This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C:2023:034:FULL
Official Journal of the European Union, C 034, 30 January 2023
Publicatieblad van de Europese Unie, C 034, 30 januari 2023
Publicatieblad van de Europese Unie, C 034, 30 januari 2023
ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
66e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2023/C 34/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10680 — PERMIRA / SESTANT / KEDRION / BPL) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2023/C 34/02 |
||
|
Raad |
|
2023/C 34/03 |
||
|
Europese Commissie |
|
2023/C 34/04 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2023/C 34/05 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2023/C 34/06 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2023/C 34/07 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2023/C 34/08 |
||
2023/C 34/09 |
||
2023/C 34/10 |
||
2023/C 34/11 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10680 — PERMIRA / SESTANT / KEDRION / BPL)
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 34/01)
Op 5 augustus 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10680. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
27 januari 2023
(2023/C 34/02)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,0865 |
JPY |
Japanse yen |
141,10 |
DKK |
Deense kroon |
7,4378 |
GBP |
Pond sterling |
0,87885 |
SEK |
Zweedse kroon |
11,2108 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,0017 |
ISK |
IJslandse kroon |
154,90 |
NOK |
Noorse kroon |
10,7600 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
23,826 |
HUF |
Hongaarse forint |
388,85 |
PLN |
Poolse zloty |
4,7085 |
RON |
Roemeense leu |
4,8965 |
TRY |
Turkse lira |
20,4365 |
AUD |
Australische dollar |
1,5289 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4479 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,5061 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6759 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,4277 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 341,37 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
18,7185 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,3690 |
IDR |
Indonesische roepia |
16 281,15 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6116 |
PHP |
Filipijnse peso |
59,187 |
RUB |
Russische roebel |
|
THB |
Thaise baht |
35,702 |
BRL |
Braziliaanse real |
5,5104 |
MXN |
Mexicaanse peso |
20,3678 |
INR |
Indiase roepie |
88,6720 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
Raad
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/3 |
Kennisgeving aan NTV/NTV Mir, Rossiya 1, REN TV, Pervyi Kanal, over de toepassing van Besluit 2014/512/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren
(2023/C 34/03)
De Raad heeft besloten dat de in artikel 4 octies van Besluit 2014/512/GBVB (1) en artikel 2 septies van Verordening (EU) nr. 833/2014 (2) bedoelde beperkende maatregelen vanaf 1 februari 2023 gelden voor alle in punt 2) van de bijlage bij Besluit (GBVB) 2022/2478 (3) en bijlage V bij Verordening (EU) 2022/2474 (4) bedoelde entiteiten.
De betrokken entiteiten wordt hierbij meegedeeld dat zij, onder overlegging van bewijsstukken, vóór 26 mei 2023 op onderstaand adres een verzoek bij de Raad kunnen indienen tot heroverweging van het besluit om de beperkende maatregelen voor hen te laten gelden:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1 |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
Met ingekomen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de regelmatige evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Besluit 2014/512/GBVB.
(1) PB L 229 van 31.7.2014, blz. 13.
(2) PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1.
Europese Commissie
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/4 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2023/C 34/04)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door San Marino wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van 2 euro, maar zij hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Land van uitgifte: San Marino
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Tweehonderdste sterfdag van Antonio Canova
Beschrijving van het ontwerp: De godin Hebe staat centraal afgebeeld in de binnenste ring, naar een werk van Antonio Canova dat in de kunstgalerij van het Civic Museum van San Domenico in Forlì hangt. Rond de godin staan de opschriften “CANOVA” en “SAN MARINO”. Links van haar staan het jaartal “1822” en de initialen van de auteur Antonio Vecchio. Rechts staan het jaar van uitgifte, “2022”, en de letter R, het muntteken van het munthuis van Rome.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage:55 000
Datum van uitgifte: oktober 2022
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/5 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2023/C 34/05)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door San Marino wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van 2 euro, maar zij hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Land van uitgifte: San Marino
Onderwerp van de herdenkingsmunt: 530e sterfdag van Piero della Francesca
Beschrijving van het ontwerp: Centraal staat het profiel van Federico da Montefeltro, een verwijzing naar het tweeluik met de hertog en hertogin van Urbino van Piero della Francesca, dat in de Uffizi-galerijen (Florence) wordt bewaard. Links in een halve cirkel staat het opschrift “SAN MARINO”. Rechts in een halve cirkel staan het opschrift “PIERO della FRANCESCA”, de jaren 1492 en 2022, de letter R (het muntteken van het munthuis van Rome) en de initialen van de ontwerpster Claudia Momoni, “C.M.”.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage:55 000
Datum van uitgifte: oktober 2022
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/6 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2023/C 34/06)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Monaco wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Land van uitgifte: Monaco
Onderwerp van de herdenkingsmunt: herdenking van de 100e sterfdag van prins Albert I
Beschrijving van het ontwerp: Op de munt is een portret van Albert I weergegeven. Links staat de naam van het land van uitgifte “MONACO”, en rechts het jaar van uitgifte “2022”. Onderaan staat de inscriptie “ALBERT Ier”, gevolgd door de jaren “1848-1922”.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage:15 000
Datum van uitgifte: september 2022
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/7 |
Bekendmaking overeenkomstig artikel 5, lid 2
Oprichting van een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)
(Verordening (EU) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19))
(2023/C 34/07)
I.1) Naam, adres en contactpunt
Officiële naam: Wissenschaftsverbund Vierländerregion Bodensee EVTZmbH
Statutaire zetel: t.a.v. Universität Konstanz, 78457 Konstanz, Duitsland
Contactpersoon: Markus Rhomberg
Website van de groepering: www.wissenschaftsverbund.org
I.2) Bestaansduur van de groepering:
Bestaansduur van de groepering: onbeperkt
Datum van registratie:28.12.2022
II. DOELSTELLINGEN
De doelstellingen en taken zijn de grensoverschrijdende samenwerking in de vierlandenregio Bodensee op de volgende punten te consolideren en verder uit te bouwen:
1. |
Onderzoek en overdracht van kennis en technologie |
2. |
Onderwijs |
3. |
Organisatie voor hoger onderwijs |
4. |
Partnerschappen en diensten |
III. AANVULLENDE GEGEVENS OVER DE NAAM VAN DE GROEPERING
Engelse naam: Lake Constance Arts & Sciences Association
IV. LEDEN
IV.1) Totale aantal leden van de groepering: 25
IV.2) Nationaliteit van de leden van de groepering: Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Liechtenstein
IV.3) Informatie over de leden
1. |
Officiële naam: OST – Ostschweizer Fachhochschule Postadres: Oberseestrasse 10, Postfach 1475, 8640 Rapperswil-Jona, Zwitserland Website: www.ost.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
2. |
Officiële naam: Zürcher Hochschule der Künste Postadres:Pfingstweidstrasse 96, 8005 Zürich, ZwitserlandWebsite: www.zhdk.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
3. |
Officiële naam: Zürcher Hochschule für Angewandte Wissenschaften Postadres:Gertrudstrasse 15, 8401 Winterthur, ZwitserlandWebsite: www.zhaw.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
4. |
Officiële naam: Universität Zürich Postadres:Rämistrasse 71, 8006 Zürich, ZwitserlandWebsite: www.uzh.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
5. |
Officiële naam: Universität St.Gallen Postadres:Dufourstrasse 50, 9000 St. Gallen, ZwitserlandWebsite: www.unisg.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
6. |
Officiële naam: HfH – Interkantonale Hochschule für Heilpädagogik Postadres:Schaffhauserstrasse 239, 8057 Zürich, ZwitserlandWebsite: www.hfh.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
7. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule St.Gallen Postadres:Notkerstrasse 27, 9000 St. Gallen, ZwitserlandWebsite: www.phsg.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
8. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule Schaffhausen Postadres:Ebnatstrasse 80, 8200 Schaffhausen, ZwitserlandWebsite: www.phsh.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
9. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule Thurgau Postadres:Unterer Schulweg 3, 8280 Kreuzlingen, ZwitserlandWebsite: www.phtg.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
10. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule Zürich Postadres:Lagerstrasse 2, 8090 Zürich, ZwitserlandWebsite: www.phzh.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
11. |
Officiële naam: SHLR Schweizer Hochschule für Logopädie Postadres:Seminarstrasse 27, 9400 Rorschach, ZwitserlandWebsite: www.shlr.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
12. |
Officiële naam: Universität Liechtenstein Postadres:Fürst-Franz-Josef-Strasse, 9490 Vaduz, LiechtensteinWebsite: www.uni.ch Type lid: publiekrechtelijke instelling |
13. |
Officiële naam: Stella Vorarlberg Privathochschule für Musik Postadres: Reichenfeldgasse 9, 6800 Feldkirch, Oostenrijk Website: www.vlk.ac.at Type lid: publiekrechtelijke instelling |
14. |
Officiële naam: Fachhochschule Vorarlberg GmbH Postadres: Hochschulstraße 1, 6850 Dornbirn, Oostenrijk Website: www.fhv.at Type lid: publiekrechtelijke instelling |
15. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule Vorarlberg Postadres: Liechtensteiner Str. 33-37, 6800 Feldkirch, Oostenrijk Website: www.ph-vorarlberg.ac.at Type lid: publiekrechtelijke instelling |
16. |
Officiële naam: Zeppelin Universität Friedrichshafen Postadres:Am Seemooser Horn 20, 88045 Friedrichshafen, DuitslandWebsite: www.zu.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
17. |
Officiële naam: Universität Konstanz Postadres:Universitätsstraße 10, 78464 Konstanz, DuitslandWebsite: www.uni-konstanz.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
18. |
Officiële naam: Staatliche Hochschule für Musik Trossingen Postadres:Schultheiß Koch Platz 3, 78647 Trossingen, DuitslandWebsite: www.hfm-trossingen.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
19. |
Officiële naam: Duale Hochschule Baden-Württemberg DHBW Postadres:Friedrichstraße 14, 70174 Stuttgart, DuitslandWebsite: www.dhbw.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
20. |
Officiële naam: Hochschule Albstadt-Sigmaringen Postadres:Anton-Günther-Straße 51, 72488 Sigmaringen, DuitslandWebsite: www.hs-albsig.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
21. |
Officiële naam: Hochschule Furtwangen Postadres:Robert-Gerwig-Platz 1, 78120 Furtwangen im Schwarzwald, DuitslandWebsite: www.hs-furtwangen.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
22. |
Officiële naam: Hochschule Kempten Postadres:Bahnhofstraße 61, 87435 Kempten (Allgäu), Duitsland Website: www.hs-kempten.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
23. |
Officiële naam: Konstanz HTWG Postadres:Alfred-Wachtel-Straße 8, 78462 Konstanz, DuitslandWebsite: www.htwg-konstanz.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
24. |
Officiële naam: Pädagogische Hochschule Weingarten Postadres:Kirchpl. 2, 88250 Weingarten, DuitslandWebsite: www.ph-weingarten.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
25. |
Officiële naam: RWU – Hochschule Ravensburg-Weingarten Postadres:Doggenriedstraße, 88250 Weingarten, DuitslandWebsite: www.rwu.de Type lid: publiekrechtelijke instelling |
V Bekendmakingen
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/11 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2023/C 34/08)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Bonnezeaux”
PDO-FR-A0926-AM03
Datum van mededeling: 11.11.2022
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Officiële geografische code
De informatie over de gemeenten van het geografische gebied en van het gebied in de onmiddellijke nabijheid is bijgewerkt op basis van de officiële geografische code.
De gebiedsgrenzen zijn ongewijzigd gebleven.
De punten 6 en 9 van het enig document worden gewijzigd.
2. Afstand tussen de wijnstokken
De minimumafstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij is verlaagd van 1 m naar 0,90 m.
Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om de beplantingsdichtheid van de wijnstokken te verhogen zonder dat de afstand tussen de rijen verandert.
Ook wordt een bijzondere bepaling toegevoegd voor wijnstokken op hellingen van meer dan 10 %, die een minimumafstand tussen de wijnstokken van 0,80 m mogen hebben.
Aldus wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie van op steile hellingen aangeplante wijnstokken, waarvoor bij de aanplant een specifieke indeling nodig is (aanplant evenwijdig aan de helling en niet loodrecht daarop).
Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.
3. Snoei
De snoeivoorschriften zijn gelijkgetrokken voor de oorsprongsbenamingen van wijnen uit het gebied Anjou Saumur in de Loirevallei.
Deze gelijktrekking moet tot een betere kennis bij de marktdeelnemers leiden en controles eenvoudiger maken. Deze wijziging biedt de wijnbouwers de mogelijkheid om zich aan te passen aan de vorst, die tegenwoordig steeds later intreedt.
Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.
4. Rijpheid
Het minimale suikergehalte van de druiven is verhoogd van 238 naar 255 gram per liter. Deze verhoging werd doorgevoerd om de kwaliteit van de wijnen - die restsuikers bevatten - te verbeteren.
Om rekening te houden met de moeilijkheden bij de gisting van de most met het hoogste suikergehalte, is het minimale effectieve alcoholgehalte verlaagd tot 11 % voor wijn met een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minder dan 18 % en is de bovengrens voor het effectieve alcoholgehalte geschrapt voor wijn met een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 18 %.
Punt 4 van het enig document wordt gewijzigd.
5. Totaal alcoholvolumegehalte na verrijking
Het maximale totale alcoholvolumegehalte na verrijking door gedeeltelijke concentratie van de most is verlaagd van 19 naar 18 %.
Het enig document wordt niet gewijzigd.
6. Verband
Het verband wordt gewijzigd door te verwijzen naar het jaar 2021 in plaats van het jaar 2018.
Punt 8 van het enig document wordt gewijzigd.
7. Overgangsmaatregelen
De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt.
Het enig document wordt niet gewijzigd.
8. Voornaamste te controleren punten
De manuele oogst in opeenvolgende plukbeurten wordt toegevoegd aan de voornaamste te controleren punten.
Het enig document wordt niet gewijzigd.
9. Redactionele wijzigingen
In het productdossier zijn een aantal redactionele wijzigingen aangebracht.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
10. Verwijzing naar de controlestructuur
De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is herzien om die in overeenstemming te brengen met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel.
Ze leidt niet tot een wijziging van het enig document.
11. Etikettering
De etiketteringsvoorschriften zijn verder uitgewerkt en gelijkgetrokken met de andere oorsprongsbenamingen van wijnen uit het gebied Anjou Saumur in de Loirevallei. Deze wijziging is louter redactioneel.
Punt 9 van het enig document wordt gewijzigd.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Bonnezeaux
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
KORTE BESCHRIJVING
Het betreft niet-mousserende witte wijnen op basis van overrijp geoogste druiven (natuurlijke concentratie aan de stok, al dan niet met edelrot). Het zijn krachtige wijnen met een zeer zoet karakter, complexe fruitige aroma’s (gedroogd en exotisch fruit, witte bloemen...) en een goudgele kleur met een groene glans. Ze hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 15 %; een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose), na gisting, van minstens 51 g/l. Wijnen met een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minder dan 18 % hebben na de gisting een effectief alcoholgehalte van minstens 11 %. Het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
in milli-equivalent per liter |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
25 |
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
1.
Specifiek oenologisch procedé
Verrijking is toegestaan overeenkomstig de voorschriften van het productdossier.
Het gebruik van stukjes hout is verboden.
De opvoeding van de wijnen loopt ten minste tot 15 maart van het jaar dat volgt op het oogstjaar.
Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.
2. Dichtheid
Teeltmethode
De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 0,90 meter.
Voor de oogst van percelen met een afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij van minder dan 0,90 meter, maar niet minder dan 0,80 meter en met een helling van meer dan 10 % mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt.
Voor de oogst van percelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare, mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt, mits de in het productdossier vastgestelde voorschriften betreffende opbinding en hoogte van het gebladerte worden nageleefd. De afstand tussen de rijen van deze percelen mag niet meer dan 3 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m.
3. Snoei
Teeltmethode
De wijnstokken worden lang dan wel kort dan wel gemengd gesnoeid, met hoogstens twaalf ogen per wijnstok. Tijdens het fenologische stadium dat overeenkomt met 11 of 12 blaadjes (afzonderlijke bloemknoppen) is het aantal vruchtdragende takken van dat jaar niet groter dan 10 per wijnstok.
4. Oogst
Teeltmethode
De druiven worden manueel geoogst in opeenvolgende plukbeurten.
5. Irrigatie
Teeltmethode
Irrigatie is verboden.
5.2. Maximumopbrengsten
30 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Alle stadia van de productie vinden plaats in het geografische gebied dat de volgende gemeente in het departement Maine-et-Loire (op basis van de officiële geografische code van 2021) beslaat: Bellevigne-en-Layon (enkel het grondgebied van de deelgemeente Thouarcé).
De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut national de l’origine et de la qualité”.
7. Wijndruivenras(sen)
Chenin B
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
8.1.
1. Informatie over het geografisch gebied
a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband
Het geografische gebied, dat zich midden in de wijngaarden van Anjou bevindt, omvat in 2021 uitsluitend de deelgemeente Thouarcé. Het grondgebied van deze gemeente in het departement Maine-et-Loire ligt langs beide kanten van de rivier Layon. Op de rechteroever steekt het gehucht “Bonnezeaux”, boven op een steile helling, uit over de rivier. Dat gehucht lijkt zijn naam te danken aan bronnen van ijzerwater.
De wijngaard is gelegen op drie opeenvolgende heuvels met een zuidwestelijke oriëntatie: “La Montagne”, “Beauregard” en “Fesles”, die samen een strook van 2 800 m lang en 500 m breed vormen. Deze heuvels hebben een hellingsgraad van 15 à 20 %, die het grootst is op de westelijke heuvel “Beauregard” en op de centrale heuvel, die terecht “La Montagne” wordt genoemd en die ontstaat in de buurt van het gehucht “Petit Bonnezeaux”. Ten noorden van deze drie afgebakende hellingen bevindt zich een licht golvend plateau met een gemiddelde hoogte van 90 m, terwijl de Layon op 29 m hoogte stroomt.
Het geologische substraat behoort tot de “série de Saint-Georges-sur-Loire”, een leisteen-/zandsteencomplex dat dateert uit de periode van het boven-ordovicium tot het onder-devoon. Het is op sommige plaatsen, met name op de heuvel “Fesles”, bedekt met grindhoudende en zanderige kleiformaties uit het cenomaan. Door erosie is de schistsokkel bloot komen te liggen, maar het zand en de klei zijn nog aanwezig op de achterkant van de helling en op het plateau. De percelen die zijn afgebakend voor de druivenoogst, hebben dan ook een ondiepe grijsgroenachtige, soms wijnrode bodem met een grove structuur. Deze bodem heeft een waterreserve van minder dan 100 mm en een uitstekende drainagecapaciteit.
Het geografische gebied geniet een gematigd zeeklimaat en kent weinig neerslag doordat het door het hogere reliëf van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht die afkomstig is van de oceaan. De heuvels zijn plaatselijk blootgesteld aan de overheersende winden uit het zuidwesten en het westen. De jaarneerslag bedraagt er 550 tot 600 mm, tegenover meer dan 800 mm op het reliëf van Choletais en Mauges. De neerslag tijdens de vegetatiecyclus van de wijnstok ligt ongeveer 100 mm lager dan het gemiddelde van het departement. De mediterrane flora op deze heuvels getuigt van deze relatieve droogte en van een temperatuur die hoger is dan die in de omgeving.
b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband
Voor het druivenras chenin B, dat waarschijnlijk afkomstig is uit de streek van Anjou, is “Bonnezeaux” een ideale locatie. Het is een robuust ras, dat zijn potentieel ontplooit op plaatsen waar de bodem aanmerkelijke beperkingen inhoudt.
De producenten hadden al snel begrepen dat dit ras het beste bij gevorderde rijpheid en met bijzondere technieken kan worden geoogst. In zijn “Traité des cépages” (“Verhandeling over de druivenrassen”) schrijft de graaf Odart het in 1845 als volgt: “Hierbij moet ook als voorwaarde worden gesteld dat [dit druivenras] pas mag worden geoogst wanneer er sprake is van overrijpheid, zoals die wordt bereikt rond Allerheiligen, wanneer de schil van de druiven door de regen zacht is geworden en begint af te sterven.” Overrijpheid is dus onlosmakelijk verbonden met de oogst. In 1816 vermeldt Jullien in zijn “Topographie de tous les vignobles connus” (“Topografie van alle gekende wijngaarden”) het volgende: “In de beste wijngaarden wordt in meerdere fasen geoogst; de eerste twee fasen, waarbij uitsluitend de rijpste druiven worden geoogst, leveren de wijnen voor de export op; de wijnen die worden geproduceerd met de oogst van de derde fase, zijn bestemd voor de nationale consumptie...”.
De bevindingen en analyses van de producenten in de loop der generaties hebben ertoe geleid dat de wijnen van “Bonnezeaux” tot de beste van Anjou behoren. In de Franse vertaling van de “Nouvelle Géographie Universelle” van William Guthrie (1708-1770), Engels aardrijkskundige, die verscheen in 1802, staat te lezen: “De wijnen van Anjou kunnen worden onderverdeeld in drie klassen. De eerste klasse bestaat uit wijnen die afkomstig zijn uit Faye, Saint-Lambert, Rablé, Maligny en Chavagne en uit Thouarcé, waar de wijngaarden van Bonnezeaux gelegen zijn.”
In alle perioden die volgen staat de wijngaard van “Bonnezeaux” in hoog aanzien. De druifluizenplaag remt de bloei ervan echter sterk af en enkel de lokale markt wordt nog bevoorraad. Dankzij de daadkracht en de ernst van de producentenvereniging van “Bonnezeaux”, die vasthoudt aan een lage opbrengst en aan de praktijk van opeenvolgende plukbeurten, wordt de nationale markt heroverd en wordt vervolgens ook opnieuw de Franse grens overgestoken. De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bonnezeaux” wordt op 6 november 1951 erkend.
8.2.
2. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product
Deze wijnen worden gewaardeerd om hun kracht. Ze hebben een zeer zoet karakter, toe te schrijven aan een hoog gehalte aan fermenteerbare suikers, gecombineerd met complexe fruitige aroma’s (gedroogd en exotisch fruit, witte bloemen...), en een lichte goudgele kleur met een groene glans. Dankzij een evenwicht tussen zuurte, alcohol en smeuïgheid neemt de complexiteit van deze wijnen tijdens de rijping nog toe.
3. Oorzakelijke verbanden
Deze wijngaard, met zijn steile zuidwestgerichte hellingen en zijn ondiepe, kiezelige bodems met een uitzonderlijk thermisch gedrag, bevordert een vroege vegetatiecyclus en de rijping van het druivenras chenin B. De combinatie van overheersende winden die over de heuvels jagen en een beperkte watertoevoer naar de wijnstokken op een skeletbodem zorgt voor concentratie van de druiven door verschrompeling of indroging aan de stok, die kenmerkend is voor deze wijngaard. De producenten zijn erin geslaagd zich aan te passen aan deze bijzonderheid. De zeer lage opbrengsten tonen aan dat de wijnbouwers gehecht zijn aan de kwaliteit van de druiven.
Door de late oogst van het ras chenin B op deze heuvels, aan de hand van verschillende plukbeurten om de rijpste druiven te selecteren, hebben de wijnen van “Bonnezeaux” hun vermaardheid verworven. De geschiedenis en de bekendheid van de wijnen van “Bonnezeaux” zijn nauw verbonden met die van de wijnen van Anjou en “Coteaux du Layon”.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mag plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Maine-et-Loire op basis van de officiële geografische code van 2021:
Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (enkel het grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d'Anjou en Rablay-sur-Layon), Blaison-Saint-Sulpice, Brissac Loire Aubance (enkel het grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hôpital en Vauchrétien), Brossay, Chalonnes-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (enkel het grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux en Valanjou), Denée, Doué-en-Anjou (enkel het grondgebied van de deelgemeente Brigné), Les Garennes-sur-Loire, Lys-Haut-Layon (enkel het grondgebied van de deelgemeente Tigné), Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Rochefort-sur-Loire, Saint-Melaine-sur-Aubance, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou, Val-du-Layon.
Etikettering: facultatieve aanduidingen
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De facultatieve aanduidingen waarvan het gebruik, krachtens Europese bepalingen, door de lidstaten mag worden geregeld, worden op de etiketten aangebracht in lettertekens die maximaal tweemaal zo hoog, breed en dik zijn als de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Etikettering: geografische benaming “Val de Loire”
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Etikettering: kleinere geografische eenheid
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Op het etiket van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: - het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; - die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-2bee3ad4-2dc7-4d79-9977-b2e2f0980fbb
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/18 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2023/C 34/09)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Rosé de Loire”
PDO-FR-A0150-AM02
Datum van mededeling: 14.11.2022
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Officiële geografische code
De informatie over de gemeenten van het geografische gebied en van het gebied in de onmiddellijke nabijheid is bijgewerkt op basis van de officiële geografische code.
Dit heeft geen gevolgen voor de perimeter van het afgebakende geografische gebied.
De punten 6 en 9 van het enig document worden gewijzigd.
2. Afgebakend perceelgebied
Er werden nieuwe goedkeuringen van de afbakening toegevoegd.
Met deze wijziging wordt de datum toegevoegd waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
3. Afstand tussen de wijnstokken
De minimumafstand tussen de wijnstokken wordt verlaagd van 1 m naar 0,90 m.
Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om de beplantingsdichtheid van de wijnstokken te verhogen zonder dat de afstand tussen de rijen verandert.
Ook wordt een bijzondere bepaling toegevoegd voor wijnstokken op hellingen van meer dan 10 %, die een minimumafstand tussen de wijnstokken van 0,80 m mogen hebben.
Aldus wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie van op steile hellingen aangeplante wijnstokken, waarvoor bij de aanplant een specifieke indeling nodig is (aanplant evenwijdig aan de helling en niet loodrecht daarop).
Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.
4. Snoeiwijze
De snoeivoorschriften zijn gelijkgetrokken voor de oorsprongsbenamingen van wijnen uit het gebied Anjou Saumur in de Loirevallei.
Deze gelijktrekking moet tot een betere kennis bij de marktdeelnemers leiden en controles eenvoudiger maken. Deze wijziging biedt de wijnbouwers de mogelijkheid om zich aan te passen aan de vorst, die tegenwoordig steeds later intreedt.
Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.
5. Verband met het geografisch gebied
Het verband wordt als volgt gewijzigd: er wordt verwezen naar 2021 in plaats van 2018 en het aantal gemeenten wordt aangepast omdat sommige gemeenten zijn gefuseerd.
Punt 8 van het enig document wordt gewijzigd.
6. Etikettering
Het regelgevingskader voor facultatieve aanduidingen is verduidelijkt.
Punt 9 van het enig document wordt gewijzigd.
7. Overgangsmaatregelen
De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt.
Voor de gemeenten waarvan de perceelafbakening in november 2020 is goedgekeurd, is een overgangsmaatregel toegevoegd.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
8. Redactionele wijzigingen
In het productdossier zijn een aantal redactionele aanpassingen aangebracht.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
9. Verwijzing naar de controlestructuur
De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is in overeenstemming gebracht met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel.
Het enig document blijft op dit punt ongewijzigd.
ENIG DOCUMENT
1. Naam/namen
Rosé de Loire
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
KORTE BESCHRIJVING
Het gaat om droge niet-mousserende roséwijnen met de volgende belangrijkste analytische kenmerken:
— |
de wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 9,5 %; |
— |
na gisting hebben de wijnen een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) van minder dan 3 gram per liter; |
— |
vóór verpakking hebben de wijnen een totaalgehalte aan zuren van hoogstens 91,84 milli-equivalent per liter; |
— |
het totale alcoholvolumegehalte na verrijking bedraagt niet meer dan 12,5 %. Het gehalte aan vluchtige zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten. |
“Rosé de Loire” is een droge wijn. De kleur is meestal zalmroze. De lichte aroma’s doen vaak denken aan kers en aardbei. De smaak is krachtig, fris, rond en harmonieus. Deze verfrissende wijn doet denken aan rijp fruit. De originaliteit ervan komt volledig tot zijn recht wanneer de wijn jong wordt gedronken.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
1. Beplantingsdichtheid – plantafstand
Teeltmethode
De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2,50 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 0,90 meter. Voor de oogst van percelen met een afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij van minder dan 0,90 meter, maar niet minder dan 0,80 meter en met een helling van meer dan 10 % mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt. De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van het gebladerte worden nageleefd. De afstand tussen de rijen van deze percelen mag niet groter dan 3 meter zijn en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet kleiner dan 1 meter.
2. Voorschriften inzake het snoeien en leiden van de wijnstokken
Teeltmethode
De wijnstokken worden lang dan wel kort dan wel gemengd gesnoeid, met hoogstens twaalf ogen per wijnstok. Ze mogen worden gesnoeid met twee extra ogen per wijnstok, op voorwaarde dat in het fenologische stadium dat overeenkomt met elf of twaalf bladeren (afzonderlijke bloemknoppen), het aantal vruchtdragende takken van dat jaar per wijnstok hoogstens twaalf is.
De hoogte van het opgebonden gebladerte, gemeten tussen de ondergrens van de bladeren (minstens 0,40 m boven de grond) en de bovengrens van de snoei (minstens 0,20 m boven de bovenste opbinddraad), is gelijk aan minstens 0,6 keer de afstand tussen de rijen.
De percelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare voldoen bovendien aan de volgende voorschriften betreffende het leiden van de wijnstokken: de minimale hoogte van de steunpalen bedraagt 1,90 meter boven de grond; het geleidesysteem bestaat uit draden op vier niveaus; de bovenste draad bevindt zich op een hoogte van minstens 1,85 meter boven de grond.
3. Irrigatie
Teeltmethode
Irrigatie is verboden.
4.
Specifiek oenologisch procedé
Bij de bereiding van de wijn is het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product of in mengsels, verboden.
Het gebruik van stukjes hout is verboden.
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking bedraagt niet meer dan 12,5 %.
Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.
5.2. Maximumopbrengsten
72 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Alle fasen van de productie vinden plaats in het geografische gebied, dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten op basis van de officiële geografische code van 2021:
— |
departement Deux-Sèvres: Brion-près-Thouet, Loretz-d’Argenton, Louzy, Plaine-et-Vallées (alleen het grondgebied van de deelgemeente Oiron), Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Mauzé-Thouarsais, Sainte-Radegonde en de vroegere gemeente Thouars), Tourtenay, Val en Vignes (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul, Cersay en Saint-Pierre-à-Champ); |
— |
departement Indre-et-Loire: Amboise, Anché, Artannes-sur-Indre, Athée-sur-Cher, Avoine, Avon-les-Roches, Azay-le-Rideau, Azay-sur-Cher, Beaumont-en-Véron, Benais, Bléré, Bossay-sur-Claise, Bourgueil, Brizay, Candes-Saint-Martin, Cangey, Chambray-lès-Tours, Chançay, Chanceaux-sur-Choisille, La Chapelle-sur-Loire, Chargé, Cheillé, Chemillé-sur-Indrois, Chenonceaux, Chinon, Chisseaux, Chouzé-sur-Loire, Cinais, Cinq-Mars-la-Pile, Civray-de-Touraine, Coteaux-sur-Loire, Couziers, Cravant-les-Côteaux, La Croix-en-Touraine, Crouzilles, Dierre, Draché, Épeigné-les-Bois, Esvres, Fondettes, Francueil, Genillé, Huismes, L’Île-Bouchard, Joué-lès-Tours, Langeais (alleen het grondgebied van de deelgemeente Langeais), Larçay, Lémeré, Lerné, Lignières-de-Touraine, Ligré, Limeray, Lussault-sur-Loire, Luynes, Luzillé, Marçay, Montlouis-sur-Loire, Montreuil-en-Touraine, Mosnes, Nazelles-Négron, Neuillé-le-Lierre, Noizay, Panzoult, Parçay-Meslay, Pocé-sur-Cisse, Pont-de-Ruan, Razines, Restigné, Reugny, Rigny-Ussé, Rivarennes, Rivière, La Roche-Clermault, Rochecorbon, Saché, Saint-Avertin, Saint-Benoît-la-Forêt, Sainte-Maure-de-Touraine, Saint-Étienne-de-Chigny, Saint-Germain-sur-Vienne, Saint-Martin-le-Beau, Saint-Nicolas-de-Bourgueil, Saint-Ouen-les-Vignes, Saint-Règle, Savigny-en-Véron, Savonnières, Sazilly, Seuilly, Souvigny-de-Touraine, Tavant, Theneuil, Thilouze, Thizay, Tours, Vallères, Véretz, Vernou-sur-Brenne, Villaines-les-Rochers, Vouvray; |
— |
departement Loir-et-Cher: Angé, Blois, Chailles, Châteauvieux, Châtillon-sur-Cher, Chaumont-sur-Loire, Chémery, Chissay-en-Touraine, Choussy, Le Controis-en-Sologne (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Contres en Thenay), Couddes, Couffy, Faverolles-sur-Cher, Mareuil-sur-Cher, Méhers, Mesland, Meusnes, Monteaux, Monthou-sur-Bièvre, Monthou-sur-Cher, Montrichard Val de Cher, Noyers-sur-Cher, Oisly, Pontlevoy, Pouillé, Rilly-sur-Loire, Saint-Aignan, Saint-Georges-sur-Cher, Saint-Julien-de-Chédon, Saint-Romain-sur-Cher, Sassay, Seigy, Seur, Soings-en-Sologne, Thésée, Valaire, Valencisse (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chambon-sur-Cisse en Molineuf),Vallières-les-Grandes, Valloire-sur-Cisse (alleen het grondgebied van de deelgemeente Chouzy-sur-Cisse), Veuzain-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeente Onzain); |
— |
departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon, Bellevigne-les-Châteaux, Blaison-Saint-Sulpice, Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brissac Loire Aubance (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la-Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en-Anjou, Épieds, Fontevraud-l'Abbaye, Les Garennes sur Loire, Gennes-Val-de-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé-Lézigné (alleen het grondgebied van de deelgemeente Huillé), Ingrandes-Le Fresne sur Loire (alleen het grondgebied van de vroegere gemeente Ingrandes), Jarzé Villages (alleen het grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon, Mauges-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (alleen het grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d'Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rives-de-Loir-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Villevêque), Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou, Tuffalun, Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon, Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay; |
— |
departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers. |
De cartografische documenten voor het geografische gebied zijn te vinden op de website van het “Institut national de l’origine et de la qualité”.
7. Wijndruivenras(sen)
|
Cabernet franc N |
|
Cabernet-sauvignon N |
|
Gamay N |
|
Grolleau N |
|
Grolleau gris G |
|
Pineau d’Aunis N |
|
Pinot noir N |
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
8.1.
a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband
Het geografische gebied strekt zich uit over een golvend plateau dat geologisch gezien overeenkomt met de primaire formaties van de uitlopers van het Armoricaans Massief en met de recentere formaties uit het secundair en in mindere mate uit het tertiair van het zuidwestelijke deel van het Bekken van Parijs. Het geografische gebied loopt over ongeveer 200 kilometer langs de Loire en haar bijrivieren de Vienne, de Indre en de Cher. In 2021 bestrijkt het geografische gebied het grondgebied van 226 gemeenten, waarvan een aantal beroemd zijn om hun kasteel.
De voor de druivenoogst afgebakende percelen hebben een leisteenhoudende of klei- en leisteenhoudende bodem in het westelijke deel en een kleiachtige kalkbodem (cenomaan, turoon, senoon en eoceen) in het oostelijke deel. De geologische etage van het turoon is van essentieel belang. Men vindt er de tufkrijtsteen, die er in tal van steengroeven wordt ontgonnen en de bouw heeft mogelijk gemaakt van de kastelen van de Loire en, meer algemeen, van de bouwwerken in de regio, waardoor ontelbare holten zijn ontstaan. Deze steengroeven zijn kelders geworden met een constante temperatuur en vochtigheid, die worden gebruikt voor de teelt van paddenstoelen en de opslag van wijn. Alle bodems beschikken over matige nuttige waterreserves en een goede drainagecapaciteit.
Er heerst een zeeklimaat. In de oostelijke strook, die behoort tot “Sologne viticole”, is evenwel een continentale invloed merkbaar met een hoeveelheid gecumuleerde jaarlijkse neerslag die ietwat hoger ligt dan in de rest van het geografische gebied, namelijk tussen 550 en 650 mm. In het westen, waar de invloed van de oceaan het sterkst is, zijn de temperaturen regelmatig, de winters zacht en de zomers niet te heet. In het oosten daarentegen is de thermische amplitude doorgaans groter. Binnen deze algemene context fungeert het waterwegennet van de Loire en haar zijrivieren als thermische regulator.
b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband
De geschiedenis van de wijngaard is relatief oud en houdt verband met de ontwikkeling van talloze kloosters en abdijen. In zijn “Historia Francorum” wijst Gregorius van Tours er in de zesde eeuw op dat in de streek veel aan wijnbouw wordt gedaan en dat de vogels uit de wijngaarden worden verjaagd wanneer de druiven rijp zijn. In de vijftiende eeuw, met de komst van het druivenras “breton” (dat hetzelfde is als cabernet franc N uit de streek van Bordeaux), bereiden de producenten een nieuwe wijn, namelijk een roséwijn die destijds “clairet” werd genoemd, met zeer kenmerkende aroma’s van rood fruit. De eerste historische gegevens hebben betrekking op de schenking door de inwoners van Saumur van twee “busses” (of 536 liter) “clairet”-wijn aan hertog Jan V van Bretagne.
Iets meer naar het oosten wordt ook roséwijn bereid in de provincie Touraine. Enkele gemeenten op de rechteroever van de Loire verwerven met deze wijnen overigens een zekere bekendheid. De wijngaarden van Blois, Azay-le-Rideau en Mesland zijn belangrijke producenten. De wijnen van de gemeente Cinq-Mars-La-Pile worden erkend en het lokale druivenras, grolleau N, komt ten volle tot ontwikkeling. In het begin van de 19e eeuw is dat ras zeer aanwezig in Anjou, met name in de kantons Thouarcé en Brissac.
De uitgestrektheid van het geografische gebied leidt door de diversiteit op het vlak van bodem en klimaat tot een verscheidenheid aan druivenrassen. In Anjou komen voornamelijk de rassen cabernet franc N, cabernet-sauvignon N, grolleau N en grolleau gris G voor en in Touraine, op de rechteroever van de Loire, vooral grolleau N. Ook het ras gamay N is aanwezig in het hele gebied, met in mindere mate pineau d'Aunis N en meer lokaal pinot noir N.
Aan het begin van de 20e eeuw komt de productie van roséwijnen voor grote hoeveelheden, “rouget” genaamd in Anjou en “vin gris” in Touraine, tot ontwikkeling. De producenten in de vallei van de Loire willen het imago van deze droge roséwijn versterken en de identiteit ervan bewaren en verzoeken daarom begin jaren 70 om de erkenning ervan. De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé de Loire” wordt in 1974 dan ook erkend.
8.2.
2. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product
“Rosé de Loire” is een droge wijn. De kleur is meestal zalmroze. De lichte aroma’s doen vaak denken aan kers en aardbei. De smaak is krachtig, fris, rond en harmonieus. Deze verfrissende wijn doet denken aan rijp fruit. De originaliteit ervan komt volledig tot zijn recht wanneer de wijn jong wordt gedronken.
3. Oorzakelijke verbanden
Het golvend plateau van harde gesteenten uit het primair en zachte gesteenten uit het secundair en het tertiair is in de loop der jaren in ruime mate gevormd door het omvangrijke waterwegennet van de Loire, de Vienne, de Cher en de Indre. In de middeleeuwen doet de wijnbouw er onder invloed van de Kerk zijn intrede en langs de rivier en haar zijrivieren ontstaan de wijngaarden van Anjou en Touraine over ongeveer 200 kilometer.
Mettertijd hebben de producenten de voorkeur gegeven aan de aanplant van de rassen cabernet franc N en grolleau N in het westelijke deel van het geografische gebied, terwijl in het oostelijke deel vooral gamay N en pineau d’Aunis N werden aangeplant. Die keuzes zijn toe te schrijven aan de configuratie van het geografische gebied en aan het zeeklimaat. De druivenrassen hebben zich op natuurlijke wijze “opgedrongen” in deze uiteenlopende wijnbouwomstandigheden. In overeenstemming met de tradities omvat het voor de oogst van de druiven afgebakende gebied uitsluitend percelen met doorlatende gronden met een kleiachtige kalkbodem of een leisteenbodem.
Zo ontwikkelt zich in het begin van de 20e eeuw de productie van een frisse, originele, lichte “rouget”- en “vin gris”-wijn met een laag alcoholvolumegehalte. In de loop van de generaties laten de wijnbouwers de unieke kenmerken van hun productie tot hun recht komen, enerzijds door de keuze van assemblages om het aromatische potentieel optimaal tot ontwikkeling te laten komen en anderzijds door een optimaal beheer van de plant en haar productiepotentieel, met name door strikte leimethoden.
Het succes van deze productie wordt in 1974 bekroond met de erkenning van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé de Loire”. Het dynamisme en de bedrevenheid van de producenten, evenals hun historische gehechtheid aan het wijnbouwlandschap van de Loirestreek, hebben geresulteerd in de verankering van de bekendheid van deze gecontroleerde oorsprongsbenaming, die sinds de erkenning ervan zeer succesvol is.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Etikettering
Rechtskader
EU-wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde
Alle facultatieve aanduidingen waarvan het gebruik krachtens EU-bepalingen door de lidstaten mag worden geregeld, worden op de etiketten aangebracht in lettertekens die hoger noch breder zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
De gecontroleerde oorsprongsbenaming kan worden aangevuld met de geografische benaming “Val de Loire” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Op de etikettering van wijn met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld, mits: — het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; — die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen groter noch breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader
EU-wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde
afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waarin de vinificatie en de bereiding van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten op basis van de officiële geografische code van 2021:
— |
departement Indre: Fontguenand, Lye, La Vernelle, Veuil, Villentrois-Faverolles-en-Berry; |
— |
departement Indre-et-Loire: Chaveignes, Chezelles, Crissay-sur-Manse, Saint-Nicolas-de-Bourgueil; |
— |
departement Loir-et-Cher: Candé-sur-Beuvron, Cheverny, Le Controis-en-Sologne (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Feings, Fougères-sur-Bièvre en Ouchamps), Cormeray, Fresnes, Les Montils, Mont-près-Chambord, Sambin; |
— |
departement Loire-Atlantique: Ancenis-Saint-Géréon (alleen het grondgebied van de vroegere gemeente Ancenis), Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; |
— |
departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux. |
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-a21d352f-67ba-47df-a154-3ca40f598bb4
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/26 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2023/C 34/10)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Rosé d’Anjou”
PDO-FR-A1007-AM02
Datum van mededeling: 11.11.2022
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Officiële geografische code
De informatie over de gemeenten van het geografische gebied en van het gebied in de onmiddellijke nabijheid is bijgewerkt op basis van de officiële geografische code.
Dit heeft geen gevolgen voor de perimeter van het afgebakende geografische gebied.
De punten 6 en 9 van het enig document zijn gewijzigd.
2. Afgebakend perceelgebied
Toegevoegd zijn de datums waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
3. Afstand tussen de wijnstokken
De minimumafstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij is verlaagd van 1 m naar 0,90 m.
Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om de beplantingsdichtheid van de wijnstokken te verhogen zonder dat de afstand tussen de rijen verandert.
Ook is een speciale bepaling toegevoegd voor wijnstokken op hellingen van meer dan 10 %, die een minimumafstand tussen de wijnstokken van 0,80 m mogen hebben.
Aldus wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie van op steile hellingen aangeplante wijnstokken, waarvoor tijdens de aanplant een aparte indeling nodig is (aanplant evenwijdig aan de helling en niet loodrecht daarop).
Punt 5 van het enig document is gewijzigd.
4. Snoeiwijze
De snoeivoorschriften zijn gelijkgetrokken op het niveau van de oorsprongsbenamingen van wijnen uit de zone Anjou Saumur in de Loirevallei. Het gelijktrekken ervan moet tot een betere kennis van de marktdeelnemers leiden en controles eenvoudiger maken.
Deze wijziging biedt de wijnbouwers flexibiliteit om de bedrijfsvoering aan te passen aan de vorst, die tegenwoordig steeds later intreedt.
Punt 5 van het enig document is gewijzigd.
5. Verband
Er wordt verwezen naar 2021 in plaats van 2018 en het aantal gemeenten is aangepast omdat sommige gemeenten zijn gefuseerd.
Punt 8 van het enig document is gewijzigd.
6. Overgangsmaatregelen
De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt.
Er is een overgangsmaatregel toegevoegd naar aanleiding van de nieuwe perceelsafbakening in bepaalde gemeenten.
Het enig document is niet gewijzigd.
7. Etikettering
De etiketteringsvoorschriften zijn nader uitgewerkt en zijn gelijkgetrokken op het niveau van de oorsprongsbenamingen van wijnen uit de zone Anjou Saumur in de Loirevallei. Deze wijziging is louter redactioneel.
Punt 9 van het enig document is gewijzigd.
8. Verwijzing naar de controlestructuur
De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is in overeenstemming gebracht met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel.
Het enig document blijft op dit punt ongewijzigd.
9. Redactionele wijzigingen
In het productdossier zijn een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Rosé d’Anjou
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
KORTE BESCHRIJVING
Het betreft niet-mousserende roséwijnen met de volgende analytische kenmerken:
De wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 9,50 %.
Het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) na gisting bedraagt ten minste 7 gram per liter.
Het totaal alcoholvolumegehalte na verrijking ligt niet hoger dan 12 %.
Het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten, maar het gehalte aan vluchtige zuren van elke partij onverpakte wijn die voor de aanduiding “primeur” of “nouveau” in aanmerking komt, bedraagt ten hoogste 10,2 milli-equivalent per liter.
De wijnen bevatten fermenteerbare suikers en hebben een min of meer zoet karakter. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifieke voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten...) blijft evenwel onmiskenbaar. In de mond vertonen de wijnen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9 |
Minimale totale zuurgraad |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
1. Beplantingsdichtheid – plantafstand
Teeltmethode
De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 000 wijnstokken per ha. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij niet minder dan 0,90 m. Voor de oogst van percelen met een afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij van minder dan 0,90 m, maar niet minder dan 0,80 m en met een helling van meer dan 10 % mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt.
De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken/ha, maar minstens 3 300 wijnstokken/ha, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van de bladeren worden nageleefd. Op deze percelen mag de afstand tussen de rijen niet meer dan 3 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij niet minder dan 1 m.
2. Voorschriften inzake het snoeien en leiden van de wijnstokken
Teeltmethode
De wijnstokken worden lang dan wel kort dan wel gemengd gesnoeid, met een maximum van twaalf ogen per wijnstok.
De wijnstokken mogen worden gesnoeid met twee extra ogen per wijnstok, mits in het fenologische stadium dat overeenkomt met elf of twaalf bladeren (afzonderlijke bloemknoppen), het aantal vruchtdragende takken van het jaar per wijnstok kleiner is dan of gelijk is aan twaalf.
De hoogte van het opgebonden gebladerte, gemeten tussen de ondergrens van de bladeren (minstens 0,40 m boven de grond) en de bovengrens van de snoei (minstens 0,20 m boven de bovenste opbinddraad), is minstens 0,6 keer de afstand tussen de rijen.
De percelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per ha voldoen bovendien aan de volgende voorschriften betreffende het leiden van de wijnstokken: de staken waaraan de opbinddraad is vastgemaakt, moeten minstens 1,90 m boven de grond uitsteken; de opbinddraad bestaat uit vier niveaus; de bovenste draad bevindt zich minstens 1,85 m boven de grond.
3. Irrigatie
Teeltmethode
Irrigatie is verboden.
4. Specifiek oenologisch procedé
Het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product en in mengsels, is verboden.
Het gebruik van houtspaanders is verboden.
Het totaal alcoholvolumegehalte na verrijking ligt niet hoger dan 12 %.
Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.
5.2. Maximumopbrengsten
75 hectoliter per ha
6. Afgebakend geografisch gebied
Alle stadia van de productie van wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé d’Anjou”, vinden plaats in het geografische gebied dat de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2021) beslaat:
— |
departement Deux-Sèvres: Brion-près-Thouet, Loretz-d’Argenton, Louzy, Plaine-et-Vallées (alleen het grondgebied van de deelgemeente Oiron), Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Mauzé-Thouarsais, Sainte-Radegonde en de oude gemeente Thouars), Tourtenay, Val en Vignes (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul, Cersay en Saint-Pierre-à-Champ); |
— |
departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon, Bellevigne-les-Châteaux, Blaison-Saint-Sulpice, Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brissac Loire Aubance (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la-Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en-Anjou, Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire, Gennes-Val-de-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé-Lézigné (alleen het grondgebied van de deelgemeente Huillé), Ingrandes-Le Fresne sur Loire (alleen het grondgebied van de oude gemeente Ingrandes), Jarzé Villages (alleen het grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon, Mauges-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (alleen het grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée dAnjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rives-de-Loir-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Villevêque), Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou, Tuffalun, Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon, Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay; |
— |
departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers. |
De cartografische documenten voor het geografische gebied zijn te vinden op de website van het Institut National de l’Origine et de la Qualité.
7. Wijndruivenrassen
Cabernet franc N
Cabernet-Sauvignon N
Cot N - Malbec
Gamay N
Grolleau N
Grolleau gris G
Pineau d’Aunis N
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
1. Informatie over het geografische gebied
a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband
Het geografische gebied strekt zich uit over twee grote geologische formaties, waar de wijngaarden voornamelijk gelegen zijn op de hellingen langs de rivieren en op een aantal plateaus: in het westen de precambrische en paleozoïsche sokkel van het Armoricaans Massief; in het oosten het mesozoïsche en cenozoïsche substraat van het Bekken van Parijs, dat bovenop de sokkel werd afgezet. Die geologische bijzonderheid onderscheidt het westelijke deel van het geografische gebied, dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van schist en met name leisteen, plaatselijk ook wel “Anjou noir” genoemd, en het oostelijke deel van het geografische gebied, waar de tufkrijtsteen (Saumur) opvalt, plaatselijk ook wel “Anjou blanc” genoemd.
Historisch gezien wordt het geografische gebied in verband gebracht met de voormalige provincie Anjou, en bestrijkt het (in 2021) hoofdzakelijk de zuidelijke helft van het departement Maine-et-Loire (68 gemeenten) en de noordelijke delen van de departementen Deux-Sèvres (11 gemeenten) en Vienne (9 gemeenten).
De bodems van de voor de druivenoogst afgebakende percelen zijn ontstaan uit verschillende geologische formaties. Die verschillen weliswaar sterk van elkaar, maar het gaat over het algemeen om arme gronden met matige waterreserves. Daarnaast vertonen de bodems ook een gunstig thermisch gedrag.
Het geografische gebied heeft een gematigd zeeklimaat, met relatief kleine temperatuurverschillen als gevolg van de relatieve nabijheid van de Atlantische Oceaan, de warmteregulerende rol die de Loire en haar zijrivieren spelen, en de aanplanting van de wijngaarden op de heuvels. Het gaat hier om de spreekwoordelijke “douceur angevine” (“milde klimaat van Anjou”) die met name tot uiting komt tijdens de winter, de lange lente, en de herfst. De zomer kent daarentegen geregeld hoge temperaturen. De op het noordwesten/zuidoosten gerichte heuvels bieden bescherming tegen de wind uit het westen, die vaak vochtige lucht meebrengt. Er valt dan ook weinig neerslag in het geografische gebied, dat van het föhneffect profiteert doordat het dankzij het hogere reliëf van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht die afkomstig is van de oceaan. De jaarneerslag bedraagt er ongeveer 585 mm, tegenover ongeveer 800 mm in Choletais.
b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband
Het bestaan van een wijngaard in Anjou wordt vanaf de eerste eeuw na Christus en tot op heden erkend. De wijnstok gedijt er goed, getuige enkele regels uit een gedicht van Apollonius (6e eeuw): “Niet ver van Bretagne ligt een stad op een rots, rijk aan de druiventrossen van Ceres en Bacchus, die haar naam Andégave (Angers) heeft ontleend aan een Griekse naam.” Gedurende de hele middeleeuwen ontwikkelt de wijnbouw van Anjou zich en worden wijngaarden aangeplant onder auspiciën van de kloosters aan de oevers van de Loire en rondom Angers, maar het is vooral vanaf de 12e en 13e eeuw dat de plaatselijke wijnbouw faam verwerft. Dankzij de invloed van het koninkrijk van Hendrik II en Eleonora van Aquitanië komt de “wijn van Anjou” op de mooiste tafels te staan.
De productie maakt vanaf de 16e eeuw een sterke groei door dankzij de komst van Nederlandse wijnmakelaars die op zoek zijn naar wijnen voor hun land en hun koloniën. De Nederlanders slaan grote voorraden in en de handel kent in de 18e eeuw een zodanige bloei dat de rivier Layon, die het geografische gebied doorkruist, wordt gekanaliseerd om het vervoer te bevorderen. De goede reputatie van de “vins d’Anjou” leidt echter tot afgunst en er worden allerlei belastingen ingevoerd (droit de cloison, de boîte, d’appetissement, de huitième, de passe-debout, ...) die de handel schaden. De verwoestingen die de Vendée-opstand met zich meebrengt, betekenen de doodsteek voor het wijnbouwgebied. In de loop van de 19e eeuw leeft de streek opnieuw op. In 1881 bestrijkt het wijnbouwgebied 45 000 ha, waarvan in 1893, als gevolg van de druifluizenplaag, slechts 10 000 ha overblijft.
“L’Anjou” is voornamelijk vermaard vanwege zijn productie van witte wijnen van het druivenras chenin B. Niettemin neemt de aanplant van de caberbet franc N, en even later die van de cabernet-sauvignon N, een hoge vlucht na de phylloxeracrisis. De vinificatie is aan het begin van de 20e eeuw vooral gericht op de bereiding van “rouget”, de lokale naam voor een lichte wijn die in cafés wordt geschonken, hetgeen de aanzet vormt tot de transformatie van de wijngaarden in Anjou. De rassen grolleau N en grolleau gris G, die lichtgekleurde clairets opleveren, en in mindere mate gamay N en pineau d’Aunis N, dragen bij tot de ontwikkeling van een aanzienlijke productie van emblematische roséwijnen, die bekendheid en erkenning genieten onder de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”. De tweede stap in deze transformatie berust op de ervaring die de producenten hebben opgedaan met het beheer van al deze druivensoorten. Dankzij observatie en analyse van welke rassen en welke locaties het best op elkaar zijn afgestemd, inschatting van het potentieel van de geoogste druiven en een goede beheersing van vinificatietechnieken, komt de productie van rode wijnen vanaf de jaren 60 tot ontwikkeling.
2. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product
De roséwijnen bevatten fermenteerbare suikers en hebben een min of meer zoet karakter. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifieke voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten...) blijft evenwel onmiskenbaar. In de mond vertonen de wijnen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.
3. Oorzakelijke interacties
De combinatie van de noordelijke ligging, een bijzonder landschap, een mild klimaat en een authentieke aard- en bodemgesteldheid verlenen de wijnen een eigen smaakkarakter dat in de frisheid ervan tot uiting komt.
De diversiteit van de wijnbouwlocaties, met gevarieerde aard- en bodemgesteldheden, heeft ervoor gezorgd dat de producenten voor elk van de belangrijke plaatselijke druivenrassen de optimale omstandigheden konden vinden. Door observatie en analyse van het gedrag van hun wijnstokken kunnen de wijnbouwers een geschikte locatie voor de wijngaard bepalen.
De variëteiten grolleau N, grolleau gris G of pineau d’aunis N nemen de zanderige en grindhoudende heuvels en terrassen in ten behoeve van de productie van fruitige rosés, terwijl de variëteiten cabernet franc N en cabernet sauvignon N goed gedijen op locaties met ondiepe bodems of bruine gronden en met een regelmatige watertoevoer met het oog op de productie van volle rosés met een lange afdronk.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
EU-wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waarin de wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé d’Anjou”, bij wijze van uitzondering mogen worden gevinificeerd en bereid, bestrijkt het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2021):
— |
departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil; |
— |
departement Loire-Atlantique: Ancenis-Saint-Géréon (alleen het grondgebied van de oude gemeente Ancenis), Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet; |
— |
departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux. |
Etikettering
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Overeenkomstig de bepalingen in het productdossier kan de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden aangevuld met de aanduiding “primeur” of “nouveau”.
De facultatieve vermeldingen waarvan het gebruik krachtens communautaire bepalingen door de lidstaten mag worden geregeld, worden op de etiketten aangebracht in lettertekens die niet hoger, niet breder en niet dikker zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
De gecontroleerde oorsprongsbenaming kan worden aangevuld met de geografische benaming “Val de Loire” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
De term “cabernet” en de aanduiding van het druivenras cabernet-sauvignon N of cabernet franc N zijn verboden in de presentatie en de omschrijving van de wijnen.
Op de wijnen met de aanduiding “primeur” of “nouveau” moet het jaartal worden vermeld.
Op het etiket van de wijnen mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: - het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; - die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-cea1d3f7-577f-445e-9e58-b708a8d13eb8
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/33 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2023/C 34/11)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Grebbestadostron”
EU-nr.: PDO-SE-02819 — 30.11.2021
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/namen
“Grebbestadostron”
2. Lidstaat of derde land
Zweden
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De beschermde oorsprongsbenaming “Grebbestadostron” heeft betrekking op levende, in het wild geplukte Europese platte oesters (Ostrea edulis).
“Grebbestadostron” heeft de volgende kenmerken:
Fysieke kenmerken
Vorm:
Een druppelachtige, bolle vorm die doet denken aan de rug van gebalde, maar niet volledig gesloten hand. De andere zijde is vlak. Vanuit de punt van de oester lopen waaiervormige markeringen straalsgewijs uit.
Grootte:
Groottesortering: 7-15 cm
Gewicht: 100-150 gram
Organoleptische kenmerken
Kleur van de schelp:
|
Buitenzijde: varieert naargelang van de diepte waarop de oesters leven. In ondiepe wateren met veel licht zijn de oesters wit van kleur met een groenachtige irisatie. In diepere wateren heeft de schelp een donkerdere, naar paars neigende tint. |
|
Binnenzijde: parelmoerwit met paarse tinten. De rand van de schelp vertoont diep smaragdgroene tinten. |
Kleur van het oestervlees:
|
Licht zandkleurig (NCS[1] S2010-Y10R). Donkere tinten okerbruin (NCS S6005-Y80R). Het vlees is goud- tot okerkleurig dooraderd (NCS S3030-Y20R). Het oestervlees heeft een glans die vergelijkbaar is met die van een ondoorzichtige kwal. |
Smaak:
|
Zout water, mineralen, zeewier en umami, licht nootachtig. Een lange, volle nasmaak van umami en een minerale, zilte smaak. |
Aroma:
Hints van de zee; mineraliteit die vergezeld gaat van toetsen van zeewier en verse vis.
Textuur:
Stevig en vlezig. In de verschillende delen van de oester varieert de textuur van stevig tot relatief zacht.
Mondgevoel:
Het is een bijzondere ervaring, omdat de hele oester gewoonlijk levend en in één keer wordt gegeten. De oesters hebben een rijke en volle smaak en roepen sterke associaties met de zee op.
Chemische kenmerken (per 100 g oestervlees):
|
Water: 80-83 g |
|
Eiwitten: 9,3-9,9 g |
|
Koolhydraten: 2-4 g |
|
Zout: 0,25-0,35 g |
|
Vet: 2,0-2,4 g |
waarvan:
— |
verzadigde vetten: 0,5-0,6 g; |
— |
enkelvoudig onverzadigde vetten: 0,2-0,3 g; |
— |
meervoudig onverzadigde vetten: 0,5-0,7 g; waarvan:
|
Vitaminen
|
Thiamine: 0,10-0,15 mg |
|
Riboflavine: 0,15-0,20 mg |
|
Niacine: 2,0-3,9 mg |
|
B6: 0,1-0,2 mg/100 g |
|
Vitamine E: 0,9-1,1 mg |
Mineralen
|
Calcium: 80-90 mg |
|
Fosfor: 140-160 mg |
|
IJzer: 5,5-6,5 mg |
|
Magnesium: 25-30 mg |
|
Kalium: 110-130 mg |
|
Zink: 45-50 mg |
[1] |
Natural Color System. |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De “Grebbestadostron” voedt zich voornamelijk met microalgen met een grootte van 20-30 μm, maar kan ook grotere organismen nuttigen, zoals zoöplankton en viseieren.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Het volledige productieproces moet plaatsvinden in het in punt 4 omschreven geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
---
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
---
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het productiegebied van “Grebbestadostron” bestaat uit de noordelijke en zuidelijke archipels van Grebbestad, d.w.z. de delen van de archipel van Bohuslän in de districten Lur, Tanum, Fjällbacka en Kville. Op zee vormt de basislijn de buitengrens van het gebied. Het productiegebied omvat het deel van de kust dat zich binnen 5 km van de kustlijn bevindt.
5. Verband met het geografische gebied
De kenmerken van “Grebbestadostron” zijn afhankelijk van het samenspel van natuurlijke en menselijke factoren.
Specificiteit van het product:
De “Grebbestadostron” is een Europese platte oester die groeit op natuurlijke oesterbanken in de noordelijke en zuidelijke archipels van Grebbestad. De “Grebbestadostron” groeit langzaam, omdat het water in het productiegebied koud en relatief voedselarm is en een laag zoutgehalte heeft. Het duurt drie tot vijf jaar voordat de oesters groot genoeg zijn om geoogst te kunnen worden. De trage groei is van invloed op de organoleptische kenmerken van de oester.
In vergelijking met de invasieve Japanse oester (Magallana gigas), die in het productiegebied snel groeit, heeft de traaggroeiende “Grebbestadostron” een veel intensere en vollere smaak, evenals meer opvallende en uitgesproken minerale en umami toetsen. De “Grebbestadostron” heeft ook een opvallend langere en meer intense nasmaak. Het oestervlees is steviger dan dat van M. gigas, wat betekent dat de “Grebbestadostron” een stevigere beet heeft.
Natuurlijke factoren:
De kenmerken van “Grebbestadostron” hangen samen met de natuurlijke omstandigheden in het productiegebied.
“Grebbestadostron” behoort tot de Zweedse populatie van de Europese platte oester (O. edulis). Die populatie bestaat naar schatting uit zo’n 40 miljoen exemplaren. Omdat ze door afstand van elkaar gescheiden zijn en zich in evolutionair opzicht hebben aangepast aan de watertemperatuur en het zoutgehalte, verschilt de Zweedse populatie van O. edulis genetisch van de populaties van Europese platte oester in de meer zuidelijke delen van de Atlantische Oceaan. Binnen de populatie is er echter minder genetische variatie in vergelijking met de meer zuidelijke populaties.
De relatief goede toestand van de Zweedse populatie van O. edulis is voornamelijk toe te schrijven aan visrechten in particulier bezit, kleinschalige visserij en het feit dat het water vrij is van parasieten (M. mackini).
Het water in het productiegebied is relatief koud (de gemiddelde jaartemperatuur van het oppervlaktewater bedraagt ongeveer 8-10 °C) en het zoutgehalte laag (gemiddeld 2,7 %), wat betekent dat de oesters die voor de productie van “Grebbestadostron” geplukt worden, aan de grenzen van het verspreidingsgebied van de soort leven.
De nutriëntenhuishouding in de wateren van het productiegebied van “Grebbestadostron” wordt sterk beïnvloed door de oppervlaktestromingen in de Oostzee. Het water heeft geringe fosfor- en stikstofconcentraties (respectievelijk gemiddeld 0,8 μM en 20 μM), en dit beperkt de groei van microalgen, de voornaamste voedselbron van de oesters.
De natuurlijke omgeving van het productiegebied van “Grebbestadostron” (beschutte plekken, diepte, de juiste soort zeebedding met de juiste hellingsgraad en oriëntatie) zorgt voor goede omstandigheden voor de productie van oesters.
De voor de productie van “Grebbestadostron” gevangen oesters groeien op halfharde sedimentbeddingen met een maximale helling van 45° tot een diepte van ongeveer tien meter. Op grotere diepte wordt de zeebedding modderiger. Op zulke zeebodems kunnen de oesters niet gedijen. Ze gedijen evenmin op oostgerichte beddingen.
De oesterbanken worden tegen de golven en windvlagen van de open zee beschut door de buitenste eilandenrij van de noordelijke en zuidelijke archipels van Grebbestad.
Menselijke factoren:
De kennis van de oestervissers over de biologie en de levenscyclus van de Europese platte oester en over de water- en zeebodemgesteldheid in het productiegebied, en ook het beheer van de oesterpopulatie op de natuurlijke oesterbanken, zijn van cruciaal belang voor zowel de beschikbaarheid als de kwaliteit van “Grebbestadostron”.
De pluk van “Grebbestadostron” gebeurt op een unieke en voorzichtige manier, die bijdraagt tot de kenmerkende kwaliteit van “Grebbestadostron”. De oesters mogen alleen in netten gevangen worden door wadende vissers of met de hand geplukt worden door ervaren duikers. De meeste oesters worden op die laatste manier gevangen. Aangezien de duikers geen enkel materiaal op de zeebodem beroeren, heeft de visserij op “Grebbestadostron” een geringe impact op de oesters die op de oesterbanken achterblijven om het schone, heldere water van het productiegebied te filteren.
De visserij is beperkt tot 70 000“Grebbestadostron” per jaar, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met het voortbestaan van de Europese platte oester en dus met de blijvende beschikbaarheid van “Grebbestadostron”. In het kader van de visserij op “Grebbestadostron” nemen de vissers verschillende maatregelen om de oesterbanken in het productiegebied in stand te houden.
De oesters, die zich in grotere clusters aan elkaar vasthechten, worden van elkaar gescheiden en verspreid over een groter gebied, zodat alle oesters een goede toegang tot nutriënten en daardoor een grotere overlevingskans hebben. De kleine oesters die aan de schelpen van gevangen “Grebbestadostron” zijn vastgehecht, worden er met de hand afgeschraapt, verzorgd en op de oesterbanken teruggezet. Kleine oesters van de invasieve Japanse soort (Magallana gigas) worden niet teruggezet op de oesterbanken, maar verwijderd, om de verspreiding ervan tegen te gaan.
Om de reproductie van O. edulis te waarborgen, wordt geen “Grebbestadostron” geplukt tijdens de voortplantingsperiode van de Europese platte oester in juli en augustus.
Dankzij de maatregelen en de zorgvuldigheid die de oestervissers tijdens de pluk van “Grebbestadostron” betrachten, neemt de populatie van de Europese platte oester in het productiegebied gestaag toe.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://www.livsmedelsverket.se/globalassets/foretag-regler-kontroll/livsmedelsinformation-markning-halsopastaenden/skyddade-beteckningar/produktbeskrivning_grebbestadostron_2022_03_31.pdf