EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document b719f630-96b9-11eb-b85c-01aa75ed71a1

Consolidated text: Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

01972A0722(03) — NL — 01.03.2021 — 007.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

(PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 5/73 betreffende de certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 en A.W.1 opgenomen in bijlagen V en VI van Protocol nr. 3

  L 160

65

18.6.1973

 M2

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 6/73 tot aanvulling en wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 160

67

18.6.1973

 M3

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 7/73 betreffende de goederen die zich op 1 april 1973 onderweg bevinden

  L 160

72

18.6.1973

 M4

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉNr. 8/73 betreffende de in bijlage VI van Protocol nr. 3 voorkomende certificaten A.W.1

  L 160

73

18.6.1973

 M5

BESLUITNr. 9/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot aanvulling en wijziging van de artikelen 24 en 25 van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 347

37

17.12.1973

 M6

BESLUITNr. 10/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 12 december 1973

  L 365

136

31.12.1973

 M7

BESLUITNr. 11/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 11 december 1973

  L 365

162

31.12.1973

 M8

BESLUITNr. 11/73 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 11 december 1973

  L 365

166

31.12.1973

 M9

BESLUITNr. 1/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende aanvulling en wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 224

17

13.8.1974

 M10

BESLUITNr. 1/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende instelling van een vereenvoudigde procedure voor de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1

  L 224

18

13.8.1974

 M11

BESLUITNr. 3/74 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 31 oktober 1974

  L 352

32

28.12.1974

►M12

COMPLEMENTAIR PROTOCOL bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 106

17

26.4.1975

 M13

BESLUITNr. 1/75 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 december 1975

  L 338

74

31.12.1975

 M14

BESLUITNr. 2/75 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 december 1975

  L 338

76

31.12.1975

 M15

BESLUITNr. 1/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 12 april 1976

  L 215

14

7.8.1976

 M16

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de tabellen I en II gehecht aan Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 298

44

28.10.1976

 M17

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de Engelse versie van tabel II van Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 328

58

26.11.1976

 M18

BESLUITNr. 2/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ houdende aanvulling en wijziging van de lijsten A en B gehecht aan Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking alsmede van de in artikel 25 van genoemd Protocol opgenomen lijst

  L 328

50

26.11.1976

 M19

BESLUITNr. 3/76 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot aanvulling van aantekening 11 — ad artikel 23 van bijlage I van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 328

56

26.11.1976

 M20

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van bijlage A van Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 338

17

7.12.1976

 M21

BESLUITNr. 1/77 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 14 december 1977

  L 342

28

29.12.1977

 M22

JOINT COMMITTEE DECISION No 2/77 of 14 December 1977

  L 342

87

29.12.1977

 M23

VERORDENING (EEG) Nr. 2933/77 VAN DE RAAD van 20 december 1977

  L 342

27

29.12.1977

 M24

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling, tot wijziging van bijlage A van Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 116

2

28.4.1978

►M25

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 303

26

28.10.1978

 M26

BESLUITNr. 1/78 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 5 december 1978

  L 376

20

30.12.1978

 M27

BESLUITNr. 1/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 28 mei 1980

  L 257

20

1.10.1980

 M28

BESLUITNr. 2/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 28 mei 1980

  L 257

41

1.10.1980

 M29

BESLUITNr. 3/80 VAN HET GEMENGD COMITÉ tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking in verband met de toetreding van de Helleense Republiek tot de Gemeenschap

  L 385

17

31.12.1980

 M30

BESLUITNr. 1/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

14

31.8.1981

 M31

BESLUITNr. 2/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

28

31.8.1981

 M32

BESLUITNr. 3/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

48

31.8.1981

 M33

BESLUITNr. 4/81 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 1 juni 1981

  L 247

63

31.8.1981

 M34

BESLUITNr. 1/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ van 17 september 1982

  L 382

24

31.12.1982

 M35

BESLUITNr. 2/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 december 1982

  L 385

68

31.12.1982

 M36

BESLUITNr. 2/82 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 december 1982

  L 385

68

31.12.1982

 M37

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling waarbij de tekst van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat wordt gecodificeerd en gewijzigd

  L 337

2

2.12.1983

 M38

OVEREENKOMST in the form of an exchange of letters amending Table II annexed to Protocol 2 of the Agreement between the European Economic Community and the Swiss Confederation

  L 323

313

11.12.1984

 M39

BESLUITNr. 1/85 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 21 mei 1985

  L 301

14

15.11.1985

 M40

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de regeling van het handelsverkeer in soepen, sausen en kruiderijen

  L 309

23

21.11.1985

 M41

BESLUITNr. 2/85 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 3 december 1985

  L 47

47

25.2.1986

 M42

BESLUITNr. 1/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 17 maart 1986

  L 134

27

21.5.1986

 M43

BESLUITNr. 2/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 mei 1986

  L 199

28

22.7.1986

 M44

BESLUITNr. 3/86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 9 december 1986

  L 100

26

11.4.1987

 M45

BESLUITNr. 1/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 4 juni 1987

  L 236

12

20.8.1987

 M46

BESLUITNr. 2/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 23 oktober 1987

  L 388

39

31.12.1987

 M47

BESLUITNr. 3/87 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 14 december 1987

  L 100

14

19.4.1988

 M48

PROTOCOL Nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

  L 216

75

8.8.1988

 M49

BESLUITNr. 2/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

27

31.12.1988

 M50

BESLUITNr. 3/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

29

31.12.1988

 M51

BESLUITNr. 4/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 379

30

31.12.1988

 M52

BESLUITNr. 5/88 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 6 december 1988

  L 381

22

31.12.1988

 M53

BESLUITNr. 1/89 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 26 juni 1989

  L 278

23

27.9.1989

►M54

AANVULLEND PROTOCOL bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de afschaffing van bestaande en het voorkomen van nieuwe kwantitatieve uitvoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking

  L 295

29

13.10.1989

 M55

BESLUITNr. 1/90 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 2 mei 1990

  L 176

12

10.7.1990

 M56

BESLUITNr. 4/90 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 8 juni 1990

  L 210

36

8.8.1990

 M57

BESLUITNr. 1/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 27 september 1991

  L 311

17

12.11.1991

 M58

BESLUITNr. 2/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 27 september 1991

  L 311

18

12.11.1991

 M59

BESLUITNr. 3/91 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 13 december 1991

  L 42

45

18.2.1992

 M60

BESLUITNr. 3/92 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 18 november 1992

  L 85

21

6.4.1993

 M61

BESLUITNr. 1/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 5 april 1993

  L 283

37

18.11.1993

 M62

BESLUITNr. 2/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 april 1993

  L 52

11

23.2.1994

 M63

BESLUITNr. 3/93 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-ZWITSERLAND van 28 juni 1993

  L 52

23

23.2.1994

 M64

BESLUITNr. 1/94 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 6 april 1994

  L 204

150

6.8.1994

►M65

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot toevoeging van een aanvullend protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 169

77

27.6.1997

 M66

BESLUITNr. 1/96 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 19 december 1996

  L 195

1

23.7.1997

 M67

BESLUITNr. 1/1999 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 24 juni 1999

  L 249

25

22.9.1999

 M68

BESLUITNr. 2/1999 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 29 november 1999

  L 323

14

15.12.1999

 M69

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat

  L 76

12

25.3.2000

►M70

BESLUIT Nr. 1/2000 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 25 oktober 2000

  L 51

1

21.2.2001

 M71

BESLUIT Nr. 1/2001 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 24 januari 2001

  L 51

40

21.2.2001

 M72

BESLUIT Nr. 801/2004 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 28 april 2004

  L 352

18

27.11.2004

►M73

OVEREENKOMST tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft

  L 23

19

26.1.2005

 M74

Gewijzigd bij: BESLUIT Nr. 1/2014 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 13 februari 2014

  L 54

19

22.2.2014

 M75

BESLUITNr. 2/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 17 maart 2005

  L 101

17

21.4.2005

 M76

BESLUIT Nr. 3/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 15 december 2005

  L 45

1

15.2.2006

 M77

BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2006

  L 44

18

15.2.2006

►M78

BESLUIT Nr. 2/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2006

  L 44

21

15.2.2006

 M79

BESLUIT Nr. 1/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 31 januari 2007

  L 35

29

8.2.2007

 M80

BESLUIT Nr. 2/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 26 juli 2007

  L 218

14

23.8.2007

 M81

BESLUIT Nr. 1/2008 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 22 februari 2008

  L 69

34

13.3.2008

 M82

BESLUIT Nr. 1/2009 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 14 januari 2009

  L 29

55

31.1.2009

 M83

BESLUIT Nr. 2/2009 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND van 13 juli 2009

  L 252

1

24.9.2009

 M84

BESLUIT Nr. 1/2010 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 28 januari 2010

  L 41

72

16.2.2010

 M85

BESLUIT Nr. 1/2011 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 14 januari 2011

  L 19

40

22.1.2011

 M86

BESLUIT Nr. 1/2012 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 15 maart 2012

  L 85

35

24.3.2012

 M87

BESLUIT Nr. 1/2013 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 18 maart 2013

  L 82

60

22.3.2013

►M88

BESLUIT Nr. 2/2015 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 3 december 2015

  L 23

79

29.1.2016

 M89

BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 20 april 2018

  L 111

7

2.5.2018

 M90

BESLUIT Nr. 1/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU—ZWITSERLAND van 29 januari 2019

  L 43

36

14.2.2019

►M91

BESLUIT nr. 1/2021 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 12 februari 2021

  L 61

29

22.2.2021


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 033, 10.2.2016, blz.  38 (2/2016)

 C2

Rectificatie, PB L 232, 17.9.2018, blz.  4 (nr. 2/2016)




▼B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat



DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

enerzijds,

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

anderzijds,

WENSENDE bij de uitbreiding van de Europese Economische Gemeenschap de tussen de Gemeenschap en Zwitserland bestaande economische betrekkingen te versterken en uit te breiden en een harmonische ontwikkeling van hun handel te verzekeren, met inachtneming van billijke mededingsvoorwaarden, ten einde bij te dragen tot de opbouw van Europa,

VASTBERADEN hiertoe geleidelijk de belemmeringen voor het voornaamste gedeelte van hun handelsverkeer op te heffen, zulks overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel inzake de totstandkoming van vrijhandelszones,

ZICH BEREID VERKLARENDE de mogelijkheid na te gaan tot het ontwikkelen en verdieper. van hun betrekkingen aan de hand van alle beoordelingsgegevens, met name van de ontwikkeling van de Gemeenschap, wanneer het in het belang van hun economieën blijkt deze uit de breiden tot gebieden die niet onder deze Overeenkomst vallen,

HEBBEN BESLOTEN, ter verwezenlijking van deze doeleinden en overwegende dat geen det bepalingen van deze Overeenkomst zodanig kan worden uitgelegd dat de Overeenkomstsluitende Partijen daardoor worden ontslagen van de krachtens andere internationale overeenkomsten op hen rustende verplichtingen,

DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:



Artikel 1

Met deze Overeenkomst wordt beoogd:

a) 

de harmonische ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat te bevorderen door uitbreiding van het wederzijdse handelsverkeer en hierdoor in de Gemeenschap en in Zwitserland de ontplooiing van de economische bedrijvigheid, de verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, de vermeerdering van de produktiviteit en de financiële stabiliteit te bevorderen,

b) 

het handelsverkeer tussen de Partijen bij de Overeenkomst te verzekeren van billijke mededingingsvoorwaarden,

c) 

aldus, door opheffing van belemmeringen van het handelsverkeer, bij te dragen tot de harmonische ontwikkeling en de uitbreiding van de wereldhandel.

▼M70

Artikel 2

De overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en uit Zwitserland:

i) 

die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem voor de omschrijving en de codering van goederen, met uitzondering van de in bijlage I vermelde producten;

ii) 

die in bijlage II zijn genoemd;

iii) 

die in Protocol nr. 2 zijn genoemd, met inachtneming van de bijzondere regels die in dit protocol zijn opgenomen.

▼B

Artikel 3

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe invoerrechten ingesteld.
2.  

De invoerrechten worden geleidelijk afgeschaft en wel in het volgende tempo:

— 
op 1 april 1973 wordt elk recht verlaagd tot 80 % van het basisrecht;
— 
de andere vier verlagingen, telkens met 20 %, vinden plaats op:
1 januari 1974,
1 januari 1975,
1 januari 1976,
1 juli 1977.

Artikel 4

1.  
De bepalingen die betrekking hebben op de geleidelijke afschaffing van de invoerrechten zijn ook van toepassing op fiscale douanerechten.

De Partijen bij de Overeenkomst kunnen een fiscaal douanerecht of het fiscale element van een douanerecht vervangen door een binnenlandse belasting.

2.  
Denemarken, Ierland ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk kunnen tot 1 januari 1976 een fiscaal douanerecht of het fiscale element van een douanerecht handhaven in geval van toepassing van artikel 38 van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ .

▼M70

3.  
Zwitserland kan, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 18, rechten voor de in bijlage III genoemde producten die overeenkomen met het in de invoerrechten begrepen fiscale element, tijdelijk handhaven.

▼B

Het in artikel 29 bedoelde Gemengd Comité gaat na of aan de toepassingsvoorwaarden van de voorafgaande alinea is voldaan, met name in geval van wijziging van de hoogte van het fiscale element.

Het onderzoekt de situatie met het oog op de omzetting van deze rechten in binnenlandse belastingen vóór 1 januari 1980 of vóór enige andere datum die het Comité in verband met de omstandigheden mocht vaststellen.

Artikel 5

1.  
Voor elk produkt is het basisrecht waarop de in artikel 3 en in Protocol nr. 1 bedoelde achtereenvolgende verlagingen moeten worden toegepast, het recht dat op 1 januari 1972 werkelijk werd toegepast.
2.  
Indien na 1 januari 1972 rechten worden verlaagd ingevolge de tariefovereenkomsten die na beeindiging van de Handelsconferentie te Genève (1964/1967) zijn gesloten, komen die verlaagde rechten in de plaats van de in lid 1 bedoelde basisrechten.
3.  
De verlaagde rechten, berekend overeenkomstig artikel 3 en ►M12  de Protocollen nrs. 1 en 2 ◄ , worden toegepast met afronding op de eerste decimaal.

Behoudens de uitvoering, door de Gemeenschap te geven aan artikel 39, lid 5, van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ , worden, wat de specifieke rechten of het specifieke gedeelte van de gemengde rechten van het Ierse douanetarief betreft, artikel 3 en ►M12  de Protocollen nrs. 1 en 2 ◄ toegepast met afronding op de vierde decimaal.

Artikel 6

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe heffingen van gelijke werking als invoerrechten ingesteld.
2.  
De heffingen van gelijke werking als invoerrechten die in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland na 1 januari 1972 zijn ingesteld, worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

Elke heffing van gelijke werking als een invoerrecht, die op 31 december 1972 hoger is dan die welke op 1 januari 1972 werkelijk werd toegepast, wordt bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot de hoogte van laatstgenoemde heffing teruggebracht.

3.  

Heffingen van gelijke werking als invoerrechten worden geleidelijk afgeschaft, en wel in het volgende tempo:

— 
elke heffing wordt uiterlijk 1 januari 1974 verlaagd tot 60 % van die welke op 1 januari 1972 werd toegepast;
— 
de andere drie verlagingen, telkens met 20 %, vinden plaats op:
1 januari 1975,
1 januari 1976,
1 juli 1977.

Artikel 7

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen uitvoerrechten noch heffingen van gelijke werking ingesteld.

De uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking worden uiterlijk 1 januari 1974 afgeschaft.

▼M70

2.  
De douanerechten bij uitvoer en de heffingen van gelijke werking ten aanzien van de in bijlage IV vermelde producten worden overeenkomstig de bepalingen van de genoemde bijlage ingetrokken.

▼B

Artikel 8

In Protocol nr. 1 zijn de tariefregeling en de regels voor bepaalde produkten vastgesteld.

Artikel 9

In Protocol nr. 2 zijn de tariefregeling en de regels voor bepaalde goederen, verkregen door de verwerking van landbouwprodukten, vastgesteld.

Artikel 10

1.  
Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van haar landbouwbeleid een specifieke regeling wordt ingesteld, of indien de bestaande regeling wordt gewijzigd, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst voor de betrokken produkten de regeling van de Overeenkomst aanpassen.
2.  
In die gevallen houdt de betrokken Partij bij de Overeenkomst naar behoren rekening met de belangen van de andere Partij. De Partijen bij de Overeenkomst kunnen daartoe in het Gemengd Comité overleg plegen.

Artikel 11

In Protocol nr. 3 zijn de regels betreffende de oorsprong vastgesteld.

Artikel 12

Een Partij bij de Overeenkomst die overweegt, het werkelijke nieveau van haar douanerechten of heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn op derde landen waarvoor de clausule van de meest begunstigde natie geldt, te verlagen, of de toepassing daarvan te schorsen, stelt het Gemengd Comité, zo mogelijk, van deze verlaging of schorsing ten minste dertig dagen vóór de inwerkingtreding daarvan in kennis. Zij neemt nota van alle opmerkingen van de andere Partij met betrekking tot de distorsies die daaruit zouden kunnen voortvloeien.

▼M25

Artikel 12a

Wanneer de nomenclatuur van het douanetarief van een Partij of van beide Partijen bij de Overeenkomst ten aanzien van in de Overeenkomst genoemde produkten wordt gewijzigd, kan het Gemengd Comité, met inachtneming van het beginsel dat de uit de Overeenkomst voortvloeiende voordelen in stand dienen te worden gehouden, de tariefnomenclatuur van de Overeenkomst ten aanzien van de betrokken produkten aan deze wijzigingen aanpassen.

▼B

Artikel 13

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2.  
De kwantitatieve invoerbeperkingen worden per 1 januari 1973, en de maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen uiterlijk 1 januari 1975 afgeschaft.

▼M54

Artikel 13a

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland worden geen nieuwe kwantitatieve uitvoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2.  
Kwantitatieve uitvoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking worden op 1 januari 1990 afgeschaft, behalve die welke op 1 januari 1989 werden toegepast op de in Protocol nr. 6 genoemde produkten en overeenkomstig de bepalingen van dat Protocol worden afgeschaft.

Artikel 13b

Een partij bij de Overeenkomst die overweegt de regelingen die zij op de uitvoer naar derde landen toepast te wijzigen, stelt het Gemengd Comité zo mogelijk ten minste 30 dagen vóór de inwerkingtreding van de voorgenomen Wijziging daarvan in kennis. Zij neemt nota van de opmerkingen van de andere partij met betrekking tot de distorsies die daaruit zouden kunnen voortvloeien.

▼B

Artikel 14

▼M70

1.  
De Gemeenschap behoudt zich het recht voor de regeling voor aardolieproducten ingedeeld onder de posten 27.10, 27.11, ex 27.12 (met uitzondering van ozokeriet en montaanwas of turfwas) en 27.13 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen te wijzigen ter gelegenheid van besluiten in het kader van het gemeenschappelijke handelsbeleid ten aanzien van de betrokken goederen of bij de vaststelling van een gemeenschappelijk energiebeleid.

▼B

In dat geval houdt de Gemeenschap naar behoren rekening met de belangen van Zwitserland; zij stelt daartoe het Gemengd Comité in kennis, dat onder de voorwaarden van artikel 31 bijeenkomt.

2.  
Zwitserland behoudt zich het recht voor op gelijke wijze te handelen, indien zich voor dit land vergelijkbare situaties voordoen.
3.  
Behoudens de leden 1 en 2 doet de Overeenkomst geen afbreuk aan de niet-tarifaire voorschriften die bij de invoer van de aardolieprodukten worden toegepast.

Artikel 15

1.  
De Partijen bij de Overeenkomst verklaren zich bereid om met inachtneming van hun landbouwbeleid de harmonische ontwikkeling te bevorderen van het handelsverkeer in landbouwprodukten waarop de Overeenkomst niet van toepassing is.
2.  
Op veterinair, sanitair en planteziektenkundig gebied passen de Partijen bij de Overeenkomst hun voorschriften op niet-discriminerende wijze toe en voeren zij geen nieuwe maatregelen in ten gevolge waarvan het handelsverkeer ten onrechte zou worden belemmerd.
3.  
De Partijen bij de Overeenkomst bestuderen onder de voorwaarden van artikel 31 de moeilijkheden die zich in hun handelsverkeer in landbouwprodukten mochten voordoen, en trachten daarvoor oplossingen te vinden.

Artikel 16

Vanaf 1 juli 1977 mag voor produkten van oorsprong uit Zwitserland bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger behandeling gelden dan die tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap onderling.

Artikel 17

De Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, voor zover die niet ten gevolge hebben dat de in de Overeenkomst vastgestelde regeling voor het handelsverkeer, inzonderheid de bepalingen betreffende de regels van oorsprong, wordt gewijzigd.

Artikel 18

De Partijen bij de Overeenkomst onthouden zich van iedere maatregel of gedraging van intern fiscale aard die al dan niet rechtstreeks leidt tot discriminatie tussen de produkten van een Partij bij de Overeenkomst en de gelijksoortige produkten van oorsprong uit de andere Partij.

Voor produkten die naar het grondgebied van een van de Partijen bij de Overeenkomst worden uitgevoerd, mag geen hogere teruggave van binnenlandse belastingen plaatsvinden dan de direct of indirect daarop geheven belastingen.

Artikel 19

Betalingen die betrekking hebben op het goederenverkeer, alsmede de overmaking van de desbetreffende bedragen naar de Lid-Staat van de Gemeenschap waar de schuldeiser is gevestigd, dan wel naar Zwitserland, zijn aan geen enkele beperking onderworpen.

De Partijen bij de Overeenkomst passen geen devie-zenbeperkingen of administratieve beperkingen toe aangaande de verlening, de terugbetaling en de aanvaarding van kredieten op korte en middellange termijn, die verband houden met handelstransacties waarbij een ingezetene betrokken is.

Artikel 20

De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, van de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van de bescherming van de industriële en commerciële eigendom, noch voor regelingen op het gebied van goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de Partijen bij de Overeenkomst vormen.

Artikel 21

Geen enkele bepaling van de Overeenkomst belet een Partij bij de Overeenkomst maatregelen te treffen:

a) 

die zij nodig acht ter voorkoming van verspreiding van inlichtingen die indruist tegen de essentiële belangen op het gebied van haar veiligheid;

b) 

die betrekking hebben op de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal, of op het onderzoek, de ontwikkeling of de produktie die onontbeerlijk zijn voor defensieve doeleinden, mits deze maatregelen de mededingingsvoorwaarden met betrekking tot produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd, niet nadelig beïnvloeden;

c) 

die zij van essentieel belang acht voor haar veiligheid in oorlogstijd of bij ernstige internationale spanningen.

Artikel 22

1.  
De Partijen bij de Overeenkomst treffen geen maatregelen die de verwezenlijking van de doeleinden van de Overeenkomst in gevaar kunnen brengen.
2.  
Zij treffen alle algemene of bijzondere maatregelen waarmee de nakoming van de verplichtingen van de Overeenkomst kan worden gewaarborgd.

Indien een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat de andere Partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 23

1.  

Onverenigbaar met de goede werking van de Overeenkomst zijn, voor zover daardoor het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland kan worden beïnvloed:

i) 

alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging met betrekking tot de produktie en het goederenverkeer wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii) 

het misbruik maken door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het geheel van de grondgebieden van de Partijen bij de Overeenkomst of op een wezenlijk deel daarvan;

iii) 

alle steunmaatregelen van de overheid die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties vervalsen of dreigen te vervalsen.

2.  
Indien een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat een bepaalde gedraging onverenigbaar is met dit artikel, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 24

Wanneer de toename van de invoer van een bepaald produkt ernstig nadeel berokkent of dreigt te berokkenen aan een op het grondgebied van een der Partijen bij de Overeenkomst uitgeoefende produk-tieve bedrijvigheid, en indien deze toename te wijten is aan

— 
de in de Overeenkomst bedoelde gedeeltelijke of algehele verlaging van de douanerechten en heffingen van gelijke werking op dit produkt, in de invoerende Partij bij de Overeenkomst,
— 
en het feit dat de rechten en heffingen van gelijke werking die door de uitvoerende Partij bij de Overeenkomst worden geheven bij invoer van grondstoffen of halffabrikaten die voor de vervaardiging van het betrokken produkt worden gebruikt, aanzienlijk lager zijn dan de door de invoerende Partij geheven overeenkomstige rechten en belastingen,

kan de betrokken Partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

▼M54

Article 24a

Wanneer de inachtneming van de bepalingen van de artikelen 7 en 13 A leidt tot:

1. 

wederuitvoer naar een derde land ten aanzien waarvan de uitvoerende partij bij de Overeenkomst voor het betrokken produkt kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of tot

2. 

een ernstig tekort, of de dreiging van een ernstig tekort, aan een produkt dat voor de uitvoerende partij bij de Overeenkomst van essentieel belang is,

en wanneer bovenbedoelde situaties ernstige moeilijkheden voor de uitvoerende partij bij de Overeenkomst veroorzaken of dreigen te veroorzaken, mag die partij onder de voorwaarden en overeenkomstig de procedures van artikel 27 passende maatregelen nemen.

▼B

Artikel 25

Indien een der Partijen bij de Overeenkomst vaststelt dat in haar betrekkingen met de andere Partij dumping wordt toegepast, kan zij, overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, passende maatregelen daartegen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

Artikel 26

In geval van ernstige verstoringen in een sector van het bedrijfsleven of van moeilijkheden die tot uiting kunnen komen in een ernstige verslechtering van de economische situatie in een gebied, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 27.

▼M54

Artikel 27

1.  
Indien een partij bij de Overeenkomst de invoer of de uitvoer van produkten die dein de artikelen 24, 24A en 26 bedoelde moeilijkheden kan veroorzaken, onderwerpt aan een administratieve procedure die ten doel heeft snel inlichtingen omtrent de ontwikkeling van de handelsstromen te verstrekken, stelt zij de andere partij hiervan in kennis
2.  
De betrokken partij bij de Overeenkomst dient, in de gevallen bedoeld in de artikelen 22 tot en met 26, alvorens de daarin vermelde maatregelen te nemen, dan wel in de gevallen bedoeld in lid 3, onder e), zo spoedig mogelijk, het Gemengd Comité alle nodige gegevens voor een diepgaand onderzoek van de situatie te verstrekken, ten einde een voor de partijen bij de Overeenkomst aanvaardbare oplossing te zoeken. Bij voorrang dienen maatregelen te worden gekozen die de werking van de Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van het Gemengd Comité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op de opheffing daarvan zodra de omstandigheden zulks toelaten.

3.  

Voor de tenuitvoerlegging van lid 2 zijn de onder staande bepalingen van toepassing:

a) 

Wat betreft artikel 23, kan elke partij bij de Overeenkomst zich wenden tot het Gemengd Comité, indien zij van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met de goede werking van de Overeenkomst in de zin van artikel 23, lid 1.

De partijen bij de Overeenkomst brengen alle dienstige inlichtingen ter kennis van het Gemengd Comité en verlenen dit Comité de nodige bijstand met het oog op de bestudering van het dossier en eventueel de opheffing van de aangevochten handelwijze.

Indien de betrokken partij bij de Overeenkomst binnen de door het Gemengd Comité vastgestelde termijn geen einde heeft gemaakt aan de aangevochten handelwijze, of indien in dit Comité binnen drie maanden vanaf de dag waarop het op de hoogte is gesteld, geen overeenstemming is bereikt, kan de betrokken partij de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij nodig acht om de door de bedoelde handelwijze ontstane ernstige moeilijkheden te verhelpen, en met name tot intrekking van tariefconcessies overgaan.

b) 

Wat betreft artikel 24, worden de moeilijkheden veroorzaakt door de in dat artikel bedoelde situatie voor onderzoek ter kennis gebracht van het Gemengd Comité, dat elk dienstig besluit kan nemen om daaraan een einde te maken.

Indien het Gemengd Comité of de uitvoerende partij bij de Overeenkomst binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen waardoor een einde aan de moeilijkheden wordt gemaakt, is de invoerende partij gerechtigd een compenserende heffing op het ingevoerde produkt toe te passen.

Deze compenserende heffing wordt berekend naar gelang van de invloed van de voor de verwerkte grondstoffen of halffabrikaten geconstateerde tariefverschillen op de waarde van de betrokken goederen.

c) 

Wat betreft artikel 24 A, worden de moeilijkheden veroorzaakt door de in dat artikel bedoelde situaties voor onderzoek ter kennis gebracht van het Gemengd Comité. Wat betreft artikel 24 A, onder ii), dient de dreiging van een tekort naar behoren te worden gestaafd door passende hoeveelheids- en prijsindicatoren.

Het Gemengd Comité kan elk besluit nemen dat dienstig is om een einde aan de moeilijkheden te maken. Indien het Gemengd Comité binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen, is de uitvoerende partij bij de Overeenkomst gerechtigd tijdelijk passende maatregelen op de uitvoer van het betrokken produkt toe te passen.

d) 

Wat betreft artikel 25, vindt overleg in het Gemengd Comité plaats alvorens de betrokken partij bij de Overeenkomst de passende maatregelen neemt.

e) 

Indien uitzonderlijke omstandigheden die een onmiddellijk ingrijpen vereisen een voorafgaand onderzoek uitsluiten, kan de betrokken partij bij de Overeenkomst in de situatie bedoeld in de artikelen 24, 24 A, 25 en 26 alsmede in gevallen van steunmaatregelen bij uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, onverwijld de strikt noodzakelijke beschermende maatregelen nemen om de situatie te verhelpen.

▼B

Artikel 28

Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of tot die van Zwitserland moeilijkheden voordoen of hiervoor ernstig gevaar bestaat, kan de betrokken Partij bij de Overeenkomst de noodzakelijke vrij-waringsmaatregelen treffen. Zij geeft hiervan onverwijld kennis aan de andere Partij.

Artikel 29

1.  
Er wordt een Gemengd Comité ingesteld, dat belast is met het beheer van de Overeenkomst en dat toeziet op de juiste uitvoering daarvan. Het Comité doet hiertoe aanbevelingen. Het neemt besluiten in de gevallen, bedoeld in de Overeenkomst. Deze besluiten worden door de Partijen bij de Overeenkomst volgens hun eigen voorschriften uitgevoerd.
2.  
Met het oog op de juiste uitvoering van de Overeenkomst wisselen de Partijen bij de Overeenkomst gegevens uit en plegen zij, indien één hunner daarom verzoekt, overleg in het Gemengd Comité.
3.  
Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 30

1.  
Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van Zwitserland, anderzijds.
2.  
Het Gemengd Comité spreekt zich uit in onder-linge overeenstemming.

Artikel 31

1.  
Het voorzitterschap van het Gemengd Comité wordt bij toerbeurt door de Partijen bij de Overeenkomst waargenomen, volgens in zijn reglement van orde vast te leggen regels.
2.  
Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar op initiatief van zijn voorzitter bijeen om de algemene werking van de Overeenkomst te bestuderen.

Bovendien komt het telkens bijeen wanneer een bijzondere aanleiding zulks vereist, op verzoek van een der Partijen bij de Overeenkomst, en wel onder in het reglement van orde vast te stellen voorwaarden.

3.  
Het Gemengd Comité kan besluiten tot oprichting van iedere werkgroep die het in de vervulling van zijn taak kan bijstaan.

Artikel 32

1.  
Wanneer een Partij bij de Overeenkomst van mening is dat het in het belang van de economieën van de beide Partijen bij de Overeenkomst is, de bij de Overeenkomst tot stand gebrachte betrekkingen uit te breiden tot gebieden die niet onder de Overeenkomst vallen, legt zij aan de andere Partij een met redenen omkleed verzoek voor.

De Partijen bij de Overeenkomst kunnen de bestudering van dit verzoek en de eventuele formulering van aanbevelingen met het oog op het aanknopen van onderhandelingen aan het Gemengd Comité opdragen.

2.  
De overeenkomsten waartoe de in lid 1 bedoelde onderhandelingen leiden, worden onderworpen aan bekrachtiging of goedkeuring door de Partijen bij de Overeenkomst, en wel overeenkomstig hun eigen procedures.

Artikel 33

De bijlagen en de Protocollen bij de Overeenkomst maken daarvan een integrerend deel uit.

Artikel 34

Elke Partij bij de Overeenkomst kan de Overeenkomst door kennisgeving aan de andere Partij opzeggen. De Overeenkomst houdt twaalf maanden na de datum van die kennisgeving op van kracht te zijn.

Artikel 35

De Overeenkomst is van toepassing op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap onder de daarin vermelde voorwaarden geldt, enerzijds, en op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat anderzijds.

Artikel 36

Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, ►M12  de Italiaanse en de Nederlandse ◄ taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Deze Overeenkomst wordt door de Partijen bij de Overeenkomst goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

Zij treedt in werking op 1 januari 1973, mits de Partijen bij de Overeenkomst elkaar vóór die datum kennis hebben gegeven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Na die datum treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op deze kennisgeving. De uiterste datum voor deze kennisgeving is 30 november 1973.

De op 1 april 1973 geldende bepalingen worden toegepast bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, indien deze na die datum plaatsheeft.

Udfærdiget i Bruxelles, den toogtyvende juli nitten hundrede og tooghalvfjerds.

Geschehen zu Brüssel am zweiundzwanzigsten Juli neunzehnhundertzweiundsiebzig.

Done at Brussels on this twenty-second day of July in the year one thousand nine hundred and seventy-two.

Fait à Bruxelles, le vingt-deux juillet mil neuf cent soixante-douze.

Fatto a Bruxelles, il ventidue luglio millenovecentosettantadue.

Gedaan te Brussel, de tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig.

▼M12 —————

▼B

På Rådet for De europæiske Fællesskabers vegne

Im Namen des Rates der Europäischen Gemeinschaften

In the name of the Council of the European Communities

Au nom du Conseil des Communautés européennes

A nome del Consiglio delle Comunità europee

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

▼M12 —————

▼B

signatory

signatory

signatory

Für die Schwiezerische Eidenossenschaft

Pour la Confédération Suisse

Per la Confederazione svizzera

signatory

signatory

signatory

▼M73

BIJLAGE 1



Lijst van de in artikel 2, onder i), van de Overeenkomst bedoelde producten:

GS-code

Omschrijving

2905 43

– – Mannitol

2905 44

– – D-glucitol (sorbitol)

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

3501 10

– caseïne

ex 3501 90

– andere:

– andere dan lijm van caseïne

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

– ovoalbumine:

3502 11

– – gedroogd

3502 19

– – andere

3502 20

– lactoalbumine, concentraten van twee of meer weiproteïnen daaronder begrepen

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

3809 10

– op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

– industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

3823 11

– – stearinezuur

3823 12

– – oliezuur

3823 19

– – andere

3823 70

– industriële vetalcoholen

3824 60

– sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

5301

Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas

5302

Hennep (Cannabis sativa L.) ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van hennep

▼M70

BIJLAGE II

De in artikel 2, onder ii), van de overeenkomst bedoelde producten



GS-code

Omschrijving

1302.

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

— plantensappen en plantenextracten:

ex 1302.19

— — andere:

— — — vanille-oleohars

1404.

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1404.20

— katoenlinters

1516.

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

ex 1516.20

— plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

— gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

ex 1518.

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: linoxyne

▼M70

BIJLAGE III

De in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde producten

Zwitserland heeft met ingang van 1 januari 1997 het fiscaal element dat begrepen was in de douanerechten bij invoer voor de in bijlage II van de overeenkomst van 1972 genoemde producten in een intern recht omgezet, zodat deze bijlage wordt ingetrokken.

BIJLAGE IV

▼M54

Lijst van de in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde produkten

De douanerechten die Zwitserland op de uitvoer van de hierna genoemde produkten naar de Gemeenschap toepast, worden overeenkomstig onderstaand tijdschema afgeschaft.



Geharmoniseerd systeem Post

Omschrijving

Datum van afschaffing

ex 26.20

Assen en residuen, hoofdzakelijk aluminium bevattend

1. 1. 1993

74.04

Resten en afval van koper

1. 1. 1993

76.02

Resten en afval van aluminium

1.1. 1993

▼B

PROTOCOL nr. 1

betreffende de regeling voor bepaalde produkten



AFDELING A

REGELING VOOR DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT ZWITSERLAND

Artikel 1

▼M25

1.  

De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling van produkten die onder de hoofdstukken 48 en 49 van het gemeenschappelijk douanetarief vallen, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:



Tijdschema

Produkten die vallen onder de tariefposten 48.01 C 11, 48.01 F, 48.07 C, 48.13 en 48.15 B

Andere produkten

Toe te passen percentages van de rechten

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

8

65

1 januari 1979

6

50

1 januari 1980

6

50

1 januari 1981

4

35

1 januari 1982

4

35

1 januari 1983

2

20

1 januari 1984

0

0

2.  

De douanerechten bij invoer in Ierland van de in lid 1 bedoelde produkten worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

20

1 januari 1979

15

1 januari 1980

15

1 januari 1981

10

1 januari 1982

10

1 januari 1983

5

1 januari 1984

0

3.  

In afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst passen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bij invoer van de in lid 1 bedoelde produkten van oorsprong uit Zwitserland de onderstaande douanerechten toe:



Tijdschema

Produkten die vallen onder de tariefposten 48.01 C II, 48.01 F, 48.07 C, 48.13 en 48.15 B

Andere produkten

Toe te passen percentages van de rechten

Toe te passen percentages van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief

1 januari 1978

8

65

1 januari 1979

6

50

1 januari 1980

6

50

1 januari 1981

4

35

1 januari 1982

4

35

1 januari 1983

2

20

1 januari 1984

0

0

▼B

4.  
Van 1 januari 1974 tot en met31 december 1983 kunnen Denemarken ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk jaarlijks voor de invoer van produkten die van oorsprong uit Zwitserland zijn tariefcontingenten met vrijdom van recht openen, waarvan de omvang, die in bijlage A is vermeld voor 1974, gelijk is aan het gemiddelde van de invoer in de jaren 1968 tot en met 1971, cumulatief verhoogd met vier maal 5 %; vanaf 1 januari 1975 wordt de omvang van deze tariefcontingenten jaarlijks verhoogd met 5 %.
5.  
Met de uitdrukking „de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling” wordt bedoeld: het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 2

1.  

De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of in Ierland van de in lid 2 genoemde produkten worden geleidelijk, in onderstaand tempo, tot de hieronder genoemde niveaus teruggebracht:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 april 1973

95

1 januari 1974

90

1 januari 1975

85

1 januari 1976

75

1 januari 1977

60

1 januari 1978

40  met een maximumheffing van 3 % ad valorem (met uitzondering van de onderverdelingen 78.01 A II en 79.01 A)

1 januari 1979

20

1 januari 1980

0

Voor de in de tabel van lid 2 vermelde onderverdelingen 78.01 A II en 79.01 A vinden de tariefverlagingen ten aanzien van de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling in afwijking van artikel 5, lid 3, van de Overeenkomst plaats met afronding op de tweede decimaal.

2.  

De in lid 1 bedoelde produkten zijn:



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

ex 73.02

Ferrolegeringen: met uitzondering van ferronikkel en onder het E.G.K.S.-Verdrag vallende produkten

76.01

Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium:

A.  ruw aluminium

78.01

Ruw lood (ook indien zilverhoudend); resten en afvallen, van lood:

A.  ruw lood:

II.  ander

79.01

Ruw zink; resten en afvallen, van zink:

A.  ruw zink

81.01

Wolfram, ruw of bewerkt

81.02

Molybdeen, ruw of bewerkt

81.03

Tantalium, ruw of bewerkt

81.04

Andere onedele metalen, ruw of bewerkt; cermets, ruw of bewerkt:
B.  Cadmium
C.  Kobalt:
II.  bewerkt ►M25  
D.  Chroom:
I.  ruw; resten en afvallen:
b)  ander
II.  bewerkt  ◄
E.  Germanium
F.  Hafnium (celtium)
G.  Mangaan
H.  Niobium (columbium)
IJ.  Antimonium
K.  Titanium
L.  Vanadium
M.  Uranium waaruit U 235 is afgescheiden
O.  Zirkonium
P.  Renium
Q.  Gallium, indium, thallium
R.  Cermets

Artikel 3

Invoer van produkten waarop de tariefregeling als vermeld in de artikelen 1 en 2 van toepassing is, met uitzondering van ruw lood ander dan werklood van onderverdeling 78.01 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, is onderworpen aan jaarlijkse indicatieve maxima waarboven de ten opzichte van derde landen geldende douanerechten opnieuw kunnen worden ingesteld overeenkomstig de volgende bepalingen:

a) 

Met inachtneming van de mogelijkheid voor de Gemeenschap om de toepassing van de maxima voor bepaalde produkten op te schorten, worden de voor 1973 vastgestelde maxima vermeld in bijlage B. Bij de berekening van deze maxima wordt ervan uitgegaan dat de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling en Ierland de eerste tariefverlaging op 1 april 1973 verrichten. Voor 1974 komen de maxima overeen met die van 1973, op jaarbasis aangepast voor de Gemeenschap en verhoogd met 5 %. Met ingang van 1 januari 1975 worden de maxima jaarlijks verhoogd met 5 %.

De Gemeenschap behoudt zich ten aanzien van de onder dit Protocol vallende produkten die niet in bijlage B zijn vermeld, de mogelijkheid voor om maxima in te stellen waarvan de omvang gelijk zal zijn aan het gemiddelde van de invoer in de Gemeenschap gedurende de laatste vier jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, verhoogd met 5 %; de volgende jaren worden deze maxima jaarlijks verhoogd met 5 %.

b) 

Indien de invoer van een produkt waarvoor een maximum geldt twee achtereenvolgende jaren minder bedraagt dan 90 % van de vastgestelde omvang, schort de Gemeenschap de toepassing van dit maximum op.

c) 

In geval van conjuncturele moeilijkheden behoudt de Gemeenschap zich de mogelijkheid voor om na overleg in het Gemengd Comité de voor het lopende jaar vastgestelde omvang nog een jaar aan te houden.

d) 

De Gemeenschap stelt het Gemengd Comité op 1 december van elk jaar in kennis van de lijst van de produkten waarvoor het volgende jaar maxima gelden, alsmede van de omvang daarvan.

e) 

Invoer die heeft plaatsgevonden in het kader van de overeenkomstig artikel 1, lid 4, geopende tariefcontingenten wordt eveneens in mindering gebracht op de voor dezelfde produkten vastgestelde maxima.

f) 

In afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst en van de artikelen 1 en 2 van dit Protocol kan, zodra een maximum is bereikt dat voor de invoer van een onder genoemd Protocol vallend produkt is vastgesteld, de heffing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van het betrokken produkt tot het einde van het kalenderjaar opnieuw worden ingesteld.

In dat geval:

— 
herstellen Denemarken ►M12  ————— ◄ en het Verenigd Koninkrijk vóór 1 juli 1977 de heffing van de onderstaande douanerechten:



Jaar

Toe te passen percentages van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief

1973

0

1974

40

1975

60

1976

80

— 
herstelt Ierland vóór 1 juli 1977 de heffing van de voor derde landen geldende rechten.

De uit de artikelen 1 en 2 van dit Protocol voortvloeiende douanerechten worden telkens op 1 januari van het volgende jaar opnieuw ingesteld.

g) 

Na 1 juli 1977 gaan de Partijen bij de Overeenkomst in het Gemengd Comité de mogelijkheid na om het percentage van de verhoging van de maxima te herzien, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van het verbruik en van de invoer in de Gemeenschap, alsmede met de bij de toepassing van dit artikel opgedane ervaring.

h) 

De maxima worden afgeschaft na afloop van de perioden voor de geleidelijke tariefafbraak als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit Protocol.

Artikel 4

1.  

Tot en met 31 december 1975 handhaaft de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling een minimumheffing van de douanerechten bij invoer van de volgende produkten:



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Gehandhaafde minimumheffing

91.01

Zakhorloges, polshorloges en dergelijke, stophorloges daaronder begrepen

0,35 R.E. per stuk

91.07

Horlogeuurwerken, volledig gemonteerd:

A.  met van een spiraalveer voorziene onrust

0,28 R.E. per stuk

91.11

Andere delen en onderdelen, voor de uurwerkmakerij:

C.  Horlogeuurwerken, niet volledig gemonteerd:

I.  met van een spiraalveer voorziene onrust

0,28 R.E. per stuk

2.  
De in lid 1 bedoelde douanerechten worden in twee gelijke gedeelten afgeschaft, en wel op 1 januari 1976 en op 1 juli 1977. In afwijking van artikel 5, lid 3, van de Overeenkomst worden de aldus verlaagde rechten toegepast met afronding op de tweede decimaal.
3.  
De Overeenkomst is van toepassing op de produkten van hoofdstuk 91 van de Naamlijst van Brussel, voor zover Zwitserland de op 20 juli 1972 te Brussel ondertekende Aanvullende Overeenkomst op de „Overeenkomst betreffende produkten van de uurwerkindustrie, tussen de Europese Economische Gemeenschap alsmede haar Lid-Staten en de Zwitserse Confederatie”, van 1967, toepast.

De in de Aanvullende Overeenkomst vastgestelde verplichtingen worden beschouwd als verplichtingen in de zin van artikel 22 van de onderhavige Overeenkomst.



AFDELING B

REGELING VOOR DE INVOER IN ZWITSERLAND VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT DE GEMEENSCHAP

Artikel 5

▼M25

1.  

Met ingang van 1 januari 1978 worden de douanerechten bij invoer in Zwitserland van de in bijlage C van dit Protocol genoemde produkten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of uit Ierland geleidelijk opgeheven volgens het onderstaande tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

50

1 januari 1981

35

1 januari 1982

35

1 januari 1983

20

1 januari 1984

0

2.  

De douanerechten bij invoer in Zwitserland van de onder post 4418 van de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad vallende produkten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling of uit Ierland, worden geleidelijk opgeheven volgens het onderstaande tijdschema:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

40

1 januari 1981

20

1 januari 1982

0

3.  

Met ingang van 1 januari 1978 behoudt Zwitserland, in afwijking van artikel 3 van de Overeenkomst, zich het recht voor, op grond van economische vereisten en administratieve overwegingen, bij invoer van de in bijlage C genoemde produkten die van oorsprong zijn uit Denemarken of het Verenigd Koninkrijk de volgende douanerechten toe te passen:



Tijdschema

Toe te passen percentages van de basisrechten

1 januari 1978

65

1 januari 1979

50

1 januari 1980

50

1 januari 1981

35

1 januari 1982

35

1 januari 1983

20

1 januari 1984

0

▼B

Artikel 6

▼M25

Voor de produkten van de posten 4418, 4801 en 4807 van de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad behoudt Zwitserland zich de mogelijkheid voor om in geval van ernstige moeilijkheden indicatieve maxima in te stellen volgens de in artikel 3 van dit Protocol vastgestelde regels. Bij invoer boven deze maxima kunnen daarvoor opnieuw douanerechten worden ingesteld die niet hoger zijn dan die welke ten opzichte van derde landen gelden.

▼B

BIJLAGE A

Lijst van tariefcontingenten voor 1974

DENEMARKEN ►M12  ————— ◄ , VERENIGD KONINKRIJK



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Omvang (in tonnen)

Denemarken

►M12  — ◄

Verenigd Koninkrijk

Hoofdstuk 48

PAPIER EN KARTON; CELLULOSE-, PAPIER- EN KARTONWAREN

 

 

 

►M25  48.01 ◄

►M25  Papier en karton, celluosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen: ◄

 

 

 

C.  Kraftpapier en kraftkarton:

 

 

 

ex II.  ander, met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton voor bedekking, de zogenaamde „kraftliner”, en kraftpapier voor zakken met een grote inhoud

►M12  — ◄

145

►M25  
ex F.  ander:  ◄

 

 

 

►M25  

— Bijbelpapier, doorslagpapier; ander druk- en schrijfpapier, geen of niet meer dan 5 gewichtspercenten houtslijp bevattend

 ◄

►M12  — ◄

202

►M25  

— Grondpapier voor behangselpapier

 ◄

►M12  — ◄

244

48.03

Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen

__

►M12  — ◄

126

►M25  48.07 ◄

►M25  Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geimpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndïenneerd en dergelijk) of bedrukt (ander dan papier en karton bedoeld bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen: ◄

 

 

 

►M25  
C.  ander:  ◄

 

 

 

►M25  

— gestreken druk- of schrijfpapier

 ◄

►M12  — ◄

152

►M25  

— overig

 ◄

►M12  — ◄

586

►M25  48.16 ◄

►M25  Dozen, zakken en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton; kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en voor dergelijk gebruik: ◄

►M12  — ◄

 

►M25  
A.  Dozen, zakken en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton  ◄

 

207

►M25  48.21 ◄

►M25  Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten: ◄

 

 

 

►M25  
B.  Luiers en inlegluiers, opgemaakt voor de verkoop in het klein  ◄

►M12  — ◄

 

►M25  
D.  andere  ◄

►M12  — ◄

147

►M25  
ex
Hoofdstuk 48  ◄

►M25  Andere produkten van hoofdstuk 48, met uitzondering van de produkten van de onderverdeling 48.01 A en van post 48.09 ◄

1 261

►M12   ◄

522

ex

Hoofdstuk 49

Artikelen van de boekhandel en produkten van de grafische kunst die in het gemeenschappelijk douanetarief zijn onderworpen aan douanerechten (49.03, 49.05 A, 49.07 A, 49.07 C II, 49.08, 49.09, 49.10, 49.11 B)

190

►M12   ◄

756 918  (1)

(1)   

In ponden sterling.

BIJLAGE B

Lijst van maxima voor 1973



Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

Omvang

(in tonnen)

73.02

Ferrolegeringen:

 

C.  Ferrosilicium

6 617

76.01

Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium:

 

A.  ruw aluminium

9 824

BIJLAGE C

Lijst van produkten waarvoor Zwitserland zijn rechten ten opzichte van de Gemeenschap gedurende een verlengde overgangsperiode verlaagt



Nr. van het Zwitsers douanetarief

Omschrijving

▼M25

4801.

Papier en karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen

▼B

4803.

Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen:

20

— ander

▼M25

4807.

Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geïmpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndiënneerd of dergelijk) of bedrukt (ander dan papier en karton bedoeld bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen

▼B

4815.

Andere papier en karton, voor bepaalde doeleinden gesneden:

22

— ander

4821.

Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten:

20

— Tafellakens, servetten en zakdoeken

▼M73

PROTOCOL nr. 2

Betreffende bepaalde verwerkte landbouwproducten

Artikel 1

Algemene beginselen

1.  
De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op de in de tabellen I en II opgenomen producten, tenzij in dit protocol anderszins wordt bepaald.
2.  
Met name mogen de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot deze producten geen invoerrechten of heffingen van gelijke werking, zoals agrarische elementen, opleggen of uitvoerrestituties of andere algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking verlenen.
3.  
Totdat Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is op het Vorstendom Liechtenstein, zijn de bepalingen van dit protocol eveneens van toepassing op het Vorstendom Liechtenstein.

Artikel 2

Toepassing van prijscompenserende maatregelen

1.  
Teneinde rekening te houden met kostenverschillen voor de agrarische grondstoffen die voor de vervaardiging van de in tabel I genoemde producten zijn gebruikt, vormt de overeenkomst geen beletsel voor de toepassing van prijscompenserende maatregelen voor deze producten; dit betreft de heffing van agrarische elementen bij invoer en het verlenen van uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.
2.  
Indien een overeenkomstsluitende partij interne maatregelen toepast die de prijs van de grondstoffen voor de verwerkende industrie verlagen, wordt bij de berekening van de prijscompenserende bedragen rekening gehouden met deze maatregelen.

Artikel 3

Prijscompenserende maatregelen bij invoer

1.  
De Zwitserse basisbedragen voor de agrarische grondstoffen die bij de berekening van de agrarische elementen bij invoer in aanmerking worden genomen, overschrijden noch het verschil tussen de Zwitserse binnenlandse referentieprijs en de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap voor de desbetreffende agrarische grondstof, noch het Zwitserse invoerrecht dat thans wordt toegepast bij de invoer van de agrarische grondstof in onverwerkte staat.
2.  
De Zwitserse invoerregeling voor de in tabel I genoemde producten is neergelegd in tabel IV.
3.  
Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, mag de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2 prijscompenserende maatregelen invoeren; dit betreft de heffing van agrarische elementen op invoer in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1460/96 en navolgende verordeningen.

Artikel 4

Prijscompenserende maatregelen bij uitvoer

1.  
De Zwitserse uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die worden toegepast op de uitvoer van de in tabel I genoemde producten naar de Gemeenschap, overschrijden niet het verschil tussen de Zwitserse binnenlandse referentieprijs en de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap voor de agrarische grondstoffen die voor de vervaardiging van deze producten zijn gebruikt, vermenigvuldigd met de feitelijk gebruikte hoeveelheden. Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs gelijk is aan of lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, bedraagt de Zwitserse uitvoerrestitutie of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking nul.
2.  
Indien de Zwitserse binnenlandse referentieprijs lager is dan de binnenlandse referentieprijs van de Gemeenschap, mag de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2 prijscompenserende maatregelen invoeren; dit betreft het verlenen van uitvoerrestituties in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1520/2000 en navolgende verordeningen of het verlenen van uitvoerrestituties of de algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.
3.  
Voor suiker (GS-codes 1701 , 1702 en 1703 ) die bij de vervaardiging van de in de tabellen I en II genoemde producten wordt gebruikt, mogen de overeenkomstsluitende partijen geen uitvoerrestituties verlenen, noch een algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.

Artikel 5

Referentieprijzen

1.  
De binnenlandse referentieprijzen van de Gemeenschap en van Zwitserland voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde agrarische grondstoffen zijn opgenomen in tabel III.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen verstrekken het gemengd comité periodiek, en ten minste eenmaal per jaar, de binnenlandse referentieprijzen van alle grondstoffen waarvoor prijscompenserende maatregelen worden toegepast. De verstrekte binnenlandse referentieprijzen geven een beeld van de feitelijke prijssituatie op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij. Het gaat om de prijzen die gewoonlijk door de verwerkende industrie in de groothandels- of verwerkingsfase worden betaald. Indien een agrarische grondstof voor de verwerkende industrie of voor een deel daarvan beschikbaar is tegen een prijs die lager is dan die welke voor de rest van de binnenlandse markt geldt, worden de verstrekte binnenlandse referentieprijzen dienovereenkomstig aangepast.
3.  
Het gemengd comité stelt voor de in tabel III genoemde agrarische grondstoffen de binnenlandse referentieprijzen en de prijsverschillen vast op basis van de door de diensten van de Commissie en de Zwitserse federale regering verstrekte informatie. Indien het voor het behoud van de relatieve preferentiemarges noodzakelijk is, worden de basisbedragen voor de agrarische grondstoffen in tabel IV aangepast.
4.  
Het gemengd comité herziet de in de artikelen 3 en 4 bedoelde binnenlandse prijzen van agrarische grondstoffen, die zijn opgenomen in tabel III, voordat dit protocol wordt toegepast.

Artikel 6

Speciale bepaling over administratieve samenwerking

Speciale bepalingen over administratieve samenwerking zijn neergelegd in het aanhangsel van dit protocol.

Artikel 7

Wijzigingen

Het gemengd comité kan besluiten de tabellen, de aanhangsels van de tabellen en het aanhangsel van dit protocol te wijzigen.

TABEL I

Producten waarvoor prijscompenserende maatregelen gelden



GS Post nr.

Omschrijving

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

.10

– yoghurt:

ex .10

– – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

.90

– andere:

ex .90

– – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

.20

– zuivelpasta's:

ex .20

– – met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 75 gewichtspercenten

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

.10

– margarine, andere dan vloeibare margarine:

ex .10

– – met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

.90

– andere:

ex .90

– – met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 , geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

.10

– aardappelen:

ex .10

– – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

.20

– aardappelen:

ex .20

– – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

– noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

.11

– – grondnoten:

ex .11

– – – pindakaas

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

– extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

.12

– – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

ex .12

– – – bevattende 1,5 of meer gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, 2,5 of meer gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, 5 of meer gewichtspercenten suiker of 5 of meer gewichtspercenten zetmeel

.20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

ex .20

– bevattende 1,5 of meer gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, 2,5 of meer gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, 5 of meer gewichtspercenten suiker of 5 of meer gewichtspercenten zetmeel

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

.20

– tomatenketchup en andere tomatensausen

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan mangochutney, vloeibaar

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

.10

– proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

ex .10

– – bevattende meer dan 1 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, meer dan 1 gewichtspercent andere vetstoffen of meer dan 5 gewichtspercenten suiker

.90

– andere

▼M78

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

.90

– andere:

ex .90

– – bevattende melkproducten als bedoeld bij de posten 0401 en 0402

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan geconcentreerd druivensap met toegevoegde alcohol

▼M73

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

.10

– caseïne

.90

– andere:

ex .90

– – andere dan lijm van caseïne

TABEL II

Vrijhandelsproducten



GS Post nr.

Omschrijving

0501

Mensenhaar, onbewerkt, ook indien gewassen of ontvet; afval van mensenhaar

0502

Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar

0503

Paardenhaar (crin) en afval van paardenhaar, ook indien in vliezen, al dan niet op een onderlaag

0505

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren:

10

– veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons

ex 90

– andere (andere dan voor voederdoeleinden)

0506

Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen

0507

Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen

0508

Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen:

ex 00

– andere dan voor voederdoeleinden

0509

Echte sponsen

0510

Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

40

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

90

– andere groenten en mengsels van groenten:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

0903

Maté

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit „Cichorium intybus sativum” daaronder begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

ex 20

– zeewier en andere algen (andere dan voor voederdoeleinden)

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

1401

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotting, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen)

1402

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt als opvulmateriaal (bijvoorbeeld kapok, plantenhaar („crin végétal”), zeegras), ook indien in vliezen, al dan niet bevestigd op een onderlaag of tussen twee lagen, van andere stof

1403

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het vervaardigen van bezems en van borstels (bijvoorbeeld sorghopluimen en -stro, piassava, hondsgras, istle), ook indien in wrongen of in bosjes

1404

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen:

10

– ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof

20

– katoenlinters

ex 90

– andere (andere dan voor voederdoeleinden)

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

ex 00

– andere dan voor voederdoeleinden

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

20

– plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

ex 20

– – gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 :

90

– andere:

ex 90

– – mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

1518

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516 ; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

ex 00

– linoxyne

1520

Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd

1522

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

50

– chemisch zuivere fructose

90

– andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:

ex 90

– – chemisch zuivere maltose (andere dan voor voederdoeleinden)

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet

1804

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

1805

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

90

– andere:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata); palmharten; broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen bedoeld bij post 0714

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

90

– andere groenten en mengsels van groenten:

ex 90

– – suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 :

80

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd):

ex 00

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

– noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

11

– – grondnoten:

ex 11

– – – grondnoten, gebrand

– andere, mengsels, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2008 19 , daaronder begrepen:

91

– – palmharten

99

– – andere:

ex 99

– – – maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

– extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

11

– – extracten, essences of concentraten

12

– – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

ex 12

– – – bevattende geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, geen of minder dan 2,5 gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, geen of minder dan 5 gewichtspercenten suiker of geen of minder dan 5 gewichtspercenten zetmeel

20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

ex 20

– – bevattende geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, geen of minder dan 2,5 gewichtspercenten van melk afkomstige proteïnen, geen of minder dan 5 gewichtspercenten suiker of geen of minder dan 5 gewichtspercenten zetmeel

30

– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002 ); samengesteld bakpoeder:

ex 10

– levende gist (andere dan bakkersgist en andere dan voor voederdoeleinden)

ex 20

– inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan voor voederdoeleinden)

30

– samengesteld bakpoeder

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

10

– sojasaus

30

– mosterdmeel en bereide mosterd:

ex 30

– – mosterdmeel, andere dan voor voederdoeleinden; bereide mosterd

90

– andere:

ex 90

– – mangochutney, vloeibaar

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

10

– proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

ex 10

– – andere dan die welke meer dan 1 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, meer dan 1 gewichtspercent andere vetstoffen of meer dan 5 gewichtspercenten suiker bevatten

2201

Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw

▼M78

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

.10

- water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

.90

- andere:

ex .90

- - andere dan vruchten- of groentesappen verdund met water of met koolzuur verzadigd en andere dan die welke melkbestanddelen als bedoeld bij de posten 0401 en 0402 bevatten

▼M73

2203

Bier van mout

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte:

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

20

– dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer

30

– whisky

40

– rum en tafia

50

– gin en jenever

60

– wodka

70

– likeuren

2209

Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur

▼M91



Tabel III

Binnenlandse referentieprijzen van de Europese Unie en Zwitserland

Agrarische grondstof

Binnenlandse referentieprijs Zwitserland

CHF per 100 kg nettogewicht

Binnenlandse referentieprijs EU

CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 4, lid 1

Toegepast door Zwitserland Verschil referentieprijs Zwitserland/EU

CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 3, lid 3

Toegepast door de EU Verschil referentieprijs Zwitserland/EU

EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

50,60

20,46

30,15

0,00

Harde tarwe

-

-

1,20

0,00

Rogge

40,45

18,74

21,70

0,00

Gerst

-

-

-

-

Mais

-

-

-

-

Meel van zachte tarwe

91,10

42,42

48,70

0,00

Vollemelkpoeder

601,45

321,47

280,00

0,00

Mageremelkpoeder

402,60

200,98

201,60

0,00

Boter

1 041,90

487,22

554,70

0,00

Witte suiker

-

-

-

-

Eieren

-

-

38,00

0,00

Verse aardappelen

40,95

27,61

13,35

0,00

Plantaardig vet

-

-

170,00

0,00

▼M73

TABEL IV

Zwitserse invoerregeling

a) 

Het douanerecht voor de in het aanhangsel van deze tabel opgenomen producten is een agrarisch element dat wordt berekend op basis van het nettogewicht. De standaardsamenstellingen worden in het aanhangsel gespecificeerd.

▼M91

b) 

Basisbedragen voor de agrarische grondstoffen die bij de berekening van de agrarische elementen in aanmerking worden genomen:



Agrarische grondstof

Door Zwitserland toegepast basisbedrag

Artikel 3, lid 2

Door de EU toegepast basisbedrag

Artikel 4, lid 2

CHF per 100 kg nettogewicht

EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

24,55

0,00

Harde tarwe

1,00

0,00

Rogge

17,70

0,00

Gerst

-

-

Mais

-

-

Meel van zachte tarwe

39,70

0,00

Vollemelkpoeder

227,80

0,00

Mageremelkpoeder

164,30

0,00

Boter

452,10

0,00

Witte suiker

-

-

Eieren

30,95

0,00

Verse aardappelen

10,90

0,00

Plantaardig vet

138,55

0,00

▼M78

c) 

Voor de producten in onderstaande tabel bedraagt het douanerecht nul.



Zwitserse tariefpost

Toelichting

1901.9099

 

1904.9020

 

1905.9040

 

2103.2000

 

ex 2103.9000

andere dan mangochutney, vloeibaar

2104.1000

 

2106.9010

 

2106.9024

 

2106.9029

 

2106.9030

 

2106.9040

 

2106.9099

 

ex 2202.9090

bevattende melkbestanddelen als bedoeld bij de posten 0401 en 0402

2208.9010

 

2208.9099

 

▼M73

d) 

Vanaf het moment dat dit protocol wordt toegepast, worden de douanerechten voor de in onderstaande tabel opgenomen producten in drie gelijke jaarlijkse stappen verlaagd tot nul.



Zwitserse tariefpost

Toegepast recht vanaf de inwerkingtreding

Toegepast recht een jaar na de inwerkingtreding

Toegepast recht twee jaar na de inwerkingtreding

CHF per 100 kg brutogewicht

CHF per 100 kg brutogewicht

CHF per 100 kg brutogewicht

2208.9021

27,30

13,70

0,00

2208.9022

46,70

23,30

0,00

e) 

De tariefposten in deze tabel hebben betrekking op die welke op 1 januari 2002 in Zwitserland van toepassing waren. Niettegenstaande artikel 12 bis van de overeenkomst zijn eventuele wijzigingen in de tariefnomenclatuur niet van invloed op de bepalingen in deze tabel.

▼M78

Aanhangsel



Zwitserse tariefpost

Toelichting

Zachte tarwe

Harde tarwe

Rogge

Gerst

Maïs

Meel van zachte tarwe

Vollemelkpoeder

Mageremelkpoeder

Boter

Suiker

Eieren

Verse aardappelen

Plantaardig vet

kg grondstof per 100 kg nettogewicht van het eindproduct

1901.2099

 

 

 

 

 

 

90

 

 

 

20

 

 

 

▼M73

Aanhangsel van Protocol nr. 2

Bepalingen over administratieve samenwerking

1. De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat administratieve samenwerking cruciaal is voor de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de preferentiële behandeling die in het kader van dit protocol wordt verleend. Zij verbinden zich ertoe onregelmatigheden en fraude op het gebied van douane en daarmee verband houdende kwesties te bestrijden.

2. Indien een overeenkomstsluitende partij op grond van objectieve informatie en in het kader van dit protocol ontbrekende administratieve samenwerking en/of onregelmatigheden of fraude heeft vastgesteld, kan zij de preferentiële behandeling van het betrokken product of de betrokken producten overeenkomstig deze bijlage tijdelijk schorsen.

3. Voor de toepassing van dit aanhangsel wordt onder ontbrekende administratieve samenwerking onder meer verstaan:

a) 

herhaaldelijk de verplichte verificatie van de oorsprong van het betrokken product of de betrokken producten niet uitvoeren;

b) 

herhaaldelijk weigeren de controle achteraf van het bewijs van oorsprong uit te voeren en/of de resultaten hiervan mee te delen, dan wel dit herhaaldelijk met onnodige vertraging doen;

c) 

herhaaldelijk weigeren vergunning te geven om in het kader van de administratieve samenwerking ter plaatse de authenticiteit van documenten of de juistheid van informatie, die voor het verlenen van een preferentiële behandeling van belang zijn, te verifiëren, dan wel dit herhaaldelijk met onnodige vertraging doen.

In het kader van dit aanhangsel kunnen onregelmatigheden of fraude onder meer worden vastgesteld wanneer er sprake is van een snelle toename, zonder bevredigende verklaring, van de invoer van goederen boven het gebruikelijke productieniveau en de gebruikelijke uitvoercapaciteit van de andere overeenkomstsluitende partij, terwijl er objectieve informatie over onregelmatigheden of fraude is.

4. Voor een tijdelijke schorsing moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

a) 

de overeenkomstsluitende partij die op basis van objectieve informatie ontbrekende administratieve samenwerking en/of onregelmatigheden of fraude op het gebied van douane en daarmee verband houdende kwesties vaststelt, stelt het gemengd comité onverwijld in kennis van zijn bevindingen en van de objectieve informatie, en overlegt binnen het gemengd comité op basis van alle relevante informatie en objectieve bevindingen over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing;

b) 

wanneer de overeenkomstsluitende partijen binnen het gemengd comité overleg hebben gevoerd, maar binnen drie maanden na de kennisgeving nog geen overeenstemming hebben bereikt over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing, kan de betrokken partij de preferentiële behandeling van het betrokken product of de betrokken producten tijdelijk schorsen. Het gemengd comité wordt onverwijld in kennis gesteld van een tijdelijke schorsing;

c) 

tijdelijke schorsingen in het kader van dit aanhangsel mogen niet langer duren dan nodig is om de financiële belangen van de betrokken overeenkomstsluitende partij te beschermen. Zij mogen een termijn van zes maanden niet overschrijden; verlenging is evenwel mogelijk. Wanneer tot een tijdelijke schorsing wordt besloten, wordt het gemengd comité hiervan onverwijld in kennis gesteld. In het gemengd comité vindt regelmatig overleg plaats, met name om ervoor te zorgen dat tijdelijke schorsingen worden beëindigd zodra niet langer aan de voorwaarden voor de schorsing wordt voldaan.

5. Tegelijk met de kennisgeving aan het gemengd comité zoals bedoeld onder punt 4a) van dit aanhangsel neemt de betrokken partij in zijn publicatieblad een kennisgeving aan de importeurs op. Hierin wordt voor het desbetreffende product aangegeven dat op grond van objectieve informatie ontbrekende administratieve medewerking en/of onregelmatigheden of fraude zijn vastgesteld.

▼M88

PROTOCOL 3

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden voor administratieve samenwerking



Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels ( 1 ) („de conventie”) van toepassing.

Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt het aan het Gemengd Comité voorgelegd.

In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

1.  
Indien ofwel de EU ofwel Zwitserland de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 te willen opzeggen, onderhandelen de EU en Zwitserland onmiddellijk over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
2.  
Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven op deze overeenkomst de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie van toepassing. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie echter zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de EU en Zwitserland toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I van de conventie, mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de EU, Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces en de Republiek Moldavië zijn betrokken.

▼B

PROTOCOL Nr. 4

met betrekking tot enkele bijzondere bepalingen betreffende Ierland

In afwijking van artikel 13 van de Overeenkomst zijn de maatregelen, genoemd in Protocol nr. 6, paragrafen 1 en 2, en Protocol nr. 7, artikel 1, van de „Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen” ►M12  ————— ◄ , welke maatregelen respectievelijk betrekking hebben op bepaalde kwantitatieve beperkingen die van belang zijn voor Ierland en op de invoer van motorvoertuigen en de motorvoertuigenassemblage-industrie in Ierland, van toepassing op Zwitserland.

PROTOCOL Nr. 5

betreffende de invoerregeling van Zwitserland voor bepaalde produkten die aan de regeling met betrekking tot de vorming van verplichte voorraden zijn onderworpen





Artikel 1

Zwitserland kan produkten die onontbeerlijk zijn voor het voortbestaan van de bevolking en van het leger in oorlogstijd, die in Zwitserland niet of in onvoldoende mate worden geproduceerd en waarvan de kenmerken en aard de vorming van voorraden toelaten, ana een regeling van verplichte voorraden onderwerpen.

Zwitserland past deze regeling toe op een wijze die generlei rechtstreekse of indirecte discriminatie tussen uit de Gemeenschap ingevoerde produkten en gelijksoortige binnenlandse produkten meebrengt.

Artikel 2

Op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst komen de volgende produkten onder de in artikel 1 omschreven regeling te vallen:

▼M70



Nr. van het Zwitserse douanetarief

Omschrijving

1516.

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

— plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

ex 2091/2099

— — andere:

. gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”., voor de vervaardiging van zeep of van organische tensio-actieve producten

1704.

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

— andere:

ex 9010

— — witte chocolade, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 1 kg

1806.

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

ex 1010/1020

— cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 1 kg

— andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

2091/2099

— — andere

ex 3111/3290

— andere, in de vorm van tabletten, staven of repen, in recipiënten met een inhoud van meer dan 1 kg

ex 9011/9029

— andere, in recipiënten met een inhoud van meer dan 1 kg

1905.

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten, ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel:

— andere:

— — brood en andere gewone bakkerswaren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, noch van honing, eieren, vetstoffen, kaas of noten of vruchten:

— — — niet opgemaakt voor de verkoop in het klein:

— — — — paneermeel:

9021

— — — — — voor diervoeding

2510.

Natuurlijk calciumfosfaat, natuurlijk aluminiumcalciumfosfaat en gefosfateerd krijt:

ex 1000/2000

— natuurlijk fosfaat, als meststof gebruikt

2707.

Olie en andere producten, verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer; soortgelijke producten waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische overtreft:

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof:

1010

— — benzol

2010

— — toluol

3010

— — xylol

4010

— — naftaleen

5010

— — andere mengsels van aromatische koolwaterstoffen die, distillatieverliezen inbegrepen, voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij 250°C of lager, bepaald volgens de methode ASTM D 86

6010

— — fenolen

9110

— — creosootolie

9910

— — andere

— bestemd om te worden gebezigd voor verwarming:

ex 4090

— — naftaleen

ex 5090

— — andere mengsels van aromatische koolwaterstoffen die, distillatieverliezen inbegrepen, voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij 250°C of lager, bepaald volgens de methode ASTM D 86

ex 6090

— — fenolen

ex 9190

— — creosootolie

ex 9990

— — andere

2709.

Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze metalen:

0010

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof

0090

— andere

2710.

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70% of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen:

— bestemd om te worden gebezigd als motorbrandstof:

— — benzine en fracties daarvan:

0011

— — — zonder toevoeging van lood en bestemd om als zodanig te worden gebezigd als motorbrandstof

0012

— — — andere

0013

— — white spirit

0014

— — dieselolie

0015

— — petroleum

0019

— — andere

— bestemd voor ander gebruik:

ex 0021

— — benzine en fracties daarvan:

. voor de vervaardiging van gas en de petrochemische transformatie daarvan, alsmede voor industriële verwarming

0022

— — white spirit

0023

— — petroleum

0024

— — olie voor verwarmingsdoeleinden

ex 0025

— — distillaten van minerale olie waarvan minder dan 20% vol onder 300°C tot distillatie overgaat, niet gemengd, met uitsluiting van vloeibare paraffine van farmaceutische kwaliteit

0026

— — distillaten van minerale olie waarvan minder dan 20% vol onder 300°C tot distillatie overgaat, gemengd

0027

— — minerale vetten voor smering

0029

— — andere distillaten en producten

2809.

Difosforpentaoxide (fosforzuuranhydride); fosforzuur en polyfosforzuren:

ex 2000

— fosforzuur en polyfosforzuren:

. fosforzuur, als meststof gebruikt

2814.

Ammoniak, watervrij of in waterige oplossing (ammonia):

ex 1000

— ammoniak, watervrij, als meststof gebruikt

ex 2000

— ammoniak in waterige oplossing (ammonia), als meststof gebruikt

2827.

Chloriden, chlorideoxiden en chloridehydroxiden; bromiden en bromideoxiden, iodiden en iodideoxiden:

ex 1000

— ammoniumchloride, als meststof gebruikt

2834.

Nitriten; nitraten:

— nitraten:

ex 2100

— — van kalium, als meststof gebruikt

ex 2900

— — andere:

. van magnesium en van calcium, als meststoffen gebruikt

2835.

Fosfinaten (hypofosfiten), fosfonaten (fosfiten), fosfaten en polyfosfaten:

— fosfaten:

ex 2400

— — van kalium, als meststof gebruikt

ex 2500

— — calciumwaterstoforthofosfaat („dicalciumfosfaat”.), als meststof gebruikt

ex 2600

— — andere calciumfosfaten, als meststof gebruikt

ex 2900

— — andere, als meststof gebruikt

— polyfosfaten:

ex 3900

— — andere, als meststof gebruikt

2836.

Carbonaten; peroxocarbonaten (percarbonaten); ammoniumcarbamaathoudend ammoniumcarbonaat in handelskwaliteit:

ex 4000

— kaliumcarbonaten, als meststof gebruikt

2842.

Andere anorganische zouten en peroxozouten, met uitzondering van aziden:

— dubbelsilicaten en complexe silicaten

ex 1090

— — andere:

. dubbelzouten en complexe zouten (waterverzachter), voor de vervaardiging van afwasproducten

— andere:

ex 9090

— — andere:

. dubbelzouten en complexe zouten (waterverzachter), voor de vervaardiging van afwasproducten

2901.

Acyclische koolwaterstoffen:

— verzadigde:

— — andere dan gasvormig:

1091

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— niet verzadigd:

— — buta-1,3-dieen en isopreen:

— — — isopreen:

2421

— — — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

— — — andere dan gasvormig:

2991

— — — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

2902.

Cyclische koolwaterstoffen:

— cycloalkanen, cycloalkenen en cycloterpenen:

— — cyclohexaan:

1110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— benzeen:

2010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— tolueen:

3010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— xylenen:

— — o-xyleen:

4110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — m-xyleen:

4210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — p-xyleen:

4310

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — mengels van xyleenisomeren:

4410

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— ethylbenzeen:

6010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— cumeen:

7010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— andere:

9010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

2905.

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— verzadigde eenwaardige alcoholen

— — methanol (methylalcohol):

1110

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — propaan-1-ol (propylalcohol) en propaan-2-ol (isopropylalcohol):

1210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere butanolen:

1410

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — pentanol (amylalcohol) en isomeren daarvan:

1510

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — octanol (octylalcohol) en isomeren daarvan:

1610

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

ex 1690

— — — andere:

. vetalcoholen, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 1700

— — dodecaan-1-ol (laurylalcohol), hexadecaan-1-ol (cetylalcohol) en octadecaan-1-ol (stearylalcohol):

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

ex 1990

— — — andere:

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— onverzadigde eenwaardige alcoholen:

— — acyclische terpeenalcoholen:

2210

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — andere:

2910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— — — andere:

ex 2999

— — — — andere:

. vetalcoholen voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2907.

Fenolen; fenolalcoholen:

— eenwaardige fenolen:

ex 1300

— — octylfenol, nonylfenol, alsmede isomeren daarvan; zouten van deze producten, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 1500

— — naftolen en zouten daarvan, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

ex 1990

— — — andere, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

ex 3000

— fenolalcoholen, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2909.

Ethers, etheralcoholen, etherfenolen, etherfenolalcoholen, alcoholperoxiden, etherperoxiden, cetonperoxiden (al dan niet chemisch welbepaald), alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— acyclische ethers en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— — andere:

1910

— — — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— ethers van cycloalkanen, van cycloalkenen en van cycloterpenen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

2010

— — bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof

— aromatische ethers en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

3010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— etheralcoholen en halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— — monomethylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol:

4210

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — monobutylethers van ethylglycol of van diëthyleenglycol:

4310

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — andere monoalkylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol:

4410

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— — andere:

4910

— — — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— etherfenolen, etherfenolalcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

5010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

— alcoholperoxiden, etherperoxiden, cetonperoxiden, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

6010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

2910.

Epoxiden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers, met een drieringsysteem, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

ex 1000

— oxiraan (ethyleenoxide), voor de vervaardiging van zeep van organische tensioactieve producten

2915.

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— boterzuren en valeriaanzuren, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 6090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— palmitinezuur en stearinezuur, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 7090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— andere:

ex 9090

— — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

. esters van eenwaardige carbonzuren voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

2916.

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

— onverzadigde acyclische eenwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

— — oliezuur, linolzuur en linoleenzuur, alsmede zouten en esters daarvan:

ex 1590

— — — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— — andere:

ex 1990

— — — andere:

. vetzuren, voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

2917.

Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

— meerwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

ex 1200

— — adipinezuur en zouten en esters daarvan:

. esters van adipinezuur voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

2922.

Aminoverbindingen met zuurstofhoudende groepen:

— aminozuren en esters daarvan, andere dan die met zuurstofhoudende groepen van meer dan één soort; zouten van deze producten:

— — andere:

ex 4990

— — — andere:

. nitrilo-triacetaten, voor de vervaardiging van afwasproducten

2933.

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom:

ex 4000

— verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde, chinoline of isochinolinering, niet verder geanelleerd (gecondenseerd):

. stoffen met antibiotische werking

— verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde pyrimidinering of met een piperazinering:

— — andere:

ex 5910

— — — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

— andere:

ex 9010

— — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

2934.

Nucleïnezuren en zouten daarvan; andere heterocyclische verbindingen:

— andere:

ex 9020

— — producten van de lijsten in deel 1b:

. stoffen met antibiotische werking

2941.1000/9000

Antibiotica

3003.

Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006), bestaande uit voor therapeutisch of profylactisch gebruik vermengde zelfstandigheden, niet in afgemeten hoeveelheden en niet opgemaakt voor de verkoop in het klein:

1000

— bevattende penicillinen of derivaten daarvan met een structuur van penicillaanzuur, dan wel streptomycinen of derivaten daarvan

2000

— bevattende andere antibiotica

3004.

Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006), bestaande uit al dan niet vermengde producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik, in afgemeten hoeveelheden, dan wel opgemaakt voor de verkoop in het klein:

1000

— bevattende penicillinen of derivaten daarvan, met een structuur van penicillaanzuur, dan wel streptomicynen of derivaten daarvan

2000

— bevattende andere antibiotica

3102.1000/9000

Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen

3103.1000/9000

Minerale of chemische fosfaatmeststoffen

3104.1000/9000

Minerale of chemische kaliummeststoffen

3105.

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg:

2000

— minerale of chemische meststoffen die de drie vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten

3000

— diammoniumwaterstoforthofosfaat

4000

— ammoniumdiwaterstoforthofosfaat en mengsels daarvan met diammoniumwaterstoforthofosfaat

— andere minerale en chemische meststoffen die de twee vruchtbaarmakende elementen stikstof en fosfor bevatten:

5100

— — bevattende nitraten en fosfaten

5900

— — andere

6000

— minerale of chemische meststoffen die de twee vruchtbaarmakende elementen fosfor en kalium bevatten

ex 9000

— ander:

. stikstof, fosforzuur of kalium bevattend

3401.

Zeep; als zeep te gebruiken organische tensioactieve producten en organische tensioactieve bereidingen, in de vorm van staven, broden, gestempelde stukken of gestempelde fantasievormen, ook indien zeep bevattend; papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia:

— zeep, organische tensioactieve producten en organische tensioactieve bereidingen, in de vorm van staven, broden, gestempelde stukken of gestempelde fantasievormen, alsmede papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia:

ex 1100

— — voor toiletdoeleinden (voor medicinale doeleinden daaronder begrepen), met uitzondering van papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia

— — andere:

1910

— — — gewone zeep

ex 1990

— — — andere, met uitzondering van papier, watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd of bedekt met zeep of met detergentia

2000

— zeep in andere vormen

3402.

Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 3401:

— organische tensioactieve producten, ook indien opgemaakt voor de verkoop in het klein:

— — anionische:

ex 1190

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

— — kationische:

ex 1290

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

— — niet-ionische:

ex 1390

— — — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

ex 1900

— — andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

ex 2000

— bereidingen, opgemaakt voor de verkoop in het klein:

. afwasproducten, gebruiksklaar

ex 9000

— andere:

. voor de vervaardiging van afwasproducten

. afwasproducten, gebruiksklaar

3403.

Smeermiddelen (boor, snij- en draai-olie (koelolie), preparaten voor het losmaken van bouten en moeren, roest- en corrosiewerende preparaten en preparaten voor het insmeren van vormen, op basis van smeermiddelen, daaronder begrepen), alsmede preparaten van de soort gebruikt voor het smouten, vetten of oliën van textiel, van leder, van pelterijen of van andere stoffen, andere dan preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald:

— bevattende aardolie of olie uit bitumineuze mineralen:

ex 1900

— — andere:

. synthetische smeermiddelen

— andere:

ex 9900

— — andere:

. synthetische smeermiddelen

3505.

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

— dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

1010

— — voor diervoeding

— lijm:

2010

— — voor diervoeding

ex 3807.0000

Houtteer; houtteerolie; creosootolie van hout; ruwe houtgeest; plantaardig pek; brouwerspek en dergelijke preparaten op basis van colofonium, van harszuren of van plantaardig pek:

. voor verwarmingsdoeleinden

3811.

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

— andere:

9010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

3814.

Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis:

0010

— bestemd voor gebruik als motorbrandstof

3817.

Alkylbenzenen en alkylnaftalenen, van gemengde samenstelling, andere dan die bedoeld bij post 2707 of 2902:

— alkylbenzenen van gemengde samenstelling:

1010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

ex 1090

— — andere:

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

— alkylnaftalenen van gemengde samenstelling:

2010

— — bestemd voor gebruik als motorbrandstof

ex 2090

— — andere:

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

3819.0000

Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten

3823.

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

— industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

ex 1300

— — tallvetzuren

. voor de vervaardiging van zeep of van organische tensioactieve producten

3824.

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

— andere:

9030

— — producten voor gebruik als motorbrandstof

— — andere:

ex 9099

— — — andere:

. waterverzachters, bereid

3902.

Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen:

— andere:

ex 9090

— — andere:

. polyalfaolefine (PAO), voor de vervaardiging van synthetische smeermiddelen

▼B

Artikel 3

Ingeval de lijst van produkten in artikel 2 wordt gewijzigd, wordt de regeling van artikel 1 toegepast op de gelijksoortige binnenlandse produkten. Zwitserland wendt zich tot het Gemengd Comité, dat vooraf nagaat of aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 1 wordt voldaan.

Artikel 4

Het Gemengd Comité ziet toe op de juiste werking van de in dit Protocol vastgestelde regeling.

▼M54

PROTOCOL Nr. 6

betreffende de afschaffing van bepaalde kwantitatieve uitvoerbeperkingen





De kwantitatieve beperkingen die de Gemeenschap op de uitvoer van onderstaande produkten naar Zwitserland toepast, worden uiterlijk op de hierna vermelde data afgeschaft.



Geharmoniseerd systeem Post

Omschrijving

Datum van afschaffing

74.04

Resten en afval van koper

1.1.1993

ex 44.01

Brandhout van naaldhout en schaafkrullen van denne- en sparrehout

1.1.1993

ex 44.03

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw, behakt of ontdaan van het spint:

 

— ander, uitgezonderd populierehout

1.1.1993

Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd:

 

— ander, uitgezonderd populierehout

1.1.1993

ex 44.07

Hout, enkel overlangs gezaagd of enkel gesneden of geschild, met een dikte van meer dan 6 mm:

 

— van naaldhout, uitgezonderd plankjes voor het vervaardigen van dozen, zeven, zeef roosters en dergelijke

1.1.1993

ex 41.01

Huiden en vellen van runderen met een gewicht van minder dan 6 kg per stuk

1.1.1992

ex 41.02

Huiden en vellen van schapen

1.1.1992

ex 41.03

Huiden en vellen van geiten

1.1.1992

ex 43.01

Pelterijen van konijnen

1.1.1992

▼M65

AANVULLEND PROTOCOL

betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken





Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

a) 

‘goederen’: goederen die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 1 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, onafhankelijk van het toepassingsgebied van de overeenkomst van 22 juli 1972;

b) 

‘douanewetgeving’: de door de Europese Gemeenschap of de Zwitserse Bondsstaat vastgestelde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

c) 

‘verzoekende autoriteit’: een hiertoe door een overeenkomstsluitende partij aangewezen bevoegde administratieve autoriteit die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

d) 

‘aangezochte autoriteit’: een hiertoe door een overeenkomstsluitende partij aangewezen bevoegde administratieve autoriteit die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

e) 

‘handelingen in strijd met de douanewetgeving’: elke schending van de douanewetgeving of elke poging tot schending van deze wetgeving.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  
De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand, op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden, en op de wijze en onder de voorwaarden als in dit protocol vastgesteld, om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, in het bijzonder bij de preventie, de opsporing en het onderzoek van handelingen in strijd met deze wetgeving.
2.  
De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle terzake dienende informatie die deze nodig heeft om erop toe te zien dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of zouden kunnen zijn.
2.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3.  

Op aanvraag van de verzoekende partij neemt de aangezochte autoriteit, in het kader van haar wetgeving, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat toezicht wordt uitgeoefend op:

(a) 

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;

(b) 

plaatsen waar goederen op zodanige wijze worden opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om bij handelingen in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

(c) 

goederenbewegingen waarover is bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot handelingen in strijd met de douanewetgeving;

(d) 

vervoermiddelen waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bij handelingen in strijd met de douanewetgeving worden gebruikt, werden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

Artikel 4

Ongevraagde bijstand

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar ongevraagd bijstand overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

— 
handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de andere overeenkomstsluitende partij;
— 
nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke handelingen worden gebruikt;
— 
goederen die het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving;
— 
natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze vermoed kan worden dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;
— 
middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, alle maatregelen die nodig zijn voor:

— 
de afgifte van documenten,
— 
de kennisgeving van besluiten en alle andere relevante documenten die deel uitmaken van de desbetreffende procedure,

in verband met de toepassing van dit protocol aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, op de aanvraag om afgifte of kennisgeving van toepassing.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.  
Verzoeken in het kader van dit protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2.  

De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

a) 

de naam van de verzoekende autoriteit;

b) 

de gevraagde maatregel;

c) 

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) 

de desbetreffende wetten, voorschriften en andere rechtselementen;

e) 

zo nauwkeurige en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) 

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3.  
De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.
4.  
Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.  
Om aan een verzoek om bijstand te voldoen handelt de aangezochte autoriteit, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelt, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten. Deze bepaling is eveneens van toepassing op de administratieve dienst waaraan de aangezochte autoriteit het verzoek doorzendt indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2.  
Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3.  
Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een instantie die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, gegevens verzamelen over handelingen die met de douanewetgeving in strijd zijn of kunnen zijn en die de verzoekende autoriteit, in het kader van een onderzoek, voor de toepassing van dit protocol nodig heeft.
4.  
Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en op de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.  
De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, voor echt gewaarmerkte afschriften van documenten, rapporten en dergelijke.
2.  
De in lid 1 bedoelde documenten kunnen worden vervangen door gegevens die met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in ongeacht welke vorm voor hetzelfde doel zijn verkregen.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.  

De overeenkomstsluitende partijen behoeven de in dit protocol bedoelde bijstand niet te verlenen wanneer dit:

a) 

de soevereiniteit van de Zwitserse Bondsstaat of van een lidstaat van de Gemeenschap waaraan op grond van dit protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten; of

b) 

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen van deze partijen in gevaar zou kunnen brengen, in het bijzonder in de in artikel 10, lid 2, bedoelde gevallen; of

c) 

de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingvoorschriften dan de douanewetgeving; of

d) 

de schening zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2.  
Wannneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3.  
Indien bijstand wordt geweigerd, dient dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 10

Geheimhoudingsplicht

1.  
Alle informatie die ter uitvoering van dit protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de wetgeving terzake van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen en van de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.
2.  
Persoonsgegevens, dat wil zeggen gegevens over een bepaalde of een te bepalen natuurlijke persoon, mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de overeenkomstsluitende partij die deze ontvangt zich ertoe verbindt deze op een wijze te beschermen die ten minste gelijkwaardig is aan de wijze waarop de overeenkomstsluitende partij die deze gegevens verstrekt deze beschermt.

Artikel 11

Gebruik van de informatie

1.  
De ontvangen informatie mag uitsluitend voor de in dit protocol omschreven doeleinden worden gebruikt. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de autoriteit die ze heeft verstrekt. Voorts geldt voor dit gebruik de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
2.  
Lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt wordt terstond van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.
3.  
De overeenkomstsluitende partijen kunnen de overeenkomstig dit protocol verkregen informatie en geraadpleegde documenten als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, getuigenverklaringen en in gerechtelijke procedures.

Artikel 12

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere overeenkomstsluitende partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 13

Kosten van de bijstand

Overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorko¬mend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 14

Tenuitvoerlegging

1.  
De douaneautoriteiten van de Zwitserse Bondsstaat, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten, anderzijds, zien toe op de tenuitvoerlegging van dit protocol. Ze stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol worden vastgesteld. Zij delen elkaar met name de lijst mede van de instanties die ter uitvoering van dit protocol gemachtigd zijn op te treden.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

De partijen komen overeen dat het Gemengd Comité een werkgroep dient op te richten om het Comité bij te staan bij het beheer van het protocol betreffende de wederzijdse administratieve bijstand.

▼B

SLOTAKTE



De vertegenwoordigers

VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

en

VAN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

bijeengekomen te Brussel de tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig,

ter ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat,

hebben, bij de ondertekening van deze Overeenkomst,

— 
de volgende verklaringen bij deze akte aangenomen:
1. 

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende artikel 4, lid 3, van Protocol nr. 1,

2. 

Gemeenschappelijke verklaring van de Partijen bij de Overeenkomst betreffende de doorvoer van goederen,

3. 

Verklaring betreffende arbeidskrachten,

— 
kennis genomen van de volgende verklaringen bij deze akte:
1. 

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de regionale toepassing van sommige bepalingen van de Overeenkomst,

2. 

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende artikel 23, lid 1, van de Overeenkomst.

Bovengenoemde Vertegenwoordigers

en die

VAN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN,



hebben de Aanvullende Overeenkomst betreffende de geldigheid voor het Vorstendom Liechtenstein van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 ondertekend.

Udfærdiget i Bruxelles, den

toogtyvende juli nitten hundrede og tooghalvfjerds.

Geschehen zu Brüssel am

zweiundzwanzigsten Juli neunzehnhundertzweiundsiebzig.

Done at Brussels on this

twenty-second day of July in the year one thousand nine hundred and seventy-two.

Fait à Bruxelles, le

vingt-deux juillet mil neuf cent soixante-douze.

Fatto a Bruxelles, il

ventidue luglio millenovecentosettantadue.

Gedaan te Brussel, de

tweeëntwintigste juli negentienhonderdtweeënzeventig.

▼M12 —————

▼B

På Rådet for De europæiske Fællesskabers vegneIm Namen des Rates der Europäischen GemeinschaftenIn the name of the Council of the European CommunitiesAu nom du Conseil des Communautés européennesA nome del Consiglio delle Comunità europeeNamens de Raad van de Europese Gemeenschappen▼M12 —————▼B

signatory signatory signatory

Für die Schweizerische EidgenossenschaftPour la Confédération suissePer la Confederazione svizzera

signatory signatory signatory

Für das Fürstentum Liechtenstein