EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0462
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on European Long-term Investment Funds
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen
/* COM/2013/0462 final - 2013/0214 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen /* COM/2013/0462 final - 2013/0214 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Met langetermijninvesteringen wordt bedoeld de
verschaffing van lang kapitaal voor de financiering van materiële activa (zoals
energie-, vervoer- en communicatie-infrastructuur, industriële en
dienstverleningsfaciliteiten, huisvesting en klimaatverandering en
eco-innovatietechnologieën) en immateriële activa (zoals onderwijs en onderzoek
en ontwikkeling) die de innovatie en het concurrentievermogen bevorderen. Veel
van deze investeringen hebben bredere publieke voordelen aangezien zij grotere
opbrengsten voor de maatschappij als geheel genereren door het ondersteunen van
essentiële diensten en het verbeteren van de levensstandaard. Het voorliggende
voorstel heeft tot doel ervoor te zorgen dat er meer kapitaal beschikbaar komt
voor langetermijninvesteringen in de EU-economie van morgen met het oog op de
financiering van de overgang naar een slimme, duurzame en inclusieve groei.
Daartoe moet een nieuw type fondsvehikel worden opgezet: een Europees
langetermijninvesteringsfonds, afgekort ELTIF. Van ELTIF's wordt op grond van
de activaklassen waarin zij mogen investeren, verwacht dat zij beleggers een
stabiel langetermijnrendement kunnen bieden. In aanmerking komen de activa die
deel uitmaken van de zogeheten alternatieve beleggingen: activaklassen die niet
onder de traditionele definitie van beursgenoteerde aandelen of obligaties
vallen. Terwijl alternatieve beleggingen in brede zin vastgoed, durfkapitaal,
private equity, hedgefondsen, niet-beursgenoteerde ondernemingen,
probleemeffecten en grondstoffen omvatten, richten ELTIF's zich op alternatieve
beleggingen in langetermijnactivaklassen die alleen met succes tot ontwikkeling
kunnen komen als de belegger een lange adem heeft. Daarom komen vastgoed,
niet-beursgenoteerde ondernemingen en infrastructuurprojecten wel in
aanmerking, maar grondstoffen niet. Er moet dus voor worden gezorgd dat de
belemmeringen voor investeringen met een langetermijnperspectief op EU-niveau
worden weggenomen. Dit geldt met name voor activa als infrastructuurprojecten,
die afhankelijk zijn van een langdurige betrokkenheid van de diverse partijen.
Deze activa leunen deels op zogeheten "geduldkapitaal". Dit soort
investeringen kan gedurende een aantal jaren niet worden verzilverd. Wel kan
een stabiel en voorspelbaar rendement worden geboden. Infrastructuurprojecten,
investeringen in menselijk kapitaal, en concessies passen in deze beschrijving.
Kapitaal dat op deze wijze langdurig en "geduldig" wordt
geïnvesteerd, is nuttig voor de reële economie omdat het bedrijfsleven kan
rekenen op een voorspelbare en gestage financieringsstroom en omdat het voor
werkgelegenheid zorgt. Beleggers als verzekeraars en pensioenfondsen
met langetermijnverplichtingen hebben aangegeven dat zij wel willen beleggen in
langeretermijnactiva, maar dat er voor hen geen kant-en-klare
bundelingsmechanismen, zoals investeringsfondsen, bestaan die dit soort
beleggingen vergemakkelijken. Daardoor profiteren alleen zeer grote beleggers
zoals grote pensioenfondsen en verzekeraars, die dankzij hun eigen middelen
voldoende kapitaal kunnen aantrekken en vastleggen, van dergelijke
beleggingskansen. Dit vormt weer een belemmering voor kleinere beleggers als
lokale pensioenfondsen, gemeenten, en de pensioenfondsen van de vrije beroepen
en van ondernemingen, die hun beleggingen anders misschien met dergelijke
activa zouden diversificeren. Doordat deze beleggersgroepen ontbreken, blijft
de reële economie uiteindelijk verstoken van grotere pools van
kapitaalfinanciering. Tot slot - maar daarom niet minder belangrijk - kunnen
ook individuele niet-professionele beleggers die te maken krijgen met een
toekomstige verplichting (onderwijs, aankoop van een woning, of de financiering
van een grote verbouwing), profiteren van het rendement of de periodieke
opbrengst van een langetermijninvesteringsfonds. Tot nu toe is de EU-breed versnipperde
regelgeving een belemmering geweest voor een grootschalige en langdurige
vastlegging van kapitaal, die nodig is voor de exploitatie van efficiënte
investeringspools voor langetermijnactiva. Hoewel er op nationaal niveau zeker
fondsen en prikkels bestaan, vertonen deze geen samenhang met vergelijkbare
initiatieven in andere lidstaten. Daardoor kunnen kapitaal en
beleggingsexpertise niet op grote schaal worden gebundeld en lopen fondsen
schaalvoordelen en de beleggers bepaalde voordelen mis. De meeste lidstaten
kennen overigens helemaal geen fondsmodel of gelijkwaardige prikkels die
gericht zijn op langetermijnactivaklassen. Aangezien een grensoverschrijdend
fondsvehikel ontbreekt, zijn beleggers op deze markten uitgesloten van
beleggingen in langetermijnactivaklassen. Dit leidt er uiteindelijk toe dat er geen
mechanismen voorhanden zijn om middelen die voor een lange periode kunnen
worden vastgezet, door te sluizen naar projecten in de reële economie die
dergelijke financiering juist nodig hebben. Daardoor wordt de ontwikkeling van
langetermijninvesteringen afgeremd. Er wordt onder de investeringsprofessionals
geen expertise opgebouwd omdat er geen vraag is. Schaalvoordelen waarmee de
kosten van de bedrijfsuitoefening van een langetermijninvesteringsfonds kunnen
worden teruggedrongen, blijven uit. Voorts kunnen voor grootschalige
infrastructuurprojecten en industriële technische projecten kapitaalpools nodig
zijn, die evenwel niet altijd beschikbaar zijn als het kapitaal in slechts één
lidstaat wordt aangetrokken. Ook kunnen bedrijven uit verschillende lidstaten
betrokken zijn bij grootschalige projecten. Een financieringsmechanisme,
ongeacht welk, moet voor dit versnipperingsprobleem een oplossing bieden en
beleggers en projecten EU-breed faciliteren. Het is dus nodig om een financieringsvehikel
te faciliteren dat speciaal gericht is op de aanpak van dit probleem. Om het
financieringsmechanisme zo efficiënt mogelijk te maken, moet het toegankelijk
zijn voor beleggers uit de gehele Unie. In de Akte II voor de interne markt is
al gewezen op het belang van de aanpak van deze problemen[1]. Een van de twaalf in de Akte
genoemde kernacties betreft de stimulering van langetermijninvesteringen in de
reële economie. Daartoe wordt in de Akte voorgesteld om een nieuwe reeks
EU-regels op te stellen die het gemakkelijker maken om over de grens het nodige
kapitaal aan te trekken voor een kostenefficiënte bedrijfsuitoefening van
investeringsfondsen die zich richten op langetermijninvesteringskansen. De bredere context van deze werkzaamheden is
beschreven in het groenboek van de Europese Commissie over de
langetermijnfinanciering van de Europese economie[2], waarin de problemen aan de
vraag- en aanbodzijde voor alle financieringsstructuren worden geschetst. In
het groenboek wordt ook bevestigd dat maatregelen nodig zijn voor
investeringsfondsen - deze worden in dit voorstel geschetst – ook al is het
groenboek zelf vooral gericht op de bredere noodzaak om de financiering van de
reële economie weer op gang te brengen door een verbetering van de mix en
algehele veerkracht van de verschillende financieringsbronnen. In dit verband
kan het nieuwe ELTIF ervoor zorgen dat voor het bedrijfsleven naast bancaire
financiering meer niet-bancaire financiering beschikbaar komt. Op dit moment worden de EU-markten voor
investeringsfondsen gedomineerd door fondsen die onder de ICBE-richtlijn (ICBE
staat voor instelling voor collectieve belegging in effecten) opereren. De
eerste richtlijn op dit gebied dateert uit 1985. Inmiddels beheren de ICBE's
een vermogen van 6 697 miljard EUR[3].
De ICBE-richtlijn bevat een reeks productvoorschriften die gevolgd worden door
beleggingsfondsen die voor niet-professionele beleggers beschikbaar zijn, maar
is gericht op overdraagbare effecten teneinde ervoor te zorgen dat voldoende
liquiditeit beschikbaar is voor onmiddellijke terugbetalingen. Daardoor zijn
ICBE's niet geschikt voor de financiering van geduldkapitaalinvesteringen in
infrastructuur- en andere projecten. Ondanks het succes van het ICBE-initiatief
is niet meteen gezegd dat de ELTIF's op evenveel belangstelling van de belegger
zullen kunnen rekenen. Veel niet-professionele beleggers hechten namelijk
waarde aan een hoge liquiditeit van een fonds. Wel blijkt uit het ICBE-succes
dat EU-brede initiatieven een krachtige impuls kunnen geven aan de ontwikkeling
van een markt en aan het beleggersvertrouwen. Naast de ELTIF's zullen de Europese
durfkapitaalfondsen en de Europese sociaalondernemerschapsfondsen een bijdrage
leveren aan de financiering van de Europese economie. Die fondsen richten zich
evenwel op een niche in de EU-economie: met durfkapitaal gefinancierde
start-ups en bedrijven die een sociaal effect willen bereiken. Het ELTIF-voorstel volgt een bredere aanpak
dan die fondsen. Het mikt op een brede waaier van langetermijnactivaklassen en
beoogt de vorming van een investeringsfonds dat ook aan niet-professionele
beleggers mag worden verkocht. Drie belangrijke kenmerken moeten daarom
aanwezig zijn: 1) specifieke productvoorschriften voor de in aanmerking komende
activa en de diversificatie ervan, 2) een hoog competentieniveau bij degenen
die een ELTIF mogen beheren en verhandelen, en 3) een afstemming van de
investeringshorizon van een ELTIF op de uitstapverwachtingen van beleggers in
zo'n fonds. Productvoorschriften Het is de bedoeling dat er met het nieuwe
ELTIF-kader een "tweede retailpaspoort" wordt gecreëerd op basis van
de beproefde ICBE-benadering voor productspecificaties en risicospreiding.
Onder beleggers bestaat grote belangstelling voor beleggingen in
langetermijnactivaklassen die hetzij gedurende de levenscyclus ervan in waarde
toenemen (kmo's) hetzij in de periode waarin zij worden aangehouden, periodieke
inkomsten opleveren (infrastructuur). Zo'n vehikel is met name gewild bij
pensioenfondsen van gemeenten, kmo's en de vrije beroepen. Omdat zulke fondsen
voor langetermijnactiva in veel lidstaten ontbreken, blijven de beleggers in
deze lidstaten verstoken van de beleggingskansen die deze fondsen bieden. Een
grensoverschrijdend paspoort biedt in zo'n situatie uitkomst. Om aan deze behoefte onder beleggers tegemoet
te komen, zal het ELTIF kunnen investeren in alle soorten activa die niet op
een gereglementeerde markt worden aangeboden. Deze activa zijn niet liquide en
hebben alleen al om die reden een fonds nodig dat er langdurig in wil stappen.
Hetzelfde geldt voor de beleggers in een dergelijk fonds. Concreet gaat het om
investeringen in activa die niet op een secundaire markt worden verhandeld en
waarvan de eigenaar veel tijd nodig heeft voor het vinden van een koper,
namelijk: 1) infrastructuurprojecten, bijvoorbeeld op het gebied van vervoer,
energie en onderwijs, 2) niet-beursgenoteerde ondernemingen, in de praktijk
hoofdzakelijk kmo's, 3) vastgoed als gebouwen of rechtstreeks aan te kopen
infrastructuur. Het feit dat een activum niet op een
gereglementeerde markt wordt verhandeld, is dus op zich al voldoende om het als
een langetermijnactivum aan te merken. Dergelijke activa zijn niet liquide,
simpelweg omdat er zonder openbaar handelsplatform niet meteen een koper voor
te vinden is. Ook hebben dergelijke activa vaak zeer specifieke kenmerken en
zullen zij alleen aantrekkelijk zijn voor kopers die hun eigen due diligence
kunnen verrichten en specialist zijn op het desbetreffende gebied. Wanneer een
ELTIF bijvoorbeeld in een projectonderneming investeert, gaat het ervan uit dat
er lange tijd niet onmiddellijk een koper voor te vinden zal zijn. Vanwege dit intrinsieke gebrek aan liquiditeit
bevat het ELTIF-voorstel geen voorschriften voor de duur dat de investering in
elk geval moet worden aangehouden. Gezien de omvang van de due diligence die
voor een investering in langetermijnactiva vereist is, lijkt het niet
verstandig om een minimumaanhoudduur voor te schrijven. De ene
investeringsbeslissing wijkt immers af van de andere en de ELTIF-beheerders
kunnen het best zelf bepalen hoe lang zij de investering willen aanhouden om de
beloofde opbrengst te realiseren. Dit is een groot verschil met
ICBE-beheerders, die zich richten op macro-economische ontwikkelingen en de
dagelijkse schommelingen op de beurs. Ook blijkt het noodzakelijk om de beheerders
een zekere speelruimte te bieden wat betreft het precieze tijdsbestek waarin
een portefeuille met langetermijnactiva mag worden opgebouwd. Daarom biedt dit
voorstel de mogelijkheid om een langetermijnactivaportefeuille over een periode
van vijf jaar op te bouwen. Voorts mag de beheerder maximaal 30 % van het
ELTIF-kapitaal in liquide effecten beleggen. Deze liquiditeitsbuffer moet het
ELTIF in staat stellen de kasstroom te beheren die ontstaat bij de opbouw van
de langetermijnportefeuille. Ook beschikt de beheerder dan over de mogelijkheid
om de extra kasmiddelen te plaatsen die gerealiseerd worden "tussen de
investeringen" in, dat wil zeggen wanneer een langetermijnactivum wordt
verkocht om te worden vervangen door een ander. Met het oog op het beleggersvertrouwen en de
rechtszekerheid - met name maar niet alleen onder de niet-professionele
beleggers waarop een ELTIF mikt - bevat de voorgestelde regeling een reeks
robuuste doch flexibele productvoorschriften. Productvoorschriften vormen het
meest geschikte middel om aan de vastgestelde langetermijnfinancieringsbehoefte
te voldoen en de ELTIF's van een voorspelbaar productprofiel te voorzien. Nadat
voor een ELTIF een vergunning is verleend, kan het aan professionele beleggers
én niet-professionele beleggers worden verhandeld. Een ELTIF biedt beleggers de mogelijkheid om
hun beleggingsportefeuille te diversificeren. De activa waarin de voorgestelde
ELTIF's mogen investeren, zijn alternatieve instrumenten en kunnen derhalve
sterk afwijken van de geijktere beursgenoteerde aandelen en effecten die veel
beleggers aanhouden. Hoewel de strenge diversificatieregels van het ICBE-kader
de bedrijfsuitoefening van een ELTIF duur of zelfs onmogelijk kunnen maken, zou
een ELTIF wel gebaat zijn bij een redelijke mate van activadiversificatie. Dit diversificatievoordeel geldt evenzeer voor
niet-professionele beleggers als institutionele beleggers en ervaren beleggers,
zoals kapitaalkrachtige particulieren. De voorgestelde stringente
productvoorschriften en de beleggersbescherming die daardoor ontstaat, zijn
bedoeld om een ELTIF geschikt te maken voor niet-professionele beleggers. Hoog competentieniveau bij de beheerders Door het gebrek aan liquiditeit en door het
feit dat de deelnemingen in de langetermijnactivaklassen waarop een ELTIF mikt,
geen notering hebben op een gereglementeerde markt, vallen alle
langetermijnactiva waarin een ELTIF mag investeren, in de categorie
"alternatieve belegging" (zie hierboven voor een omschrijving van dit
begrip). Derhalve moeten de ELTIF's worden beheerd door ondernemingen waaraan
in het kader van de richtlijn inzake beheerders van alternatieve
beleggingsinstellingen (abi's) een vergunning is verleend om alternatieve
beleggingen te beheren en te verhandelen. Derhalve bouwt het voorgestelde ELTIF-kader
voort op de beheerdersvergunning van de AIFM-richtlijn[4], die algemene voorschriften
bevat voor beheerders van abi's die hun fondsen aan professionele beleggers
verhandelen. Er worden specifieke ELTIF-productvoorschriften aan toegevoegd
zodat ELTIF's gemakkelijk kunnen worden herkend door professionele en niet-professionele
beleggers die geïnteresseerd zijn in het opbrengst- en rendementsprofiel van
een belegging in langetermijnactiva. Het voorgestelde ELTIF-kader bouwt voort op de
grensoverschrijdende bepalingen van de AIFM-richtlijn waarbij aan het Europees
paspoort voor de verhandeling aan professionele beleggers een Europees paspoort
voor de verhandeling aan niet-professionele beleggers in de gehele EU wordt
toegevoegd wat de ELTIF's betreft. Aangezien een ELTIF aan niet-professionele
beleggers mag worden verkocht, is er een sterkere consumentenbescherming nodig
en moet de ELTIF-regelgeving bijvoorbeeld strenger zijn op het gebied van
investeringen in activa die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict
(dit wordt verboden), op het gebied van de transparantie (er moet een document
met essentiële beleggersinformatie worden gepubliceerd) en op het gebied van de
verhandeling (daaraan worden specifieke voorwaarden gesteld). Gelet op het bovenstaande mag voor een ELTIF
alleen een vergunning worden verleend als de beheerder ervan ook een vergunning
heeft in het kader van de AIFM-richtlijn. De meeste activa waarin een ELTIF
investeert, moeten per definitie voor een lange duur worden aangehouden. Een te
sterke concentratie in één activum of onderneming vormt een risico voor
beleggers dat mogelijk zeer moeilijk te beheren blijkt. Om dit risico te
beperken, moet een ELTIF voldoen aan diversificatievoorschriften. Voorts wordt
voorgesteld om aan het gebruik van derivaten voor ELTIF-activa grenzen te
stellen en het lenen van geld aan een bepaald maximum te binden. Afstemming van de investeringshorizon op
de terugbetalingshorizon De activa waarin een ELTIF investeert, zijn
per definitie niet liquide. Met andere woorden, zij zijn niet erg gemakkelijk
te kopen en te verkopen. Mogelijk is er geen betrouwbare secundaire markt voor
langetermijnactiva. Dan kost het nog meer moeite om ze te waarderen en te
verkopen. Het niet-liquide karakter van de activa is op zich geen probleem en
het ELTIF-voorstel is bedoeld om een fondsvehikel in het leven te roepen dat
voor dit soort activa geschikt is. De AIFM-richtlijn bevat ook voorschriften
daarvoor. Zo stelt zij wat de waardering betreft de eis dat beheerders passende
waarderingsgedragslijnen en –mechanismen moeten hebben ingevoerd. Vanwege het niet-liquide karakter van de
activa kan het de fondsen moeite kosten om een terugbetalingsverzoek van een
belegger in te willigen voordat een activum of project waarin is geïnvesteerd,
tot volledige wasdom zou moeten zijn gekomen. Als liquide activa moeten worden
aangehouden om aan terugbetalingsverzoeken te kunnen voldoen, krijgt een deel
van het ELTIF-geld niet de bestemming waarvoor het primair is bedoeld, namelijk
investeren in langetermijnactiva. Voorts moeten, als er mogelijkheden bestaan om
de inleg vroegtijdig, dat wil zeggen vóór het einde van de levenscyclus van de
investering van een fonds, terug te trekken, activa worden afgestoten om het
desbetreffende verzoek te kunnen inwilligen. Er bestaat dan gevaar dat deze
activa worden verkocht tegen afbraakprijzen en veel minder opbrengen dan
hetgeen de fondsbeheerder mogelijk acht bij een niet-gedwongen verkoop. Zo'n
verkoop kan bovendien leiden tot een lagere inkomstenstroom voor andere
beleggers die wél in het ELTIF blijven zitten. Daarom zal een ELTIF beleggers
niet de mogelijkheid bieden om hun geld vroegtijdig terug te trekken. Met deze
aanpak worden mogelijke belangenconflicten voorkomen tussen beleggers die
uitstappen en beleggers die blijven zitten. Het ELTIF in combinatie met de AIFM-richtlijn
zal een krachtig beheer- en productkader bieden dat bedoeld is om beleggers het
vertrouwen te geven dat hun beleggingen op een verstandige, competente en
eerlijke wijze worden beheerd. Er moet duidelijk worden aangegeven dat de inleg
tijdens de duur van de geselecteerde investeringen niet mag worden
teruggetrokken, dit om misplaatste verwachtingen omtrent de liquiditeit van het
fonds te voorkomen. Ook zal er dankzij de verruiming van een ELTIF tot
niet-professionele beleggers een zo groot mogelijke kapitaalpool beschikbaar
komen. Voorts kunnen de vruchten van de illiquiditeitspremie
die verbonden is aan een investering in een langetermijnactivum, alleen worden
geplukt als de beheerder van een ELTIF de vrijheid heeft om langere tijd in een
project te participeren zonder constant onder terugbetalingsdruk te staan.
Zoals in de effectbeoordeling is aangegeven, vraagt de illiquiditeitspremie
voor investeringen in langetermijnactiva om aanhoudperioden van tien à twintig
jaar. Een voorbeeld: gemeten over een periode van 14 jaar verslaat het
geannualiseerde vastgoedrendement van 12,71 % de S&P 500-aandelenindex
(10,94 %) en de gemiddelde obligatie-index (7,70 %). Evenzo zijn de
goede prestaties van de durfkapitaalfondsen in de VS met een geannualiseerd
rendement van 16,5 %, tegen 11,2 % voor de S&P 500, alleen
mogelijk bij een investeringshorizon van twintig jaar. Het gunstige rendement van een investering in
langetermijnactiva moet ook worden afgezet tegen de risico's die zij
meebrengen. Evenals bij de traditionele beleggingen in aandelen en obligaties
is de kans natuurlijk aanwezig dat het gehele kapitaal verloren gaat. In
tegenstelling tot op een gereglementeerde markt verhandelde overdraagbare
effecten kennen langetermijnactiva echter een illiquiditeitsrisico.
Anders dan bij aandelen en obligaties, die normaliter gemakkelijk op een
gereglementeerde markt kunnen worden verkocht, bestaan er voor
langetermijnactiva geen liquide secundaire markten. Vaak duurt het maanden of
zelfs jaren voordat dergelijke activa kunnen worden verkocht. Daarom bevat het
ontwerpvoorstel de eis dat de gekozen levenscyclus van een ELTIF lang genoeg
moet zijn voor een zorgvuldige keuze van en een langdurige betrokkenheid bij
een gekozen project, onderneming of reëel activum. Een en ander betekent dat het toekomstige
fondspaspoort gepaard moet gaan met voldoende ruimte voor de beheerder om te
bepalen welke activa hoe lang worden aangehouden. Daarom is in het
ontwerpvoorstel niet vastgelegd hoe lang investeringsactiva precies moeten worden
aangehouden en bevat het evenmin voorschriften voor de levensduur van het ELTIF
zelf. Het nieuwe ELTIF moet dus flexibel zijn in
zijn investeringsbeleid en aanhoudperioden. Het doel is om een kritische
massa van beheerders aan te boren die het vehikel over de grens aanbieden zodat
een kritische massa van activa en beleggers wordt aangetrokken. Daarom moet de
levenscyclus van het fonds aansluiten bij het specifieke profiel van de activa
waarin het investeert. Dit heeft gevolgen voor de terugbetalingsmogelijkheden
die zo'n fonds redelijkerwijs kan bieden. Gezien de ervaring met op de
nationale markten opererende langetermijnfondsen van het open-ended-type kan
een fonds geen terugbetaling aanbieden terwijl het nog in de langetermijnactiva
zit waarop het voorstel mikt. De best mogelijke benadering om ervoor te zorgen
dat de beheerders ruimte hebben om te investeren in activa die een lange adem
vragen, en aldus de economie te financieren, is dat de levenscyclus van het
fonds in overeenstemming moet zijn met die van zijn investeringsactiva. Als de
mogelijkheid wordt geboden om het geld eerder terug te trekken, verwateren de
langetermijnvooruitzichten van het fonds steevast. Daardoor wordt zo'n fonds
voor de meeste pensioenfondsen minder aantrekkelijk. Die willen immers
verzekerd zijn van gestage langetermijninkomsten en zijn er niet op uit om hun
inleg vroegtijdig terug te trekken. Dit betekent echter niet dat beleggers niet
vóór het einde van de levenscyclus van het ELTIF af kunnen van hun belegging.
In de effectbeoordeling van de Commissie wordt geconstateerd dat veel
succesvolle langetermijnfondsen op nationaal niveau zijn gestructureerd als
beursgenoteerde entiteiten. Daardoor kunnen beleggers hun aandelen of rechten
van deelneming in het fonds verhandelen op de secundaire markt. Om een
langetermijnbelegging echt aantrekkelijk te maken voor kleinere beleggers of de
retailsector in brede zin, zullen secundaire markten het hoofdplatform moeten
worden waarop kan worden ingestapt in en uitgestapt uit het langetermijnfonds. Omdat een ELTIF een beleggingsproduct wordt in
de zin van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (de
Mifid)[5],
gelden daarvoor alle verhandelings-, verkoop- en openbaarmakingseisen van die
richtlijn. Het voorgestelde nieuwe ELTIF kan worden
verhandeld aan beleggers in de gehele Europese Unie. Daarom is het van belang
dat zij kunnen rekenen op een beschermingsniveau dat overal hetzelfde is
ongeacht de herkomst van de fondsbeheerder. Omdat een verordening het meest
geschikte instrument is om Uniebreed tot consistente, duidelijke en
rechtstreeks toepasselijke regelgeving te komen, wordt een verordening als
rechtsinstrument voorgesteld. 2. RESULTATEN VAN RAADPLEGINGEN
VAN DE BETROKKEN PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN 2.1. Overleg met betrokken
partijen Vanaf medio 2012 heeft de Europese Commissie
uitgebreid overleg gevoerd met allerlei organisaties. Er hebben bilaterale en
multilaterale bijeenkomsten en een schriftelijke openbare raadpleging over
bepaalde vermogensbeheerkwesties[6],
waaronder langetermijninvesteringen plaatsgevonden. Vervolgens is een
vragenlijst toegezonden aan de betrokken partijen. De diensten van de Commissie
hebben 65 reacties ontvangen over de langetermijninvesteringen. De vragenlijst
heeft 50 reacties opgeleverd. Er is verder bilateraal overleg gevoerd met
fondsbeheerders op de infrastructuur- en de langetermijnmarkten, met
fondsbeheerorganisaties en met vertegenwoordigers uit de sector van
niet-professionele beleggers en institutionele beleggers. 2.2. Effectbeoordeling In overeenstemming met haar beleid inzake
"betere regelgeving" heeft de Commissie een effectbeoordeling
uitgevoerd van de beleidsalternatieven. Deze alternatieven bestonden uit
allerlei beleidsopties, variërend van geen actie ondernemen en de opname van
langetermijnactivaklassen in het bestaande ICBE-kader tot het opzetten van een
fondsvehikel alleen voor professionele beleggers dan wel een fondsvehikel dat
openstaat voor alle beleggers, met en zonder terugtrekkingsmogelijkheden. Al deze opties zijn getoetst aan het algemene
streven om de voor de langetermijnfinanciering in de Europese reële economie
beschikbare kapitaalstromen te vergroten en om de eengemaakte markt coherenter
te maken. Een nieuw financieringsmechanisme moet echter ook zodanig worden
opgezet dat de doelstelling om voor fondsbeheerders schaalvoordelen te creëren
en om de keuzemogelijkheid te vergroten, niet conflicteert met de noodzaak om
alle categorieën beleggers informatie te verschaffen en een passende
bescherming te bieden. Gekozen is voor het opzetten van een
fondsvehikel voor langetermijninvesteringen dat openstaat voor zowel
professionele als niet-professionele beleggers. Vanwege de illiquide
eigenschappen van langetermijnactiva bestaat er geen recht om het geld vóór het
einde van de levenscyclus van het fonds terug te trekken. Het voorgestelde
ELTIF heeft als kenmerk dat een zo breed mogelijk scala aan beleggers in mag
stappen. Aldus komt zoveel mogelijk kapitaal beschikbaar voor dergelijke
investeringen. De ELTIF's zijn onderworpen aan productvoorschriften die voor
voldoende diversificatie moeten zorgen, potentiële belangenconflicten moeten
voorkomen, de kostentransparantie moeten vergroten en het gebruik van derivaten
en een hefboom moeten beperken. Daarmee wordt bescherming geboden aan de
niet-professionele beleggers. Omdat de belegger zijn inleg tijdens de
levensduur van het fonds niet mag terugtrekken, kan des te meer fondskapitaal
worden geïnvesteerd in illiquide activa. Het verbod op het vroegtijdig
terugtrekken van de inleg is tevens een krachtig signaal aan niet-professionele
en professionele beleggers dat zij zich voor een lange termijn binden. Er is rekening gehouden met de opmerkingen die
de Raad voor effectbeoordeling heeft geformuleerd in zijn advies van 31 mei 2013.
Zo is het probleem krachtiger verwoord zodat meer duidelijkheid ontstaat over
de omvang van het probleem. Hetzelfde geldt voor het tijdschema van het
voorstel. De beschrijving van de opties is verbeterd, evenals de analyse van de
doeltreffendheid van de optie waarvoor uiteindelijk is gekozen. Ook wordt in de
effectbeoordeling nu duidelijker uitgelegd waarom het voorstel afwijkt van de
opvattingen die een aantal belanghebbenden tijdens het raadplegingsproces naar
voren heeft gebracht. Met name is de argumentatie rondom de keuze om
terugbetalingsrechten uit te sluiten versterkt, zowel vanuit het perspectief
van de beleggersbescherming als vanuit het perspectief van het verwachte
gebruik van de nieuwe optie door beleggers. Zonder het recht om de inleg in een
fonds op elk moment terug te trekken, zal een aantal niet-professionele
beleggers wellicht afhaken, maar de aan een dergelijk recht verbonden risico's
kunnen het fondsmodel ondermijnen, terwijl de verminderde efficiëntie van de
investeringen in verband met de benodigde extra liquiditeit het effect van de
extra vraag vanuit de hoek van de niet-professionele beleggers juist beperkt. 3. JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET
VOORSTEL 3.1. Rechtsgrondslag en keuze van
de rechtsvorm Artikel 114, lid 1, VWEU dient als rechtsgrondslag
voor een verordening tot vaststelling van uniforme bepalingen ten behoeve van
de werking van de interne markt. Op basis van prudentiële productvoorschriften
worden de grenzen vastgesteld van de risico's die verbonden zijn aan
investeringsfondsen die zich richten op langetermijnactiva. Als zodanig hebben
deze voorschriften geen betrekking op de toegang tot
vermogensbeheerwerkzaamheden, maar op de wijze waarop dergelijke werkzaamheden
worden verricht, dit om de financiële stabiliteit en de bescherming van de
belegger te waarborgen. Zij ondersteunen een juiste werking van de interne
markt. Met het oog op de integriteit van de interne
markt wordt met de voorgestelde wetgevingsmaatregel een regelgevingskader voor
ELTIF's opgezet dat ervoor zorgt dat voor dergelijke fondsen in de gehele EU
consistente regels gelden en dat zij als zodanig herkenbaar zijn voor beleggers
in de gehele EU. De voorgestelde verordening heeft tot doel een robuuste, maar
flexibele reeks regels te creëren die specifiek zijn afgestemd op het
langetermijnkarakter van de investeringen in kwestie. De voorgestelde regels
moeten ook zorgen voor een gelijk speelveld tussen de beheerders van de
verschillende langetermijninvesteringsfondsen. Met dit wetgevingsvoorstel
worden derhalve de bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden voor de desbetreffende
spelers op de markt voor investeringsfondsen geharmoniseerd. Dit is in het
belang van alle beleggers en van een soepele werking van de eengemaakte markt
voor financiële diensten. Een verordening wordt als het meest geschikte
rechtsinstrument beschouwd om uniforme vereisten in te voeren voor onder meer
het scala aan in aanmerking komende activa, voor de samenstelling van de
portefeuille, voor de diversificatie, voor het terugbetalingsbeleid en voor de
verlening van een vergunning aan fondsen die zich willen richten op
langetermijninvesteringen. Deze productvoorschriften moeten ervoor zorgen dat
de ELTIF's efficiënter kunnen werken. Op de toegang tot de werkzaamheden van
ELTIF-beheerders zijn de voorschriften van de AIFM-richtlijn van toepassing. De
werkzaamheden van de beheerders blijven onderworpen aan de AIFM-richtlijn, maar
de langetermijninvesteringsproducten vallen onder de voorgestelde verordening,
naast de regels van de AIFM-richtlijn. 3.2. Subsidiariteit en
evenredigheid Een nationale regelgevingsaanpak blijft per
definitie beperkt tot de lidstaat in kwestie. Als het productprofiel van een
ELTIF alleen op nationaal niveau wordt gereglementeerd, bestaat het gevaar dat
uiteenlopende beleggingsproducten allemaal worden verkocht als een
langetermijninvesteringsfonds. Daardoor raken beleggers in verwarring en wordt
het ontstaan van een Uniebreed gelijk speelveld voor beheerders die aan
professionele en/of niet-professionele beleggers een ELTIF aanbieden, belemmerd.
Aangezien de vermogensbeheersector in wezen
grensoverschrijdend van aard is, heeft de huidige versnippering van de
ELTIF-markt ertoe geleid dat de sector op dit gebied niet efficiënt genoeg
opereert. Het voorgestelde geharmoniseerde en duurzame ELTIF-kader zal fungeren
als een motor voor de langetermijnfinanciering in de Europese economie. Dankzij
het nieuwe kader wordt de financiering van diverse projecten en sectoren
mogelijk en ontstaat een stabiele rendementsbron voor langetermijnbeleggers. Kortom,
er is een pan-Europese ELTIF-markt nodig en de voorgestelde wetgevingsmaatregel
strookt met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5, lid 3, van het
Verdrag betreffende de Europese Unie en van Protocol nr. 2 betreffende de
toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Wat het evenredigheidsbeginsel van artikel 5,
lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie betreft, wordt met het
voorstel een juist evenwicht tot stand gebracht tussen het betrokken publiek
belang en de kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregel. De voorgestelde
regelgeving is bedoeld om een gemeenschappelijk productlabel te creëren
waarvoor veel publieke belangstelling bestaat en dat de grondslag legt voor een
gemeenschappelijke concurrerende en kostenefficiënte ELTIF-markt in de gehele
Unie. De eisen die aan de verschillende betrokken partijen worden gesteld, zijn
nauwkeurig afgestemd. Waar mogelijk, zijn de eisen geformuleerd als
minimumnormen (zoals diversificatielimieten bij de uitgevende instelling) en
zijn de regelgevingseisen op maat gesneden om de bestaande verdienmodellen niet
onnodig te verstoren. Met name heeft de voorgestelde verordening parameters
gecombineerd die voor langetermijninvesteringen en specifieke beleggersgroepen
geschikt zijn. Daarbij is ten volle rekening gehouden met de noodzaak dat de
benaming ELTIF geassocieerd wordt met een veilig en betrouwbaar product. Het
voorstel gaat dus niet verder dan hetgeen voor de totstandbrenging van een
gemeenschappelijk ELTIF-rechtskader nodig is, terwijl het tegelijkertijd een
oplossing biedt voor de regelgevingsproblemen die de betrouwbaarheid van het
label zouden aantasten. 3.3. Nadere uitleg over het
voorstel Het voorstel voor een verordening betreffende
Europese langetermijninvesteringsfondsen (ELTIF's) bestaat uit zeven
hoofdstukken. 3.3.1. Hoofdstuk I – Algemene
bepalingen (artikelen 1 tot en met 6) Hoofdstuk 1 bevat algemene regels, zoals het
onderwerp en het toepassingsgebied van het voorgestelde fondskader, de
definities, de procedure voor de verlening van een vergunning voor een ELTIF
(op fondsniveau), en de interactie van de voorgestelde verordening met
bestaande regels voor de verlening van een vergunning aan beheerders van
alternatieve beleggingsfondsen als opgenomen in Richtlijn 2011/61/EU (de
AIFM-richtlijn). Artikel 1 vermeldt het onderwerp en bakent het
toepassingsgebied van de verordening af. Het maakt duidelijk dat de verordening
alomvattend is en dus geen ruimte biedt voor "gold-plating" op
nationaal niveau. Artikel 2 bevat essentiële definities die noodzakelijk zijn
voor een uniforme toepassing van de voorgestelde verordening. Artikel 3
schrijft voor dat EU-abi's in de Unie alleen als ELTIF mogen worden verhandeld
of beheerd als daaraan overeenkomstig de voorgestelde verordening een
vergunning is verleend. De benaming Europees langetermijninvesteringsfonds
(ELTIF) dient voorbehouden te zijn aan EU-abi's die aan de voorgestelde
verordening voldoen. Dit houdt in dat een beheerder van alternatieve
activaklassen die een op langetermijnactiva gericht fonds wil beheren of
verhandelen zonder gebruik te maken van de voorgestelde benaming, niet
verplicht is de voorgestelde verordening na te leven. Artikel 4 biedt een geharmoniseerde procedure
voor de verlening van een vergunning aan een ELTIF, terwijl artikel 5 de
voorwaarden voor de verlening van een dergelijke vergunning bevat. Artikel 6
beschrijft de interactie tussen de bestaande regels van de AIFM-richtlijn en de
voorgestelde verordening. Met name wordt aangegeven dat de beheerder van het
ELTIF verantwoordelijk is voor de naleving van de verordening. 3.3.2. Hoofdstuk II – Verplichtingen
betreffende het investeringsbeleid van ELTIF's (artikelen 7 tot en met 15) Hoofdstuk II bevat voorschriften voor het
investeringsbeleid dat een ELTIF mag voeren, zoals voorschriften voor de in
aanmerking komende activa, de samenstelling en diversificatie van de
portefeuille, belangenconflicten, concentratie en het lenen van contant geld. Krachtens artikel 7 moet, in voorkomend geval,
elk investeringscompartiment van een ELTIF voor de toepassing van hoofdstuk II
als een afzonderlijk ELTIF worden beschouwd. In artikel 8 worden twee categorieën
financiële activa genoemd waarin een ELTIF mag investeren: langetermijnactiva
en de in artikel 50, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG (de ICBE-richtlijn)
genoemde activa. Een ELTIF mag zich echter niet met het shortsellen van activa
inlaten, geen posities in grondstoffen innemen, geen effectenleen-,
effectenuitleen- en retrocessieovereenkomsten aangaan, en geen financiële derivaten
gebruiken tenzij voor het afdekken van bepaalde risico's. In artikel 9 wordt nader omschreven welke
langetermijnactiva in aanmerking komen. Onder meer gaat het om de verschillende
soorten instrumenten die gebruikt worden voor het verkrijgen van toegang tot
kwalificerende portefeuillemaatschappijen, om beleggingen in rechten van
deelneming of aandelen in andere ELTIF's en om participaties in reële activa
zoals vastgoed, schepen en vliegtuigen. In artikel 10 worden de voorwaarden
genoemd waaraan een onderneming moet voldoen om als kwalificerende
portefeuillemaatschappij te worden aangemerkt. De kwalificerende
portefeuillemaatschappij mag niet aan de beurs genoteerd zijn, moet in de EU
gedomicilieerd zijn en moet de financiering van infrastructuurprojecten,
ondernemingen, vastgoed, schepen of vliegtuigen tot doel hebben. Zij mag geen
instelling voor collectieve belegging zijn. Artikel 11 bevat een algemeen voorschrift voor
de behandeling van belangenconflicten door de ELTIF-beheerder. De beheerder mag
geen persoonlijk belang hebben in een langetermijnactivum waarin het ELTIF
investeert. Artikel 12 bevat nadere voorschriften voor de
samenstelling van een ELTIF-portefeuille. Daarnaast bevat het de
diversificatieregels waaraan elk ELTIF met betrekking tot de in aanmerking
komende investeringsactiva moet voldoen, zoals de maximale risicoblootstelling
van een ELTIF aan één tegenpartij. In artikel 13 zijn bovengrenzen gesteld aan
de belangen die een ELTIF in één uitgevende instelling mag aanhouden
(concentratielimieten). Artikel 14 vermeldt de voorwaarden waaronder het ELTIF
contant geld mag lenen. Artikel 15 bevat bepalingen inzake de toepassing van de
regels voor de samenstelling en diversificatie van de portefeuille. Daarbij is
rekening gehouden met de verschillende fases in het bestaan van een ELTIF. 3.3.3. Hoofdstuk III - Terugbetaling,
verhandeling en uitgifte van ELTIF-aandelen of ‑rechten van deelneming, en
uitkering van inkomsten (artikelen 16-20) Hoofdstuk III heeft betrekking op het
terugbetalingsbeleid van een ELTIF, op de mogelijkheid om aandelen of rechten
van deelneming in een ELTIF op een secundaire markt te verhandelen, op de
uitgifte van nieuwe aandelen of rechten van deelneming, op de vervreemding van
ELTIF-activa en op de uitkering van inkomsten aan de beleggers in een ELTIF. In artikel 16 is bepaald dat een ELTIF zijn
beleggers niet het recht mag verlenen om hun inleg vóór het einde van de
levenscyclus van het ELTIF terug te trekken. De levenscyclus wordt vastgelegd
in het ELTIF-reglement en komt overeen met de levenscyclus van de afzonderlijke
activa van het ELTIF en zijn langetermijninvesteringsdoelstellingen. In artikel 17 is bepaald dat de aandelen en
rechten van deelneming in een ELTIF op een gereglementeerde markt mogen worden
verhandeld en vrij aan derden mogen worden overgedragen. Artikel 18 bevat de
voorwaarden voor de uitgifte van nieuwe aandelen of rechten van deelneming door
het ELTIF, zoals de verplichting om deze aan de bestaande beleggers aan te
bieden als de uitgifteprijs onder de intrinsieke waarde van het ELTIF ligt. In
artikel 19 is aangegeven welke voorschriften een ELTIF moet vaststellen met
betrekking tot de vervreemding van zijn activa. In artikel 20 zijn de
toepasselijke voorschriften voor de uitkering van de inkomsten uit de activa
van het ELTIF vastgelegd. Krachtens dit artikel moet een ELTIF zijn
uitkeringsbeleid in zijn fondsreglement vastleggen. 3.3.4. Hoofdstuk IV –
Transparantievereisten (artikelen 21-22) Hoofdstuk IV bevat transparantievoorschriften
voor de verstrekking van informatie over ELTIF's aan beleggers. Overeenkomstig artikel 21 moeten vóór de
verhandeling van een ELTIF aan niet-professionele beleggers eerst een document
met essentiële informatie en een prospectus worden gepubliceerd. Het prospectus
en elk ander marketingdocument moeten de beleggers informeren over het
bijzondere karakter van een langetermijnbelegging in een ELTIF. Krachtens
artikel 22 moet de ELTIF-beheerder de beleggers nadere informatie verstrekken
over alle kosten die aan het fonds verbonden zijn. 3.3.5. Hoofdstuk V - Verhandeling
(artikelen 23, 24 en 25) Hoofdstuk V bevat de op een beheerder van een
EU-abi van toepassing zijnde voorschriften voor de verhandeling van aandelen of
rechten van deelneming in een ELTIF aan professionele en niet-professionele
beleggers. In artikel 23 is bepaald dat de beheerders van
een ELTIF in elke lidstaat waarin zij hun ELTIF willen verhandelen,
voorzieningen moeten opzetten. In artikel 24 zijn de extra eisen vastgelegd
waaraan de beheerders moeten voldoen bij de verhandeling van een ELTIF aan
niet-professionele beleggers. Artikel 25 bouwt voort op de
kennisgevingsprocedures van de AIFM-richtlijn, die ook moeten gelden voor de
verlening van een vergunning aan de ELTIF-beheerders om aandelen of rechten van
deelneming in hun ELTIF te verhandelen aan beleggers zowel in hun lidstaat van
herkomst als in de mogelijke lidstaten van ontvangst. 3.3.6. Hoofdstuk VI – Toezicht
(artikelen 26 tot en met 29) In hoofdstuk VI zijn de toepasselijke
voorschriften voor het toezicht op ELTIF's neergelegd. Artikel 26 verschaft duidelijkheid over de rol
van de bevoegde autoriteiten van het ELTIF en die van de beheerder van het
ELTIF. Artikel 27 schrijft voor dat de bevoegdheden van de bevoegde
autoriteiten in het kader van de ICBE- en de AIFM-richtlijn ook met betrekking
tot de voorgestelde verordening moeten worden uitgeoefend. Artikel 28 noemt de
bevoegdheden van de ESMA in dit verband, terwijl artikel 29 voorziet in de
samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten. 3.3.7. Hoofdstuk VII —
Slotbepalingen (artikelen 30 en 31) Hoofdstuk VII bevat voorschriften voor een
door de Commissie te verrichten evaluatie van de werking van de voorgenomen
regelgeving en voor de inwerkingtreding van de voorgestelde verordening. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De gevolgen van de ELTIF-verordening voor de
begroting zijn vermeld in het bij het voorstel gevoegde financieel memorandum. 2013/0214 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[7],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Langetermijnfinanciering is
een cruciaal faciliterend instrument om de Europese economie op een pad te
brengen van duurzame, slimme en inclusieve groei en om de economie van morgen
zo op te bouwen dat zij minder gevoelig is voor systeemrisico’s en
veerkrachtiger is. Europese langetermijninvesteringsfondsen (ELTIF's)
verschaffen financiering aan verschillende duurzame infrastructuurprojecten of
niet-beursgenoteerde ondernemingen die aandelenvermogensinstrumenten of
schuldinstrumenten uitgeven waarvoor niet gemakkelijk een koper te vinden is.
Door financiering voor dergelijke projecten te verschaffen, dragen ELTIF's bij
in de financiering van de economieën van de Unie. (2) Aan de vraagkant kunnen
ELTIF's een gestage stroom van inkomsten verschaffen voor pensioenbeheerders,
verzekeringsmaatschappijen en andere entiteiten die met regelmatige en
recurrente verplichtingen geconfronteerd worden. Hoewel ELTIF's minder
liquiditeit verschaffen dan beleggingen in verhandelbare effecten, kunnen zij
een gestage inkomstenstroom verschaffen voor afzonderlijke beleggers die
afhankelijk zijn van de regelmatige kasstroom die een ELTIF kan voortbrengen.
Ook kunnen ELTIF's mettertijd goede kansen op kapitaalwinst bieden voor die
beleggers welke geen gestage inkomstenstroom ontvangen. (3) Financiering voor projecten
betreffende vervoersinfrastructuur, duurzame opwekking of distributie van
energie, sociale infrastructuur (huizen of ziekenhuizen), uitrol van nieuwe
technologieën en systemen die het gebruik van hulpbronnen en energie
verminderen of de verdere groei van kmo's, kan schaars zijn. Zoals de
financiële crisis heeft getoond, kan het aanvullen van de bancaire financiering
met een grotere verscheidenheid van financieringsbronnen die de kapitaalmarkten
beter mobiliseren, helpen bij het aanpakken van financieringstekorten. ELTIF's
kunnen in dit opzicht een cruciale rol spelen. (4) Hoewel afzonderlijke
beleggers geïnteresseerd kunnen zijn om in een ELTIF te beleggen, kan een ELTIF
wegens de illiquiditeit van de meeste investeringen in langetermijnprojecten
geen regelmatige terugbetalingen aan de beleggers erin waarborgen. De
afzonderlijke belegger verbindt zich met een belegging in dergelijke activa uit
de aard voor de volledige termijn van de investering. ELTIF's moeten bijgevolg
zo worden gestructureerd dat zij geen regelmatige terugbetalingen vóór het
einde van de duur van het ELTIF bieden. In een verslag, drie jaar na de
aanneming van deze verordening, zal worden onderzocht of door deze regel de in
termen van ELTIF-verspreiding verwachte resultaten zijn behaald dan wel of door
de invoering, in een beperkt aantal gevallen, van de mogelijkheid dat sommige
afzonderlijke niet-professionele beleggers hun rechten van deelneming of
aandelen vóór het einde van het ELTIF laten terugbetalen, ertoe kan worden
bijgedragen dat ELTIF's meer verspreid zijn onder de afzonderlijke
niet-professionele beleggers. (5) Langetermijnactivaklassen in
de zin van deze verordening moeten niet-beursgenoteerde ondernemingen omvatten
die aandelenvermogensinstrumenten of schuldinstrumenten uitgeven waarvoor niet
gemakkelijk een koper te vinden is. Deze verordening moet ook gelden voor reële
activa die significante voorafgaande kapitaaluitgaven vereisen. (6) Bij het ontbreken van een
verordening waarbij regels betreffende ELTIF's worden vastgesteld, is het
mogelijk dat op nationaal niveau divergerende maatregelen worden genomen die
waarschijnlijk concurrentieverstoringen zullen veroorzaken welke resulteren uit
verschillen in investeringsbeschermende maatregelen. Divergerende vereisten
betreffende portefeuillesamenstelling, -diversificatie en in aanmerking komende
activa, met name het investeren in grondstoffen, creëren belemmeringen voor de
grensoverschrijdende verhandeling van fondsen die zich toespitsen op
niet-beursgenoteerde ondernemingen en reële activa omdat de beleggers niet
gemakkelijk het uiteenlopende beleggingsaanbod kunnen vergelijken. Divergente
nationale vereisten leiden eveneens tot verschillende niveaus van
beleggersbescherming. Voorts leiden verschillende nationale vereisten betreffende
investeringstechnieken, zoals toegelaten leenniveaus, gebruik van afgeleide
financiële instrumenten, regels voor shortsellen of
effectenfinancieringstransacties tot discrepanties in het niveau van
beleggersbescherming. Bovendien belemmeren verschillende vereisten betreffende
terugbetaal- en/of aanhoudperiodes de grensoverschrijdende verkoop van fondsen
die in niet-beursgenoteerde activa investeren. Die divergenties kunnen het
vertrouwen van de beleggers ondermijnen die overwegen in dergelijke fondsen te
beleggen en kunnen de ruimte voor beleggers om effectief tussen diverse
langetermijninvesteringsmogelijkheden te kiezen, verminderen. Artikel 114 van
het Verdrag, zoals dit door de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie
van de Europese Unie wordt geïnterpreteerd, is derhalve de passende
rechtsgrondslag voor deze verordening. (7) Uniforme regels in heel de
Unie zijn noodzakelijk om te waarborgen dat ELTIF's in heel de Unie een
coherent productprofiel vertonen. Om de vlotte werking van de interne markt en
een hoog niveau van beleggersbescherming te waarborgen, is het noodzakelijk
uniforme regels vast te stellen betreffende de werking van ELTIF's, met name
betreffende de samenstelling van de portefeuille van ELTIF's en de
investeringsinstrumenten die zij mogen gebruiken om blootstelling te verkrijgen
aan niet-beursgenoteerde ondernemingen en reële activa. Uniforme regels
betreffende de portefeuille van een ELTIF zijn eveneens vereist om te
waarborgen dat ELTIF's die regelmatige inkomsten beogen te genereren een
gediversifieerde portefeuille van investeringsactiva aanhouden waarmee de
regelmatige kasstroom in stand kan worden gehouden. (8) Het is essentieel te
waarborgen dat de omschrijving van de werking van ELTIF's, met name betreffende
de samenstelling van de portefeuille van ELTIF's en de investeringsinstrumenten
die zij mogen gebruiken, rechtstreeks toepasselijk is op de beheerders van
ELTIF's, en derhalve moeten deze nieuwe regels in de vorm van een verordening
worden aangenomen. Dit waarborgt tevens uniforme voorwaarden voor het gebruik
van de benaming ELTIF door divergerende nationale vereisten te voorkomen.
Beheerders van ELTIF's moeten in heel de Unie dezelfde regels volgen om
eveneens het vertrouwen van de beleggers in ELTIF's te vergroten en duurzame
betrouwbaarheid van de benaming te waarborgen. Tegelijkertijd wordt door het
aannemen van uniforme regels de complexiteit van de regelgevingsvereisten die
voor ELTIF's gelden verminderd. Middels uniforme regels worden de kosten van
beheerders voor de naleving van divergente nationale regels die gelden voor
fondsen die in niet-beursgenoteerde ondernemingen en vergelijkbare
reële-activaklassen investeren eveneens verminderd. Dit geldt inzonderheid voor
beheerder die grensoverschrijdend kapitaal willen aantrekken. Een en ander
draagt eveneens bij aan het opheffen van concurrentieverstoringen. (9) De nieuwe regels betreffende
ELTIF's hangen nauw met Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen
en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de
Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010[8] samen omdat die richtlijn het
rechtskader vormt dat geldt voor het beheer en de verhandeling van alternatieve
beleggingsinstellingen (abi's) in de Unie. Per definitie zijn ELTIF's EU-abi's
die beheerd worden door beheerders van alternatieve beleggingsfondsen
(abi-beheerders) welke een vergunning hebben overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. (10) Terwijl Richtlijn 2011/61/EU
eveneens voorziet in een gefaseerde derdelandenregeling die voor
niet-EU-abi-beheerders en niet-EU-abi's geldt, hebben de nieuwe regels
betreffende ELTIF's een beperkter toepassingsgebied waarbij de Europese
dimensie van het nieuwe langetermijninvesteringsproduct wordt beklemtoond.
Bijgevolg komt alleen een EU-abi als gedefinieerd in Richtlijn 2011/61/EU in
aanmerking om een vergunninghoudend ELTIF te worden en alleen als het beheerd
wordt door een EU-abi-beheerder die een vergunning heeft overeenkomstig
Richtlijn 2011/61/EU. (11) De nieuwe regels die gelden
voor ELTIF's moeten voortbouwen op het bestaande regelgevingskader dat is
ingesteld middels Richtlijn 2011/61/EU en de ter uitvoering ervan aangenomen
handelingen. Bijgevolg moeten de productregels betreffende ELTIF's gelden naast
de in de bestaande uniale wetgeving neergelegde regels. Met name de in
Richtlijn 2011/61/EU neergelegde beheer- en verhandelingsregels moeten voor
ELTIF's gelden. Evenzo moeten de in Richtlijn 2011/61/EU neergelegde regels
betreffende de grensoverschrijdende verlening van diensten en vrijheid van
vestiging bijgevolg voor de grensoverschrijdende activiteiten van ELTIF's
gelden. Deze moeten worden aangevuld met de specifieke verhandelingsregels voor
de grensoverschrijdende verhandeling van ELTIF's aan zowel niet-professionele
als aan professionele beleggers in heel de Unie. (12) Er moeten uniforme regels
gelden voor alle EU-abi's die zich als ELTIF wensen te verhandelen. EU-abi's
die zich niet als ELTIF wensen te verhandelen, moeten niet aan deze regels
gebonden zijn, waarbij zij er eveneens mee instemmen de ermee samengaande
voordelen niet te genieten. Anderzijds zouden instellingen voor collectieve
belegging in effecten (icbe's) en niet-EU-abi's niet in aanmerking komen voor
verhandeling als ELTIF. (13) Om de naleving door ELTIF's
van de geharmoniseerde regels die gelden voor de activiteiten van deze fondsen
te verzekeren, is het noodzakelijk te vereisen dat bevoegde autoriteiten erop
toezien dat ELTIF's een vergunning hebben. De geharmoniseerde vergunnings- en
toezichtsprocedures voor abi-beheerders uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU
moeten bijgevolg worden aangevuld met een speciale vergunningsprocedure voor
ELTIF's. Er moeten procedures worden ingesteld om te verzekeren dat alleen
EU-abi-beheerders die een vergunning hebben overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU
en in staat zijn om een ELTIF te beheren ELTIF's mogen beheren. Alle passende
stappen worden ondernomen om te verzekeren dat het ELTIF in staat is te voldoen
aan de geharmoniseerde regels die voor de activiteiten van deze fondsen gelden. (14) Aangezien EU-abi's een
verschillende rechtsvorm kunnen aannemen die hen niet noodzakelijk met
rechtspersoonlijkheid bekleedt, moeten de bepalingen die vereisen dat ELTIF's
actie ondernemen geacht worden op de beheerder van het ELTIF betrekking te
hebben in gevallen waarin het ELTIF is opgericht als een EU-abi die zelf geen
handelingen kan verrichten omdat zij zelf geen rechtspersoonlijkheid heeft. (15) Om te waarborgen dat ELTIF's
zich op langetermijninvesteringen richten, moeten de regels inzake de
portefeuille van ELTIF's vereisen dat duidelijk de categorieën van activa
worden vastgesteld die voor investering door ELTIF's in aanmerking moeten komen
en de voorwaarden waaronder zij in aanmerking moeten komen. Een ELTIF
investeert ten minste 70% van zijn kapitaal in in aanmerking komende
investeringsactiva. Om de integriteit van ELTIF's te verzekeren, is het
eveneens wenselijk een ELTIF te verbieden bepaalde financiële transacties aan
te gaan die zijn investeringsstrategie en -doelstellingen in gevaar kunnen
brengen door het creëren van bijkomende risico's die verschillen van die welke
mogen worden verwacht van een fonds dat zich op langetermijninvesteringen
richt. Om een duidelijke toespitsing op langetermijninvesteringen te
verzekeren, hetgeen nuttig kan zijn voor niet-professionele beleggers die niet
vertrouwd zijn met minder conventionele investeringsstrategieën, mag het een
ELTIF niet zijn toegestaan om andere redenen dan afdekking van het duration- en
valutarisico van de andere activa in financiële afgeleide instrumenten te
beleggen. Gezien het liquide karakter van grondstoffen en financiële afgeleide
instrumenten die daar indirect blootstelling aan verlenen, vereisen investeringen
in grondstoffen niet dat een belegger zich op lange termijn verbindt waardoor
deze dan ook moeten worden uitgesloten. Dit principe geldt niet voor
investeringen in infrastructuur of ondernemingen in verband met grondstoffen of
waarvan de prestatie indirect verband houdt met de prestatie van grondstoffen,
zoals landbouwbedrijven in het geval van agrarische grondstoffen of
elektriciteitscentrales in het geval van energiegrondstoffen. (16) Langetermijninvestering is een
ruim begrip. In aanmerking komende activa vereisen niet noodzakelijk dat de
ELTIF-beheerder deze op lange termijn aanhoudt, maar zijn over het algemeen
illiquide en vereisen dat men zich gedurende bepaalde tijd vastlegt; voorts
hebben zij een economische profiel met een langetermijnkarakter. In aanmerking
komende investeringsactiva zijn niet-verhandelbare effecten en hebben dus geen
toegang tot de liquiditeit van secundaire markten. Zij vereisen vaak dat men
zich gedurende een bepaalde termijn vastlegt, waardoor hun verhandelbaarheid beperkt
is. De economische cyclus van de door ELTIF's beoogde investering heeft
hoofdzakelijk een langetermijnkarakter wegens de grote kapitaaltoezeggingen en
de tijd die nodig is om opbrengsten te geven. Dergelijke activa zijn dan ook
niet geschikt voor investeringen met terugbetalingsrechten. (17) Het moet een ELTIF zijn
toegestaan in andere dan in aanmerking komende activa te investeren wanneer dit
noodzakelijk is om zijn kasstroom efficiënt te beheren, maar dit enkel
gedurende een periode die in overeenstemming is met de
langetermijninvesteringsstrategie van het ELTIF. (18) In aanmerking komende activa
moeten worden geacht participaties, zoals aandelenvermogens- of
quasiaandelenvermogensinstrumenten, schuldinstrumenten in kwalificerende
portefeuillemaatschappijen en eraan verstrekte leningen te omvatten. Zij moeten
ook participaties in andere fondsen omvatten die zich toespitsen op activa als
investeringen in niet-beursgenoteerde ondernemingen welke
aandelenvermogensinstrumenten of schuldinstrumenten uitgeven waarvoor niet
altijd gemakkelijk een koper te vinden is. Directe bezittingen van reële
activa, tenzij deze gesecuritiseerd zijn, moeten eveneens een klasse van in
aanmerking komende activa vormen. (19) Quasiaandelenvermogensinstrumenten
moeten worden geacht een soort financieringsinstrument te omvatten dat een
combinatie is van aandelen en schulden, waarvan het rendement gekoppeld is aan
de winst of het verlies van de kwalificerende portefeuillemaatschappij en
waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van wanbetaling niet
volledig gewaarborgd is. Dergelijke instrumenten omvatten een waaier van
financieringsinstrumenten, zoals achtergestelde leningen, stille deelnemingen,
participatieleningen, rechten van winstdeelneming, converteerbare obligaties en
obligaties met warrants. (20) Overeenkomstig de bestaande
zakelijke praktijken moet het een ELTIF zijn toegestaan bestaande aandelen van
een kwalificerende portefeuillemaatschappij bij bestaande aandeelhouders van
die maatschappij te kopen. Voorts moeten, om zoveel mogelijk kansen om gelden
aan te trekken te waarborgen, investeringen in andere ELTIF's worden
toegestaan. Om verwatering van de investeringen in kwalificerende
portefeuillemaatschappijen te voorkomen, mag het ELTIF's alleen worden toegestaan
in andere ELTIF's te investeren als die ELTIF's zelf niet meer dan 10% van hun
kapitaal in andere ELTIF's hebben geïnvesteerd. (21) Het gebruik van financiële
ondernemingen kan noodzakelijk zijn om de bijdragen van verschillende
beleggers, daaronder begrepen investeringen met een publiek karakter, in
infrastructuurprojecten te poolen en te organiseren. Het moet ELTIF's derhalve
worden toegestaan middels financiële ondernemingen in in aanmerking komende
investeringsactiva te investeren mits die ondernemingen zich specifiek met de
financiering van langetermijnprojecten bezighouden. (22) Om beleggers de zekerheid te
verschaffen dat ELTIF's rechtstreeks aan de ontwikkeling van
langetermijninvesteringen bijdragen, mag het ELTIF's alleen worden toegestaan
te investeren in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Daarom mogen
kwalificerende ondernemingen niet toegelaten zijn tot de handel op de
gereglementeerde markten. Kwalificerende portefeuillemaatschappijen zijn actief
op het gebied van infrastructuurprojecten, investeringen in
niet-beursgenoteerde ondernemingen die groei nastreven en investeringen in
vastgoed of andere reële activa welke geschikt kunnen zijn voor
langetermijninvesteringsdoeleinden. (23) Gezien de schaal van
infrastructuurprojecten vereisen deze veel kapitaal dat lange tijd geïnvesteerd
moet blijven. Dergelijke infrastructuurprojecten omvatten publieke gebouwen
zoals scholen, ziekenhuizen of gevangenissen, sociale infrastructuur zoals
sociale woningen, vervoersinfrastructuur zoals wegen, massatransitosystemen of
luchthavens, energie-infrastructuur zoals energienetten,
klimaatveranderingsaanpassings- en beperkingsprojecten, elektriciteitscentrales
of pijpleidingen, waterbeheerinfrastructuur zoals watervoorzieningssystemen,
riolerings- of irrigatiesystemen, communicatie-infrastructuur zoals netwerken
en afvalbeheerinfrastrucuur zoals recyclage - of inzamelingssystemen. (24) Niet-beursgenoteerde
ondernemingen kunnen geconfronteerd worden met moeilijkheden om toegang te
verkrijgen tot de kapitaalmarkten en verdere groei en expansie te financieren.
Private financiering middels aandelenvermogensbelangen of leningen zijn
typische manieren om financiering aan te trekken. Omdat dergelijke instrumenten
uit de aard langetermijninvesteringen zijn, vereisen zij geduldig kapitaal dat
ELTIF's kunnen verschaffen. (25) Investeringen in reële activa
vereisen geduldig kapitaal wegens het ontbreken van liquide secundaire markten.
Investeringsfondsen vertegenwoordigen een essentiële bron van financiering voor
activa die grote kapitaaluitgaven vereisen. Voor die activa is kapitaalpooling
vaak noodzakelijk om het gewenste niveau van financiering te bereiken.
Dergelijke investeringen vereisen lange periodes vanwege de over het algemeen
lange economische cyclus die met deze activa samenhangt. Het kost over het
algemeen meerdere jaren om de investering in grote reële activa af te
schrijven. Om de ontwikkeling van dergelijke grote activa te vergemakkelijken,
moeten ELTIF's in staat zijn rechtstreeks te investeren in reële activa met een
waarde van meer dan 10 miljoen EUR. In de praktijk zouden daar activa toe
behoren zoals infrastructuur, vastgoed, schepen, vliegtuigen of rollend
materieel. Om die redenen is het noodzakelijk direct bezittingen van reële
activa en investeringen in kwalificerende portefeuillemaatschappijen op gelijke
wijze te behandelen. (26) Indien de beheerder een belang
bezit in een portefeuillemaatschappij, is er een risico dat de beheerder zijn
belangen op de belangen van de beleggers in het fonds laat voorgaan. Om een
dergelijk belangenconflict te vermijden, mag het ELTIF alleen investeren in
activa die geen verband houden met de beheerder. (27) Om beheerders van ELTIF's
enige speelruimte te laten in het investeren van hun gelden, moet het handelen
in andere activa dan langetermijninvesteringen worden toegestaan tot
maximumdrempel van 30% van hun kapitaal. (28) Om het nemen van risico's door
ELTIF's te beperken, is het essentieel het tegenpartijrisico te verminderen
door de portefeuille van ELTIF's aan duidelijke diversificatievereisten te
onderwerpen. Alle over the counter (otc)-derivaten moeten onderworpen zijn aan
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012
betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters[9]. (29) Om de uitoefening van
significante invloed door een investerend ELTIF op het leidinggevend orgaan van
een ander ELTIF of van een uitgevende instelling te voorkomen, is het
noodzakelijk buitensporige concentratie door een ELTIF in dezelfde investering
te vermijden. (30) Om ELTIF-beheerders in staat
te stellen tijdens de duur van het fonds bijkomend kapitaal aan te trekken,
moet het hen zijn toegestaan contanten te lenen ten bedrage van maximaal 30%
van het kapitaal van het fonds. Deze moeten dienen om bijkomend rendement aan
de beleggers te verschaffen. Om het risico van valutamismatch te elimineren,
mag het ELTIF alleen lenen in de valuta van het activum dat de beheerder naar
verwachting zal verwerven. (31) Wegens het langetermijnkarakter
en het illiquide karakter van de investeringen van een ELTIF, moeten de
beheerders voldoende tijd hebben om de investeringslimieten toe te passen. Voor
de periode die vereist is om deze limieten te implementeren, welke evenwel niet
langer mag zijn dan vijf jaar, moet rekening worden gehouden met de typische en
andere kenmerken van de investeringen. (32) Niettegenstaande het feit dat
ELTIF's geen rechten op terugbetaling vóór het einde van de duur van het ELTIF
verlenen, mag niets eraan in de weg staan dat een ELTIF tracht voor de
betrokken aandelen of rechten van deelneming toelating te verkrijgen tot een
reglementeerde markt als gedefinieerd in artikel 4, lid 14, van Richtlijn 2004/39/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten
voor financiële instrumenten[10],
op een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 15,
van Richtlijn 2004/39/EG of op een georganiseerde handelsfaciliteit als
gedefinieerd in punt (…) van Verordening (…), waardoor beleggers de kans
krijgen hun rechten van deelneming of aandelen vóór het einde van de duur van
het ELTIF te verkopen. Het reglement of de statuten van een ELTIF mogen er
bijgevolg niet aan in de weg staan dat rechten van deelneming of aandelen
worden toegelaten tot of verhandeld op gereglementeerde markten, of dat
beleggers hun aandelen of rechten van deelneming vrij overdragen aan derden
welke die aandelen of rechten van deelneming wensen te kopen. (33) Opdat beleggers hun rechten
van deelneming of aandelen aan het einde van de duur van het fonds effectief
kunnen verkopen, moet de beheerder de portefeuille van activa van het ELTIF op
tijd beginnen te verkopen om te garanderen dat de waarde naar behoren wordt
gerealiseerd. Bij het bepalen van een ordelijk desinvesteringsschema moet de
ELTIF-beheerder rekening houden met het verschillende looptijdprofiel van de
investeringen en de tijd die noodzakelijk is om een koper te vinden voor de
activa waarin het ELTIF heeft geïnvesteerd. Omdat tijdens deze liquidatieperiode
niet aan de investeringslimieten kan worden vastgehouden, moeten deze buiten
toepassing blijven wanneer de liquidatieperiode begint. (34) De activa waarin een ELTIF
heeft geïnvesteerd, kunnen tijdens de duur van het fonds een notering
verkrijgen op een gereglementeerde markt. Indien dit gebeurt, zou het activum
niet langer aan het vereiste van deze verordening voldoen dat het niet
beursgenoteerd mag zijn. Om beheerders in de mogelijkheid te stellen een
dergelijk activum ordelijk te gelde te maken, kan dit activum gedurende
maximaal drie jaar blijven meetellen voor de limiet van 70% in aanmerking
komende investeringsactiva. (35) Gezien de specifieke kenmerken
van ELTIF's alsook de beoogde niet-professionele en professionele beleggers is
het belangrijk dat solide transparantievereisten worden ingevoerd waardoor
toekomstige beleggers met kennis van zaken kunnen oordelen over en volledig op
de hoogte zijn van de betrokken risico's. Naast de transparantievereisten die
vervat zijn in Richtlijn 2011/61/EU moeten ELTIF's een prospectus publiceren
dat alle informatie moet bevatten die door instellingen voor collectieve
belegging van het closed-end-type overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het
Europees Parlement en de Raad[11]
en Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Raad en de Commissie openbaar moet
worden gemaakt[12].
Voor de verhandeling van een ELTIF aan niet-professionele beleggers moet een
essentiële-informatiedocument (KID) overeenkomstig Verordening nr. […] van […]
van het Europees Parlement en de Raad worden gepubliceerd. Voorts moet in alle
verhandelingsdocumenten expliciet de aandacht op het risicoprofiel van het
ELTIF worden gevestigd. (36) Aangezien ELTIF's zich zowel
tot professionele als niet-professionele beleggers in heel de Unie richten, is
het noodzakelijk dat aan de in Richtlijn 2011/61/EU neergelegde
verhandelingsvereisten bepaalde vereisten worden toegevoegd om een passende
mate van beleggersbescherming te verzekeren. Aldus moeten voorzieningen
beschikbaar worden gesteld voor inschrijvingen, betalingen aan houders van
rechten van deelneming of aandelen, terugkopen of terugbetalingen van rechten
van deelneming of aandelen en het beschikbaar stellen van de informatie die het
ELTIF en de beheerders ervan dienen te verstrekken. Om er bovendien voor te zorgen
dat niet-professionele beleggers niet worden benadeeld ten opzichte van ervaren
professionele beleggers moeten bepaalde waarborgen worden ingevoerd wanneer
ELTIF's aan niet-professionele beleggers worden verhandeld. (37) De bevoegde autoriteit van het
ELTIF moet doorlopend nagaan of een ELTIF aan deze verordening kan voldoen.
Aangezien bevoegde autoriteiten reeds over uitgebreide bevoegdheden uit hoofde
van Richtlijn 2011/61/EU beschikken, is het noodzakelijk dat die bevoegdheden
worden uitgebreid zodat zij ten aanzien van de nieuwe gemeenschappelijke regels
betreffende ELTIF's worden uitgeoefend. (38) De ESMA moet ten aanzien van
deze verordening alle uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU verleende
bevoegdheden kunnen uitoefenen. (39) De Europese Autoriteit voor
effecten en markten (ESMA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010
van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van
een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en
markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van
Besluit 2009/77/EG van de Commissie[13]
moet een centrale rol spelen in de toepassing van de regels betreffende ELTIF's
door consistente toepassing van de uniale regels door de bevoegde autoriteiten
te verzekeren. Het is efficiënt en passend om aan de ESMA, als instelling met
hooggespecialiseerde deskundigheid betreffende effecten en effectenmarkten, de
uitwerking toe te vertrouwen van aan de Commissie voor te leggen ontwerpen van
technische reguleringsnormen die geen beleidskeuzen inhouden betreffende de
omstandigheden waarin de duur van een ELTIF voldoende lang is om de
levenscyclus van elk van de afzonderlijke activa van het ELTIF te bestrijken,
de kenmerken van het schema voor de ordelijke vervreemding van ELTIF-activa, de
omschrijvingen, berekeningsmethodologieën en presentatie inzake
kosteninformatie, en de kenmerken van de voorzieningen die door ELTIF's moeten
worden opgezet in elke lidstaat waar zij voornemens zijn rechten van deelneming
of aandelen te verhandelen. (40) De nieuwe uniforme regels
betreffende ELTIF's moeten voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[14] en Verordening (EG) nr. 45/2001
van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens
door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer
van die gegevens[15]. (41) Daar de doelstellingen van
deze verordening, namelijk te zorgen voor uniforme vereisten betreffende de
investeringen en bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden voor ELTIF's in heel de Unie,
waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de noodzaak de veiligheid en
betrouwbaarheid van ELTIF's met de efficiënte werking van de markt voor
langtermijnfinanciering en de kosten voor de diverse belanghebbenden in
evenwicht te brengen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden
verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen ervan beter op het
niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, mag de Unie, overeenkomstig het
in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde
subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde
artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder
dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. (42) De nieuwe uniforme regels
betreffende ELTIF's eerbiedigen de grondrechten en zijn in overeenstemming met
de beginselen die met name bij het Handvest van de grondrechten van de Europese
Unie zijn erkend, en inzonderheid de consumentenbescherming, de vrijheid van
ondernemerschap, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een
onpartijdig gerecht en de bescherming van persoonsgegevens. De nieuwe uniforme
regels betreffende ELTIF's moeten overeenkomstig die rechten en beginselen
worden toegepast, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Hoofdstuk I
Algemene bepalingen Artikel 1
Onderwerp 1. Deze verordening stelt
uniforme regels vast in verband met de vergunning, het investeringsbeleid en de
voorwaarden voor bedrijfsuitoefening betreffende alternatieve
beleggingsinstellingen (abi's) van de EU die in de Unie als Europees
langetermijninvesteringsfonds (ELTIF) worden verhandeld. 2. De lidstaten voegen op het
door deze verordening bestreken gebied geen vereisten toe. Artikel 2
Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt
verstaan onder: (1)
'kapitaal': totaal van de kapitaalinbrengen en
ongestort toegezegd kapitaal, berekend op basis van belegbare bedragen na
aftrek van alle vergoedingen, lasten en kosten die direct of indirect door de beleggers
worden gedragen; (2)
'aandelenvermogen': eigendomsbelang in een
maatschappij dat wordt vertegenwoordigd door aandelen of andere vormen van
deelneming in het kapitaal van de kwalificerende portefeuillemaatschappij die
voor beleggers erin worden uitgegeven; (3)
'quasiaandelenvermogen': elk soort
financieringsinstrument waarvan het rendement gekoppeld is aan de winst of het
verlies van de kwalificerende portefeuillemaatschappij en waarvan de
terugbetaling in geval van wanbetaling niet volledig gewaarborgd is; (4)
'financiële onderneming': een van de volgende
ondernemingen: (a)
een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4,
punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad[16]; (b)
een beleggingsonderneming als gedefinieerd in
artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG; (c)
een verzekeringsonderneming als gedefinieerd in
artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de
Raad[17]; (d)
een financiële holding als gedefinieerd in artikel 4,
punt 19, van Richtlijn 2006/48/EG; (e)
een gemengde holding als gedefinieerd in artikel 4,
punt 20, van Richtlijn 2006/48/EG; (5)
'bevoegde autoriteit van het ELTIF': de bevoegde
autoriteit van de lidstaat van herkomst van de EU-abi als gedefinieerd in
artikel 4, lid 1, onder p), van Richtlijn 2011/61/EU; (6)
'lidstaat van herkomst van het ELTIF': de lidstaat
waar het ELTIF een vergunning heeft. Artikel 3
Vergunning en gebruik van benaming 1. Alleen EU-abi's komen in
aanmerking voor een vergunning als ELTIF. 2. Een ELTIF wordt in de Unie
alleen verhandeld indien het overeenkomstig deze verordening een vergunning
heeft. De vergunning als ELTIF is voor alle lidstaten
geldig. 3. Een instelling voor
collectieve belegging gebruikt de benaming ELTIF of
langetermijninvesteringsfonds met betrekking tot haarzelf of de rechten van
deelneming of aandelen die zij uitgeeft alleen indien zij overeenkomstig deze
verordening een vergunning heeft. 4. De bevoegde autoriteiten van
het ELTIF informeren de ESMA op kwartaalbasis over de ingevolge deze
verordening verleende of ingetrokken vergunningen. De ESMA houdt een centraal publiek register bij
dat elk ELTIF dat op grond van deze verordening een vergunning heeft, de
beheerder ervan en de bevoegde autoriteit van het ELTIF bevat. Het register
wordt in elektronische vorm beschikbaar gesteld. Artikel 4
Aanvraag van een vergunning als ELTIF 1. Een ELTIF vraagt een
vergunning aan bij zijn bevoegde autoriteit. De aanvraag voor vergunning als een ELTIF omvat
het volgende: (a)
het reglement of de statuten van het fonds; (b)
informatie over de identiteit van de beheerder; (c)
informatie over de identiteit van de bewaarder; (d)
een beschrijving van de voor beleggers beschikbaar
te stellen informatie; (e)
alle andere informatie of elk ander document waarom
door de bevoegde autoriteit van het ELTIF verzocht wordt om na te gaan of de
vereisten van deze verordening worden nageleefd. 2. Een EU-beheerder van een
alternatieve beleggingsinstelling (abi-beheerder) die een vergunning heeft op
grond van Richtlijn 2011/61/EU vraagt bij de bevoegde autoriteit van het ELTIF
toestemming voor het beheer van een ELTIF dat overeenkomstig lid 1 een aanvraag
voor een vergunning heeft ingediend. De aanvraag voor het beheren van het ELTIF omvat
het volgende: (a)
de schriftelijke overeenkomst met de bewaarder; (b)
informatie over delegatieregelingen betreffende
portefeuille- en risicobeheer en bestuur met betrekking tot het ELTIF; (c)
informatie over de investeringsstrategieën, het
risicoprofiel en andere kenmerken van abi's die de abi-beheerder mag beheren. De bevoegde autoriteit van het ELTIF mag de
bevoegde autoriteit van de EU-abi-beheerder om verduidelijking en informatie
vragen ten aanzien van de documentatie waarvan sprake in de tweede alinea of
een verklaring ten aanzien van het feit of ELTIF's binnen het toepassingsgebied
vallen van de vergunning van de EU-abi-beheerder om abi's te beheren. De
bevoegde autoriteit van de EU-abi-beheerder verstrekt een antwoord binnen 10
werkdagen vanaf de datum waarop zij het door de bevoegde autoriteit van het
ELTIF ingediende verzoek heeft ontvangen. 3. Het ELTIF en de
EU-abi-beheerder worden binnen twee maanden vanaf de datum van indiening van
een volledige aanvraag ervan in kennis gesteld of de vergunning als ELTIF is
verleend. 4. Alle daaropvolgende
wijzigingen van de documentatie waarvan sprake in de leden 1 en 2 worden
onmiddellijk aan de bevoegde autoriteit van het ELTIF ter kennis gebracht. Artikel 5
Voorwaarden voor verlening van de vergunning 1. Een vergunning aanvragend
ELTIF verkrijgt alleen een vergunning indien de bevoegde autoriteit: (a)
ervan overtuigd is dat het vergunning aanvragend
ELTIF in staat is aan alle vereisten van deze verordening te voldoen; (b)
haar goedkeuring heeft gehecht aan de aanvraag om
het ELTIF te beheren van een EU-abi-beheerder die over een vergunning beschikt
overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, het fondsreglement en de keuze van de
bewaarder. 2. De bevoegde autoriteit van
het ELTIF mag de aanvraag van de EU-abi-beheerder om het ELTIF te beheren
alleen weigeren indien: (a)
de EU-abi-beheerder deze verordening niet naleeft; (b)
de EU-abi-beheerder Richtlijn 2011/61/EU niet
naleeft; (c)
de EU-abi-beheerder niet over een vergunning van
haar bevoegde autoriteit beschikt om abi's te beheren die fondsen omvatten van
het soort waarin deze verordening voorziet; (d)
De EU-abi-beheerder de documentatie waarvan sprake
in artikel 4, lid 2, niet heeft verstrekt. Alvorens een aanvraag te weigeren, raadpleegt de
bevoegde autoriteit van het ELTIF de bevoegde autoriteit van de
EU-abi-beheerder. 3. De bevoegde autoriteit
verleent geen vergunning als ELTIF als ten aanzien van het vergunning
aanvragende ELTIF een wettelijk beletsel bestaat om in zijn lidstaat van
herkomst zijn rechten van deelneming of aandelen te verhandelen. 4. Een vergunning als ELTIF is
niet onderworpen aan de vereiste dat het ELTIF wordt beheerd door een
EU-abi-beheerder die in de lidstaat van herkomst van het ELTIF over een
vergunning beschikt of dat de EU-abi-beheerder in de lidstaat van herkomst van
het ELTIF activiteiten uitoefent of delegeert. Artikel 6
Geldende regels en aansprakelijkheid 1. Een ELTIF leeft te allen
tijde de bepalingen van deze verordening na. 2. Een ELTIF en zijn beheerder
leven te allen tijde de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU na. 3. De beheerder van het ELTIF is
verantwoordelijk voor het verzekeren van de naleving van deze verordening. De
beheerder is aansprakelijk voor elk verlies of elke schade die uit
niet-naleving van deze verordening voortvloeit. Hoofdstuk II
Verplichtingen betreffende het investeringsbeleid van ELTIF's Afdeling 1
Algemene regels en in aanmerking komende activa Artikel 7
Investeringscompartimenten Indien een ELTIF meer dan één
investeringscompartiment omvat, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk elk
compartiment als een afzonderlijk ELTIF beschouwd. Artikel 8
In aanmerking komende investeringen 1. Een ELTIF investeert alleen
in de volgende categorieën van activa en alleen onder de in deze verordening
bepaalde voorwaarden: (a)
in aanmerking komende investeringsactiva; (b)
activa waarvan sprake in artikel 50, lid 1, van
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad[18]. 2. Een ELTIF onderneemt geen van
de volgende activiteiten: (a)
shortsellen van activa; (b)
directe of indirecte blootstelling verkrijgen aan
grondstoffen, daaronder begrepen middels derivaten, certificaten die
grondstoffen vertegenwoordigen, op grondstoffen gebaseerde indexen of elk ander
middel of instrument waarmee het ELTIF blootstelling aan grondstoffen zou
verkrijgen; (c)
aangaan van effectenuitleenovereenkomsten,
effectenleenovereenkomsten en retrocessieovereenkomsten of elke andere
overeenkomst die de activa van het ELTIF zou bezwaren; (d)
gebruiken van financiële afgeleide instrumenten,
behalve indien het onderliggende instrument bestaat uit rente of valuta en
alleen dient voor het afdekken van de duration- en valutarisico's die inherent
zijn aan andere investeringen van het ELTIF. Artikel 9
In aanmerking komende investeringsactiva Een activum waarvan sprake in artikel 8, lid 1,
onder a) komt voor investering door een ELTIF alleen in aanmerking indien het
onder een van de volgende categorieën valt: (a)
aandelen- of quasiaandelenvermogensinstrumenten
die: i) door een kwalificerende
portefeuillemaatschappij zijn uitgegeven en door het ELTIF rechtstreeks bij de
kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn verworven; ii) door een kwalificerende
portefeuillemaatschappij zijn uitgegeven in ruil voor een
aandelenvermogensinstrument dat door het ELTIF eerder rechtstreeks bij de
kwalificerende portefeuillemaatschappij is verworven; iii) door een onderneming waarvan de
kwalificerende portefeuillemaatschappij een meerderheids-dochteronderneming is,
zijn uitgegeven in ruil voor een aandelenvermogensinstrument dat door het ELTIF
overeenkomstig de punten i) of ii) bij de kwalificerende
portefeuillemaatschappij is verworven; (b)
door een kwalificerende portefeuillemaatschappij
uitgegeven schuldinstrumenten; (c)
door het ELTIF aan een kwalificerende
portefeuillemaatschappij verstrekte leningen; (d)
rechten van deelneming of aandelen van een of
meerdere andere ELTIF's, Europese durfkapitaalfondsen (EuVECA's) en Europese
sociaalondernemerschapsfondsen (EuSEF's) mits die ELTIF's, EuVECA's en EuSEF's
zelf niet meer dan 10% van hun kapitaal in ELTIF's hebben belegd; (e)
directe bezittingen van afzonderlijke reële activa
die voorafgaande kapitaaluitgaven van ten minste 10 miljoen EUR of het
equivalent ervan in de betrokken valuta vereisen op het tijdstip waarop de
uitgaven worden gedaan. Artikel 10
Kwalificerende portefeuillemaatschappij 1. Een kwalificerende
portefeuillemaatschappij waarvan sprake in artikel 9, lid 1, is een
portefeuillemaatschappij, met uitzondering van een instelling voor collectieve
belegging, die alle volgende vereisten vervult: (a)
zij is geen financiële onderneming; (b)
zij is niet toegelaten tot de handel: i) op een gereglementeerde markt als
gedefinieerd in artikel 4, lid 14, van Richtlijn 2004/39/EG; ii) op een multilaterale handelsfaciliteit
als gedefinieerd in artikel 4, lid 15, van Richtlijn 2004/39/EG; iii) op georganiseerde handelsfaciliteiten
als gedefinieerd in punt […] van Verordening […]; (c)
zij is opgericht in een lidstaat of in een derde
land mits het derde land: i) geen door de Financiële-actiegroep
(FATF) aangewezen niet-coöperatief rechtsgebied met een hoog risico is; ii) met de lidstaat van herkomst van de
beheerder van het ELTIF en met elke andere lidstaat waar de rechten van
deelneming of de aandelen van het ELTIF zullen worden verhandeld een
overeenkomst heeft gesloten om ervoor te zorgen dat het derde land de normen
van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting op inkomen en op vermogen
en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden geheel
naleeft en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden
verzekert, daaronder begrepen alle multilaterale belastingovereenkomsten. 2. In afwijking van lid 1, onder
a), van dit artikel mag een kwalificerende portefeuillemaatschappij een
financiële onderneming zijn die uitsluitend kwalificerende
portefeuillemaatschappijen financiert waarvan sprake in lid 1 van dit artikel of
in reële activa belegt waarvan sprake in artikel 9. Artikel 11
Belangenconflict Een ELTIF mag in een in aanmerking komend
investeringsactivum waarin de beheerder een direct of indirect belang heeft of
neemt niet op andere wijze investeren dan door het bezitten van rechten van
deelneming of aandelen van het ELTIF dat het beheert . Afdeling 2
Bepalingen betreffende het investeringsbeleid Artikel 12
Samenstelling en diversificatie van de portefeuille 1. Een ELTIF investeert ten
minste 70% van zijn kapitaal in in aanmerking komende investeringsactiva. 2. Een ELTIF investeert niet
meer dan: (a)
10% van zijn kapitaal in activa die door één
kwalificerende portefeuillemaatschappij zijn uitgegeven; (b)
10% van zijn kapitaal in een afzonderlijk reëel
activum; (c)
10% van zijn kapitaal in rechten van deelneming of
aandelen van één ELTIF, EuVECA of EuSEF; (d)
5% van zijn kapitaal in activa waarvan sprake in
artikel 8, lid 1, onder b), indien die activa door één instelling zijn
uitgegeven. 3. De totale waarde van de
rechten van deelneming of aandelen van ELTIF's, EuvECA's en EuSEF's in een
ELTIF-portefeuille mag niet groter zijn dan 20% van de waarde van zijn
kapitaal. 4. De totale risicoblootstelling
aan een tegenpartij van het ELTIF die voortkomt uit over the counter
(otc)-derivatentransacties of omgekeerde retrocessieovereenkomsten mag niet
groter zijn dan 5% van zijn kapitaal. 5. In afwijking van lid 2, onder
a), en lid 2, onder b), mag het ELTIF de daarin genoemde limiet van 10% tot 20%
verhogen, mits de totale waarde van de activa die door het ELTIF worden aangehouden
in kwalificerende portefeuillemaatschappijen en in afzonderlijke reële activa
waarin het meer dan 10% van zijn kapitaal investeert niet groter is dan 40% van
de waarde van zijn kapitaal. 6. Voor de berekening van de
limieten waarvan sprake in de leden 1 tot en met 5 worden ondernemingen die
voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen tot één groep worden
gerekend, als geregeld bij de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad[19] of overeenkomstig erkende
internationale financiële verslagleggingsregels, als één kwalificerende
portefeuilleonderneming of één instelling beschouwd. Artikel 13
Concentratie 1. Een ELTIF mag niet meer dan 25%
van de rechten van deelneming of aandelen van één enkele ELTIF, EuVECA of EuSEF
verwerven. 2. De in artikel 56, lid 2, van
Richtlijn 2009/65/EG neergelegde concentratielimieten gelden voor investeringen
in de activa waarvan sprake in artikel 8, lid 1, onder b), van deze
verordening. Artikel 14
Lenen van contanten Een ELTIF mag contanten lenen mits daarbij
alle volgende voorwaarden worden vervuld: (a)
de contanten vertegenwoordigen niet meer dan 30%
van het kapitaal van het ELTIF; (b)
de contanten dienen voor het verwerven van een
participatie in in aanmerking komende investeringsactiva; (c)
de contanten worden geleend in dezelfde valuta als
die van de met de geleende contanten te verwerven activa; (d)
de realisatie van een in de portefeuille van het
ELTIF aangehouden activum wordt er niet door belemmerd; (e)
de in de portefeuille van het ELTIF aangehouden
activa worden er niet door bezwaard. Artikel 15
Toepassing van de regels inzake samenstelling en diversificatie van de
portefeuille 1. De in artikel 12, lid 1,
neergelegde investeringslimieten: (a)
gelden uiterlijk, maar niet later dan vijf jaar
nadat het ELTIF een vergunning heeft verkregen, op de datum die in het
reglement of de statuten van het ELTIF is bepaald, waarbij voor het bepalen van
die datum rekening wordt gehouden met de typische en andere kenmerken van de
activa waarin door het ELTIF wordt belegd. In uitzonderlijke omstandigheden mag
de bevoegde autoriteit van het ELTIF, onder indiening van een naar behoren
gerechtvaardigd investeringsplan, een verlenging van deze termijn met niet meer
dan één jaar goedkeuren; (b)
blijven buiten toepassing zodra het ELTIF activa
begint te verkopen overeenkomstig zijn terugbetalingsbeleid als vastgesteld in
artikel 16; (c)
worden tijdelijk opgeschort indien het ELTIF
bijkomend kapitaal aantrekt, mits die opschorting niet langer duurt dan 12
maanden. 2. Indien een langetermijnactivum waarin het
ELTIF heeft belegd, wordt uitgegeven door een kwalificerende
portefeuillemaatschappij die niet langer aan artikel 10, lid 1, onder b),
voldoet, mag het langetermijnactivum gedurende maximaal drie jaar vanaf de
datum waarop de portefeuillemaatschappij niet langer aan de vereisten in
artikel 10 voldoet verder worden meegerekend voor de 70% waarvan sprake in
artikel 12, lid 1. Hoofdstuk III
Terugbetaling, verhandeling en uitgifte van aandelen of rechten van deelneming
van het ELTIF en uitkering van inkomsten Artikel 16
Terugbetalingsbeleid 1. Beleggers kunnen niet om
terugbetaling van hun rechten van deelneming of aandelen vragen vóór het einde
van de duur van het ELTIF. Terugbetaling aan de beleggers is mogelijk vanaf de
dag volgend op de voor het einde van de duur van het ELTIF vastgestelde datum. Als datum voor het einde van de duur van het ELTIF
wordt in het reglement of de statuten van het ELTIF duidelijk een specifieke
datum vermeld die aan de beleggers openbaar wordt gemaakt. In het ELTIF-reglement of de ELTIF-statuten en de
informatie die aan beleggers wordt verstrekt, worden de procedures vastgesteld
voor terugbetaling en vervreemding van activa en wordt duidelijk aangegeven dat
de terugbetaling aan beleggers zal aanvangen op de dag volgend op de vastgestelde
einddatum voor de duur van het ELTIF. 2. De duur van het ELTIF is
voldoende lang om de levenscyclus van elk van de afzonderlijke activa van het
ELTIF te bestrijken, gemeten naar het illiquiditeitsprofiel en de economische
levenscyclus van het activum en de aangegeven investeringsdoelstelling van het
ELTIF. 3. Beleggers mogen om de afbouw
van het ELTIF verzoeken als binnen één jaar na het einde van de duur van het
ELTIF niet aan hun terugbetalingsverzoeken is voldaan. 4. Beleggers hebben altijd de
keuze om in contanten te worden terugbetaald. 5. Terugbetaling in natura uit
de activa van het ELTIF is alleen mogelijk indien alle volgende voorwaarden
zijn vervuld: (a)
het reglement of de statuten van het ELTIF voorzien
in die mogelijkheid, onder de voorwaarde dat alle beleggers eerlijk worden
behandeld; (b)
de belegger vraagt schriftelijk te worden
terugbetaald middels een deel van de activa van het fonds; (c)
geen specifieke regels beperken de overdracht van
die activa. 6. De ESMA ontwikkelt ontwerpen
van technische reguleringsnormen die de omstandigheden bepalen waarin de duur
van een ELTIF voldoende lang is om de levenscyclus van elk van de afzonderlijke
activa van het ELTIF te bestrijken. De ESMA dient deze ontwerpen van technische
reguleringsnormen uiterlijk […] bij de Commissie in. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd
om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig
de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te
stellen. Artikel 17
Secundaire markt 1. Het reglement of de statuten
van het ELTIF staan er niet aan in de weg dat rechten van deelneming of
aandelen van een ELTIF worden toegelaten tot de handel op een reglementeerde
markt als gedefinieerd in artikel 4, lid 14, van Richtlijn 2004/39/EG of op een
multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 15, van
Richtlijn 2004/39/EG of op een georganiseerde handelsfaciliteit als
gedefinieerd in punt (…) van Verordening (…). 2. Het reglement of de statuten
van het ELTIF staan er niet aan in de weg dat beleggers hun aandelen of rechten
van deelneming vrij aan derden overdragen. Artikel 18
Uitgifte van nieuwe aandelen of rechten van deelneming 1. Een ELTIF mag nieuwe
uitgiften van aandelen of rechten van deelneming aanbieden overeenkomstig zijn
fondsreglement of statuten. 2. Een ELTIF geeft geen nieuwe
aandelen of rechten van deelneming tegen een prijs onder zijn intrinsieke
waarde uit zonder die aandelen of rechten van deelneming eerst tegen die prijs
aan bestaande beleggers te hebben aangeboden. Artikel 19
Vervreemding van ELTIF-activa 1. Elk ELTIF keurt een
gespecificeerd schema voor de ordelijke vervreemding van zijn activa goed om de
beleggers na het einde van de duur van het ELTIF terug te betalen. 2. Het schema waarvan sprake in
lid 1 omvat: (a)
een beoordeling van de markt voor potentiële
kopers; (b)
een beoordeling en vergelijking van potentiële
verkoopprijzen; (c)
een waardering betreffende de te vervreemden
activa; (d)
een precies tijdschema voor het vervreemdingsplan. 3. De ESMA ontwikkelt ontwerpen
van technische reguleringsnormen tot bepaling van de criteria die moeten worden
gebruikt voor de beoordelingen in punt a) en de waardering in punt c) van lid 2. De ESMA dient deze ontwerpen van technische
ontwerpnormen uiterlijk […] bij de Commissie in. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd
om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig
de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te
stellen. Artikel 20
Uitkering van inkomsten 1. Een ELTIF mag regelmatig aan
de beleggers de inkomsten uit de portefeuilleactiva uitkeren. Deze inkomsten
bestaan uit: (a)
alle inkomsten die de activa regelmatig opleveren; (b)
de kapitaalwinst die na de vervreemding van een
activum is gerealiseerd, maar exclusief de oorspronkelijke
kapitaaltoezeggingen. 2. De inkomsten worden niet
uitgekeerd in de mate die vereist is voor toekomstige toezeggingen van het
ELTIF. 3. Het ELTIF geeft in zijn
fondsreglement of statuten aan welk uitkeringsbeleid het tijdens de duur van
het fonds zal voeren. Hoofdstuk IV
Transparantievereisten Artikel 21
Transparantie 1. De rechten van deelneming of
aandelen van een vergunninghoudend ELTIF worden in de Unie niet verhandeld
zonder voorafgaande publicatie van een prospectus. Rechten van deelneming of aandelen van een
vergunninghoudend ELTIF worden aan niet-professionele beleggers in de Unie niet
verhandeld zonder voorafgaande publicatie van een essentiële-informatiedocument
(KID) overeenkomstig Verordening nr. […] van […] van het Europees Parlement en
de Raad[20]. 2. Het prospectus bevat de
informatie die voor beleggers noodzakelijk is om met kennis van zaken de aan
hen aangeboden belegging en met name de daaraan verbonden risico’s te kunnen
beoordelen. 3. Het prospectus bevat ten
minste het volgende: (a)
een mededeling waarin wordt uiteengezet hoe het
ELTIF gezien zijn doelstellingen en strategie voor het realiseren van die
doelstellingen als een langetermijnfonds kwalificeert; (b)
informatie die door instellingen voor collectieve
belegging van het closed-end-type overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het
Europees Parlement en de Raad[21]
en Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Raad en de Commissie openbaar moet
worden gemaakt[22];
(c)
informatie die ingevolge artikel 23 van Richtlijn 2011/61/EU
aan beleggers openbaar moet worden gemaakt, als daarvoor niet reeds punt b) van
dit lid geldt; (d)
duidelijke vermelding van de categorieën van activa
waarin het ELTIF mag investeren; (e)
alle andere informatie die door de bevoegde
autoriteiten voor de toepassing van lid 2 relevant wordt geacht. 4. In het prospectus, het KID en
alle andere verhandelingsdocumenten worden beleggers duidelijk op de hoogte
gesteld van de illiquide aard van het fonds. Met name wordt in het prospectus, het KID en elk
ander verhandelingsdocument: (a)
de belegger duidelijk geïnformeerd over het
langetermijnkarakter van de investeringen van het ELTIF; (b)
de belegger duidelijk geïnformeerd over het einde
van de duur van het ELTIF; (c)
duidelijk aangegeven of het ELTIF aan
niet-professionele beleggers zal worden verhandeld; (d)
duidelijk aangegeven dat beleggers tot het einde
van de duur van het ELTIF het recht hebben om hun belegging te laten
terugbetalen; (e)
duidelijk de frequentie en het tijdstip van alle
eventuele inkomstenuitkeringen aan de beleggers tijdens de duur van het fonds
vermeld; (f)
de belegger duidelijk aangeraden voor slechts een
klein deel van zijn totale beleggingsportefeuille in een ELTIF te beleggen. Artikel 22
Informatie over de kosten 1. In het prospectus worden de
beleggers duidelijk geïnformeerd over het niveau van de verschillende kosten
die direct of indirect door de belegger worden gedragen. De verschillende
kosten worden volgens de volgende rubrieken ingedeeld: (a)
kosten van de oprichting van het ELTIF; (b)
de kosten in verband met de verwerving van activa; (c)
beheerskosten; (d)
uitkeringskosten; (e)
andere kosten, daaronder begrepen administratieve,
regelgevings-, bewaar- en auditkosten. 2. In het prospectus wordt de
totale verhouding kosten/kapitaal van het ELTIF openbaar gemaakt. 3. In het
essentiële-informatiedocument worden in verband met de weergave van de totale
kosten geldelijk en procentueel alle kosten vermeld die in het prospectus zijn
samengevat. 4. De ESMA stelt ontwerpen van
technische reguleringsnormen op ter bepaling van: (a)
de gemeenschappelijke omschrijvingen,
berekeningsmethodologieën en presentatieformaten inzake de kosten waarvan
sprake in lid 1 en de totale verhouding waarvan sprake in lid 2; (b)
de gemeenschappelijke omschrijving,
berekeningsmethodologie en het gebruikelijke presentatieformaat inzake de
weergave van de totale kosten in lid 3. Bij het ontwikkelen
van deze ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met
de ontwerpen van reguleringsnormen waarvan sprake in punt (…) van Verordening
(…) [PRIPS]. De ESMA dient deze ontwerpen van technische
ontwerpnormen uiterlijk […] bij de Commissie in. Aan de Commissie wordt
de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische
reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening
(EU) nr. 1095/2010 vast te stellen. Hoofdstuk V
Verhandeling van rechten van deelneming of aandelen van ELTIF's Artikel 23
Voor beleggers beschikbare voorzieningen 1. De beheerder van een ELTIF
zet in elke lidstaat waar hij voornemens is rechten van deelneming of aandelen
van dat ELTIF te verhandelen voorzieningen op voor inschrijvingen, betalingen
aan houders van rechten van deelneming of aandelen, terugkopen of
terugbetalingen van rechten van deelneming of aandelen en voor het beschikbaar
stellen van de informatie die het ELTIF en de beheerders ervan dienen te
verstrekken. 2. De ESMA ontwikkelt ontwerpen
van technische reguleringsnormen tot bepaling van de soorten voorzieningen en
kenmerken van de voorzieningen, de technische infrastructuur ervan en van de
inhoud van de taken ervan met betrekking tot ELTIF-beleggers waarvan sprake in
lid 1. De ESMA dient deze ontwerpen van technische
ontwerpnormen uiterlijk […] bij de Commissie in. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd
om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig
de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te
stellen. Artikel 24
Bijkomende vereisten voor verhandeling aan niet-professionele beleggers De beheerder van een ELTIF kan de rechten van
deelneming of aandelen van het ELTIF aan niet-professionele beleggers
verhandelen mits alle volgende bijkomende vereisten worden vervuld: (a)
het reglement of de statuten van het ELTIF bepalen
dat alle beleggers een gelijke behandeling genieten en dat geen voorkeursbehandeling
of specifieke economische voordelen aan afzonderlijke beleggers of groepen van
beleggers worden verleend; (b)
het ELTIF is niet als een personenvennootschap
geregistreerd; (c)
niet-professionele beleggers mogen tijdens de
inschrijvingsperiode en ten minste twee weken na inschrijving op rechten van
deelneming of aandelen van het ELTIF hun inschrijving annuleren en krijgen de
gelden zonder verlies terugbetaald. Artikel 25
Verhandeling van rechten van deelneming of aandelen van ELTIF's 1. De beheerder van een ELTIF
kan in zijn lidstaat van herkomst de rechten van deelneming of aandelen van dat
vergunninghoudend ELTIF aan professionele en niet-professionele beleggers
verhandelen na kennisgeving overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2011/61/EU. 2. De beheerder van een ELTIF
kan in andere lidstaten dan zijn lidstaat van herkomst de rechten van
deelneming of aandelen van dat vergunninghoudend ELTIF aan professionele en
niet-professionele beleggers verhandelen na kennisgeving overeenkomstig artikel
32 van Richtlijn 2011/61/EU. 3. De beheerder van het ELTIF
maakt met betrekking tot elk ELTIF aan zijn bevoegde autoriteit duidelijk of
hij al dan niet voornemens is het aan niet-professionele beleggers te
verhandelen. 4. Naast de ingevolge de
artikelen 31 en 32 van Richtlijn 2011/61/EU vereiste documentatie en informatie
verstrekt de beheerder van het ELTIF aan zijn bevoegde autoriteit al het
volgende: (a)
het prospectus van het ELTIF; (b)
het essentiële-informatiedocument van het ELTIF in
geval van verhandeling aan niet-professionele beleggers; (c)
informatie over de voorzieningen waarvan sprake in
artikel 22. 5. De bevoegdheden van de
bevoegde autoriteiten ingevolge de artikelen 31 en 32 van Richtlijn 2011/61/EU
worden geacht eveneens op de verhandeling van ELTIF's aan niet-professionele
beleggers en de bijkomende vereisten van deze verordening betrekking te hebben.
6. Naast haar bevoegdheden
overeenkomstig artikel 31, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2011/61/EU belet
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de ELTIF-beheerder
eveneens de verhandeling van een vergunninghoudend ELTIF als de ELTIF-beheerder
niet aan deze verordening voldoet of zal voldoen. 7. Naast haar bevoegdheden
overeenkomstig artikel 32, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2011/61/EU weigert
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de ELTIF-beheerder
eveneens een volledig kennisgevingsdossier aan de bevoegde autoriteiten van de
lidstaat waar het ELTIF zal worden verhandeld over te zenden, als de
ELTIF-beheerder niet aan deze verordening voldoet of zal voldoen. Hoofdstuk VI
Toezicht Artikel 26
Toezicht door de bevoegde autoriteiten 1. De bevoegde autoriteiten zien
doorlopend toe op de naleving van deze verordening. 2. De bevoegde autoriteit van
het ELTIF is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regels
die in de hoofdstukken II, III en IV zijn neergelegd. 3. De bevoegde autoriteit van
het ELTIF is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de
verplichtingen die zijn neergelegd in het fondsreglement of in de statuten,
alsook de verplichtingen die vervat zijn in het prospectus, welke in
overeenstemming dienen te zijn met deze verordening. 4. De bevoegde autoriteit van de
beheerder van het ELTIF is verantwoordelijk voor het toezicht op de
toereikendheid van de regelingen en de organisatie van de beheerder, zodat de
beheerder van het ELTIF in staat is te voldoen aan de verplichtingen en regels
met betrekking tot de oprichting en werking van alle ELTIF's die hij beheert. De bevoegde autoriteit van de beheerder is
verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving door de beheerder van het
ELTIF van deze verordening. 5. De bevoegde autoriteiten
houden op de op hun grondgebied gevestigde of verhandelde instellingen voor
collectieve beleggingen toezicht om na te gaan of zij de ELTIF-benaming alleen
gebruiken of alleen suggereren dat zij een ELTIF zijn als zij over een
vergunning beschikken en aan deze verordening voldoen. Artikel 27
Bevoegdheden van bevoegde autoriteiten 1. De bevoegde autoriteiten
beschikken over alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden die
noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun taken ingevolge deze verordening.
2. De overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU
aan de bevoegde autoriteiten verleende bevoegdheden worden eveneens ten aanzien
van deze verordening uitgeoefend. Artikel 28
Bevoegdheden van de ESMA 1. De ESMA beschikt over de
noodzakelijke bevoegdheden om de taken uit te voeren die haar bij deze
verordening worden opgedragen. 2. De overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU
aan de ESMA verleende bevoegdheden worden eveneens ten aanzien van deze
verordening en met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001 uitgeoefend. 3. Voor de toepassing van
Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt deze verordening betrokken in elke andere
wettelijk bindende uniale handeling die taken verleent aan de Autoriteit
waarvan sprake in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1095/2010. Artikel 29
Samenwerking tussen autoriteiten 1. De bevoegde autoriteit van
het ELTIF en de bevoegde autoriteit van de beheerder werken, indien
verschillend, met elkaar samen en wisselen informatie uit voor de uitoefening
van hun taken uit hoofde van deze verordening. 2. De bevoegde autoriteiten en
de ESMA werken voor het uitvoeren van hun respectieve taken krachtens deze
verordening met elkaar samen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010. 3. De bevoegde autoriteiten en
de ESMA wisselen alle informatie en documentatie uit die noodzakelijk zijn voor
het uitvoeren van hun respectieve taken krachtens deze verordening in overeenstemming
met Verordening (EU) nr. 1095/2010, met name om inbreuken op deze verordening
vast te stellen en te verhelpen. Hoofdstuk VII
Slotbepalingen Artikel 30
Toetsing Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van
deze verordening begint de Commissie de toepassing van deze verordening te
toetsen. Daarbij analyseert de Commissie met name: (a)
de impact van de bepaling in artikel 16, lid 1, op
grond waarvan beleggers hun rechten van deelneming of aandelen niet vóór het
einde van de duur van het ELTIF kunnen laten terugbetalen. Daarbij wordt ook,
rekening houdend met de verspreiding van het ELTIF over verschillende
beleggerscategorieën, beoordeeld of het vrijstellen van een beperkt aantal
afzonderlijke niet-professionele beleggers van die regel tot een verhoogde
vraag naar ELTIF's bij niet-professionele beleggers zou leiden; (b)
de impact op de activadiversificatie van de
toepassing van het minimumplafond van 70% in aanmerking komende
investeringsactiva dat is neergelegd in artikel 12, lid 1, met name om te
beoordelen of uitgebreidere maatregelen betreffende liquiditeit noodzakelijk
zouden zijn mocht een beperkt aantal afzonderlijke niet-professionele beleggers
zijn vrijgesteld van het verbod hun rechten van deelneming vóór het einde van
de duur van het ELTIF te laten terugbetalen; (c)
de mate waarin ELTIF's in de Unie worden
verhandeld, daaronder begrepen of onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU
vallende abi's er belang bij kunnen hebben ELTIF's te verhandelen. De resultaten van deze toetsing worden, indien
nodig vergezeld van passende voorstellen voor wijzigingen, aan het Europees
Parlement en de Raad meegedeeld. Artikel 31
Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag volgende op haar bekendmaking in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard
van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering
van het voorstel/initiatief 1.6. Duur
en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers-
en controlesysteem 2.3. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en)
van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten FINANCIEEL
MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Verordening
van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese
langetermijninvesteringsfondsen 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[23]
Interne
Markt – Financiële markten 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief X Het voorstel/initiatief
betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[24]
¨ (Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande
actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar
een nieuwe actie 1.4. Doelstelling(en) 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Verhogen
van de veiligheid en efficiëntie van de financiële markten; versterken van de
interne markt voor financiële diensten. 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Een
bron vormen voor langetermijnfinanciering van de Europese economie; gelijke
concurrentievoorwaarden creëren voor beheerders van
langetermijninvesteringsfondsen de hoeveelheid niet-bancaire geldmiddelen voor
ondernemingen vergroten; zorgen voor bescherming van beleggers en voor
financiële stabiliteit 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen Met
het voorstel wordt beoogd: te komen tot meer grensoverschrijdende verhandeling
van Europese langetermijninvesteringsfondsen (ELTIF’s) voor retailbeleggers en
professionele beleggers in de Unie; te voorzien in een geharmoniseerde
procedure voor vergunning van langetermijninvesteringsfondsen; de toegestane
vormen van investeringsbeleid aan te wijzen die langetermijninvesteringsfondsen
kunnen nastreven; belangenconflicten te voorkomen; gedegen
transparantievereisten en specifieke voorwaarden voor verhandeling vast te
stellen. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. Verslagen
moeten worden opgesteld met betrekking tot: ontwikkelingen
inzake grensoverschrijdende verhandeling van ELTIF’s; de gevolgen van de
voorgestelde verordening inzake bescherming van de belegger; de geboekte vooruitgang
in de richting van niet-vervalste concurrentie; de gevolgen van de voorgestelde
maatregelen op de kapitaalvoorraad die beschikbaar is voor
langetermijninvesteringen (b.v. investeringen in infrastructuurprojecten,
vastgoedprojecten en niet-beursgenoteerde ondernemingen) 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien De
vaststelling van de voorgestelde verordening kan volgende effecten hebben: • Er
wordt een toename van grensoverschrijdende verhandeling van
langetermijninvesteringsfondsen verwacht; • Het
vergunnen van langetermijninvesteringsfondsen door de bevoegde nationale
autoriteiten zou worden geharmoniseerd en de coördinatie tussen nationale
toezichthouders wordt verbeterd; • Verdere
ontwikkeling van langetermijninvesteringen in de Unie; de harmonisering van de
operationele werking van alle betrokken spelers op de markt voor
investeringsfondsen zal de efficiëntie van langetermijninvesteringsfondsen
verzekeren en zal het ontstaan van schaalvoordelen bevorderen; • Institutionele
beleggers zoals verzekeringsondernemingen en pensioenfondsen alsmede
individuele retailbeleggers zullen profiteren van regelmatige opbrengsten van
langetermijninvesteringsfondsen; • Beleggers
krijgen meer keuze en genieten een betere kwaliteit van dienstverlening; • Meer
transparantie zal het vertrouwen van investeerders versterken en zal
waarschijnlijk de concurrentievoorwaarden verbeteren; • De
langetermijnfinanciering van de Europese economie gaat erop vooruit met een
bijzondere aandacht voor infrastructuurprojecten en de financiering van kleine
en middelgrote ondernemingen (kmo's); 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden
voorzien 1)
De versnipperde regelgeving verhindert blootstelling van investeerders aan
risico’s van langlopende activa en belemmert dus de aangroei van
kapitaalvoorraden en de toename van expertise op het gebied van investeringen
die schaalvoordelen voor langetermijninvesteringsfondsen opleveren; 2)
Niet-optreden door de EU zou leiden tot verwarring bij beleggers en zou
verhinderen dat op het niveau van de Unie gelijke concurrentievoorwaarden
ontstaan voor beheerders van langetermijninvesteringsfondsen; 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan De
icbe-richtlijn (instellingen voor collectieve belegging in effecten) heeft als
eerste een degelijk geheel van productregels geïntroduceerd dat door
beleggingsfondsen voor retailbeleggers wordt gebruikt. Icbe’s beheren momenteel
activa ten belope van 6,697 miljard EUR. Hoewel het icbe-initiatief niet
noodzakelijk betekent dat de introductie van ELTIF’s op evenveel belangstelling
van het beleggerspubliek kan rekenen, wijst het er toch op dat dergelijke
EU-wijde initiatieven succes kunnen boeken. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten De
voorgestelde regels bouwen voort op het bestaande regelgevingskader dat is
ingevoerd bij Richtlijn 2011/61/EU (richtlijn inzake beheerders van
alternatieve beleggingsinstellingen, hierna "abi-beheerders) en de
uitvoeringshandelingen daarvan. De geharmoniseerde vergunning- en
toezichtprocedures voor abi-beheerders worden aangevuld met een
vergunningsprocedure voor ELTIF’s. Voorts zijn de productregels betreffende
ELTIF’s van toepassing naast de regels van de bestaande EU-wetgeving, tenzij
deze expliciet buiten toepassing worden gelaten. De regels voor beheer en
verhandeling waarin het bestaande regelgevingskader voorziet, alsmede de regels
inzake grensoverschrijdende verlening van diensten en vrijheid van vestiging,
waarin de richtlijn inzake abi-beheerders voorziet, zullen dienovereenkomstig
van toepassing zijn op ELTIF’s. 1.6. Duur en financiële gevolgen ¨ Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur –
¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met
[DD/MM]JJJJ –
¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ X Voorstel/initiatief met een onbeperkte
geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2015 tot en
met 2020, –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[25] ¨ Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: – ¨ uitvoerende agentschappen –
x door de Unie
opgerichte organen[26]
– ¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met
een openbaredienstverleningstaak – ¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke
acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is
toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van
artikel 49 van het Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
de lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties (geef aan welke) – Verstrek, indien meer dan een
beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen". 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en
de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. Artikel
81 van de Verordening tot oprichting van een Europese Autoriteit voor effecten
en markten (ESMA) bepaalt dat binnen drie jaar na de daadwerkelijke aanvang van
de werkzaamheden van de ESMA de daarmee opgedane ervaring wordt geëvalueerd.
Hiertoe publiceert de Commissie een aan het Europees Parlement en de Raad te
zenden algemeen verslag. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's De
extra instrumenten voor de ESMA waarin het voorliggende voorstel voorziet, zijn
nodig om de autoriteit in staat te stellen haar bevoegdheden uit te oefenen en
met name haar rol te vervullen ten aanzien van het volgende: • zorgen
voor harmonisatie en coördinatie van de regels uit hoofde van de
ELTIF-verordening door het opstellen van regelgevingsnormen; • de
consistente toepassing van nationale reguleringsbevoegdheden versterken en
waarborgen door richtsnoeren te geven en technische uitvoeringsnormen op te
stellen; • de
nodige informatie vergaren en publiceren met betrekking tot deelnemers aan de
markt voor langetermijnfinanciering; Doordat
deze instrumenten ontbraken, kon de ESMA haar rol niet tijdig en efficiënt te
vervullen. 2.2.2. Informatie betreffende het
ingevoerde controlesysteem De
beheers- en controlesystemen waarin de ESMA-verordening voorziet, zijn ook van
toepassing in het kader van de rol die de ESMA uit hoofde van het voorliggende
voorstel zal vervullen. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande
en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. Met
het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige handelingen
is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad
van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor
fraudebestrijding (OLAF) zonder enige beperking van toepassing op de ESMA,
zoals bepaald in artikel 66, lid 1, van de ESMA-verordening. ESMA
treedt toe tot het Inter-institutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het
Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de
Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het
Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en treft onverwijld passende
voorzieningen die op alle werknemers van de Autoriteit van toepassing zijn,
zoals bepaald in artikel 66, lid 2, van de ESMA-verordening. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen In volgorde van de
rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgaven || Bijdrage Nummer […][Rubriek………………………………………...……….] || GK/ NGK ([27]) || van EVA-landen[28] || van kandidaat-lidstaten[29] || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement 1.a || [12.03.04][ESMA] || GK || JA || JA || NEEN || NEEN · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen In volgorde van de rubrieken van het meerjarige
financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgaven || Bijdrage Nummer […][Rubriek………………………………………...……….] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement || || || || || || 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven De enige gevolgen voor de uitgaven betreffen de
aanwerving van 2 bijkomende tijdelijke functionarissen voor onbepaalde tijd. De
nieuwe taken zullen worden verricht met de personele middelen die beschikbaar
zijn binnen de jaarlijkse begrotingsprocedure, in het licht van de budgettaire
beperkingen die van toepassing zijn op alle EU-organen en overeenkomstig de
financiële programmatie voor agentschappen. 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader || 1.a || Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid DG: MARKT || || || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || || || 12.03.04 ESMA || Vastleggingen || (1) || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Betalingen || (2) || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || Betalingen || (2a) || || || || || || || Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[30] || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || TOTAAL kredieten voor DG MARKT || Vastleggingen || =1+1a +3 || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Betalingen || =2+2a +3 || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 TOTAAL kredieten || Vastleggingen || (4) || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Betalingen || (5) || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1,a van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Betalingen || =5+ 6 || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor
meerdere rubrieken TOTAAL kredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || Betalingen || (5) || || || || || || || || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || TOTAAL kredieten volgens RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (Referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || || Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || || Opmerkingen:
slechts 40 % van de totale kosten wordt hierin in aanmerking genomen, de
andere 60 % wordt gefinancierd door de lidstaten. Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven" in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vermeld zoveel jaren als nodig om de duur van de impact te tonen || TOTAAL DG: <…….> || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || TOTAAL DG <….> || Kredieten || || || || || || || || TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || || || || || || || || in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) || || || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL TOTAAL kredieten volgens RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 Betalingen || 0,140 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,130 || 0,788 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig –
þ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Opmerking: Zie hierboven. Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op 3
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vermeld zoveel jaren als nodig om de duur van de impact te tonen || TOTAAL OUTPUTS Soort[31] || Gem. kosten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || NEEN || Kos-ten || Geen totaal || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1…[32] || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || || SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || || || || || 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
þ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig. –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig,
zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoen EUR (tot
op 3 decimalen) || Jaar N[33] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vermeld zoveel jaren als nodig om de duur van de impact te tonen (zie punt 1.6) || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Buiten RUBRIEK 5[34] van het meerjarig financieel kader || || || || || || || || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || TOTAAL || || || || || || || || Voor de kredieten voor
personele middelen zal een beroep worden gedaan op de kredieten van het DG die
reeds voor het beheer van de actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn
heringedeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de
jaarlijkse toewijzingsprocedure — met inachtneming van de budgettaire
beperkingen — aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. 3.2.3.2. Geraamde
personeelsbehoeften –
þ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Opmerking: –
Er zijn geen extra personele en administratieve
middelen binnen DG MARKT vereist als gevolg van het voorstel. 2 bijkomende
tijdelijke functionarissen wordt bij ESMA in dienst genomen voor onbepaalde
duur. Raming in voltijdequivalenten || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vermeld zoveel jaren als nodig om de duur van de impact te tonen (zie punt 1.6) || Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) || || || XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || || || || || || || || XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || Extern personeel (in voltijdequivalenten:[35] || || XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || || || XX 01 02 02 (AC, LA, SNE, INT en END in de delegaties) || || || || || || || || XX 01 04 jj[36] || - in zetel || || || || || || || || - Delegaties || || || || || || || || XX 01 05 02 (AC, END, SNE – onderzoek door derden) || || || || || || || || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || || || || || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || || || TOTAAL || || || || || || || XX is het
beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Extern personeel || 3.2.4. Verenigbaarheid met het
huidige meerjarige financiële kader –
þ Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige
financiële kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[37] Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden. –
þ Het voorstel/initiatief
voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL Lidstaten via nationale toezichthouders EU * || 0.210 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 1.181 TOTAAL medegefinancierde kredieten || 0.210 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 0.194 || 1.181 * De raming is
gebaseerd op het huidige financieringsmechanisme in de ESMA-verordening
(lidstaten 60 % - Gemeenschap 40 %).
3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
þ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de
ontvangsten –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: ¨ voor de eigen middelen ¨ voor de diverse ontvangsten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[38] Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vermeld zoveel jaren als nodig om de duur van de impact te tonen (zie punt 1.6) Artikel ………… || || || || || || || || Voor de diverse
ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken
begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van
berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. Bijlage bij het financieel memorandum voor
het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen (ELTIF’s) Dit voorstel heeft tot doel bij te dragen tot
een vergroting van de kapitaalvoorraad die beschikbaar is voor
langetermijninvesteringen in de reële economie van de Europese Unie. Dit zal
geschieden door de invoering van een nieuwe vorm van beleggingsfonds, het
Europees langetermijninvesteringsfonds of ELTIF. Verwacht wordt dat ELTIF’s
vanwege de activaklassen waarin zij mogen beleggen, in staat zullen zijn
beleggers langlopende, stabiele opbrengsten te bezorgen. Activa die hiervoor in
aanmerking komen, kunnen worden omschreven als “alternatieve beleggingen” – dit
zijn activaklassen die buiten de traditionele definitie van beursgenoteerde aandelen
en obligaties vallen. Terwijl alternatieve beleggingen onder meer bestaan uit
beleggingen in vastgoed, durfkapitaal, private equity, hedgefondsen,
niet-beursgenoteerde ondernemingen, probleemeffecten (distressed securities) en
grondstoffen, zouden ELTIF's zich alleen richten tot alternatieve instrumenten
die in een van de vaste klassen van langlopende activa vallen die alleen met
succes tot ontwikkeling kunnen komen als de belegger er zich langdurig aan
committeert. Het is duidelijk dat een heroriëntatie van de
beleggingsactiviteit noodzakelijk is, weg van beleggingen die alleen maar de
korte termijn op het oog hebben of beleggingen die kortetermijnverbintenissen
vergen. Een manier om dit te bereiken is het wegwerken van belemmeringen voor
langer lopende verbintenissen ten aanzien van activa zoals
infrastructuurprojecten, door het verstrekken van wat vaak “geduldkapitaal”
(patient capital) wordt genoemd. Het is ook mogelijk dat dit soort beleggingen
gedurende een aantal jaren niet kan worden verzilverd. De inleg wordt evenwel
zodanig belegd dat een stabiel en voorspelbaar rendement kan worden geboden.
Infrastructuurprojecten of exploitatieconcessies passen in deze beschrijving.
Kapitaal dat op deze wijze langdurig en "geduldig” wordt belegd, is nuttig
voor de reële economie omdat het bedrijfsleven kan rekenen op een voorspelbare
en gestage financieringsstroom en omdat het voor werkgelegenheid zorgt. Om ervoor te zorgen dat deze belemmeringen
voor een pan-Europese markt voor ELTIF’s daadwerkelijk verdwijnen en dat
beleggers vertrouwen krijgen in deze fondsen, moeten de convergentie in het
toezicht en de proportionele controle een zo hoog mogelijk niveau bereiken. De
rol van de ESMA zal derhalve van groot belang zijn, zowel om gedetailleerde
normen met het oog op convergentie en eenvormigheid op de markt te ontwikkelen
als om het lopende markttoezicht te ondersteunen. De kosten die betrekking hebben op de door de
ESMA te verrichten taken, zijn geraamd voor personeelsuitgaven (titel 1) in
overeenstemming met de kostenclassificatie in de ontwerpbegroting van de ESMA.
Het voorstel van de Commissie voorziet in regelingen volgens welke de ESMA vier
technische reguleringsnormen moet ontwikkelen. Daarnaast zal de ESMA een
centraal register moeten bijhouden over alle ELTIF’s die over een vergunning
beschikken. De ESMA zal ook de kans krijgen richtsnoeren te ontwikkelen over
gebieden die door deze verordening worden bestreken. De ESMA zal verder een rol
moeten spelen om te komen tot een vlotte samenwerking en coördinatie in het
toezicht dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zullen uitoefenen op
ELTIF’s. Er is van uitgegaan dat de verordening eind
2015 in werking zal treden en dat de bijkomende ESMA-middelen bijgevolg vanaf
2015 vereist zullen zijn. De ramingen van het bijkomende personeel hebben
betrekking op de technische normen, de adviesverstrekking en het register
waarvoor de ESMA moet zorgen, alsmede op de andere met de functie van de ESMA
samenhangende vaste taken ter verbetering van de samenwerking met de bevoegde
autoriteiten en ter versterking van de convergentie in de toezichtpraktijken.
Wat de kern van de functies betreft, vereist de geslaagde en tijdige levering
van nieuwe technische normen met name extra beleids- en juridische medewerkers
en medewerkers voor de effectbeoordelingen. De uitgangspunten bij de beoordeling van de
impact op het aantal vereiste fte’s voor de ontwikkeling van de technische
normen, richtsnoeren en rapporten waren als volgt: ·
één beleidsmedewerker kan jaarlijks gemiddeld 1,5
technische standaard opstellen. Deze taken vereisen voorbereidende
werkzaamheden zoals: ·
bilateraal en multilateraal overleg met
belanghebbenden ·
analyse en evaluatie van opties en redactie van
raadplegingsdocumenten ·
openbare raadpleging van de betrokken partijen ·
oprichting en beheer van permanente groepen van
deskundigen met toezichthouders van de lidstaten ·
oprichting en beheer van een adhocgroepen van
deskundigen met marktdeelnemers en vertegenwoordigers van beleggers ·
analyse van de reacties op de raadpleging ·
opmaken van kosten-/batenanalyse ·
redactie van de wettekst. Er dient een centraal register te worden
ontwikkeld (omschrijving van IT-project, aanbesteding met beoordeling van
inschrijvingen, beheer van project). Dit register moet dan voortdurend worden onderhouden
om het accuraat en up-to-date te houden. Daarnaast moet permanent ander werk worden
verricht, waaronder coördinatie van de activiteiten van toezichthouders van de
lidstaten, onderzoek van toezichtpraktijken en bevordering van convergentie op
dit gebied, geschillenbeslechting en bemiddeling, marktmonitoring en onderzoek
naar trends op de Europese markt van langetermijninvesteringen alsook naar
nieuwe risico’s voor beleggers of belemmeringen voor de vlotte werking van de
interne markt van dergelijke fondsen. Dit betekent dat vanaf 2015 2 bijkomende fte's
nodig zijn. Voorts werd aangenomen dat deze toename van fte’s van 2016 tot 2020
gehandhaafd zal blijven aangezien de normen waarschijnlijk pas in 2016-2017
afgewerkt zullen zijn en de uitvoering ervan noodzakelijk zal zijn tot 2020,
terwijl de lopende werkzaamheden, zoals hierboven vermeld, voor de ESMA zullen
toenemen ten gevolge van de uitvoering. Andere aannamen: ·
Op basis van de verdeling van fte’s vanaf 2015
wordt ervan uitgegaan dat de 2 extra fte’s tijdelijke functionarissen zullen
zijn. ·
De gemiddelde jaarlijkse loonkosten voor de
verschillende personeelscategorieën zijn gebaseerd op richtsnoeren van DG BUDG; ·
de loonwegingscoëfficiënt voor Parijs bedraagt
1,16; ·
de kosten voor dienstreizen worden geraamd op
10.000 EUR per jaar ·
de kosten voor het aanwerven van medewerkers (reis-
en verblijfkosten, medische onderzoeken, installatie- en andere vergoedingen,
verhuiskosten enz.) zijn geraamd op 12.700 EUR ·
De berekeningsmethode voor de toename van de
vereiste begroting voor de komende 6 jaar wordt in onderstaande tabel nader
toegelicht. Bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat 40 % van de kosten
uit de communautaire begrotingsmiddelen wordt gefinancierd. Soorten kosten || Berekeningen || Bedrag (in duizenden) 2015 || 2016 || … || 2020 Titel 1: Personeelsuitgaven 11 Salarissen en toelagen waarvan tijdelijke functionarissen - waarvan gedetacheerde nationale deskundigen waarvan arbeidscontractanten 12 Uitgaven in verband met aanwerving 13 Uitgaven voor dienstreizen Totaal titel 1: Personeelsuitgaven Waarvan bijdrage van de Gemeenschap (40 %) Waarvan bijdrage van de lidstaten (60 %) || =2*131*1,16 =2*12.7 =2*10 || 304 25 20 349 140 210 || 304 20 324 130 194 || 304 20 324 130 194 || 304 20 324 130 194 In de onderstaande tabel is aangegeven hoe de twee posten
voor tijdelijk functionaris in de personeelsformatie zouden worden opgenomen: Functiegroep en rang || Posten AD16 || AD15 || AD14 || AD13 || AD12 || AD11 || AD10 || AD9 || AD8 || AD7 || 1 AD6 || 1 AD5 || || Totaal AD || 2 [1] Zie
http://ec.europa.eu/internal_market/smact/docs/single-market-act2_en.pdf [2] Zie
http://ec.euopea.eu/internal_market/finances/financing-growth/long-term/index_en.htm [3] EFAMA Investment Fund Industry Factsheet, maart 2013. [4] Richtlijn 2011/61/EU. [5] Richtlijn 2004/39/EG. [6] Zie
http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2012/ucits/ucits_consultation_en.pdf [7] PB C […] van […], blz. […]. [8] PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1. [9] PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1. [10] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. [11] PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64 [12] PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1. [13] PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84. [14] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31-50. [15] PB L 8
van 12.1.2001, blz. 1-22. [16] PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1. [17] PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1. [18] PB L 302
van 17.11.2009, blz. 32. [19] PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. [20] Referentie PB. [21] PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64. [22] PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1. [23] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based
Budgeting. [24] In de zin van artikel 54, lid 2, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [25] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar
het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.htmll [26] In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. [27] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [28] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [29] Kandidaatlanden en, waar van toepassing, potentiële
kandidaatlanden van de westelijke Balkan. [30] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [31] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [32] Zoals beschreven in punt 1.4.2 "Specifieke
doelstelling(en) …". [33] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [34] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [35] AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT=
Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige
in delegaties). AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); JED= Junior Experts
in Delegations). [36] Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten
(vroegere "BA"-onderdelen). [37] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel
Akkoord.(voor de periode 2007-2013). [38] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en
suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25%
aan inningskosten.