Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document L:2017:273:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, L 273, 24 oktober 2017


Display all documents published in this Official Journal
 

ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 273

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
24 oktober 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1931 van de Commissie van 17 oktober 2017 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Bleu d'Auvergne (BOB))

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1932 van de Commissie van 23 oktober 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China

4

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1933 van de Raad van 23 oktober 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1763 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Burundi

9

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1934 van de Raad van 23 oktober 2017 tot wijziging van Besluit 2010/638/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee

10

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1935 van de Raad van 23 oktober 2017 houdende wijziging van Besluit 2010/573/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië

11

 

 

AANBEVELINGEN

 

*

Aanbeveling (EU) 2017/1936 van de Commissie van 18 oktober 2017 inzake onmiddellijke actie ter voorkoming van misbruik van precursoren voor explosieven ( 1 )

12

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/1


Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds (1)

Op 3 oktober 2017 hebben de Europese Unie en de Islamitische Republiek Afghanistan kennis gegeven van de voltooiing van de noodzakelijke procedures voor de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds. Derhalve wordt de overeenkomst met ingang van 1 december 2017 voorlopig toegepast, overeenkomstig artikel 59, lid 3.

Krachtens artikel 3 van Besluit (EU) 2017/434 van de Raad van 13 februari 2017 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst worden de volgende bepalingen van de overeenkomst voorlopig toegepast tussen de Unie en de Islamitische Republiek Afghanistan, voor zover deze aangelegenheden betreffen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, waaronder aangelegenheden die vallen onder haar bevoegdheid om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en uit te voeren:

 

Artikel 2 (Algemene beginselen);

 

Artikel 3 (Politieke dialoog);

 

Artikel 4 (Mensenrechten);

 

Artikel 5 (Gelijkheid van mannen en vrouwen);

 

Titel III (Ontwikkelingssamenwerking);

 

Titel IV (Samenwerking inzake handel en investeringen);

 

Artikel 28 (Samenwerking inzake migratie);

 

Titel VII (Regionale samenwerking);

 

Titel VIII (Institutioneel kader) voor zover de bepalingen van die titel enkel tot doel hebben de voorlopige toepassing van de overeenkomst te waarborgen;

 

Titel IX (Slotbepalingen) voor zover de bepalingen van die titel enkel tot doel hebben de voorlopige toepassing van de overeenkomst te waarborgen.


(1)   PB L 67 van 14.3.2017, blz. 3.


VERORDENINGEN

24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1931 VAN DE COMMISSIE

van 17 oktober 2017

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Bleu d'Auvergne (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Frankrijk tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Bleu d'Auvergne”, die is geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/2008 van de Commissie (3).

(2)

Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4).

(3)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam „Bleu d'Auvergne” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 oktober 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)   PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1259/2008 van de Commissie van 16 december 2008 houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Bleu d'Auvergne (BOB)) (PB L 338 van 17.12.2008, blz. 5).

(4)   PB C 194 van 17.6.2017, blz. 52.


24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1932 VAN DE COMMISSIE

van 23 oktober 2017

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   GELDENDE MAATREGELEN

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (2) („de oorspronkelijke verordening”) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China („VRC” of „het betrokken land”). Bij het onderzoek dat tot de bovengenoemde verordening heeft geleid, werd de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 als onderzoektijdvak gebruikt („het oorspronkelijke onderzoek”).

2.   ONDERHAVIG ONDERZOEK

2.1.   Procedure

(2)

Naar aanleiding van een verzoek dat werd ingediend door de Kyocera Fineceramics Group („de indiener van het verzoek” of „Kyocera”) heeft de Commissie met een bericht („het bericht van opening”) in het Publicatieblad van de Europese Unie (3) de opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening aangekondigd. Van de groep maakt onder meer Dongguan Shilong Kyocera Co. Ltd., een producent-exporteur in de VRC, deel uit. Het nieuwe onderzoek had uitsluitend betrekking op de productomschrijving en beoogde te verduidelijken of bepaalde productsoorten (d.w.z. keramische snijders, keramische raspen, keramische scharen, keramische schrapers, keramische slijpers en keramische koffiemolens, oftewel tezamen „de productsoorten in kwestie”) vallen binnen het toepassingsgebied van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit het betrokken land.

(3)

De Commissie heeft alle partijen die aan het oorspronkelijke onderzoek hadden meegewerkt alsmede de autoriteiten van de VRC officieel in kennis gesteld van de inleiding van de procedure. De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld binnen de in het bericht van opening vermelde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(4)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek een vragenlijst gezonden. Voorts heeft zij de partijen die aan het oorspronkelijke onderzoek hadden meegewerkt verzocht om opmerkingen te maken over eventuele verschillen tussen het onderzochte product zoals omschreven in overweging 8 en de productsoorten in kwestie wat de fysieke, technische en chemische basiskenmerken ervan, het productieproces, de gebruiksdoeleinden en andere aspecten (voor zover van toepassing) betreft.

(5)

Kyocera heeft de vragenlijst beantwoord en inhoudelijke opmerkingen over het nieuwe onderzoek ingediend. Eén Italiaanse distributeur heeft verklaard dat de productsoorten in kwestie een zeer gering deel van zijn assortiment uitmaken. Achttien ondernemingen (twee importeurs in Italië en 16 ondernemingen in de VRC) hebben laten weten de productsoorten in kwestie niet te verhandelen. De klager in het oorspronkelijke onderzoek heeft zich gemeld, maar heeft geen opmerkingen gemaakt.

(6)

De Commissie heeft alle gegevens verzameld en gecontroleerd die zij nodig achtte om te onderzoeken of het toepassingsgebied van de bestaande antidumpingmaatregelen moet worden verduidelijkt/gewijzigd.

(7)

Alle belanghebbenden zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen die aan de onderhavige conclusies ten grondslag lagen. Overeenkomstig artikel 20, lid 5, van de basisverordening konden de partijen hierover binnen een bepaalde termijn na de mededeling opmerkingen maken. Behalve de indiener van het verzoek (die zich verheugd toonde over de mededeling) heeft geen van de partijen mondeling of schriftelijk opmerkingen kenbaar gemaakt.

2.2.   Onderzocht product

(8)

Bij het onderzochte product gaat het om het betrokken product zoals omschreven in de oorspronkelijke verordening, dat wil zeggen keuken- en tafelgerei van keramiek, uitgezonderd keramische messen, keramische kruiden- en specerijmolens en hun keramische maalonderdelen, keramische schillers, keramische messenslijpers en pizzastenen van cordieriet-keramiek van een soort die wordt gebruikt voor het bakken van pizza of brood („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 6911 10 00, ex 6912 00 21, ex 6912 00 23, ex 6912 00 25 en ex 6912 00 29 (Taric-codes 6911100090, 6912002111, 6912002191, 6912002310, 6912002510 en 6912002910), van oorsprong uit de VRC.

2.3.   Resultaten van het onderzoek

2.3.1.   Inleiding en methode

(9)

Volgens de desbetreffende statistische gegevens op basis van artikel 14, lid 6, van de basisverordening komt elk jaar ongeveer 350 000 ton Chinees keuken- en tafelgerei van keramiek op de markt van de Unie.

(10)

Volgens Kyocera verschillen de productsoorten in kwestie en het onderzochte product qua productieproces, gebruiksdoeleinden, ontwerp en fysieke kenmerken. Bijgevolg heeft Kyocera zich op het standpunt gesteld dat de productsoorten in kwestie, net zoals in het oorspronkelijke onderzoek voor keramische messen en andere productsoorten is bevestigd, eveneens van de antidumpingmaatregelen moeten worden uitgesloten.

(11)

In het oorspronkelijke onderzoek is afgaand op de productieprocessen en/of de catalogi van de in de steekproef opgenomen medewerkende producenten in de Unie en de VRC alsmede de producent in het referentieland Brazilië gebleken dat zij de productsoorten in kwestie niet hebben geproduceerd. Deze vaststelling werd bovendien geschraagd door de verklaring van 16 ondernemingen (medewerkende producenten-exporteurs van het betrokken product in de VRC in het oorspronkelijke onderzoek) en de twee in overweging 5 genoemde importeurs in Italië. Daarom konden uit de in de oorspronkelijke verordening gebruikte en gepresenteerde gegevens en informatie geen gegevens met betrekking tot de productsoorten in kwestie worden afgeleid.

(12)

De Commissie heeft onderzocht of de productsoorten in kwestie zich onderscheidden van andere soorten keuken- en tafelgerei van keramiek ten aanzien waarvan momenteel maatregelen gelden, wat i) de fysieke, technische en chemische kenmerken, ii) het productieproces en iii) de typische gebruiksdoeleinden en de onderlinge verwisselbaarheid ervan betreft.

2.3.2.   Fysieke, technische en chemische basiskenmerken

(13)

Keuken- en tafelgerei van keramiek zoals omschreven in de oorspronkelijke verordening wordt gemaakt van „traditionele keramiek”, dat wil zeggen van porselein, gewoon aardewerk, gres, faience, fijn aardewerk of andere materialen waardoor het een sterkte van 1 000 kg/m2 tot ongeveer 1 200 kg/m2 verkrijgt.

(14)

De productsoorten in kwestie bestaan uit een werkend deel (om te snijden, te malen of te slijpen) en een niet-werkend deel (om te bedienen). Het werkend deel is gemaakt van hoogwaardige keramiek.

(15)

Hoogwaardige keramische producten worden ontwikkeld met behulp van geavanceerde technologie en zijn geschikt voor industrieel gebruik. Zij zijn hittebestendig, slijtvast en hebben een isolerend vermogen. De sterkte ervan bedraagt 10 000 kg/m2 tot ongeveer 12 000 kg/m2.

(16)

Tot de voornaamste grondstoffen voor traditionele keramiek behoren delfstoffen zoals kaolien, veldspaat en kwarts. De belangrijkste grondstof voor hoogwaardige keramiek is hetzij zirkoniumoxide hetzij aluminiumoxide.

(17)

Wegens het specifieke ontwerp en de fysieke kenmerken ervan vallen onder keuken- en tafelgerei van keramiek zoals omschreven in de oorspronkelijke verordening hoofdzakelijk producten die geschikt zijn voor het bevatten van levensmiddelen. Wegens het specifieke ontwerp en de fysieke kenmerken ervan (vorm en hardheid) zijn de productsoorten in kwestie geschikt voor het snijden van (delen van) levensmiddelen op verschillende manieren, ook bijvoorbeeld malen, of, zoals het geval is bij keramische slijpers, voor het slijpen van bepaalde instrumenten.

2.3.3.   Productieproces

(18)

Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat een productielijn die wordt gebruikt voor de productie van traditionele keramiek niet geschikt is voor de productie van hoogwaardige keramiek. Gewoonlijk wordt voor de productie van traditionele keramiek water aan de grondstof toegevoegd om klei of barbotine te verkrijgen, die wordt vormgegeven en daarna in een conventionele oven bij een temperatuur van 1 000 °C-1 250 °C wordt gebakken. De werkende delen van de productsoorten in kwestie worden daarentegen vervaardigd door zuiver keramisch poeder in een vorm te persen om het vervolgens in de gewenste vorm te laten uitharden. Het materiaal wordt bij nauwkeurig gecontroleerde temperaturen (de brandtemperatuur bedraagt 1 400 °C) in een oven gebakken en gesinterd.

2.3.4.   Typische gebruiksdoeleinden en onderlinge verwisselbaarheid

(19)

Zoals benadrukt in overweging 17, zijn de productsoorten in kwestie niet geschikt voor het bevatten van levensmiddelen, wat het typische gebruiksdoeleinde is van het betrokken product zoals omschreven in de oorspronkelijke verordening.

(20)

Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat om het even welke categorie van het onderzochte product en de productsoorten in kwestie niet onderling verwisselbaar zijn.

2.4.   Conclusie inzake de productomschrijving

(21)

In het nieuwe onderzoek is vastgesteld dat de productsoorten in kwestie wegens de uiteenlopende fysieke, technische en chemische kenmerken, gebruiksdoeleinden en productieprocessen ervan niet onder de productomschrijving van de geldende antidumpingmaatregelen vallen.

(22)

Daarom wordt het passend geacht te verduidelijken dat keramische snijders, keramische raspen, keramische scharen, keramische schrapers, keramische slijpers en keramische koffiemolens niet vallen onder de omschrijving van de producten waarvoor de antidumpingmaatregelen gelden.

(23)

Gezien het bovenstaande wordt het passend geacht de oorspronkelijke verordening te wijzigen om de productomschrijving te verduidelijken.

(24)

De belanghebbenden zijn in kennis gesteld van de conclusies van het nieuwe onderzoek.

2.5.   Toepassing met terugwerkende kracht

(25)

In het bericht van opening is de belanghebbenden verzocht hun standpunt kenbaar te maken over de eventuele toepassing met terugwerkende kracht van elke verordening die voortvloeit uit dit nieuwe onderzoek. Behalve de indiener van het verzoek heeft geen enkele partij hierover opmerkingen gemaakt.

(26)

Aangezien dit nieuwe onderzoek beperkt was tot de verduidelijking van de productomschrijving en de productsoorten in kwestie niet onder het oorspronkelijke onderzoek en de daaruit voortvloeiende antidumpingmaatregel vielen, moeten de conclusies van dit nieuwe onderzoek worden toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke verordening, en dus ook op de invoer waarop tussen 16 november 2012 en 16 mei 2013 voorlopige rechten van toepassing waren. De Commissie zag geen doorslaggevende reden die aan een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht in de weg zou staan.

(27)

Bijgevolg moeten de krachtens artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 betaalde of geboekte definitieve antidumpingrechten en de krachtens artikel 2 van die verordening definitief geïnde voorlopige antidumpingrechten worden terugbetaald of kwijtgescholden voor goederen die niet onder artikel 1, lid 1, van die uitvoeringsverordening, zoals gewijzigd bij de onderhavige verordening, vallen.

(28)

De terugbetaling of kwijtschelding dient overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten te worden aangevraagd.

(29)

Dit nieuwe onderzoek is niet van invloed op de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 ingevolge artikel 11, lid 2, van de basisverordening vervalt.

(30)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 wordt vervangen door:

„1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op keuken- en tafelgerei van keramiek, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 6911 10 00, ex 6912 00 21, ex 6912 00 23, ex 6912 00 25 en ex 6912 00 29 (Taric-codes 6911100090, 6912002111, 6912002191, 6912002310, 6912002510 en 6912002910), van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

Hiervan uitgezonderd zijn:

keramische kruiden- en specerijmolens en hun keramische maalonderdelen,

keramische koffiemolens,

keramische messenslijpers,

keramische slijpers,

keramische keukeninstrumenten die worden gebruikt voor het snijden, malen, raspen, in plakken snijden, schrapen en schillen, alsmede

pizzastenen van cordieriet-keramiek van een soort die wordt gebruikt voor het bakken van pizza of brood.”.

Artikel 2

De krachtens artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 in de oorspronkelijke versie betaalde of geboekte definitieve antidumpingrechten en de krachtens artikel 2 van die verordening definitief geïnde voorlopige antidumpingrechten voor goederen die niet onder artikel 1, lid 1, van de bij de onderhavige verordening gewijzigde Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 vallen, worden terugbetaald of kwijtgescholden.

De terugbetaling of kwijtschelding wordt overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten aangevraagd.

Als de termijn van drie jaar zoals bedoeld in artikel 121, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) vóór of op de datum van bekendmaking van de onderhavige verordening is verstreken, of als hij binnen zes maanden na die datum verstrijkt, wordt de termijn overeenkomstig artikel 121, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 952/2013 verlengd met een periode van zes maanden na de datum van bekendmaking van de onderhavige verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 16 november 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)   PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1.

(3)   PB C 117 van 12.4.2017, blz. 12.

(4)   PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.


BESLUITEN

24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/9


BESLUIT (GBVB) 2017/1933 VAN DE RAAD

van 23 oktober 2017

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1763 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Burundi

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 oktober 2015 Besluit (GBVB) 2015/1763 (1) vastgesteld betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Burundi.

(2)

Op basis van een toetsing van Besluit (GBVB) 2015/1763 moeten de beperkende maatregelen tot en met 31 oktober 2018 worden verlengd.

(3)

Besluit (GBVB) 2015/1763 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 6 van Besluit (GBVB) 2015/1763 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Het is van toepassing tot en met 31 oktober 2018.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. IVA


(1)  Besluit (GBVB) 2015/1763 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Burundi (PB L 257 van 2.10.2015, blz. 37).


24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/10


BESLUIT (GBVB) 2017/1934 VAN DE RAAD

van 23 oktober 2017

tot wijziging van Besluit 2010/638/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 25 oktober 2010 Besluit 2010/638/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee vastgesteld.

(2)

Op basis van een evaluatie van Besluit 2010/638/GBVB dienen die beperkende maatregelen tot en met 27 oktober 2018 te worden verlengd.

(3)

Besluit 2010/638/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 8 van Besluit 2010/638/GBVB wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Dit besluit is van toepassing tot en met 27 oktober 2018. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. IVA


(1)  Besluit 2010/638/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee (PB L 280 van 26.10.2010, blz. 10).


24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/11


BESLUIT (GBVB) 2017/1935 VAN DE RAAD

van 23 oktober 2017

houdende wijziging van Besluit 2010/573/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 september 2010 Besluit 2010/573/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Als uitvloeisel van een evaluatie van Besluit 2010/573/GBVB dienen de beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië te worden verlengd tot en met 31 oktober 2018. De Raad zal na zes maanden de situatie met betrekking tot de beperkende maatregelen opnieuw bezien.

(3)

Besluit 2010/573/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 4, lid 2, van Besluit 2010/573/GBVB wordt vervangen door:

„2.   Dit besluit is van toepassing tot en met 31 oktober 2018. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. IVA


(1)  Besluit 2010/573/GBVB van de Raad van 27 september 2010 inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië (PB L 253 van 28.9.2010, blz. 54).


AANBEVELINGEN

24.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/12


AANBEVELING (EU) 2017/1936 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2017

inzake onmiddellijke actie ter voorkoming van misbruik van precursoren voor explosieven

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gezien de recente terroristische aanslagen en incidenten is het duidelijk dat zelfgemaakte explosieven in Europa nog steeds een ernstige bedreiging vormen. Ondanks de inspanningen om beperkingen in te stellen op precursoren voor explosieven en de toegang ertoe te beperken, komt het nog steeds voor dat personen toegang krijgen tot dergelijke stoffen en deze gebruiken om zelf explosieven te vervaardigen.

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties benadrukt in zijn resolutie 2370 (2017) dat het uiterst noodzakelijk is om te voorkomen dat terroristen gebruikmaken van of toegang trachten te krijgen tot grondstoffen of onderdelen die voor het vervaardigen van explosieven kunnen worden gebruikt, en roept op tot verhoogde waakzaamheid, met inbegrip van de vaststelling van goede praktijken, de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en de totstandkoming van partnerschappen.

(3)

Bij Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) zijn geharmoniseerde voorschriften vastgesteld inzake het aanbieden, het binnenbrengen, het voorhanden hebben en het gebruiken van stoffen of mengsels die kunnen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van explosieven, teneinde de beschikbaarheid van die stoffen en mengsels voor particulieren te beperken en ervoor te zorgen dat verdachte transacties in de gehele toeleveringsketen adequaat worden gemeld.

(4)

Om het doel te verwezenlijken van Verordening (EU) nr. 98/2013, namelijk het bevorderen van het vrije verkeer van chemische stoffen en mengsels op de interne markt en het wegnemen van concurrentieverstoringen, en tegelijkertijd het waarborgen van een hoog niveau van bescherming van de veiligheid van het publiek, dienen alle lidstaten de verordening correct toe te passen. De verordening bevordert tevens de verwezenlijking van de doelstellingen van Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad (2), namelijk het voorkomen van terroristische misdrijven waarbij sprake is van het vervaardigen, bezitten, verwerven, vervoeren, leveren of gebruiken van explosieven, alsmede het geven of ontvangen van instructies voor het vervaardigen of gebruiken van explosieven.

(5)

Het doel van deze aanbeveling is ervoor te zorgen dat de doelstelling van Verordening (EU) nr. 98/2013 doeltreffender kan worden verwezenlijkt, door verstrekking van richtsnoeren aan de lidstaten voor de toepassing ervan. Deze aanbeveling vormt een aanvulling op de richtsnoeren (3) die door de Commissie en het Permanent Comité precursoren (4) zijn vastgesteld, en houdt rekening met de besprekingen die hebben plaatsgevonden in dat comité en tijdens een reeks regionale workshops met de autoriteiten van de lidstaten in 2016 en 2017.

(6)

De beschikbaarheid van precursoren voor explosieven dient ten aanzien van particulieren te worden beperkt, teneinde te voorkomen dat terroristen deze stoffen in handen krijgen. Verordening (EU) nr. 98/2013 beperkt voor particulieren de toegang tot en het gebruik van zeven chemische stoffen (de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 98/2013 vermelde stoffen waarvoor een beperking geldt) (5).

(7)

Onverminderd deze verbodsbepaling kunnen de lidstaten besluiten om particulieren toegang te verlenen tot deze stoffen, uitsluitend door middel van een vergunnings- en/of registratieregeling. Per 1 januari 2017 is in 16 lidstaten een vergunnings- en/of registratieregeling van kracht in plaats van een verbod (6). In die lidstaten kunnen particulieren derhalve deze precursoren voor explosieven waarvoor een beperking geldt, nog steeds verkrijgen en gebruiken.

(8)

De lidstaten zouden stoffen met een lagere concentratie en alternatieve stoffen met een lager veiligheidsrisico moeten identificeren en promoten en voorwaarden moeten vaststellen inzake de opslag van precursoren voor explosieven. Lidstaten met een vergunningsregeling zouden controles moeten verrichten naar de achtergrond van vergunningaanvragers.

(9)

Deze aanbeveling is tevens gericht op verbetering van de handhaving van de beperkingen en controles waarin Verordening (EU) nr. 98/2013 voorziet, en op samenwerking tussen sectoren. Indien alle actoren in de toeleveringsketen, inclusief die welke online opereren, meer bewust worden gemaakt van de situatie, zullen ze beter in staat zijn om te voldoen aan hun verplichtingen krachtens Verordening (EU) nr. 98/2013.

(10)

Met deze aanbeveling wordt opgeroepen tot uitwisseling van informatie betreffende verdachte transacties, verdwijningen, diefstallen en andere verdachte incidenten of vergunningaanvragen, indien deze grensoverschrijdende aspecten kunnen hebben, zulks onverminderd de rechtskaders voor de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie in de context van strafrechtelijke onderzoeken naar een terroristisch misdrijf (7) of op douanegebied (8).

(11)

Bij recente aanslagen en incidenten werd veelal gebruikgemaakt van triacetontriperoxide (TATP), maar er zijn meer zelfgemaakte explosieven en precursoren van explosieven die een bedreiging vormen. De Unie en haar lidstaten moeten waakzaam blijven door de ontwikkelingen op dit gebied bij te houden en in aanmerking te nemen, in samenwerking met belanghebbenden en gebruikers.

(12)

Sinds de vaststelling van de verordening monitort en faciliteert de Commissie de toepassing ervan in nauwe samenwerking met het Permanent Comité precursoren. De Commissie heeft in februari 2017 een verslag (9) uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat de inwerkingtreding van de verordening weliswaar heeft bijgedragen tot een vermindering van de bedreiging die precursoren voor explosieven in Europa vormen, maar dat maatregelen en acties moeten worden vastgesteld die de controleregeling met betrekking tot zelfgemaakte explosieven versterken. De Commissie is in mei 2017 begonnen met de werkzaamheden voor de herziening van de verordening inzake precursoren voor explosieven (10); zij heeft een evaluatie verricht, die in de eerste helft van 2018 zal worden gevolgd door een effectbeoordeling. Bij de evaluatie zal worden gekeken naar de relevantie, effectiviteit, efficiëntie, coherentie en toegevoegde waarde van de verordening en zullen problemen en hindernissen die mogelijk verdere actie vereisen, in kaart worden gebracht. In het kader van de effectbeoordeling worden diverse beleidsopties onderzocht waarmee de geconstateerde problemen en hindernissen zouden kunnen worden weggenomen. In afwachting van de uitkomst van de evaluatie wordt bij dezen aanbevolen dat de lidstaten onmiddellijk actie ondernemen om ten aanzien van particulieren de beschikbaarheid van precursoren voor explosieven te beperken binnen het kader van de vigerende verordening,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Beperking voor particulieren van de beschikbaarheid van precursoren voor explosieven

1.

De lidstaten zouden alle noodzakelijke maatregelen moeten nemen waarin Verordening (EU) nr. 98/2013 voorziet om de beschikbaarheid voor particulieren van precursoren voor explosieven te beperken en te voorkomen dat terroristen toegang hebben tot precursoren voor explosieven, en zouden ervoor moeten zorgen dat verdachte transacties, ongeacht op welk punt van de toeleveringsketen ze plaatsvinden, op passende wijze worden gemeld. Daartoe zouden de lidstaten zorgvuldig moeten beoordelen of het stelsel van verboden, vergunningen of registratie dat ze hebben ingesteld, op doeltreffende wijze aan deze doelstellingen voldoet. De lidstaten zouden de Commissie uiterlijk vier maanden na de vaststelling van deze aanbeveling moeten inlichten over de resultaten van de beoordeling. De verstrekte informatie draagt bij tot de beoordeling of eventueel op EU-niveau verdere maatregelen moeten worden getroffen.

2.

Daarnaast zouden de lidstaten met spoed de volgende maatregelen moeten nemen:

a)

stimuleren, en waar dat mogelijk en gepast is, vereisen dat gebruik wordt gemaakt van alternatieve stoffen, of stoffen in lagere concentraties, die voor dezelfde wettige activiteit kunnen worden toegepast en tot minder veiligheidsproblemen aanleiding geven;

b)

voorwaarden vaststellen voor de beveiliging van de opslag van precursoren voor explosieven door marktdeelnemers, professionele gebruikers en particulieren die rechtmatig precursoren voor explosieven in bezit hebben;

c)

duidelijke richtsnoeren opstellen voor de wijze waarop marktdeelnemers op doeltreffende en efficiënte wijze kunnen vaststellen of een persoon al dan niet een particulier is. De lidstaten zouden daarvoor een categorie „professionele gebruikers” kunnen definiëren, waartoe personen behoren die een precursor voor explosieven waarvoor een beperking geldt, nodig hebben voor zakelijke, beroeps- of handelsdoeleinden;

d)

wanneer een vergunningsregeling als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 98/2013 van kracht is, controles verrichten naar de achtergrond van de vergunningaanvrager en daarbij in het bijzonder de strafregisters nagaan van alle staten waar de aanvrager gedurende de aan de aanvraag voorafgaande vijf jaar heeft gewoond, en

e)

inspectiesystemen opzetten teneinde niet-naleving van de regels door marktdeelnemers vast te stellen.

Intensivering van de samenwerking en overleg met de toeleveringsketen

3.

Om de samenwerking en het overleg met de actoren van de toeleveringsketen te verbeteren, zouden de lidstaten:

a)

opleidingen moeten aanbieden aan rechtshandhavingsfunctionarissen, eerstehulpverleners en douanefunctionarissen, om dezen in staat te stellen bij hun werkzaamheden stoffen en mengsels daarvan die als precursoren voor explosieven dienen, te herkennen en tijdig en passend op verdachte activiteiten te reageren;

b)

ter aanvulling van de op grond van artikel 9, lid 4, van Verordening (EU) nr. 98/2013 al bestaande meldingsplicht de eindgebruikers van precursoren voor explosieven moeten aanmoedigen om significante verdwijningen en diefstallen te melden;

c)

voor zover dat op grond van de Uniewetgeving niet al verplicht is, zo snel mogelijk overeenkomstig het nationale recht en de desbetreffende internationale rechtsinstrumenten informatie moeten uitwisselen over verdachte transacties, verdwijningen, diefstallen en andere verdachte incidenten en verdachte vergunningaanvragen, indien deze grensoverschrijdende aspecten kunnen hebben, en

d)

alle relevante sectoren in kaart moeten brengen, met inbegrip van sectoren die online opereren, voorlichtingscampagnes moeten afstemmen op de eigenheden van elke sector en een dialoog moeten blijven voeren met de toeleveringsketen en de eindgebruikers om een beter beeld te krijgen van de rechtmatige professionele en niet-professionele gebruiksmogelijkheden van precursoren voor explosieven.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2017.

Voor de Commissie

Julian KING

Lid van de Commissie


(1)  Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).

(2)  Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).

(3)  https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/policies/crisis-and-terrorism/explosives/explosives-precursors/docs/guidelines_on_the_marketing_and_use_of_explosives_precursors_en.pdf

(4)  http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail=3245

(5)  Waterstofperoxide, nitromethaan, salpeterzuur, kaliumchloraat, kaliumperchloraat, natriumchloraat en natriumperchloraat in een concentratie die de in bijlage I vermelde overeenkomstige grenswaarde overschrijdt, met inbegrip van mengsels of andere stoffen die een in de lijst vermelde stof bevatten in een concentratie die de overeenkomstige grenswaarde overschrijdt.

(6)  Verslag van de Commissie over de toepassing van en delegatie van bevoegdheden krachtens Verordening (EU) nr. 98/2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (COM(2017) 103 final van 28 februari 2017).

(7)  Besluit 2005/671/JBZ van de Raad van 20 september 2005 betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (PB L 253 van 29.9.2005, blz. 22).

(8)  Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).

(9)  Verslag van de Commissie over de toepassing van en delegatie van bevoegdheden krachtens Verordening (EU) nr. 98/2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (COM(2017) 103 final van 28 februari 2017).

(10)  https://ec.europa.eu/home-affairs/what-is-new/work-in-progress/initiatives/revision-regulation-marketing-and-use-explosives-precursors_en


Top