EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 7.8.2019

COM(2019) 366 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TWAALFDE FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over het EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS






BEGROTINGSJAAR 2018

{SWD(2019) 317 final}

INHOUDSOPGAVE

1.BEGROTINGSPROCEDURES

2.KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN

3.UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2018

4.BESTEDING VAN DE ELGF-BESTEMMINGSONTVANGSTEN

Bijlagen (zie afzonderlijk document):

1.BEGROTINGSPROCEDURES 1

1.1.Ontwerpbegroting 2018 en nota van wijzigingen 1/2018

De ontwerpbegroting 2018 is op 29 juni 2017 door de Commissie bekendgemaakt en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Voor het ELGF werd in totaal 43 518,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voorgesteld.

Op 4 september 2017 heeft de Raad zijn standpunt over de ontwerpbegroting 2018 bekendgemaakt en gesteld dat de ELGF-vastleggingskredieten met 269,4 miljoen EUR moesten worden verlaagd. Op 25 oktober 2017 heeft het Europees Parlement zijn standpunt bepaald, waarin juist een verhoging van de ELGF-vastleggingskredieten ten opzichte van de ontwerpbegroting met 56,9 miljoen EUR noodzakelijk werd geacht.

Op 16 oktober 2017 kwam de Commissie met nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerpbegroting 2018. Daarin was de behoefte aan vastleggingskredieten met 188,1 miljoen EUR verhoogd ten opzichte van de ontwerpbegroting. Die extra behoefte werd echter meer dan gecompenseerd door de verhoging van de voor 2018 verwachte bestemmingsontvangsten (+ 242 miljoen EUR). Daardoor zouden de in de nota van wijzigingen gevraagde vastleggingskredieten voor het ELGF kunnen worden verlaagd met 53,9 miljoen EUR ten opzichte van de ontwerpbegroting.

1.2.Vaststelling van de begroting 2018

Op 27 november 2017 bereikte het bemiddelingscomité, bestaande uit leden van het Europees Parlement en de Raad, overeenstemming over een gezamenlijke tekst. Uiteindelijk is de begroting 2018 op 30 november 2017 goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. De ELGF-begroting bevatte in totaal 43 234,5 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 43 188,7 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Het verschil tussen de vastleggings- en de betalingskredieten houdt verband met het feit dat voor bepaalde maatregelen die rechtstreeks door de Commissie worden uitgevoerd, gesplitste kredieten worden gebruikt. Deze maatregelen hebben hoofdzakelijk betrekking op de bevordering van de afzet van landbouwproducten en op beleidsstrategie en coördinatiemaatregelen voor de landbouw.

Van de goedgekeurde ELGF-vastleggingskredieten voor beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling) ten bedrage van 43 234,5 miljoen EUR was:
2 358,1 miljoen EUR bestemd voor interventies op de landbouwmarkten (hoofdstuk 05 02); 40 668,7 miljoen EUR bestemd voor rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03); 160,23 miljoen EUR bestemd voor de audit van de landbouwuitgaven (hoofdstuk 05 07); 36,4 miljoen EUR bestemd voor beleidsstrategie en coördinatie (hoofdstuk 05 08).

Verdere gegevens zijn te vinden in bijlage 1.

Vervolgens zijn tijdens begrotingsjaar 2018 de ELGF-kredieten voor de artikelen 05 01 04 (ondersteunende uitgaven) en 05 08 09 (operationele technische bijstand) bij gewijzigde begroting nr. 6 verlaagd met respectievelijk 0,4 miljoen EUR en 1,0 miljoen EUR.

1.3.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF 2

Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 3 gelden de ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties die worden opgelegd bij de boekhoudkundige en de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF en uit de melkheffing, als ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen ambtshalve overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

Bij de opstelling van de begroting 2018 is een raming gemaakt van zowel het in de loop van begrotingsjaar 2018 te innen bedrag als het van begrotingsjaar 2017 naar begrotingsjaar 2018 over te dragen bedrag. Dit bedrag is geraamd op 1 475,9 miljoen EUR en meegenomen bij de vaststelling van de begroting 2018 door de begrotingsautoriteit. Meer bepaald:

–werden de ontvangsten uit de correcties in het kader van de goedkeuring van de rekeningen en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden geraamd op respectievelijk 733,9 miljoen EUR en 132 miljoen EUR, terwijl geen opbrengsten uit de melkheffing werden verwacht. Verwacht werd derhalve dat in de loop van begrotingsjaar 2018 bestemmingsontvangsten van in totaal 865,9 miljoen EUR zouden worden geïnd;

–werden de van begrotingsjaar 2017 naar begrotingsjaar 2018 over te dragen bestemmingsontvangsten op 610 miljoen EUR geraamd.

In de begroting 2018 zijn deze oorspronkelijk geraamde ontvangsten van 1 475,9 miljoen EUR toegewezen aan twee regelingen:

–400 miljoen EUR aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–1 075,9 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

Voor deze regelingen is de som van de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde kredieten en de bestemmingsontvangsten gelijk aan de (geraamde) som van de volgende beschikbare kredieten:

–872 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–17 402 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

2.KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN 

2.1.Beheer van de kredieten

2.1.1.Voor begrotingsjaar 2018 beschikbare kredieten

2.1.2.Besteding van de voor het begrotingsjaar 2018 beschikbare kredieten

(1) Vastgelegde bedragen. Vastleggingen en betalingen minus bestemmingsontvangsten van 997 361 033,56 EUR (zie punt 4 en bijlage 6) die voor gedeeld beheer zijn ontvangen: 43 225 677 359,32 EUR.

Voor begrotingsjaar 2018 zijn dus uiteindelijk 44 364 481 917,01 EUR aan vastleggingskredieten en 44 294 218 643,71 EUR aan betalingskredieten gebruikt.

Het in het kader van gedeeld beheer uitbetaalde bedrag (43 225 151 242,49 EUR) was lager dan 43 225 677 359,32 EUR omdat bij Polen bepaalde bedragen zijn opgeschort.

2.1.3.Begrotingsuitvoering van de goedgekeurde kredieten – uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer

In de begroting 2018 was 144,0 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar voor uitgaven onder rechtstreeks beheer. Daarvan is 141,4 miljoen EUR in 2018 vastgelegd. De resterende kredieten (2,5 miljoen EUR) zijn geannuleerd.

De meeste ELGF-kredieten voor uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer zijn gesplitste kredieten.

De automatische overdracht naar 2019, die alleen betrekking heeft op niet-gesplitste kredieten, bedraagt 17,5 miljoen EUR.

2.2.Maandelijkse betalingen

2.2.1.Maandelijkse betalingen aan lidstaten onder gedeeld beheer

2.2.1.1.Maandelijkse betalingen ter financiering van de uitgaven

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten "maandelijkse betalingen door de Commissie [worden] uitgekeerd voor de uitgaven die de erkende betaalorganen van de lidstaten in de referentiemaand hebben verricht". De maandelijkse betalingen moeten aan elke lidstaat worden uitgekeerd uiterlijk op de derde werkdag van de tweede maand na de maand waarin de uitgaven zijn gedaan.

Het gaat bij de maandelijkse betalingen dus om de vergoeding van reeds gedane uitgaven, en wel op nettobasis (na aftrek van de ontvangsten). De betrokken bedragen worden beschikbaar gesteld op basis van de maandelijkse declaraties van de lidstaten 4 . De maandboekingen van de uitgaven en ontvangsten worden vervolgens gecontroleerd en gecorrigeerd op basis van deze declaraties. Bovendien krijgen deze betalingen pas een definitief karakter nadat de Commissie ze heeft geverifieerd in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

De betalingen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2017 tot en met 15 oktober 2018 vallen onder de regeling voor maandelijkse betalingen.

Voor het volledige begrotingsjaar bedroeg het totale nettobedrag aan vastgestelde maandelijkse betalingen, na aftrek van correcties in het kader van onder meer de goedkeuring van de rekeningen, 43 225 677 359,32 EUR. Wordt rekening gehouden met de opgeschorte bedragen, dan bedraagt het werkelijk aan de lidstaten betaalde bedrag 43 225 151 242,49 EUR.

1.1.1.1.Besluiten inzake de maandelijkse betalingen

De Commissie heeft een betalingsbesluit vastgesteld voor elk van de twaalf perioden van het begrotingsjaar. Daarnaast is in december nog een aanvullend besluit vastgesteld waarbij de totale ten laste van het jaar te brengen uitgaven zijn gecorrigeerd.

3.UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2018

3.1.Besteding van de ELGF-begrotingskredieten

Met de uitvoering van de begroting was een bedrag van 44 364,5 miljoen EUR 5 gemoeid. Deze uitgaven zijn gefinancierd met de initiële begrotingskredieten en met de bestemmingsontvangsten voor beleidsterrein 05. Deze bestemmingsontvangsten bestonden uit het gehele uit 2017 overgedragen bedrag (603,3 miljoen EUR) en een deel van de in 2018 geïnde bestemmingsontvangsten (548,50 miljoen EUR van in totaal 997,4 miljoen EUR).

Binnen beleidsterrein 05 is 2 709,4 miljoen EUR aan marktmaatregelen en 41 496,5 miljoen EUR aan rechtstreekse betalingen uitgegeven.

Voor nadere informatie over de uitvoering van de begroting per beleidsterrein wordt verwezen naar bijlage 2.

Bijlage 4 bevat een uitsplitsing, per rubriek, per financieringsbron en per lidstaat, van de uitgaven voor marktmaatregelen, rechtstreekse betalingen en de audit van de landbouwuitgaven.

3.2.Opmerkingen over de uitvoering van de begroting

Hieronder volgt, op basis van de informatie in de bijlagen 2, 3-I en 3-II, voor de meest significante sectoren een korte toelichting op de besteding van de kredieten en op de besteding van de bestemmingsontvangsten.

3.2.1.Hoofdstuk 05 02: interventies op de landbouwmarkten

3.2.1.1.Inleiding

Met de betalingen voor dit hoofdstuk was in totaal 2 709,4 miljoen EUR gemoeid. Deze zijn gefinancierd uit de goedgekeurde kredieten van 2 358,1 miljoen EUR en uit bestemmingsontvangsten van 400 miljoen EUR. Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van de uitgaven in de sector groenten en fruit (zie punt 3.2.1.2 voor nadere informatie). Bij rubrieken waarin meer kredieten nodig waren dan begroot, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen uit andere begrotingsrubrieken. In gevallen waarin de begrotingskredieten voor marktmaatregelen niet volledig waren besteed, zijn de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere begrotingsonderdelen binnen het ELGF waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was.

3.2.1.2.Artikel 05 02 08: groenten en fruit

De begroting bevatte in totaal 931,8 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De begrotingsautoriteit heeft 531,8 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd omdat daarnaast 400,0 miljoen EUR van de verwachte bestemmingsontvangsten aan deze sector was toegewezen. Ook is 27,3 miljoen EUR overgeschreven uit andere begrotingsonderdelen binnen hetzelfde hoofdstuk. De uitgaven van de lidstaten kwamen in 2018 uit op 865,2 miljoen EUR. Het saldo van de niet-gebruikte bestemmingsontvangsten ten bedrage van 93,9 miljoen EUR is overgedragen naar begrotingsjaar 2019 ter dekking van de behoeften voor dat jaar.

3.2.1.3.Artikel 05 02 09: producten van de wijnbouwsector

De begroting bevatte in totaal 1 058 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven zijn 89,9 miljoen EUR achtergebleven bij hetgeen in de begroting was uitgetrokken, omdat een aantal lidstaten minder hebben uitgegeven dan verwacht, in het bijzonder voor de afzetbevorderings- en de herstructureringscomponent van hun nationale wijnprogramma.

3.2.1.4.Artikel 05 02 10: afzetbevordering

Wat de betalingen van de lidstaten in het kader van de afzetbevorderingsmaatregelen betreft, is 10,4 miljoen EUR minder uitgegeven dan waarop in de begroting was gerekend, omdat de uitgaven van een aantal lidstaten voor hun door de Commissie goedgekeurde afzetbevorderingsprogramma lager zijn uitgevallen dan hetgeen in de begroting was uitgetrokken.

Voor de rechtstreekse betalingen van de Europese Unie heeft de Commissie kredieten vastgelegd voor het totale bedrag (88,6 miljoen EUR) dat in de begroting voor deze acties was uitgetrokken.

3.2.1.5.Artikel 05 02 12: melk en zuivelproducten

De begroting bevatte in totaal 34,1 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven van de lidstaten kwamen evenwel uit op 201,1 miljoen EUR. Voor de extra benodigde middelen zijn kredieten uit andere artikelen overgeschreven.

1.1.1.2.Artikel 05 02 13: rundvlees

In de begroting waren hiervoor geen kredieten opgenomen, terwijl de lidstaten geringe uitgaven (0,1 miljoen EUR) hebben gedaan voor resterende betalingen voor uitvoerrestituties in verband met certificaten die vóór 2014 zijn afgegeven. Die resterende uitgaven zijn gefinancierd door middel van een overschrijving van beschikbare kredieten binnen hetzelfde hoofdstuk.

3.2.1.7.Artikel 05 02 15: varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

De begroting bevatte in totaal 95,0 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen in deze sector. De uitgaven van de lidstaten kwamen echter uit op 64,0 miljoen EUR. Het verschil van 31 miljoen EUR is overgeschreven naar andere begrotingsartikelen.

1.1.1.3.Artikel 05 02 18: schoolregelingen

De uitgaven voor de schoolregelingen kwamen uit op 155,8 miljoen EUR, terwijl in de begroting was gerekend op 188,0 miljoen EUR. Het verschil houdt verband met het feit dat met ingang van schooljaar 2017/2018 de diverse schoolmelk- en schoolfruitregelingen tot één schoolregeling waren samengevoegd en de lidstaten minder uitgaven hebben gedeclareerd dan bij de opstelling van de begroting was voorzien.

3.2.2.Hoofdstuk 05 03: rechtstreekse betalingen

Het begrotingsjaar 2018 was het derde jaar van uitvoering van de nieuwe structuur van rechtstreekse betalingen waartoe in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van 2013 was besloten. De betalingen in het kader van dit begrotingshoofdstuk bedroegen in totaal 41 496,5 miljoen EUR, inclusief een bedrag van 441,7 miljoen EUR voor de terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers in verband met de financiële discipline, die is gefinancierd met een overdracht van 450,5 miljoen EUR uit 2017. De resterende betalingen van 41 054,8 miljoen EUR zijn gefinancierd uit goedgekeurde kredieten (40 668,7 miljoen EUR) en uit bestemmingsontvangsten (1 200,7 miljoen EUR). Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van een deel van de uitgaven voor de basisbetalingsregeling.

De totale ongebruikte kredieten bedroegen 823,3 miljoen EUR, waarvan 814,4 miljoen EUR is overgedragen naar begrotingsjaar 2019. Bovendien is het ongebruikte bedrag van de crisisreserve (459,5 miljoen EUR), die was gevormd met de voorgestelde financiële discipline van 2018, overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 zodat het bedrag van de daadwerkelijk toegepaste financiële discipline (459,5 miljoen EUR) kon worden overgedragen naar 2019 om te worden gebruikt voor terugbetalingen aan de lidstaten in kwestie (zie punt 3.2.2.5). De resterende in 2018 geïnde bestemmingsontvangsten (354,9 miljoen EUR) zijn overgedragen naar 2019. Bij rubrieken waarin meer geld nodig bleek dan de begrote goedgekeurde kredieten, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen van goedgekeurde kredieten uit andere begrotingsrubrieken of van bestemmingsontvangsten. Omgekeerd gold hetzelfde: wanneer de begrotingskredieten voor bepaalde rechtstreekse betalingen niet volledig waren besteed, werden de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere begrotingsonderdelen binnen het ELGF waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was.

3.2.2.1.Artikel 05 03 01: ontkoppelde rechtstreekse betalingen

De voornaamste regelingen die met de kredieten van dit artikel zijn gefinancierd, zijn de regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB), de basisbetalingsregeling (BBR), de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken, de herverdelingsbetaling en de betaling voor jonge landbouwers. De betalingen voor alle steunregelingen van dit artikel hangen niet af van de productie, maar van de naleving van bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld de randvoorwaarden. In 2018 was budgettair 35 960,3 miljoen EUR nodig voor de ontkoppelde rechtstreekse betalingen. De begrotingsautoriteit heeft 34 309,1 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd, rekening houdend met een bedrag van 1 651,2 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten. De lidstaten hebben in het kader van alle regelingen van dit artikel tezamen 35 304,8 miljoen EUR uitgegeven, wat overeenkomt met 98,2 % van de middelen die in de begroting waren uitgetrokken voor deze regelingen.

3.2.2.2.Artikel 05 03 02: andere rechtstreekse betalingen

Met de kredieten van dit artikel zijn "andere rechtstreekse betalingen" gefinancierd. Daaronder vallen regelingen waarbij de betaling nog aan de productie is gekoppeld, zij het onder welbepaalde voorwaarden en binnen duidelijke grenzen. Bij de hervorming van 2013 zijn regelingen aan dit artikel toegevoegd: de vrijwillige gekoppelde steun en de regeling voor kleine landbouwers. Andere onderdelen hadden alleen betrekking op betrekkelijk geringe resterende betalingen in het kader van regelingen die waren afgelopen.

De Commissie had de kredieten die in 2018 voor dit artikel nodig waren, geraamd op 5 900,0 miljoen EUR. De lidstaten hebben echter 5 750,0 miljoen EUR uitgegeven, minder dus dan de kredieten die in de begroting waren opgenomen.

3.2.2.3.Artikel 05 03 09: terugbetaling van rechtstreekse betalingen in verband met financiële discipline

De begrotingsautoriteit heeft geen kredieten aan dit artikel toegewezen. Dit artikel is bedoeld voor de verzameling van de niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten, waaronder met name de kredieten van de ongebruikte crisisreserve. Deze worden overgedragen naar begrotingsjaar N+1 om de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline te financieren die is toegepast op rechtstreekse betalingen van kalenderjaar N 6 .

Jaarlijks wordt, indien van toepassing, in een uitvoeringsverordening van de Commissie vastgesteld welke bedragen elke lidstaat moet terugbetalen aan landbouwers, en in overeenstemming met de inleidende zin van artikel 12, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 mogen uitgaven in verband daarmee enkel voor financiering door de Unie in aanmerking komen indien de bedragen vóór 16 oktober van het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen, aan de begunstigden zijn betaald. Van het bedrag van 450,5 miljoen EUR dat de financiële discipline in begrotingsjaar 2017 heeft opgeleverd en dat is overgedragen naar de begroting 2018, hebben de lidstaten 441,7 miljoen EUR terugbetaald aan de betrokkenen. Het verschil van 8,8 miljoen EUR is teruggevloeid naar de begroting 2018 om via een gewijzigde begroting weer bij de lidstaten terecht te komen in het volgende begrotingsjaar.

3.2.2.4.Artikel 05 03 10: reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

De kredieten van dit artikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of -distributie treffen. De crisisreserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen toe te passen aan de hand van het mechanisme voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 7 . Deze reserve moet jaarlijks 400 miljoen EUR bedragen (in prijzen van 2011). Voor begrotingsjaar 2018 beliep het equivalente bedrag van de crisisreserve in lopende prijzen 459,5 miljoen EUR. De reserve is in begrotingsjaar 2018 niet aangesproken.

Voor aanvraagjaar 2017 is de financiële discipline uitsluitend toegepast voor de vorming van de crisisreserve van 459,5 miljoen EUR. Aan het eind van het begrotingsjaar zijn evenwel niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten ten bedrage van de financiële discipline die daadwerkelijk was toegepast voor aanvraagjaar 2017 (rekening houdend met het ongebruikte bedrag van de crisisreserve) overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 om naar het volgende begrotingsjaar te worden overgedragen en aldus de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline te financieren die in kalenderjaar 2018 aan de landbouwers is opgelegd.

3.2.3.Hoofdstuk 05 07: audit van de landbouwuitgaven

3.2.3.1.Artikel 05 07 01: controle van de landbouwuitgaven

Dit artikel omvat de maatregelen die ter versterking van de controles ter plaatse en ter verbetering van de verificatiesystemen zijn genomen om het risico van fraude en onregelmatigheden ten nadele van de Uniebegroting te beperken. Het omvat ook de uitgaven aan mogelijke boekhoudkundige en conformiteitscorrecties ten gunste van de lidstaten.

De Europese Unie heeft de aankoop van satellietbeelden in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) rechtstreeks gefinancierd voor een bedrag van 9,3 miljoen EUR.

De correcties ten gunste van de lidstaten in het kader van de conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen vielen lager uit dan verwacht (12,2 miljoen EUR, tegen 21,4 miljoen EUR in de begroting), terwijl de correcties ten gunste van de lidstaten in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen overeenkwamen met het begrote bedrag (5,2 miljoen EUR).

3.2.3.2.Artikel 05 07 02: beslechting van geschillen

De kredieten in dit artikel dienen ter dekking van de kosten waarvoor de Commissie bij vonnis van een rechtbank aansprakelijk kan worden gesteld, zoals schadevergoeding en rente. In de begroting 2018 waren kredieten opgenomen ten bedrage van 124,5 miljoen EUR, waarvan 88 miljoen EUR is uitgegeven. De resterende kredieten zijn overgeschreven naar andere rubrieken van de begroting.

4.BESTEDING VAN DE ELGF-BESTEMMINGSONTVANGSTEN 

De daadwerkelijk van 2017 naar 2018 overgedragen bestemmingsontvangsten bedroegen 603,3 miljoen EUR en zijn overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement volledig gebruikt voor de financiering van uitgaven over begrotingsjaar 2018. Zoals in bijlage 3-II is weergegeven, is van dit bedrag 203,8 miljoen EUR naar de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit gegaan en 399,4 miljoen EUR naar de basisbetalingsregeling.

In bijlage 3-I is te zien dat in 2018 een bedrag van 997,4 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten is geïnd in verband met:

–de correcties in het kader van de goedkeuringsprocedure ten bedrage van 861,9 miljoen EUR;

–onregelmatigheden ten bedrage van 131,6 miljoen EUR;

–de melkheffing ten bedrage van 3,9 miljoen EUR.

De bestemmingsontvangsten die in 2018 zijn geïnd, zijn gebruikt ter dekking van uitgaven in het kader van de volgende maatregelen:

–102,2 miljoen EUR aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

–446,3 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).

De rest van de in 2018 geïnde bestemmingsontvangsten (448,8 miljoen EUR) is ambtshalve overgedragen naar de begroting 2019 om begrotingsuitgaven van dat jaar te financieren.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen 3-I en 3-II.

(1)      Zie bijlage 1 voor een overzicht.

(2)    Deze bedragen worden niet opgenomen in de inkomstenposten van de begroting (artikel 670 voor de bestemmingsontvangsten voor het ELGF), waar alleen "p.m." (pro memorie) staat. Het verwachte bedrag wordt vermeld in de toelichting bij het artikel in kwestie.

(3)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(4)    Deze maandelijkse uitgavendeclaraties worden door de lidstaten toegezonden uiterlijk op de twaalfde van maand N+1.

(5)      Dit cijfer omvat de terugbetaling van het uit begrotingsjaar 2017 overgedragen bedrag van de financiële discipline in het kader van de crisisreserve voor de landbouw.

(6)    Overeenkomstig artikel 12, lid 2, eerste alinea, onder d), en artikel 12, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 mogen deze kredieten worden overgedragen en overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze kredieten aan de lidstaten beschikbaar gesteld voor de terugbetaling aan de eindontvangers op wie de financiële discipline overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4, van die verordening wordt toegepast in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen.

(7)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 7.8.2019

COM(2019) 366 final

BIJLAGEN

bij het

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TWAALFDE FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over het EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS

BEGROTINGSJAAR 2018

{SWD(2019) 317 final}