This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0455
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS European Agenda for the Integration of Third-Country Nationals
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Europese agenda voor de integratie van onderdanen van derde landen
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Europese agenda voor de integratie van onderdanen van derde landen
/* COM/2011/0455 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Europese agenda voor de integratie van onderdanen van derde landen /* COM/2011/0455 definitief */
INHOUDSOPGAVE 1........... INTEGRATIE ALS MIDDEL OM
POTENTIEEL VAN MIGRATIE TE BENUTTEN 2 2........... INTEGRATIEBEHEER IS EEN GEDEELDE
VERANTWOORDELIJKHEID.. 4 A........... INTEGRATIE DOOR DEELNAME............................................................................. 4 B........... MEER MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU....................................................... 9 C........... BETROKKENHEID VAN DE LANDEN VAN
HERKOMST................................... 11 3........... DE TOEKOMST....................................................................................................... 12
1.
INTEGRATIE ALS MIDDEL OM POTENTIEEL VAN MIGRATIE TE BENUTTEN
De laatste decennia is de migratie in de
meeste EU-lidstaten toegenomen. Migranten uit derde landen maken ongeveer 4%
van de totale EU-bevolking uit[1]. De
samenstelling van de bevolking van de EU is dus aan verandering onderhevig en
de diversiteit van de Europese samenlevingen groeit. Dit vergt een nieuw beleid
op het gebied van sociale cohesie, dat ingaat op de zorgen van de burger. Europa is sterk onderhevig aan demografische
veranderingen, zoals de vergrijzing, de stijging van de levensverwachting en de
afname van de beroepsbevolking[2]. Op
deze ontwikkelingen kan worden ingespeeld door het gebruik van de
beroepsbevolking en vaardigheden die in de EU beschikbaar zijn te optimaliseren
en de economische productiviteit van de EU op te voeren, maar ook door te
profiteren van legale migratie. De demografische tendensen variëren per regio
en vragen om oplossingen op maat. Wil Europa de voordelen van migratie ten
volle te benutten, dan moet het zorgen voor een doeltreffender integratie van
migranten in zijn diverse en multiculturele samenlevingen. In de Europa 2020-strategie[3] en het programma van Stockholm[4] wordt volledig erkend dat migratie veel
potentieel biedt voor de opbouw van een concurrerende en duurzame economie. Op
grond van de eerbiediging en de bevordering van de mensenrechten wordt daarom
de werkelijke integratie van legale migranten als een duidelijke politieke
doelstelling vastgelegd[5]. De lidstaten hebben bevestigd dat zij zich
zullen inspannen om de kerngedachte dat integratie een aanjager is van
economische ontwikkeling en sociale samenhang, verder te ontwikkelen, teneinde
de bijdrage van migranten aan economische groei en culturele rijkdom te
versterken[6]. Er
is al een kader voor samenwerking op het gebied van integratie, namelijk de
gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van
immigranten in de Europese Unie, waarover de Raad in 2004 overeenstemming
bereikte[7].
Daarin wordt integratie omschreven als een dynamisch tweerichtingsproces van
wederzijdse aanpassing door de migranten en door de samenleving van het
gastland. Alle EU-maatregelen die de Commissie in 2005 in de
gemeenschappelijke agenda voor migratie had voorgesteld, zijn getroffen[8]. De sociale, economische en politieke
context is echter veranderd en niet alle integratiemaatregelen slaagden even
goed in het verwezenlijken van de doelstellingen. Integratiebeleid heeft alleen
kans van slagen als migranten zelf deel willen uitmaken van de gastsamenleving. Dankzij de invoering van een nieuwe bepaling
in het Verdrag waardoor de EU de bevordering van de integratie van onderdanen
van derde landen[9] die
legaal in de lidstaten verblijven, kan ondersteunen, is er nu een duidelijke
grondslag voor een gecoördineerd optreden (artikel 79, lid 4, VWEU),
met uitsluiting van harmonisatie. Dit optreden moet aansluiten bij de
veranderde demografische, sociale, economische en politieke omstandigheden. Blijkens de cijfers[10] zijn de meest prangende problemen: · de lage arbeidsparticipatie van migranten, vooral voor
migrantenvrouwen, · de groeiende werkloosheid en het grote aantal migranten met een te hoge
opleiding, · het toenemende risico van sociale uitsluiting, · de slechte onderwijsprestaties, · de bezorgdheid bij de bevolking over de gebrekkige integratie van
migranten. De hernieuwde Europese agenda voor de
integratie van onderdanen van derde landen is een bijdrage aan het debat dat
ertoe moet leiden dat integratie beter wordt begrepen en ondersteund. Er zijn
uiteenlopende benaderingen nodig, naargelang van de specifieke
integratieproblemen die verschillende soorten migranten (hoog- of laagopgeleid)
en begunstigden van internationale bescherming ondervinden. Europa, dat gebouwd
is op de wederzijdse eerbied voor verschillende culturen en tradities, moet
zich positief opstellen ten opzichte van diversiteit en stevige waarborgen
bieden voor de grondrechten en gelijke behandeling. Ook moeten er specifieke
maatregelen worden genomen ten behoeve van kwetsbare groepen migranten. In deze mededeling worden op basis van
ervaringen in de hele EU de Europese problemen op het gebied van integratie
beschreven. Er worden aanbevelingen en maatregelen voorgesteld om die problemen
aan te pakken. Samen met het begeleidende werkdocument van de diensten van de
Commissie geeft deze mededeling een overzicht van de EU-initiatieven om de
integratie van onderdanen van derde landen te ondersteunen. De EU kan de
inspanningen van de lidstaten met behulp van verschillende instrumenten
aansturen en leiden. De Europese agenda voor integratie kan echter niet alleen
door middel van Europese instrumenten worden uitgevoerd. Integratie is een
dynamisch langetermijnproces waarvoor diverse actoren op verschillende
beleidsterreinen en op verschillende niveaus inspanningen moeten leveren. Daarom hebben de aanbevelingen in deze mededeling
betrekking op alle partijen die een rol spelen bij het integratieproces.
2.
INTEGRATIEBEHEER IS EEN GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID
Integratiebeleid moet de economische, sociale,
culturele en politieke participatie van migranten bevorderen teneinde het
potentieel van migratie te benutten. In elke nationale en plaatselijke context
moeten doeltreffende oplossingen voor de integratieproblemen worden gevonden,
maar omdat dezelfde problemen zich in veel lidstaten voordoen, zou het zinvol
kunnen zijn om ervaringen te delen. Hoewel de EU niet bevoegd is om
integratiestrategieën vast te stellen, kan zij een kader bieden voor toezicht,
benchmarking en uitwisseling van goede praktijken, en stimulansen creëren met
Europese financiële instrumenten. Het begeleidend werkdocument van de diensten
van de Commissie bevat voorbeelden van goede praktijken en kennisuitwisseling. Integratie hangt nauw samen met wetgeving en
beleid die op EU-niveau worden vastgesteld en gecoördineerd[11]. De totstandbrenging van een rechtskader
voor gelijke behandeling en de toekenning van rechten aan alle migranten maken
deel uit van de EU-maatregelen ter ondersteuning van migratie. Er moet op alle
relevante gebieden ten volle rekening worden gehouden met de
integratieprioriteiten, opdat de integratieproblemen en andere
beleidsprioriteiten op samenhangende wijze worden aangepakt. Integratie is een proces dat continu
evolueert, op de voet moet worden gevolgd en waarvoor voortdurend inspanningen,
innovatieve benaderingen en gedurfde ideeën zijn vereist. De oplossingen liggen
niet voor het oprapen, maar als de integratie van migranten in de EU succesvol
verloopt, brengt dit de Unie een stuk dichter bij de doelstelling die zij heeft
vastgesteld in de Europa 2020-strategie om tegen 2020 een arbeidsparticipatie
van ten minste 75% te bereiken, vroegtijdige schoolverlating terug te dringen
tot minder dan 10%, het percentage van de bevolking met een einddiploma hoger
onderwijs te verhogen en ervoor te zorgen dat 20 miljoen mensen kunnen
ontsnappen aan armoede of sociale uitsluiting[12]. De voorgestelde maatregelen spitsen zich met
name toe op de volgende prioritaire gebieden: A. Integratie door deelname B. Meer maatregelen op plaatselijk niveau C. Betrokkenheid van de landen van herkomst A. INTEGRATIE DOOR DEELNAME Het integratiebeleid moet echt van onderop
worden ontwikkeld, dicht bij het plaatselijke niveau. Daartoe is steun nodig
voor taalcursussen, inburgeringscursussen, toegang tot werk, onderwijs en
beroepsopleiding en discriminatiebestrijding en andere maatregelen die erop
gericht zijn migranten nauwer bij de samenleving te betrekken. Wil integratie succesvol verlopen, dan moet
het gastland migranten goed ontvangen, hun rechten en hun cultuur eerbiedigen
en hen op hun plichten wijzen. De migranten moeten van hun kant laten zien dat
zij bereid zijn te integreren en de regels en waarden te eerbiedigen van de
samenleving waarin zij leven. 1. De
sociaaleconomische bijdrage van migranten 1.1. De
taal leren Er bestaat ruime consensus over het feit dat
het leren van de taal van cruciaal belang is voor integratie. Kennis van de
taal vergroot de kansen op de arbeidsmarkt en de onafhankelijkheid en bevordert
de arbeidsparticipatie van migrantenvrouwen. Taalcursussen en inburgeringsprogramma's
moeten betaalbaar zijn en op verschillende plaatsen worden aangeboden. Het is
belangrijk dat er taalcursussen op verschillende niveaus worden aangeboden, die
aansluiten bij de voorkennis en het leervermogen van de deelnemers. Bij het
beoordelen van de talenkennis kan gebruik worden gemaakt van het Common
European Framework of Reference for Languages (CEFR), dat door de Raad van
Europa is ontwikkeld als een basis voor de wederzijdse erkenning van taaldiploma's[13]. 1.2. Arbeidsparticipatie In veel lidstaten is er een groot verschil
tussen de arbeidsparticipatie van onderdanen van derde landen en van die van
EU-onderdanen. In 2010 was de arbeidsparticipatie van de onderdanen van
derde landen tussen 20 en 64 jaar in de hele EU tien procentpunten
lager dan die van de totale bevolking in dezelfde leeftijdscategorie[14]. Vooral de arbeidsparticipatie van
vrouwelijke migranten is beduidend lager dan de gemiddelde arbeidsparticipatie
en de arbeidsparticipatie van mannelijke migranten[15]. Aangezien arbeidsparticipatie een van de
beste en meest concrete manieren is om in een samenleving te integreren, moeten
zowel voor de arbeidsmigranten als voor de migranten die naar de EU komen in
het kader van gezinshereniging of als begunstigden van internationale
bescherming inspanningen worden geleverd om dit verschil weg te werken. In
alle lidstaten die hierover gegevens bijhouden, blijken onderdanen van derde
landen, en vooral vrouwen[16],
werk te verrichten waarvoor dat onder hun opleidingsniveau ligt. Werkloze
migranten of migranten die werk verrichten dat onder hun opleidingsniveau ligt,
zijn een onderbenutte bron en een verspilling van menselijk kapitaal. Bovendien
kunnen migranten deze situatie als vernederend ervaren. Er moeten diensten worden ontwikkeld voor de
erkenning van diploma's en vaardigheden uit het land van herkomst, waardoor het
voor migranten gemakkelijker wordt om werk te vinden dat aansluit bij hun
vaardigheden. Een eerste stap
zou erin kunnen bestaan de instrumenten te verbeteren voor het in kaart brengen
van het genoten onderwijs, eerdere werkervaring, de vergelijkbaarheid van
diploma's en titels en de extra opleiding die eventueel nodig is. Ten tweede is het ook belangrijk dat de
informatie over beschikbare banen transparant is en dat de publieke
arbeidsvoorzieningsorganisatie ondersteuning biedt. Op het vlak van diversiteit
en de bestrijding van discriminatie spelen de werkgevers en de sociale partners
een cruciale rol. Ook de belangrijke rol van migranten als ondernemers moet
worden versterkt, evenals hun creativiteit en innovatievermogen[17]. De overheid moet daartoe informatie
verstrekken het oprichten van een onderneming. Ten derde moeten inburgeringscursussen worden
georganiseerd om pas aangekomen migranten te ondersteunen bij het vinden van
een baan en het kennismaken met andere belangrijke aspecten van het leven in de
gastsamenleving. De inburgeringsmaatregelen
kunnen worden opgenomen in een contract met rechten en plichten voor beide
partijen, om te zorgen voor grotere betrokkenheid. 1.3. Inspanningen
op het gebied van onderwijs In de meeste EU-landen neemt het aandeel
studenten met een migrantenachtergrond toe[18].
De schoolsystemen moeten zich aanpassen aan de toenemende diversiteit van hun
studentenpopulatie om voor iedereen kwalitatief hoogwaardig onderwijs te
garanderen en het potentieel van die diversiteit te benutten. Maatregelen
moeten erop gericht zijn om al op jonge leeftijd, nog voordat kinderen naar
school gaan, met de taalverwerving te beginnen. Het gemiddelde onderwijsniveau van onderdanen
van derde landen ligt onder dat van EU-onderdanen[19]. Jongeren met een migrantenachtergrond
lopen een groter risico het onderwijs- en opleidingssysteem te verlaten zonder
een diploma hoger secundair onderwijs. Er moeten extra inspanningen worden
geleverd om te voorkomen dat migrantenjongeren de school vroegtijdig verlaten[20]. Leraren en andere personeelsleden moeten een
opleiding krijgen om met diversiteit om te gaan. De aanwerving van migranten
als leraar of in de kinderopvang kan ook nuttig zijn om leren aan te moedigen
in klassen met veel migranten en om de nationale onderwijssystemen verder open
te stellen voor andere Europese en niet-Europese culturen. Taalcursussen voor
de ouders waarbij zij ook informatie krijgen over begeleiding en mentoring in
verband met de opleiding van hun kinderen zijn voorbeelden van nuttige
maatregelen. Scholen in achterstandsbuurten met een hoge concentratie
migrantenjongeren zouden speciale programma's, mentoraten en opleidingsmogelijkheden
kunnen ontwikkelen met het oog op concurrentievoordelen. 1.4. Zorgen
voor betere levensomstandigheden Met maatregelen voor de sociale insluiting van
migranten moet worden getracht mogelijke belemmeringen voor de toegang tot
sociale en gezondheidsdiensten weg te nemen en armoede en uitsluiting van de
meest kwetsbaren te bestrijden[21].
De integratie van begunstigden van internationale bescherming vergt bijzondere
aandacht. Zij hebben vaak traumatische ervaringen opgedaan, die specifieke
sociale en psychologische zorg vereisen. Het beleid moet er dan ook op gericht
zijn begunstigden van internationale bescherming zo min mogelijk te isoleren en
hun rechten zo min mogelijk te beperken. Voorts moet er worden gezorgd voor
doeltreffende taalcursussen, onderdak, gezondheidszorg die de integratie ten
goede komt en cultureel aangepaste programma's voor gezondheidsbevorderimg.
Voorts moet er worden gezorgd voor toegang tot beroepsopleiding en bijstand bij
het zoeken naar werk. De situatie van de onderdanen van derde landen
met een Roma-achtergrond die legaal in de EU verblijven, verdient bijzondere
aandacht. 1.5. Beter
gebruik van EU-middelen De deelname van migranten en de
tenuitvoerlegging van het integratiebeleid van onderaf moeten worden
ondersteund door beter gebruik te maken van de bestaande EU-instrumenten. Het
Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen en het
Europees Vluchtelingenfonds ondersteunen zaken als ontvangst- en
inburgeringsregelingen, deelname aan het sociale en burgerlijke leven, gelijke
toegang tot diensten enz. Het Europees Sociaal Fonds financiert daarnaast
maatregelen om de toegang tot en de integratie in de arbeidsmarkt te
ondersteunen, en ook het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling kan
uiteenlopende integratiemaatregelen ondersteunen. Aanbevelingen De
lidstaten dienen: (1)
taalcursussen aan te bieden die aansluiten
bij de verschillende integratiefasen die migranten doorlopen; (2)
programma's voor nieuwkomers organiseren,
met taal- en inburgeringscursussen. deze programma's dienen aandacht te
besteden aan de specifieke behoeften van migrantenvrouwen teneinde hun
arbeidsparticipatie te bevorderen en hun economische onafhankelijkheid te
versterken; (3)
maatregelen te nemen om de behoeften van een
persoon te beoordelen en diens diploma's en beroepservaring te valideren; (4)
ten aanzien van migranten een actief
arbeidsmarktbeleid te voeren; (5)
ervoor te zorgen dat leraren en directie
leren omgaan met diversiteit, leraren met een migrantenachtergrond worden
aangeworven en migrantenkinderen worden aangemeld voor opvang en onderwijs voor
jonge kinderen; en (6)
bijzondere aandacht te besteden aan de
specifieke behoeften van kwetsbare groepen migranten. De
Commissie dient ervoor te zorgen dat: (7)
de uitwisseling van goede praktijken en
beleidscoördinatie op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en sociale
zaken wordt ondersteund; en (8)
er beter gebruik wordt gemaakt van de
bestaande EU-financieringsinstrumenten ter bevordering van de participatie van
migranten. 2. Rechten en plichten – gelijke behandeling en erbij horen De eerbiediging van universele waarden en
fundamentele mensenrechten is in het Verdrag vastgelegd. Discriminatie moet
krachtiger worden bestreden en migranten moeten nadrukkelijker in de
gelegenheid worden gesteld om vertrouwd te raken met de fundamentele waarden
van de EU en haar lidstaten. Voor de integratie van migranten is het van
groot belang dat zij deelnemen aan het democratisch proces. Structurele en
wettelijke belemmeringen voor de politieke deelname van migranten moeten zoveel
mogelijk worden weggenomen. Vertegenwoordigers van de migranten, waaronder
vrouwen, moeten nauwer worden betrokken bij het opstellen en uitvoeren van
integratiebeleid en –programma's. Hulpverleningsprogramma's en werkstages kunnen
ook nuttig zijn om binnen migrantenorganisaties capaciteit op te bouwen en de
deelname van migranten aan plaatselijke organisaties, zoals schoolraden en
huisvestingsmaatschappijen, aan te moedigen en te ondersteunen. Om de democratische deelname te versterken kan
er worden gedacht aan opleiding en mentoren, stemrecht voor migranten in
plaatselijke verkiezingen, de oprichting van lokale, regionale en nationale
adviesorganen en het stimuleren van ondernemerschap, creativiteit en innovatie[22]. Aanbevelingen De
lidstaten dienen: (9)
maatregelen te treffen om het beginsel van
gelijke behandeling van mensen, ongeacht hun ras of etnische afkomst, in de
praktijk te brengen; en (10)
drempels wegnemen die migranten ervan
weerhouden politiek actief te worden. Vertegenwoordigers van migranten moeten
nauwer worden betrokken bij het opstellen en uitvoeren van integratiebeleid en
–programma's. De
Commissie dient: (11)
ervoor te zorgen dat de bestaande
richtlijnen inzake non-discriminatie en legale migratie onverkort en correct
ten uitvoer worden gelegd. B. MEER MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU De lokale overheden dient nauw te worden
betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het integratiebeleid. De
plaatselijke autoriteiten beheren tal van diensten en activiteiten en zij
kunnen een belangrijke rol spelen bij het leggen van contacten tussen migranten
en de samenleving van het gastland. 1. Aanpak
van achterstandswijken Veel migranten
gaan in een stad wonen en krijgen daar te maken met bijzondere
integratieproblemen. Het integratiebeleid moet specifiek de problemen van arme
wijken aanpakken om er de economische en culturele activiteit en de sociale
cohesie te bevorderen. In verschillende lidstaten zijn er
met succes contracten of andere overeenkomsten gesloten tussen nationale,
regionale en plaatselijke autoriteiten om stadsontwikkeling te ondersteunen.
Het is essentieel dat vertegenwoordigers van plaatselijke organisaties en
stedelingen bij die overeenkomsten worden betrokken. Voor doeltreffende
integratie zijn ook ondersteunende maatregelen nodig om te zorgen voor sociale
infrastructuur en stedelijke vernieuwing op grond van een geïntegreerde aanpak
ter voorkoming van segregatie. 2. Verbetering
van de samenwerking op verschillende niveaus Hoewel de
verantwoordelijkheid voor integratiemaatregelen hoofdzakelijk berust bij de
lokale overheden, is het belangrijk dat de verschillende bestuursniveaus nauw
samenwerken om het verstrekken, het financieren en het evalueren van diensten
te coördineren. Doeltreffende integratie kan alleen worden gerealiseerd als alle
belanghebbenden – Europese instellingen, lidstaten en nationale, regionale en
plaatselijke actoren – samenwerken. De EU kan een kader bieden voor toezicht, benchmarking en uitwisseling van goede praktijken tussen de verschillende bestuursniveaus, en stimulansen
creëren ter bevordering van goede lokale en regionale modellen. Territoriale pacten tussen belanghebbenden op
verschillende niveaus moeten alle deelnemers de nodige flexibiliteit bieden om
bepaalde beleidsdoelen te halen, en anderzijds de beleidsinstrumenten en de
financieringsbronnen en –procedures stroomlijnen. Hierbij zou het Comité van de
Regio's een rol kunnen spelen. Voorbeelden: Het INTI-Cities-project was ontworpen om lokaal
integratiebeleid, lokale praktijken en lokaal bestuur aan bepaalde criteria te
toetsen en werd met succes getest in de steden Helsinki, Rotterdam, Malmö,
Düsseldorf, Genua en Lyon. Daarnaast werd het DIVE-project ontwikkeld om te
evalueren hoe gemeenten de beginselen van diversiteit en gelijkheid toepassen
wanneer zij mensen in dienst nemen, goederen en diensten kopen, beleid
uitstippelen en diensten verlenen. De DIVE-benchmark werd toegepast in
Amsterdam, Leeds, Berlijn en Rome. De steden die aan DIVE deelnemen,
ondertekenden een handvest inzake integrerende steden[23]. De regio Valencia beschikt over een rechtskader op
grond waarvan tal van actoren actief samenwerken op het gebied van de
integratie van nieuwkomers. Verder is er een immigratiepact tussen de regionale
regering, de vakbonden en de werkgeversorganisatie gesloten om om te gaan met
diversiteit op de werkvloer en actieve arbeidsparticipatie van migranten te
stimuleren. Bovendien hebben lokale, provinciale en regionale overheden een
lokaal integratiepact gesloten om de samenwerking te bevorderen en te zorgen
voor samenhang tussen de diverse integratiemaatregelen. 3. Financiële
steun van de EU voor lokale maatregelen Het Europees Fonds voor de integratie van
onderdanen van derde landen biedt de lidstaten waardevolle ondersteuning bij
hun inspanningen ervoor te zorgen dat onderdanen van derde landen voldoen aan
de verblijfsvoorwaarden en hun integratie te bevorderen[24]. Voor het volgende meerjarige financieel
kader stelt de Commissie voor om de structuur van de uitgaveninstrumenten te
vereenvoudigen door de programma's terug te brengen tot een
twee-pijlerstructuur, met onder meer een fonds voor migratie en asiel[25]. Een component bestaat uit maatregelen om
de integratie van onderdanen van derde landen te ondersteunen. De financiering
heeft ook een externe dimensie, om zowel het optreden binnen als buiten de EU
te bestrijken. In de toekomst moet de EU-financiering vooral
toegesneden zijn op een lokale, meer gerichte aanpak, ter ondersteuning van
samenhangende strategieën die specifiek zijn ontworpen om integratie op lokaal
niveau te bevorderen. Deze strategieën moeten in de eerste plaats door lokale
of regionale autoriteiten en niet-overheidsactoren ten uitvoer worden gelegd,
waarbij rekening wordt gehouden met hun specifieke situatie. De resultaten
zouden worden afgemeten aan hun bijdrage tot de verwezenlijking van de globale
doelstelling van meer participatie, op basis van 1) een hogere
arbeidsparticipatie, 2) een hoger opleidingsniveau, 3) betere sociale
integratie en 4) actief burgerschap. Aanbevelingen De
lidstaten dienen: (12)
te zorgen voor alomvattende
integratiestrategieën die van onderaf, dat wil zeggen in nauw overleg met alle
lokale en regionale belanghebbenden, worden ontwikkeld en uitgevoerd. Actoren op
alle bestuursniveaus dienen: (13)
de ontwikkeling te ondersteunen van territoriale
pacten, d.w.z. samenwerkingsverbanden voor belanghebbenden op verschillende
niveaus, voor het formuleren en uitvoeren van integratiebeleid. De
Commissie dient: (14)
de plaatselijke en regionale actoren nauwer
te betrekken bij het opstellen van het integratiebeleid in het kader van
EU-programma's, via een strategisch partnerschap met het Comité van de Regio's
en de Europese netwerken van steden en regio's; en (15)
te streven naar betere coördinatie van de
programmering van de bestaande EU-financieringsinstrumenten met het oog op
lokale maatregelen. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van het Europees Fonds
voor de integratie van onderdanen van derde landen, het Europees
Vluchtelingenfonds, het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling. C. BETROKKENHEID
VAN DE LANDEN VAN HERKOMST De landen van herkomst kunnen het
integratieproces op drie manieren ondersteunen: 1) voorbereiding van de
integratie reeds voor het vertrek van de migrant; 2) ondersteuning van de
migrant wanneer hij in de EU is, bijvoorbeeld via de ambassades; 3)
voorbereiding van de tijdelijke of definitieve terugkeer van de migrant met de
ervaring en kennis die hij verworven heeft. 1. Integratiebevorderende
maatregelen vóór vertrek De landen van herkomst kunnen de migranten
voorafgaand aan hun vertrek helpen door informatie te verstrekken, bijvoorbeeld
over de vereiste visa en werkvergunningen, maar ook door taalcursussen of
beroepsopleidingen aan te bieden om hun vaardigheden te vergroten. De derde
landen zouden voor dit soort maatregelen steun moeten krijgen en daarnaast
moeten de methoden voor de erkenning van de diploma's en vaardigheden van
migranten worden verbeterd. Om de mensen die naar de EU willen migreren,
toegang te bieden tot de nodige informatie over de aanvraagprocedures, zal de
Commissie later dit jaar het immigratieportaal van de EU starten. 2. Gunstige
contacten tussen migrantengemeenschappen en landen van herkomst Voor duurzame investeringen in en de
ontwikkeling van de landen van herkomst zijn overmakingen van geld en
overdracht van vaardigheden, innovatie en kennis van groot belang. Een meer dynamische strategie ter bevordering
van grensoverschrijdend ondernemerschap zou ondernemers die zowel in de
EU-lidstaten als in de partnerlanden actief zijn, ten goede komen. Dergelijke
ondernemingen kunnen zorgen voor meer werkgelegenheid in de landen van herkomst
en bevorderlijk zijn voor zowel de integratie van migranten als de handel
tussen de betrokken landen. 3. Circulaire
migratie en ontwikkeling in de landen van herkomst Tijdelijke migranten en remigranten moeten
steun krijgen op grond van een wettelijk kader dat een duidelijke rechtsstatus
garandeert en mobiliteit vergemakkelijkt. Mobiliteitspartnerschappen met
partnerlanden kunnen het kader bieden om in de EU-lidstaten initiatieven op het
gebied van integratie te bevorderen die ook nuttig zijn voor de landen van
herkomst. Met positieve politieke boodschappen aan beide kanten kan er een
gunstiger klimaat voor integratie ontstaan en kan tijdelijke en circulaire
migratie worden aangemoedigd. Aanbevelingen De
lidstaten en landen van herkomst dienen: (16)
in het kader van overleg en samenwerking
tussen de EU-lidstaten en de partnerlanden aandacht te besteden aan de
ondersteuning van migranten vóór vertrek met het oog op soepeler integratie. Er
moeten betere methoden komen voor het erkennen van de diploma's en de
vaardigheden van de migrant.
3.
DE TOEKOMST
Het is voor zowel de migranten als de EU van
vitaal belang dat integratie slaagt en het potentieel van migratie optimaal
wordt benut. Doeltreffend migratiebeleid is van fundamenteel belang om
economische groei te paren aan sociale cohesie en goed om te gaan met de
toenemende diversiteit van de Europese samenlevingen. Dit proces vereist een gestructureerde en inhoudelijke discussie. Er
zijn coherente strategieën nodig om migranten nauwer te betrekken bij de hen
omringende samenleving.
3.1.
Meer samenwerking, raadpleging en coördinatie
De
integratieproblemen moeten worden aangepakt in partnerschap met nationale,
regionale en lokale autoriteiten en de dialoog met de belanghebbenden moet op
alle beheersniveaus worden gevoerd. Er moet nauwer worden samengewerkt met de
landen van herkomst. Het driepartijenproces tussen migranten, gastsamenlevingen
en landen van herkomst zou kunnen worden versterkt. De EU moet daarbij de
nodige steun bieden. De Commissie speelt een belangrijke rol door
de betrokken actoren met elkaar in dialoog te brengen over de belangrijkste
integratieproblemen. De uitwisseling van kennis en goede praktijken tussen de
lidstaten kan plaatsvinden via het netwerk van nationale contactpunten op het
gebied van integratie, dat verder kan worden ontwikkeld door middel van
gerichte ontmoetingen en het vaststellen van benchmarks. Coördinatie van en
toezicht op beleidsontwikkelingen door de verschillende EU-instellingen en in
nauwe samenwerking met de lidstaten kan ertoe bijdragen dat er een
doeltreffender integratiebeleid tot stand komt. De
vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de EU ontmoeten elkaar
in het Europees Integratieforum dat de Commissie in samenwerking met het
Europees Economisch en Sociaal Comité heeft opgericht. De
raadplegingsprocedures dienen te worden versterkt met strategische ontmoetingen
met bijvoorbeeld het Comité van de Regio's en de verenigingen van steden. Het
forum zou kunnen worden ondersteund door nationale, regionale of lokale fora. De
Europese website inzake integratie brengt belangrijke informatie van diverse
categorieën belanghebbenden bijeen en bevat een interactief instrument om informatie
uit te wisselen, dat verder kan worden ontwikkeld via onlineprofielen.
3.2.
Ontwikkelen van een flexibel Europees
instrumentarium
Om de coördinatie
en de uitwisseling van kennis te versterken, wordt er een flexibel Europees
instrumentarium ontwikkeld, waaruit de nationale autoriteiten de maatregelen
kunnen kiezen die in hun context waarschijnlijk het doeltreffendst uitpakken. Ter ondersteuning van beleid en praktijk worden zogeheten Europese
modules ontwikkeld. Deze modules zijn op de ervaringen van de lidstaten en de
andere actoren gebaseerd en kunnen worden afgestemd op de behoeften van de
afzonderlijke lidstaten, regio's en steden[26].
De modules zouden een Europees referentiekader vormen voor het ontwikkelen en
ten uitvoer leggen van praktijken op het gebied van integratie in de lidstaten.
Zij worden ontwikkeld rond drie thema's: 1) inburgerings- en taalcursussen, 2)
inspanningen van de gastsamenleving en 3) actieve deelname van migranten aan
alle aspecten van het maatschappelijk levenmaatschappelijk leven.
3.3.
Toezicht op de resultaten
Het is voor de beleidsformulering en het
toezicht op de resultaten van het grootste belang dat er betrouwbare
statistieken over migratie en integratie voorhanden zijn. De EU-instellingen en
de lidstaten moeten samen een kader ontwikkelen om de migratiestatistieken te
stroomlijnen en te zorgen voor meer capaciteit om statistieken over migranten
en hun sociaaleconomische situatie te verzamelen en te publiceren. Er zijn gemeenschappelijke Europese
indicatoren vastgesteld op vier gebieden die voor integratie van belang zijn:
werkgelegenheid, onderwijs, sociale insluiting en actief burgerschap[27]. Deze indicatoren zullen worden gebruikt om
de resultaten van het integratiebeleid te volgen, zodat deze beter kunnen
worden vergeleken en het Europese leerproces kan worden versneld. Aan de hand
van gemeenschappelijke indicatoren kunnen de inspanningen ter ondersteuning van
integratie worden getoetst aan de Europese doelen op het gebied van
werkgelegenheid, onderwijs en sociale insluiting, zodat het nationale en het
EU-beleid beter kunnen worden gecoördineerd. De Commissie zal de
ontwikkelingen volgen en in overleg met de lidstaten aanbevelingen formuleren. Aanbevelingen De
Commissie dient: (17)
ertoe bij te dragen dat de Europese
platformen voor raadpleging en uitwisseling van kennis (waaronder de nationale
contactpunten op het gebied van integratie, het Europees Integratieforum en de
Europese website inzake integratie) intensiever worden gebruikt en
gecoördineerd, zodat zij van groter nut zullen zijn bij het uitzetten,
controleren en coördineren van het beleid; (18)
een flexibel instrumentarium te ontwikkelen,
waaronder Europese modules, om nationale en lokale beleidsmaatregelen en
praktijken te ondersteunen. Het instrumentarium zal in een strategische
alliantie met het Comité van de Regio's worden gebruikt door de regionale en
lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld; en (19)
gemeenschappelijke Europese indicatoren op
het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, sociale insluiting en actief burgerschap
te ontwikkelen waarmee de resultaten van het integratiebeleid kunnen worden
gevolgd en die als basis voor systematische follow-up kunnen dienen. [1] Uit een uitsplitsing van de bevolking per nationaliteit
in 2010 bleek dat er in de 27 lidstaten van de EU 32,4 miljoen buitenlanders
woonden (6,5% van de totale bevolking); 12,3 miljoen daarvan zijn onderdanen
van de EU-27 die in een andere lidstaat wonen, en 20,1 miljoen onderdanen van
een land dat geen deel uitmaakt van de EU-27 (4% van de totale bevolking) (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/population/introduction).
[2] De toename van de totale bevolking van de EU is de
laatste jaren voornamelijk het resultaat van netto-immigratie. Tegelijkertijd
vertoonde de immigratie in de Unie de laatste paar jaar een dalende tendens
(Eurostat, Statistics in focus, 1/2011,
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-SF-11-001/EN/KS-SF-11-001-EN.PDF).
[3] Conclusies van de Europese Raad van 25-26 maart 2010,
EUCO 7/10, CO EUR 4, CONCL 1. [4] Het programma van Stockholm – Een open en veilig Europa
ten dienste en ter bescherming van de burger (PB C 115 van 4.5.2010,
blz. 1). [5] Uit de jaarlijkse groeianalyse 2011 – waarin de
verschillende maatregelen worden samengebracht die noodzakelijk zijn, wil de EU
de doelstellingen van Europa 2020 verwezenlijken – bleek dat er dringend
hervormingen moeten komen om vaardigheden te ontwikkelen en voor de nationale
bevolking en de migrantenpopulatie stimulansen te creëren om te gaan werken,
COM(2011) 11 definitief, bijlage 2, macro-economisch verslag. [6] Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de
regeringen van de lidstaten over integratie als aanjager van ontwikkeling en
sociale samenhang, Raadsdocument 9248/10. [7] Raadsdocument 14615/04 van 19 november 2004. [8] COM(2005) 389 defintief en SEC(2010) 357 defintief. [9] Onderdanen van derde landen zijn migranten die afkomstig
zijn uit landen buiten de EU en die niet de nationaliteit van een EU-land
bezitten. Deze groep omvat mensen die geboren zijn in een land buiten de EU en
mensen die wel geboren zijn in de EU maar niet de nationaliteit van een
lidstaat bezitten. [10] Zie het begeleidende werkdocument van de diensten van de
Commissie. [11] In het begeleidend werkdocument van de diensten van de
Commissie is een overzicht opgenomen van recente EU-initiatieven ter
ondersteuning van de integratie van onderdanen van derde landen. [12] Conclusies van de Europese Raad van 25-26 maart 2010,
EUCO 7/10, CO EUR 4, CONCL 1. [13] Zie: http://www.coe.int/t/dg4/linguistic/cadre_en.asp
[14] In 2010 bedroeg de gemiddelde arbeidsparticipatie van
de totale bevolking tussen 20 en 64 jaar 68,6% (in 2009: 69,1%)
en die van onderdanen van derde landen tussen 20 en 64 jaar 58,5%
(in 2009: 59,1%). [15] In 2010 was de arbeidsparticipatie van vrouwelijke
onderdanen van derde landen tussen 25 en 54 jaar bijna twintig
procentpunten lager dan de gemiddelde arbeidsparticipatie van alle vrouwen in
die leeftijdscategorie. Eurostat, Arbeidskrachtenenquête, kwartaalgegevens over
de arbeidsparticipatie per geslacht, leeftijdscategorie en nationaliteit,
vergelijking van de arbeidsparticipatie van nationale onderdanen en burgers van
landen buiten de EU-27: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/employment_unemployment_lfs/data/database.
[16] Ethnic minority and Roma women in Europe: a case for
gender equality?, syntheseverslag dat in 2009 voor de Europese Commissie
werd opgesteld. [17] Uit recente statistieken van de Kamer van koophandel van
de regio Lombardije blijkt dat 60% van de nieuwe ondernemingen in de regio
opgericht is door migranten: www.lom.camcom.it. [18] Voortgangsverslag (SEC(2011) 526). In de EU bedraagt het
aandeel van niet-onderdanen in de leeftijdscategorie 6-17 jaar 5,7%, en in
de leeftijdscategorie 18-24 jaar 7,9%. In Duitsland en Oostenrijk is meer
dan 9% van de kinderen in de leeftijdscategorie 6-17 jaar niet-onderdaan,
in Spanje en Ierland meer dan 11% en in Luxemburg meer dan 45%. [19] Uit de arbeidskrachtenenquête van Eurostat blijkt dat
migranten duidelijk ondervertegenwoordigd zijn op het secundair onderwijsniveau
en oververtegenwoordigd op het laagste onderwijsniveau. Tegelijkertijd bedroeg
het percentage onderdanen van derde landen met een te hoge opleiding in 2009 45%
(bij de EU-burgers 29%): http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/employment_unemployment_lfs/data/database
[20] COM(2010) 296 en COM(2011) 18. [21] COM(2010) 758. [22] Verslag van de vierde bijeenkomst van het Europees
integratieforum, 6-7 december 2010, http://ec.europa.eu/ewsi/UDRW/images/items/static_38_812142537.pdf.
[23] Zie de website van de integrerende steden: http://www.integratingcities.eu. [24] Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot
oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde
landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma
Solidariteit en beheer van de migratiestromen. Voor de volledige periode is een
bedrag van 825 miljoen euro toegewezen. [25] COM(2011) 500 definitief. [26] De modules vloeien voort uit het Handbook on
Integration for policy-makers and practitioners (de derde editie van dit
handboek staat op de Europese website inzake integratie: http://ec.europa.eu/ewsi/en/resources/detail.cfm?ID_ITEMS=12892). [27] Conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3
en 4 juni 2010 (Raadsdocument 9248/10). Eurostat, Methodologies
and Working Papers, Indicators of Immigrant Integration - A Pilot Study:
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_details/publication?p_product_code=KS-SF-11-030.