe handelspatronen en transportbehoeften. Terwijl de handel in conventionele energiegrondstoffen geleidelijk zal afnemen, zullen nieuwe grondstoffen zoals waterstof en ammoniak internationaal worden verhandeld en zal de vraag naar emissiearme technologieën toenemen. Er zullen nieuwe normen en governanceregelingen nodig zijn om via een op regels gebaseerde aanpak betrouwbaardere partnerschappen in wederzijds belang op te bouwen.
De Europese Unie moet klaarstaan om in deze nieuwe, veranderende omgeving op te treden en ze vorm te geven. Er zullen zich nieuwe kansen voor Europa voordoen om voort te bouwen op zijn groene technologische leiderschap en om een meer rechtvaardige en duurzame ontwikkeling over de hele wereld te bevorderen, maar ook nieuwe uitdagingen voor zijn energiezekerheid en de veerkracht van zijn toeleveringsketens, met name de kritieke grondstoffen, die cruciaal zijn voor de energietransitie.
Evenzo is de crisis voor veel landen een kans om de koolstofintensieve ontwikkeling een stap voor te zijn en te profiteren van een groenere, meer gelijke economie die miljoenen mensen toegang geeft tot energie. De EU zal in overeenstemming met duurzameontwikkelingsdoelstelling (SDG) 7 werken aan een rechtvaardige en inclusieve energietransitie. De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen samenwerken en ondersteuning bieden aan degenen die aan de slag gaan met de groene transitie, en duurzame investeringen op de lange termijn vergemakkelijken, onder meer via de Global Gateway, het plan en op waarde gebaseerde voorstel van de Europese Unie voor grote investeringen in de ontwikkeling van infrastructuur over de hele wereld.
Al deze aspecten vereisen dat de EU haar externe energiestrategie, meer dan tien jaar na de goedkeuring van de vorige, actualiseert, haar betrokkenheid bij de partners intensiveert en haar klimaat- en energiediplomatie versterkt, in overeenstemming met de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2021.
Om dit te bereiken zal het externe energiebeleid van de EU gericht zijn op:
·het versterken van haar energiezekerheid, veerkracht en open strategische autonomie door de energievoorziening van de EU te diversifiëren en energiebesparingen en energie-efficiëntie te stimuleren;
·het versnellen van de wereldwijde groene en rechtvaardige energietransitie om duurzame, veilige en betaalbare energie voor de EU en de wereld te verzekeren;
·het ondersteunen van Oekraïne en andere landen die direct of indirect worden getroffen door de Russische agressie;
·het opbouwen van langdurige internationale partnerschappen en de EU-industrieën voor schone energie over de hele wereld promoten.
2.Een extern energiebeleid van de EU voor REPowerEU
Zoals uiteengezet in het REPowerEU-plan van 18 mei 2022 dat parallel aan deze strategie is gepubliceerd, zal het energiesysteem van Europa zijn efficiëntie verhogen en sneller dan vóór het begin van de Russische agressie tegen Oekraïne verwacht overschakelen naar groene energiebronnen. Hoewel de transitie naar groene energie de kern vormt van het streven van de EU naar energieonafhankelijkheid, zullen voor het terugdringen van het gebruik van Russische fossiele brandstoffen sommige daarvan moeten worden vervangen door fossiele brandstoffen van andere internationale leveranciers, aangezien de binnenlandse olie- en gasproductie van de EU sterk is afgenomen: we importeren 90 % van ons gas, 97 % van onze olie en 70 % van onze kolen. Aangezien de gasvraag van de EU sneller zal krimpen dan eerder werd verwacht en om het risico van gestrande investeringen en activa tot een minimum te beperken, zal de EU de voorkeur geven aan diversificatiestrategieën die zowel investeringen in gas als groene waterstof omvatten.
2.1.Diversificatie van gaslevering aan de EU
Rusland is momenteel de grootste gasleverancier van Europa. Het REPowerEU-plan heeft tot doel zo snel mogelijk een einde te maken aan onze afhankelijkheid van Russisch gas. Het grootste deel van deze vraag naar gas zal worden vervangen door hernieuwbare energiebronnen, koolstofarme energiebronnen, energie-efficiëntie en energiebesparingen. De resterende behoefte aan aardgas wordt gedekt door diversificatie van leveranciers.
Om de komende jaren in de benodigde gasvoorraden te kunnen voorzien, moet de EU haar invoer van gas uit niet-Russische bronnen verhogen: het gaat voornamelijk om vloeibaar aardgas (LNG) (+50 miljard kubieke meter), maar ook om pijpleidinggas (+10 miljard kubieke meter of meer). Daartoe heeft de EU het EU-energieplatform gelanceerd — om de vraag te bundelen, het gebruik van infrastructuur te coördineren en te onderhandelen met internationale partners om gezamenlijke gas- en waterstofaankopen te vergemakkelijken, zoals uiteengezet in de overkoepelende mededeling over REPowerEU.
Hiermee wordt voortgebouwd op het werk dat de Europese Commissie sinds afgelopen herfst heeft verricht, namelijk in contact komen met onze belangrijkste LNG- en pijpleidinggasleveranciers. Deze inspanningen hebben geleid tot recordhoeveelheden maandelijkse LNG-leveringen van 12,5 miljard kubieke meter in april 2022 en 42 miljard kubieke meter van januari tot april 2022. Het platform zal de lopende diversificatie-inspanningen van de EU-lidstaten in aanmerking nemen en openstaan voor Oekraïne, Moldavië en Georgië, evenals voor de Westelijke Balkan.
Om de diversificatie-inspanningen te vergemakkelijken, zijn de Europese Commissie en de VS overeengekomen om te werken aan de levering van extra LNG aan de EU (minstens 15 miljard kubieke meter in 2022 en ongeveer 50 miljard kubieke meter per jaar tot ten minste 2030), via uitvoer uit de Verenigde Staten, maar ook in samenwerking met andere internationale partners. De Commissie heeft ook een speciale werkgroep met Canada opgericht om te kijken naar mogelijke LNG- en waterstofleveringen in de komende jaren.
De EU streeft ernaar om vóór deze zomer een trilaterale overeenkomst met Egypte en Israël te sluiten over de levering van LNG aan Europa. Japan en Korea hebben al een aantal LNG-ladingen naar Europa omgeleid en er wordt aan gewerkt om in de toekomst van deze optie gebruik te blijven maken. Qatar staat klaar om “swaps” met Aziatische landen mogelijk te maken. Wat pijpleidinggas betreft, heeft Noorwegen zijn leveringen aan Europa al verhoogd en zowel Algerije als Azerbeidzjan hebben zich bereid verklaard dit ook te doen. De EU zal ernaar streven de energiedialoog met Algerije opnieuw op te starten en zal de samenwerking met Azerbeidzjan intensiveren in het licht van het strategische belang van de zuidelijke gascorridor. Een opschaling van de capaciteit van de trans-Adriatische pijpleiding (TAP) zou de gaslevering aan de EU en de landen van de Westelijke Balkan vergroten.
Landen in Sub-Saharaans Afrika, en met name in West-Afrika, zoals Nigeria (dat al 15 % van de EU-invoer voor 2021 levert), Senegal en Angola, bieden ook onbenut LNG-potentieel. Een volledige en effectieve uitvoering van het gezamenlijk alomvattend actieplan zou een gerichte reflectie bevorderen over het potentieel voor Iran om een betrouwbare gasleverancier voor Europa te worden.
De EU zal ernaar streven dat aanvullende gasleveringen van bestaande en nieuwe gasleveranciers gepaard gaan met gerichte acties om methaanlekken en ontluchting en affakkeling aan te pakken. Op die manier worden aanvullende liquide middelen op de wereldmarkten gecreëerd en worden tegelijkertijd aanzienlijke klimaatvoordelen gegarandeerd. Daartoe zal de EU samenwerken met haar leveranciers van fossiele brandstoffen om de methaanemissies te verminderen. In de landen die dit aan de EU zouden kunnen leveren, gaat jaarlijks minstens 46 miljard kubieke meter aardgas verloren aan ontluchten en affakkelen. Er bestaat technologie om het grootste deel van dit methaan (het hoofdbestanddeel van aardgas) op een duurzame en economische manier af te vangen. De EU staat klaar om partners technische bijstand te verlenen en dergelijke wederzijds voordelige “You collect/we buy”-regelingen op te zetten.
De EU zal ook partners zoals de Europese Investeringsbank (EIB), de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Wereldbank bijeenroepen om stimulansen te creëren voor de snelle inzameling van verspilde fossiele gassen, waaronder methaan, en deze verliezen te bundelen tot zinvolle producten die aan internationale kopers kunnen worden verkocht.
De diversificatie-inspanningen van de EU vinden plaats tegen de achtergrond van een toenemende mondiale vraag en hoge LNG-prijzen. Bij deze acties moet rekening worden gehouden met de belangen van mondiale partners.
Gezien de ontwikkeling op middellange termijn van de energiemix in de EU en in partnerlanden zal de EU bredere energiepartnerschappen bevorderen, waarbij samenwerking op het gebied van gas wordt gecombineerd met langlopende energiesamenwerking op het gebied van waterstof, hernieuwbare gassen (met inbegrip van biomethaan) en andere groene energiebronnen om gestrande activa te vermijden en de groene transitie veilig te stellen.
Het energiebeleid van de EU zal er ook op gericht zijn om open, flexibele, liquide en goed functionerende wereldwijde LNG-markten tot stand te brengen, waarbij zowel de belangrijkste producenten (VS, Australië, Qatar, Nigeria, Egypte enz.) als consumentenlanden (China, Japan, Korea) worden betrokken. De G7, de G20, het Internationaal Energieagentschap (IEA) en andere internationale fora bieden daar mogelijkheden voor.
Kernacties:
·zorgen voor een snelle operationalisering van het energieplatform van de EU en de regionale platforms daarvan;
·de gezamenlijke verklaringen met de VS en Canada volledig uitvoeren;
·onderhandelen over politieke toezeggingen met bestaande of nieuwe gasleveranciers om de gasleveringen aan Europa te vergroten;
·“You collect/we buy”-regelingen opzetten voor het opvangen en verhandelen van aardgas en methaan.
2.2.De EU voorbereiden op de handel in hernieuwbare waterstof
Het REPowerEU-plan stelt dat 15 miljoen ton hernieuwbare waterstof extra — bovenop de 5,6 miljoen ton die in het kader van het “Fit for 55”-initiatief is voorzien — tegen 2030 ongeveer 27 miljard kubieke meter ingevoerd Russisch gas kan vervangen. Dit is inclusief 10 miljoen ton ingevoerde waterstof.
Gezien de wereldwijde wind- en zonne-energiebronnen is de capaciteit om hernieuwbare waterstof te produceren veel gelijkmatiger over de wereld verdeeld dan de olie- en gasreserves. Deze markt moet echter nog worden ontwikkeld en vereist wereldwijd een aanzienlijke uitbreiding van hernieuwbare productie en de beschikbaarheid van water.
Om de invoer van 10 miljoen ton waterstof in de EU te vergemakkelijken, streeft de Europese Commissie ernaar waterstofpartnerschappen te sluiten met betrouwbare partnerlanden om te zorgen voor open en onverstoorde handels- en investeringsrelaties voor hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen. Het voorziet in drie belangrijke corridors voor de invoer van waterstof uit het Noordzeegebied (Noorwegen en het VK), het zuidelijke Middellandse Zeegebied en, zodra de omstandigheden dat toelaten, Oekraïne.
Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (Irena): Technisch potentieel voor de productie van groene waterstof voor minder dan 1,5 USD/kg in 2050, in EJ
Een regio met een bijzonder groot potentieel voor het genereren van hernieuwbare waterstof is de zuidelijke Middellandse Zee. Om win-winsituaties te creëren voor zowel de regio als de EU, werkt de Europese Commissie aan een mediterraan partnerschap voor groene waterstof tussen de EU en landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied. Dit werk bouwt voort op de bestaande nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied en het bijbehorende economische en investeringsplan en zal beginnen met het waterstofpartnerschap EU-Egypte. Dit zou de eerste opstap zijn naar een bredere samenwerking op het gebied van hernieuwbare waterstof tussen Europa, Afrika en de Golf, een ander gebied met overvloedige bronnen voor de productie van waterstof.
Wanneer de samenwerking op dit gebied wordt uitgevoerd met het oog op lokale sociale, economische en ecologische behoeften, zou dit de lokale productie en consumptie van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare waterstof en de ontwikkeling van waardeketens voor de groene industrie in partnerlanden bevorderen. Het EU-regelgevingskader voor waterstof moet een gelijk speelveld creëren voor ingevoerde en in eigen land geproduceerde waterstof.
In Sub-Saharaans Afrika maken Zuid-Afrika en Namibië al vorderingen bij de ontwikkeling van hun sector voor hernieuwbare waterstof en hebben ze de belangstelling gewekt van de EU-industrie. Nauwere samenwerking op het gebied van hernieuwbare waterstof maakt ook deel uit van de bilaterale afspraken van de EU met landen als Egypte en Marokko, waar de Europese Commissie de aanzet heeft gegeven voor een groen partnerschap tussen de EU en Marokko.
Er wordt ook gewerkt aan een strategisch partnerschap met Oekraïne op het gebied van hernieuwbare gassen, waaronder waterstof en biomethaan, met het oog op een aanzienlijke opschaling zodra de omstandigheden het toelaten.
In onze directe buurlanden staat de EU klaar om netwerkontwikkeling te ondersteunen via de herziene Trans-Europese netwerken voor energieregulering (TEN-E). Projecten met niet-EU-landen die aanzienlijk bijdragen aan de TEN-E-doelstellingen kunnen de status krijgen van projecten van wederzijds belang, een label waarmee gezamenlijke projecten op het gebied van elektriciteitstransmissie, waterstoftransport en CO2-netwerk- en opslagfaciliteiten worden aangeduid die voldoen aan strenge EU-veiligheidsnormen. Tegelijkertijd zullen er investeringen nodig zijn om de verzendcapaciteit en -logistiek voor het transport van deze grondstof te verzekeren.
De opkomende wereldwijde waterstofmarkt moet gebaseerd zijn op gemeenschappelijke regels, met name voor normen, certificering en goede regelgevingspraktijken op het gebied van toegang tot infrastructuur en handel. Het EU-regelgevingskader voor waterstof is het meest geavanceerde ter wereld. Op basis van deze ervaring moet de EU het voortouw nemen bij het ontwikkelen van een solide kader voor een wereldwijde, op regels gebaseerde en transparante waterstofmarkt. Bij dit proces moet rekening worden gehouden met de lessen die zijn geleerd op de gas- en oliemarkten, zodat deze nieuwe energiegoederen vrijelijk over de grenzen kunnen stromen, waardoor onze energiezekerheid wordt versterkt terwijl we afstappen van fossiele brandstoffen. Om de wereldwijde markt voor hernieuwbare waterstof een krachtige stimulans te geven, overweegt de EU de ontwikkeling van een wereldwijde Europese waterstoffaciliteit, zoals weergegeven in de overkoepelende mededeling over REPowerEU.
Kernacties:
·waterstofpartnerschappen sluiten, met name in de buurlanden van de EU en in Afrika, om de invoer van 10 miljoen ton waterstof tegen 2030 en de ontwikkeling van lokale waterstofmarkten te bevorderen;
·een memorandum van samenwerking inzake waterstof met Japan ondertekenen tegen eind 2022;
·een wereldwijde, op regels gebaseerde en transparante waterstofmarkt op basis van de ervaringen van de EU bevorderen;
·de eerste handelshubs voor hernieuwbare waterstof in Europa initiëren en deze vaststellen als de benchmark voor in euro luidende transacties in waterstof;
·een strategisch partnerschap met Oekraïne inzake hernieuwbare gassen tot stand brengen in 2022;
·een wereldwijde Europese waterstoffaciliteit ontwikkelen.
2.3.Vermindering van de afhankelijkheid van invoer van andere Russische energie dan gas
Met 8 miljoen vaten per dag is Rusland de grootste olie-exporteur ter wereld. De invasie van Oekraïne heeft daarom voor onrust en onzekerheid gezorgd op de wereldwijde oliemarkt, waarbij de prijzen af en toe in de buurt komen van het recordniveau van 150 USD per vat.
Als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne zullen de marktvolatiliteit en krapte waarschijnlijk aanhouden en niet alleen de EU treffen, maar alle olieconsumenten over de hele wereld, vooral de meest kwetsbaren. De EU werkt samen met haar internationale partners om ervoor te zorgen dat er wereldwijd voldoende olie beschikbaar blijft tegen betaalbare prijzen. Samen met de G7-Groep van Ministers van Energie roept de EU de olieproducerende landen op om te onderzoeken hoe de leveringen aan de wereldmarkt kunnen worden opgevoerd door de beschikbare reservecapaciteit ten volle te benutten.
In dit verband zou de volledige en effectieve uitvoering van het gezamenlijke alomvattende actieplan de toegang van beschikbare Iraanse olievoorraden tot de markt vergemakkelijken, waardoor de aanboddruk en de prijsvolatiliteit worden verlicht. De mededeling over het strategisch partnerschap met de Golf, die tegelijk met deze strategie is gepubliceerd, beschrijft de aanpak van de EU om haar betrekkingen met de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf die rijk zijn aan oliebronnen, te versterken.
Tegelijkertijd zijn de leden van het IEA unaniem overeengekomen om noodvoorraden te gebruiken om 120 miljoen vaten vrij te geven, de grootste voorraad die in omloop is gebracht in de geschiedenis van het IEA. Dit heeft het belang van noodvoorraden als schokdemper aangetoond. Hoewel de besluiten over het vrijgeven van voorraden onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, blijkt uit de ervaring met het collectieve proces van het IEA hoe nuttig het is dat de EU een coördinerende rol op zich neemt, mochten aanvullende vrijgaven nodig zijn.
In april 2022 heeft de EU heeft besloten om, als onderdeel van haar vijfde sanctiepakket, alle invoer van steenkool uit Rusland stop te zetten. Om de crisis op korte termijn het hoofd te bieden, betekent dit dat er jaarlijks 44 tot 56 miljoen ton kolen vervangen moet worden, grotendeels door import. Op de langere termijn zal steenkool in de EU in de meeste landen tegen 2030 worden uitgefaseerd. Met de goedkeuring van het EU-embargo op Russische steenkool zijn de prijzen in de EU met ongeveer 15 % gestegen tot 325 EUR per ton, maar er worden geen grote problemen met de steenkoolvoorziening verwacht, aangezien de prijzen eind april weer op het niveau van vóór het embargo zijn gekomen.
Diversificatie van de brandstofvoorziening voor kerncentrales is een belangrijk onderdeel van het werk, aangezien sommige EU-lidstaten nog steeds volledig afhankelijk zijn van Russische kernbrandstof. De EU zal kernenergiebedrijven helpen bij het versnellen van het vergunningsproces voor alternatieve brandstoffen voor de Russische VVER-reactoren en samenwerken met internationale nucleaire organisaties zoals het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) en het Agentschap voor Atoomenergie (NEA) onder de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) om samenwerking op het gebied van de voorzieningszekerheid op te bouwen. Er wordt al samengewerkt met partners zoals Canada.
Kernacties:
·met de G7, de G20 en andere internationale fora samenwerken, evenals bilateraal met relevante landen, om te zorgen voor goed bevoorrade en goed functionerende oliemarkten;
·de dialoog met de Organisatie van olie-exporterende landen (OPEC) voortzetten om stabiliteit en betaalbaarheid op de oliemarkt te waarborgen;
·de reactie van de EU op de druk op de oliemarkten coördineren, met inbegrip van mogelijke vrijgave van olievoorraden als onderdeel van de gezamenlijke actie van het IEA of de reactie van de EU op verstoringen van de voorziening;
·de diversificatie van de brandstofvoorziening voor kerncentrales versnellen, onder meer in samenwerking met Euratom.
2.4.Prioriteit geven aan energiebesparingen en energie-efficiëntie
Naarmate de EU verder afstapt van de Russische energievoorziening, zal zij prioriteit geven aan energiebesparingen en energie-efficiëntie, met als doel op korte termijn een vermindering van de olie- en gasvraag van 5 % te bereiken. Dit zal de prijs- en vraagdruk op de wereldmarkten verminderen. De EU zal ook samenwerken met internationale partners om van energiebesparingen en energie-efficiëntie een mondiale prioriteit te maken. Samen met andere ontwikkelde economieën zal de EU zich in het bijzonder richten op het terugdringen van het energieverbruik, onder meer voortbouwend op de campagne “Playing My Part” van het IEA.
Energie-efficiëntie heeft tal van ecologische, sociale en economische voordelen. In het nettonulscenario van het IEA groeit de wereldeconomie met 40 % in 2030, maar verbruikt ze 7 % minder primaire energie. De oplossingen daarvoor zijn op dit moment al technisch klaar, kostenefficiënt en beschikbaar voor alle sectoren. Het hoogste besparingspotentieel kan worden gerealiseerd op het gebied van de verwarming en koeling van openbare en particuliere gebouwen. Extra grote energiebesparingen zijn te behalen door efficiëntere processen, de transitie naar de circulaire economie en transport, maar ook door efficiëntere apparaten, zowel in woningen (zoals warmtepompen) als in de industrie.
IEA: Verdubbeling van de snelheid waarmee de energie-intensiteit in het volgende decennium wordt verbeterd, helpt de energievraag met 95 EJ verminderen
De EU heeft ervaring opgedaan op het gebied van regelgeving, wetgeving, normering en etikettering die voor veel landen een bron van inspiratie kan zijn. De EU zal deze normen en praktijken internationaal promoten, met oog voor de specifieke omstandigheden van haar partners. Het mobiliseren van grote kapitaalinvesteringen van zowel de publieke als de private sector is ook cruciaal. De beste praktijken van de EU op het gebied van financiering van energie-efficiëntie kunnen worden gedeeld en opgeschaald, in nauwe samenwerking met de financiële instellingen en internationale partners.
Het geval van het stoppen van methaanlekken laat zien dat energiebesparende maatregelen gepaard kunnen gaan met negatieve reductiekosten: tot 70 % van de methaanemissies van de olie-, gas- en kolensector kan worden gestopt met behulp van de huidige technologie, en bijna de helft daarvan met winst of zonder kosten.
De Europese Commissie heeft al een EU-methaanstrategie en een wetgevingsvoorstel aangenomen om methaanemissies met een duidelijke internationale dimensie aan te pakken. Internationaal heeft de EU samen met de VS een mondiale methaanreductieverbintenis vastgesteld. De deelnemende landen verbinden zich ertoe hun collectieve methaanemissie tegen 2030 met ten minste 30 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 2020. Meer dan 110 landen hebben zich al aangesloten bij deze verbintenis, goed voor ongeveer de helft van de wereldwijde door de mens veroorzaakte methaanemissies.
Kernacties:
·samenwerken met partners om van energie-efficiëntie en energiebesparingen een wereldwijde prioriteit te maken;
·de wereldwijde transitie naar een meer circulaire economie ondersteunen om het energieverbruik te verminderen;
·de beschikbaarheid van en de toegang tot financiering voor investeringen in energie-efficiëntie en energiebesparingen vergemakkelijken;
·de mondiale methaanreductieverbintenis en de externe dimensie van de EU-methaanstrategie uitvoeren.
3.Ondersteuning van partners die getroffen zijn door de Russische invasie van Oekraïne
De Russische militaire agressie in al haar dimensies heeft alarmerende systemische domino-effecten op de wereldeconomie, die al wordt geteisterd door de COVID-19-pandemie en de klimaatverandering, met bijzonder dramatische gevolgen voor ontwikkelingslanden.
Recente prognoses van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) voorspellen dat de wereldeconomie een vol procentpunt van de bbp-groei lager zal zijn dan verwacht als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne, die de toch al krappe voedsel-, energie- en financiële markten ernstig ontwricht. De grondstofprijzen bereiken recordhoogtes: de prijzen voor ruwe olie zijn met ongeveer 60 % gestegen, de gas- en meststoffenprijzen zijn meer dan verdubbeld en de voedselprijzen liggen 34 % hoger dan vorig jaar om deze tijd.
Recente beoordelingen van de Verenigde Naties geven aan dat een derde van de 1,7 miljard mensen die al in armoede leven, zal worden blootgesteld aan verstoringen in voedsel-, energie- en financiële systemen. Als gevolg hiervan zullen veel ontwikkelingslanden verder economisch terrein verliezen, terwijl hun kwetsbaarheid wordt vergroot door oplopende geopolitieke spanningen en toenemende economische onzekerheid.
De Europese Unie erkent deze impact en zal gebruikmaken van alle bestaande instrumenten om ontwikkelingseconomieën, met name in Afrika en de buurlanden van de EU, te blijven steunen om te herstellen van de COVID-19-pandemie en een inclusieve en duurzame groei te realiseren, terwijl de economische veerkracht wordt opgebouwd die nodig is om deze schokken op te vangen en de klimaatveranderingscrisis aan te pakken. De inspanningen van de EU om een wereldwijde rechtvaardige en groene energietransitie te ondersteunen, zoals beschreven in hoofdstuk 4, staan centraal bij deze werkzaamheden. De EU zal de gevolgen van de Russische agressie op de partners monitoren en aanpakken door middel van bilaterale en multilaterale betrokkenheid en werken aan een eensgezinde wereldwijde respons.
3.1.Het energiesysteem van Oekraïne versterken en samenwerken met de nabije omgeving
Sinds het begin van de Russische militaire agressie is het helpen van Oekraïne en andere direct door de oorlog getroffen landen een centraal onderdeel van het energiebeleid van de EU. De werkzaamheden van de EU waren gericht op het waarborgen van ononderbroken energievoorziening en nucleaire veiligheid in Oekraïne. De synchronisatie van het noodstroomnet met Oekraïne en Moldavië is een belangrijke stap in de richting van de continuïteit van de voorziening. De volgende politieke prioriteit is om handel in elektriciteit met de EU mogelijk te maken op basis van een geleidelijke toename van de verhandelbare capaciteit.
Dankzij terugstroomcapaciteit is het op dit moment al mogelijk om gas vanuit Slowakije en Hongarije naar Oekraïne te brengen. De openstelling van het EU-platform voor gemeenschappelijke aankopen van gas, LNG en waterstof voor Oekraïne, Moldavië, Georgië en de Westelijke Balkan is eveneens een duidelijk signaal van steun. Beschadigde energieapparatuur in Oekraïne wordt gerepareerd door gespecialiseerde energieapparatuur vanuit de lidstaten naar Oekraïne te sturen via het EU-mechanisme voor civiele bescherming. Artikelen die de lidstaten niet kunnen leveren, worden aangekocht via het door de energiegemeenschap opgerichte Energiesteunfonds voor Oekraïne.
Om de toekomstige volledige integratie van de Oekraïense energiemarkt mogelijk te maken, biedt de EU technische ondersteuning om markthervormingen te bewerkstelligen. De hervormingen zullen ook zorgen voor een betere integratie van hernieuwbare energie en afstemming op de klimaatambitie van de EU. Dit werk vindt plaats in het kader van de associatieovereenkomst en van het strategisch partnerschap EU-Oekraïne. De energiegemeenschap en de nieuw opgerichte taskforce voor energie in Oekraïne spelen een belangrijke rol bij dit werk.
Nucleaire veiligheid blijft een belangrijke prioriteit, met name na het roekeloze gedrag van Rusland bij de Oekraïense nucleaire centrales. De EU sluit zich volledig aan bij de inspanningen van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie om te allen tijde de veiligheid van Oekraïense nucleaire installaties te waarborgen. De EU mobiliseert haar Europees instrument voor internationale samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid om in dringende behoeften te voorzien en de nucleaire veiligheid te herstellen om te voldoen aan het internationale rechtskader, en zet haar reeds lang bestaande steun aan de Oekraïense regelgevende instantie voort. Zij staat klaar om te helpen bij de wederopbouw van de noodzakelijke nucleaire veiligheidscapaciteit.
Met het oog op de toekomst heeft de EU haar benadering van het wederopbouwkader voor de langere termijn uiteengezet in de mededeling over noodhulp en wederopbouw in Oekraïne. De EU zal met Oekraïne samenwerken om het REPowerUkraine-initiatief voor te bereiden om het Oekraïense energiesysteem in verbeterde vorm op te bouwen, met als doel de Oekraïense energiesector koolstofarm te maken en zo de energieonafhankelijkheid van Oekraïne te waarborgen. De nadruk moet liggen op energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, hernieuwbare waterstof, biomethaan en toekomstbestendige infrastructuur. De EU zal dit proces zowel financieel als technisch ondersteunen.
Samen met de Westelijke Balkan zal de EU de groene agenda en de energieonafhankelijkheid van de regio blijven steunen, en hervormingen bevorderen die de regio vooruit helpen op zijn Europese traject. De energiegemeenschap is, met steun van de Europese Commissie, bezig met het vaststellen van de energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030. Dit zal de juiste investeringssignalen uitsturen en zorgen voor politiek engagement voor de uitfasering van kolen en de energietransitie in het algemeen. De uitvoering van de belangrijkste rechtshandelingen die in november 2021 door de energiegemeenschap zijn aangenomen, zal een betere integratie van hernieuwbare energiebronnen, opslag en vraagrespons mogelijk maken.
De EU zal voorstellen om de Westelijke Balkan volledig te integreren in de interne elektriciteitsmarkt van de EU om de overgang naar de productie van hernieuwbare energie en het koolstofvrij maken van de energievoorziening in Zuidoost-Europa mogelijk te maken. De geleidelijke invoering van de prijszetting voor koolstofheffingen zou kunnen bijdragen tot een betere afstemming op de EU.
Kernacties:
·steun voor het herstel en de wederopbouw van de energie-infrastructuur in Oekraïne;
·grensoverschrijdende capaciteit vergroten om handel in elektriciteit mogelijk te maken;
·de terugstroom van gas naar Oekraïne via de Slowaakse Republiek, Hongarije en Polen en naar Moldavië en Oekraïne via Roemenië (trans-Balkanpijpleiding) vergemakkelijken;
·Oekraïne, Moldavië, Georgië en de landen van de Westelijke Balkan uitnodigen om deel te nemen aan het vrijwillige gasaankoopplatform van de EU;
·de binnenlandse hervormingen en vlaggenschipinitiatieven op het gebied van energie van de economische en investeringsplannen voor de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap versnellen, aangepast aan de huidige situatie, om de uitrol van hernieuwbare energiebronnen te versnellen, een groene energietransitie te verzekeren en de afhankelijkheid van Russisch gas te helpen verminderen;
·profiteren van het kader van de energiegemeenschap om ambitieuze energie- en klimaatdoelstellingen en markthervormingen aan te moedigen, en om hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie te stimuleren;
·het REPowerUkraine-initiatief lanceren om de energievoorziening te verzekeren en de Oekraïense energiesector na de oorlog weer op te bouwen.
4.Leiden en versnellen van de wereldwijde groene en rechtvaardige energietransitie
De transitie naar groene energie is cruciaal om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad, om groei te stimuleren, kansen te bieden en de levensomstandigheden over de hele wereld te verbeteren, en om prijs- en energiezekerheidsrisico’s te verminderen. Het volgen van het scenario van 1,5 graad zou tot 2030 2,3 % meer bbp-groei betekenen ten opzichte van het referentiescenario en 85 miljoen nieuwe energietransitiegerelateerde banen.
De EU zet zich in om de wereldwijde groene transitie te leiden en te versnellen en haar internationale partners daarbij te ondersteunen. Dit omvat samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en energiebesparingen, circulaire economie, groene groei, bescherming van natuurlijke hulpbronnen, kritische grondstoffen, schone technologieën en toekomstbestendige infrastructuur.
De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de EU hebben de Global Gateway gelanceerd, een nieuwe Europese strategie om slimme, schone en veilige verbindingen in de digitale, energie- en transportsectoren te stimuleren en de gezondheids-, onderwijs- en onderzoekssystemen over de hele wereld te versterken, in overeenstemming met de Agenda 2030 van de VN en de Overeenkomst van Parijs. De Global Gateway — inclusief een krachtige impuls voor de transitie naar groene energie — zal worden gerealiseerd via een Team Europa-benadering, waarbij de EU en haar lidstaten worden samengebracht met hun financiële en ontwikkelingsinstellingen, waaronder de EIB en de EBWO, om te fungeren als hefboom tot 300 miljard EUR aan investeringen in 2021-2027.
De EU ondersteunt de wereldwijde groene transitie ook via haar klimaatfinanciering. 30 % van de EU-ontwikkelingssteun gaat naar de aanpak van de klimaatverandering, onder meer binnen de energiesector. De EU levert aantoonbaar de grootste bijdrage aan de wereldwijde toezegging van de meest ontwikkelde landen om jaarlijks 100 miljard USD te verstrekken voor klimaatfinanciering en zal andere partners blijven betrekken om dit voorbeeld te volgen.
Om te slagen, moet de groene transitie eerlijk en sociaal rechtvaardig zijn. Vooral in de context van een traag herstel, economische onrust en de wereldwijde gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne moeten de sociale aspecten van het hervormen van de energiesystemen centraal staan in de transitie. Dit is een prioriteit voor de EU en een integraal onderdeel van ons extern energiebeleid. Enerzijds betekent dit het verminderen van de sociale en economische impact van het uitfaseren van fossiele brandstoffen (met name kolen) en anderzijds het bieden van nieuwe kansen via groene technologieën (hoofdstuk 4.1), terwijl kwesties als toegang tot energie, subsidies voor fossiele brandstoffen, ontwikkeling van vaardigheden en verdelingseffecten van de transitie worden aangepakt.
Steenkool mag dan niet de enige fossiele brandstof zijn, ze is wel de meest vervuilende en is verantwoordelijk voor 40 % van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Steenkool vormt dan ook de kern van de inspanningen van de EU voor een rechtvaardige transitie, die zich met name richten op de landen met het grootste kolenverbruik.
In de nasleep van de COP26 voert de EU, samen met haar lidstaten Frankrijk en Duitsland en haar internationale partners, de VS en het VK, een partnerschap voor een rechtvaardige transitie met Zuid-Afrika uit met een budget van 8,5 miljard USD om het koolstofvrij maken van de economie te versnellen met de nadruk op de uitfasering van kolen en het minimaliseren van de kosten voor sociale aanpassing van het land. De EU onderzoekt de mogelijkheid om partnerschappen voor rechtvaardige transitie te sluiten met andere partners zoals Vietnam, Indonesië en India.
In overeenstemming met de verklaarde ambities van China om zijn afhankelijkheid van steenkool te verminderen en vooruitgang te boeken in de richting van zijn doel om tegen 2060 koolstofneutraal te worden, richten het platform voor samenwerking op het gebied van energie tussen de EU en China (ECECP) en de jaarlijkse energiedialoog op hoog niveau tussen de EU en China zich op koolstofmarkten, energiesystemen, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en samenwerking tussen bedrijven. De EU heeft ook dialogen over arbeids- en sociaal beleid opgezet met India, China en de zuidelijke buurlanden binnen het regionaal platform van de Unie voor het Middellandse Zeegebied inzake werkgelegenheid en arbeid. De EU verleent ook steun aan de geleidelijke afschaffing van steenkool in de Westelijke Balkan en Oekraïne via haar initiatief ten behoeve van steenkoolregio’s in transitie.
Kernacties:
·de wereldwijde transitie naar groene energie versnellen door duurzame investeringen en connectiviteit te faciliteren via Global Gateway;
·samenwerken aan een rechtvaardige transitie en de uitfasering van kolen met de partnerlanden van de EU, ook in het nabuurschap van de EU;
·werken aan de wereldwijde toezegging van 100 miljard USD per jaar voor klimaatfinanciering en de EU-bijdrage gebruiken om de groene, rechtvaardige transitie te ondersteunen;
·het gezamenlijk partnerschap voor de energietransitie met Zuid-Afrika uitvoeren en de mogelijkheden onderzoeken om andere mondiale partnerschappen volgens dit model te vormen;
·het initiatief ten behoeve van steenkoolregio’s in transitie in Oekraïne en de Westelijke Balkan uitvoeren;
·wereldwijde initiatieven om subsidies voor fossiele brandstoffen te beëindigen op elkaar afstemmen en uitvoeren en samenwerken met landen die sterk afhankelijk zijn van kolengestookte energie om dit te bereiken;
·samenwerken met het IEA, Irena en de IAO om wereldwijd een rechtvaardige en inclusieve transitie te bevorderen.
4.1.Bevordering van hernieuwbare technologieën en energie-efficiëntie in partnerlanden
Elektriciteit op basis van wind- en zonne-energie is op dit moment de goedkoopste stroomoptie in de meeste regio’s van de wereld. In een wereld met een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad zouden hernieuwbare energiebronnen tegen 2050 90 % van de wereldwijde energieproductie kunnen vertegenwoordigen. Wereldwijde markten zullen naar schatting 24 biljoen EUR waard zijn voor hernieuwbare energie en 33 biljoen EUR voor energie-efficiëntie tot 2050. Dit is een grote kans voor de wereldeconomie.
De opkomst van hernieuwbare energie zal de dynamiek van het mondiale energiesysteem veranderen. Terwijl de koolwaterstofbronnen geconcentreerd waren in een paar landen, kan elk land wel zelf hernieuwbare energiebronnen ontwikkelen en deelnemen aan de energiehandel. Tegenwoordig woont ongeveer 80 % van de wereldbevolking in landen die netto-importeur van energie zijn. Daar lijkt verandering in te komen.
De EU, die goed is voor 9 % van de wereldwijde emissies, heeft er groot belang bij de invoering van hernieuwbare energie te stimuleren en de energie-efficiëntie over de hele wereld te verbeteren. Om de uitrol van fotovoltaïsche zonne-energie te versnellen, publiceert de Europese Commissie samen met de huidige strategie een Europese strategie voor zonne-energie.
De efficiënte uitrol van hernieuwbare energiebronnen en het verhogen van de energie-efficiëntie vereist een bredere “systeembenadering” die rekening houdt met de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit als geheel. Het installeren van capaciteit voor hernieuwbare energie is het effectiefst wanneer het is geïntegreerd in open en flexibele regionale markten. De EU is een voortrekker bij het creëren van een grote, geïntegreerde energiemarkt en onze ervaring kan internationale partners helpen hun transitie te versnellen.
Veel landen in de Westelijke Balkan, het Oostelijk Partnerschap en de zuidelijke buurlanden verhogen geleidelijk het gebruik van hernieuwbare energie in hun regio. Landen als India en Marokko hebben zichzelf al ambitieuze doelen gesteld voor de inzet van hernieuwbare energiebronnen. Dat proces werd uitgevoerd en verder versterkt in het kader van het partnerschap voor schone energie en klimaat tussen India en de EU en het groene partnerschap tussen de EU en Marokko. Vergelijkbare werkzaamheden vinden momenteel plaats in het kader van onze samenwerking met China (onder meer met betrekking tot emissiehandelssystemen gebaseerd op het EU-systeem).
Eerlijke en wederzijdse samenwerking op energiegebied met Afrika is een belangrijke prioriteit, zowel om te zorgen voor toegang tot energie voor 570 miljoen mensen die momenteel geen elektriciteit hebben in Sub-Saharaans Afrika, als om investeringen in duurzame-energiesystemen en handel in hernieuwbare waterstof te ondersteunen, zodra de lokale behoeften zijn gedekt. Het doel van het Afrikaans initiatief voor groene energie is om tegen 2030 de inzet van ten minste 50 GW hernieuwbare elektriciteit te ondersteunen, waardoor ten minste 100 miljoen mensen toegang krijgen tot elektriciteit. Om dit doel te bereiken, zal het aantrekken van investeringen uit de particuliere sector van cruciaal belang zijn.
In het kader van het Global Gateway-initiatief zal de EU 2,4 miljard EUR aan subsidies mobiliseren voor Sub-Saharaans Afrika en 1,08 miljard EUR voor Noord-Afrika ter ondersteuning van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, de rechtvaardige transitie en de vergroening van lokale waardeketens. Dit zal ook het Actieplan voor groen herstel van de Afrikaanse Unie ondersteunen, dat ernaar streeft de capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie tegen 2030 met minstens 300 GW te vergroten.
De versnelling van de wereldwijde gebruikmaking van hernieuwbare energie biedt ook de kans om de handelsbetrekkingen te versterken. Om hun potentieel voor hernieuwbare energie van eigen bodem te ontwikkelen, hebben de meeste landen toegang nodig tot innovatieve technologieën, kennis en kapitaal, en de EU-industrie voor groene technologie is goed geplaatst om een partner bij die inspanningen te zijn. De helft van de windenergie wereldwijd komt van in Europa vervaardigde turbines. EU-bedrijven zijn leiders in belangrijke segmenten van de fotovoltaïsche, waterstof- en warmtepompindustrie en maken dankzij de Europese alliantie voor batterijen een inhaalslag op Azië op het gebied van batterijtechnologieën.
Om te gedijen en verder te groeien, moet de industrie voor groene technologie kunnen vertrouwen op een stabiel regelgevingskader, eerlijke concurrentie, voldoende investeringen en een gelijk speelveld op fiscaal gebied — dit is even belangrijk en voordelig voor de EU als voor lokale actoren. Het externe energiebeleid moet hand in hand gaan met het industrie- en handelsbeleid van de EU, om de markttoegang voor onze industrie te waarborgen en uitdagingen aan te pakken via de vrijhandelsovereenkomsten en handhavingsmaatregelen.
Het ontwikkelen van zakelijke relaties tussen ondernemingen vereist continue aandacht: de zakelijke netwerkevenementen die in het kader van de Energieraad van de EU en de VS zijn georganiseerd, de meest recente over offshore-windenergie, vormen een model dat navolging verdient. In heel Azië (bijvoorbeeld in de Republiek Korea en in Taiwan) zijn specifieke werkgroepen opgezet om groene-technologiebedrijven in de EU nieuwe zakelijke kansen te bieden.
Instrumenten voor het verminderen van risico’s en voor exportkredieten zijn ook van cruciaal belang om nieuwe markten te kunnen betreden. De Europese cleantechbedrijven concurreren in toenemende mate met buitenlandse bedrijven die directe financiële steun van hun regeringen ontvangen. De Commissie zal een EU-strategie voor exportkredieten ontwikkelen ten gunste van groene-technologiebedrijven om een gelijk speelveld voor de EU-bedrijven op de markten van derde landen te verbeteren. De Commissie streeft er ook naar de OESO-regels te wijzigen om een verdere stimulans te geven voor exportkredietsteun voor klimaatvriendelijke technologieën.
Kernacties:
·de uitrol van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie over de hele wereld versnellen, ook in de Westelijke Balkan, Afrika, het Middellandse Zeegebied en de Indo-Pacifische regio;
·het voor beide partijen voordelige initiatief voor groene energie tussen de EU en Afrika uitvoeren;
·de groene transitie in Centraal-Azië ondersteunen door middel van een “regionaal Team Europa”-initiatief op het gebied van milieu/energie/water;
·de uitrol van hernieuwbare energie in steden en plattelandsgemeenten vergroten, bijvoorbeeld via de missie Urban Transition van Mission Innovation;
·schone technologieën bevorderen in het kader van de Handels- en Technologieraad (TTC) met de VS;
·een EU-strategie voor exportkredieten ontwikkelen.
4.2.Samenwerken aan onderzoek en technologie
Veel van de technologieën die nodig zijn om de wereldeconomie volledig koolstofvrij te maken, zijn nog in ontwikkeling of kunnen nog niet concurreren met warmte en kracht op basis van fossiele brandstoffen. Internationale samenwerking is essentieel om de snelheid van innovatie in en de uitrol van groene energie te verhogen en tegelijkertijd de kosten ervan te verlagen, met name voor hernieuwbare energie en waterstof. Andere belangrijke onderzoeksgebieden voor een innovatiegedreven transitie zijn de ontwikkeling van slimme, cyberveilige en flexibele elektriciteitsnetten, langdurige energieopslag, duurzame grondstoffen, kleine modulaire reactoren en duurzame brandstoffen voor industrie en transport.
Aangezien hernieuwbare energie en waterstof niet alle fossiele brandstoffen in de energiemix kunnen vervangen, zal ook koolstofverwijdering nodig zijn, met name in industriële sectoren waar elektrificatie of op waterstof gebaseerde opties niet kosteneffectief zijn. De EU zal samenwerken met haar buurlanden en andere landen om innovatieve en energie-efficiënte oplossingen met een neutraal energieverbruik op de wereldmarkt te brengen, evenals technologieën zoals koolstofafvang, -benutting en -opslag (CCUS).
De EU zal internationale samenwerking en multilaterale initiatieven blijven steunen in overeenstemming met haar mondiale benadering van onderzoek en innovatie. De Commissie zal middelen voor internationale samenwerking ter beschikking stellen vanuit Horizon Europa, het openbare financieringsprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie. De EU zal ook haar betrokkenheid bij grote internationale initiatieven, zoals Mission Innovation en de Clean Energy Ministerial, versterken om samen de groene energieoplossingen van de toekomst te ontwikkelen.
Kernacties:
·CO2-vastleggings- en opslagtechnieken naar marktrijpheid ontwikkelen, ook in samenwerking met Noorwegen;
·het gezamenlijke langetermijnpartnerschap voor onderzoek en innovatie van de EU en de Afrikaanse Unie op het gebied van hernieuwbare energie voortzetten en het toepassingsgebied ervan uitbreiden tot hernieuwbare waterstof.
4.3.Toegang tot kritieke grondstoffen waarborgen
Hoewel de EU vastbesloten is een einde te maken aan haar afhankelijkheid van Russische energie, is ze evenzeer vastbesloten om nieuwe afhankelijkheden in de toekomst te vermijden. Naarmate de vraag naar fossiele brandstoffen afneemt, kan een grotere vraag naar grondstoffen, waaronder zeldzame aardmetalen en metalen, in de loop van de energietransitie leiden tot nieuwe beschikbaarheidsproblemen. Volgens de verkenningsstudie Critical Raw Materials in Technologies and Sectors zal de vraag naar kritieke grondstoffen die nodig zijn in de koolstofarme energiesector en de kosten ervan tegen 2050 aanzienlijk toenemen. De EU is in deze sector voornamelijk afhankelijk van zeldzame aardmetalen, lithium, magnesium, niobium, germanium, boraten en scandium, waarvan sommige niet in eigen land kunnen worden verkregen.
Om vooruitgang te blijven boeken met hun energietransitie, zullen EU-bedrijven deze materialen moeten inkopen op krappe grondstoffenmarkten of ze op langere termijn moeten vervangen door middel van nieuwe industriële processen. Mogelijke oplossingen om de toekomstige afhankelijkheid van de EU op dit strategische gebied tot een minimum te beperken, zijn onder meer de verdere diversificatie van de wereldwijde toeleveringsketens, prioriteit geven aan maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie, langetermijninvesteringen in nieuwe mijnbouw- en raffinageactiviteiten binnen de EU stimuleren en de inspanningen op het gebied van circulariteit opvoeren om ervoor te zorgen dat materialen zo lang mogelijk in de economie worden behouden en dat afval wordt gerecycled.
De Commissie zal haar werkzaamheden op het gebied van de levering van kritieke grondstoffen intensiveren en een wetgevingsvoorstel voorbereiden. Dit initiatief heeft tot doel de Europese waardeketen te versterken door de identificatie van minerale hulpbronnen en van grondstoffenprojecten in het Europees strategisch belang, en tegelijkertijd een hoog niveau van milieubescherming te waarborgen.
De EU heeft al partnerschappen voor een duurzame grondstoffenwaardeketen opgezet met Canada en Oekraïne. Om haar toeleveringsketens verder te diversifiëren, werkt de Commissie aan het opzetten van aanvullende wederzijds voordelige partnerschappen voor de grondstoffenwaardeketen in Afrika (bv. Namibië), Latijns-Amerika, de Westelijke Balkan en met Australië, via handelsovereenkomsten of memoranda van overeenstemming.
Toegang tot goed gediversifieerde voorraden van internationale markten zal in elk geval op middellange termijn van cruciaal belang zijn om veerkracht te waarborgen. Het handelsbeleid van de EU speelt in dit opzicht een sleutelrol, doordat het zorgt voor open toegang tot voorraden en marktverstoringen voorkomt door de ontwikkeling en uitvoering van handelsovereenkomsten. De hoofdstukken over energie en grondstoffen van de EU-vrijhandelsovereenkomsten spelen hierin een centrale rol.
Kernacties:
·wederzijds voordelige partnerschappen voor de grondstoffenwaardeketen tot stand brengen, ook met andere landen dan Oekraïne en Canada;
·de samenwerking op het gebied van grondstoffenwaardeketens met Noorwegen in het kader van de groene alliantie tussen de EU en Noorwegen versterken;
·het gebruik van EU-instrumenten voor economisch en handelsbeleid versterken om een onverstoorde toegang tot internationale markten te waarborgen;
·de wereldwijde hulpbronnenefficiëntie en circulariteit bevorderen, met name door maatregelen op het gebied van productontwerp;
·met internationale organisaties zoals de OESO, het IEA en Irena werken aan toeleveringsketens voor kritische grondstoffen die worden gebruikt in de energietransitie.
5.De basis leggen voor het nieuwe wereldwijde energiesysteem
5.1.Gevestigde allianties versterken, nieuwe partnerschappen opbouwen
Het nieuwe mondiale energiesysteem houdt niet simpelweg in dat fossiele brandstoffen worden vervangen door hernieuwbare energiebronnen; het zal fundamenteel en structureel verschillen van het huidige systeem. Samenwerking en partnerschappen zullen de sleutel zijn tot het functioneren ervan. Terwijl de EU ernaar streeft de wereldwijde groene transitie te realiseren, zal zij de hele wereld de hand reiken, naar haar luisteren en met haar samenwerken.
IRENA: Shifts in the value of trade in energy commodities (Verschuivingen in de waarde van de handel in energiegrondstoffen), 2020 tot 2050
De EU zal blijven samenwerken met de VS, waarmee de prioriteiten goed zijn afgestemd over het volledige spectrum van het energiebeleid. Via de Energieraad EU-VS en in internationale fora zal de EU trachten een positieve verandering in het mondiale energielandschap teweeg te brengen. De energierelatie met Canada is in een aanzienlijke stroomversnelling gekomen, voortbouwend op de bestaande dialoog op hoog niveau over energie.
Zowel de oostelijke als de zuidelijke buurlanden zullen voor de EU van cruciaal belang blijven. De energiebetrekkingen met de landen van het Oostelijk Partnerschap zullen moeten worden versterkt en herzien, en daarbij moet de nadruk blijven liggen op de continuïteit van duurzame energie en de transitie naar groene energie, naar aanleiding van de toezeggingen tijdens de 6e top van het Oostelijk Partnerschap in december 2021. De veerkracht, energiezekerheid en groene transitie van Oekraïne, Moldavië en de Westelijke Balkan hangen samen met die van de EU en hebben daarom een centrale prioriteit. De samenwerking met Turkije op het gebied van decarbonisatie moet worden voortgezet om te zorgen voor afstemming van het Turkse rechtskader op het EU-acquis, onder meer via het investeringsplatform voor Turkije.
In de zuidelijke buurlanden moet een gemeenschappelijk energiebeleid voor het Middellandse Zeegebied worden ontwikkeld op basis van de ministeriële verklaring van de Unie voor het Middellandse Zeegebied die in juni 2021 is aangenomen. De EU zal regionale samenwerking in het oostelijke en zuidelijke Middellandse Zeegebied op het gebied van energietransitie ondersteunen en het potentieel voor hernieuwbare energie ontsluiten. De EU zal blijven samenwerken met alle leveranciers van fossiele brandstoffen in de regio, zoals Egypte, Israël en Algerije, op het gebied van decarbonisatie, met inbegrip van methaanemissies.
Afrika is een belangrijke partner voor de EU. Naast de doelstellingen van het samenwerkingsbeleid wordt een sterkere handels- en investeringsbetrokkenheid met Afrikaanse landen verwacht, aangezien deze steeds sneller groeiende markten voor groene energietechnologieën worden. Afrikaanse landen kunnen ook bijdragen aan de energiezekerheid van de EU, momenteel met olie- en LNG-voorraden, en in de toekomst met groene waterstof en hernieuwbare brandstoffen en grondstoffen die cruciaal zijn voor de transitie naar groene energie.
De EU zal blijven samenwerken met partners als Noorwegen, Japan, Australië, Chili, het Verenigd Koninkrijk en andere op het gebied van energietransitie en wederzijds relevante prioriteiten. De EU onderhandelt momenteel over een vrijhandelsovereenkomst met Australië. Als belangrijke toekomstige producent van groene waterstof moet het versterken van energieverbindingen een prioriteit zijn. Ook Chili zal naar verwachting in de toekomst een grote producent van groene waterstof worden en cruciale grondstoffen zoals lithium leveren.
Als onderdeel van het partnerschap voor schone energie en klimaat tussen de EU en India zal de EU haar energiesamenwerking met India intensiveren ter ondersteuning van de versnelling van de lokale uitrol van hernieuwbare energiebronnen en het snel koolstofvrij maken van zijn industrie. De EU zal gezamenlijke activiteiten ondersteunen op het gebied van offshore wind- en zonne-energie en het gebruik daarvan via slimme netwerken.
De EU blijft met China verder werken aan de decarbonisatie, de hervorming van de energiemarkt en het effectiever en efficiënter maken van het energiesysteem. De samenwerking zal zich toespitsen op emissiehandelssystemen, elektriciteitssystemen, netwerkmodellering, financiering van energie-efficiëntie en samenwerking tussen bedrijven.
Zoals uiteengezet in de gezamenlijke mededeling over de Golf zal de EU nauw samenwerken met de Golfstaten om de transitie naar groene energie te bevorderen, met inbegrip van investeringen in het zuidelijk nabuurschap. Om haar samenwerking met de Golf beter te structureren, heeft de Commissie voorgesteld om jaarlijkse ministeriële bijeenkomsten over de groene transitie te houden, aangevuld met gerelateerde initiatieven van de particuliere sector.
Centraal-Azië is een belangrijke regio die rijk is aan hulpbronnen. Voortbouwend op het potentieel van de regio op het gebied van zonne-, wind- en waterkrachtenergie, zal de EU de hervormingen van de energiesector in Centraal-Azië en de transitie naar een koolstofarme economie aanmoedigen, evenals samenwerking op het gebied van kritieke grondstoffen met landen als Kazachstan.
5.2.Geopolitiek en wereldwijde energie-architectuur
De Russische invasie van Oekraïne maakt nog eens expliciet duidelijk dat de wereld wordt gekenmerkt door een machtsstrijd tussen de belangrijkste geopolitieke en economische grootmachten. Als er geen tegenwicht wordt geboden, komen de grootmachten steeds meer tegenover elkaar te staan en handelen zij elk vanuit hun eigen optiek, wat kan leiden tot strijdige visies en agenda’s.
De wereldwijde transitie naar groene energie kan de EU ondersteunen bij het bereiken van haar bredere geopolitieke doelstellingen om haar veerkracht en open strategische autonomie te versterken. De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen de energiedoelstellingen van de EU bevorderen door de rol van energiediplomatie in het buitenlands en veiligheidsbeleid te versterken. Dit vereist een versterking van de monitoringmechanismen, een vooruitziende blik en een beoordeling van de strategische implicaties van de mondiale energietransitie voor partnerlanden.
Voor het effectief aanpakken van de uitdagingen van de wereldwijde energietransitie zijn vertrouwen en samenwerking binnen de internationale gemeenschap vereist. De EU zal haar multilaterale optreden ter ondersteuning van de EU-doelstellingen en mondiale verbintenissen opvoeren op basis van de beginselen van op regels gebaseerd en effectief multilateralisme zoals uiteengezet in de gezamenlijke mededeling van 2021 over het versterken van de bijdrage van de EU aan op regels gebaseerd multilateralisme. Nauwere partnerschappen binnen de VN, de G20 en de G7 en een nauwere samenwerking met internationale financiële instellingen zijn noodzakelijk.
Multilaterale energieorganisaties en -fora zoals Irena, het IEA, de energiegemeenschap, de International Solar Alliance, de Clean Energy Ministerial and Mission Innovation en het mondiaal Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie vervullen allemaal een belangrijke rol bij het bevorderen van de energietransitie wereldwijd. Sommige organisaties, zoals het Energiehandvest, hebben dringend een grondige modernisering nodig om ze in overeenstemming te brengen met de doelstellingen voor 2050, en de EU pakt dit actief aan. Als het Verdrag inzake het Energiehandvest niet voldoende kan worden hervormd, zal de EU overwegen haar lidmaatschap in te trekken.
De EU zal een inclusievere vertegenwoordiging van opkomende en zich ontwikkelende economieën in internationale instellingen blijven steunen. De EU zal samen met haar lidstaten als onderdeel van een “Team Europa”-benadering steeds meer bijdragen aan leiderschap en inclusieve besluitvorming door een grotere deelname aan de bestuursorganen van relevante organisaties. De EU moet ook de voordelen afwegen van het opwaarderen van haar collectieve aanwezigheid tot een volwaardig lidmaatschap van de energiefora die als essentieel en strategisch worden beschouwd voor het bevorderen van de Europese Green Deal en deze strategie.
Verder zal de EU de samenwerking binnen multilaterale en regionale organisaties versterken en nauwer samenwerken met de Unie voor het Middellandse Zeegebied, de Afrikaanse Unie en haar agentschappen, de Latijns-Amerikaanse Organisatie voor Energie (Olade) of de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (Asean) om gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken en samen te werken op internationaal niveau.
Kernacties:
·regelmatig toezicht houden op de geopolitieke effecten van de groene transitie;
·een evaluatie initiëren van de betrokkenheid van de EU bij internationale energiefora die van cruciaal belang zijn voor de mondiale energietransitie;
·intensievere energiediplomatie bedrijven in het buitenlands beleid van de EU en de lidstaten.
6.Conclusies
Dit is een kritieke tijd voor het mondiale energiebeleid. De klimaatverandering, geopolitieke verschuivingen, technologische ontwikkelingen en een hogere wereldwijde vraag naar energie zorgen voor een uitdagende en snel veranderende omgeving waaraan onze energiesystemen en relaties zich moeten aanpassen.
Daar komt nog bij dat de Russische invasie van Oekraïne verstrekkende gevolgen heeft voor de energiezekerheid, niet alleen van de EU, maar van de hele wereld. De acties van Rusland hebben geleid tot een ongekende prijsvolatiliteit op de energiemarkten en onderstreepten de noodzaak van partnerschappen op basis van vertrouwen en gedeelde langetermijndoelen.
De groene energietransitie is de enige manier om wereldwijd gelijktijdig te zorgen voor duurzame, zekere en betaalbare energie. Om de transitie te laten slagen, moet deze sociaal rechtvaardig en eerlijk zijn en mag niemand aan zijn lot worden overgelaten. Dit houdt niet alleen de uitfasering van fossiele brandstoffen en achterhaalde praktijken in, maar ook de geleidelijke invoering van groene energie, innovatieve technologie, betere markten en een circulaire economie. Ook moeten potentiële toekomstige risico’s en afhankelijkheden nu al worden aangepakt.
De transitie is een mogelijkheid voor de EU en haar partners om samen een nieuw energiesysteem op te bouwen dat duurzamer, gelijkwaardiger en collaboratiever is. In deze mededeling wordt de strategie van de EU uiteengezet om dat doel te bereiken.