This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 2fea9864-7d4e-11f0-9af8-01aa75ed71a1
Commission Implementing Regulation (EU) 2024/1186 of 24 April 2024 concerning the authorisation of cinnamon bark essential oil and cinnamon leaf essential oil from Cinnamomum verum J. Presl as feed additives for certain animal species (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1186 van de Commissie van 24 april 2024 tot verlening van een vergunning voor etherische olie uit kaneelbast en etherische olie uit kaneelbladeren van Cinnamomum verum J. Presl als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor bepaalde diersoorten (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1186 van de Commissie van 24 april 2024 tot verlening van een vergunning voor etherische olie uit kaneelbast en etherische olie uit kaneelbladeren van Cinnamomum verum J. Presl als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor bepaalde diersoorten (Voor de EER relevante tekst)
02024R1186 — NL — 05.08.2025 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1186 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2024 tot verlening van een vergunning voor etherische olie uit kaneelbast en etherische olie uit kaneelbladeren van Cinnamomum verum J. Presl als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor bepaalde diersoorten (PB L 1186 van 25.4.2024, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
|
Publicatieblad |
||
|
nr. |
blz. |
datum |
||
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/1391 VAN DE COMMISSIE van 15 juli 2025 |
L 1391 |
1 |
16.7.2025 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1186 VAN DE COMMISSIE
van 24 april 2024
tot verlening van een vergunning voor etherische olie uit kaneelbast en etherische olie uit kaneelbladeren van Cinnamomum verum J. Presl als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor bepaalde diersoorten
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Verlening van een vergunning
Voor de in de bijlage gespecificeerde stoffen, die behoren tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddelen voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Uit de handel nemen
De toevoegingsmiddelen voor diervoeding etherische olie uit kaneelbast en etherische olie uit kaneelbladeren van Cinnamomum verum J. Presl, waarvoor overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning is verleend, worden uit de handel genomen voor alle diersoorten en -categorieën behalve die welke in de bijlage worden vermeld.
Artikel 3
Overgangsmaatregelen in verband met de verlening van een vergunning
Artikel 4
Overgangsmaatregelen in verband met het uit de handel nemen
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
|
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||
|
Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen. |
||||||||
|
2b133-eo |
Etherische olie uit kaneelbast |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Etherische olie verkregen uit de bast van Cinnamomum verum J. Presl. Vloeibare vorm Karakterisering van de werkzame stof Etherische olie die is verkregen uit de bast van Cinnamomum verum J. Presl door stoomdestillatie en vervolgens van de waterige fase is gescheiden door decantatie zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (1). Specificaties: — (E)-Kaneelaldehyde: 55-75 % — Eugenol: ≤ 7,5 % — β-Caryofylleen: 1,0-7,5 % — Linalool: 1,0-7,5 % — Safrool: ≤ 0,34 %
— Methyleugenol: ≤ 0,004 % — Styreen: ≤ 0,024 % — Kamfer: ≤ 0,018 % — Cumarine: ≤ 0,01 % CAS-nummer: 8015-91-6 Einecs-nummer: 283-479-0 FEMA-nummer: 2291 RvE-nr.: 133 Analysemethode (2) Voor de bepaling van (E)-kaneelaldehyde (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) |
Mestvarkens |
- |
- |
25 |
1. Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt. 2. In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en voormengsels worden de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermeld. 3. Dit toevoegingsmiddel mag niet worden gebruikt in combinatie met andere toevoegingsmiddelen die safrool, methyleugenol of styreen bevatten. 4. De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt. |
15 mei 2034 |
|
Mestvarkens van minder gangbare Suidae |
- |
- |
50 |
|||||
|
Biggen en biggen van minder gangbare Suidae |
|
|
50 |
|||||
|
Mestrunderen, mestschapen, minder gangbare herkauwers gehouden voor mestdoeleinden en mestkalveren |
- |
- |
10 |
|||||
|
Mestkippen, mestkalkoenen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden |
- |
- |
5 |
|||||
|
Zalmachtigen en minder gangbare vissen behalve paaivissen |
- |
- |
5 |
|||||
|
Andere minder gangbare soorten gehouden voor mestdoeleinden behalve paardachtigen |
- |
- |
5 |
|||||
|
(1)
Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).
(2)
Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium:https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en. |
||||||||
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of - categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
|
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||
|
Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen. |
||||||||
|
2b133i-eo |
Etherische olie uit kaneelblad |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Etherische olie verkregen uit de bladeren van Cinnamomum verum J. Presl. Vloeibare vorm Karakterisering van de werkzame stof Etherische olie die is verkregen uit de bladeren van Cinnamomum verum J. Presl door stoomdestillatie en vervolgens van de waterige fase is gescheiden door decantatie zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (1) Specificaties: — (E)-Kaneelaldehyde: ≤ 3 % — Eugenol: 70-85 % — Eugenylacetaat: 1,3-5,0 % — Benzylbenzoaat: 2-4,5 % — Safrool: ≤ 1,09 % — Methyleugenol: ≤ 0,030 % — Kamfer: ≤ 0,007 % — Cumarine: ≤ 0,01 % — Styreen: ≤ 0,013 % CAS-nummer: 8015-91-6 Einecs-nummer: 283-479-0 FEMA-nummer: 2292 RvE-nr.: 133 Analysemethode (2) Voor de bepaling van (E)- kaneelaldehyde (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) |
Mestvarkens |
- |
- |
50 |
1. Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt. 2. In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en voormengsels worden de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermeld. 3. Dit toevoegingsmiddel mag niet worden gebruikt in combinatie met andere toevoegingsmiddelen die safrool, methyleugenol of styreen bevatten. 4. De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt. |
15 mei 2034 |
|
Mestvarkens van minder gangbare Suidae |
- |
- |
50 |
|||||
|
Biggen en biggen van minder gangbare Suidae |
|
|
50 |
|||||
|
Mestrunderen, mestschapen, minder gangbare herkauwers gehouden voor mestdoeleinden en mestkalveren |
- |
- |
50 |
|||||
|
Mestkippen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden |
- |
- |
40 |
|||||
|
Mestkalkoenen |
- |
- |
50 |
|||||
|
Mestkonijnen |
- |
- |
50 |
|||||
|
Zalmachtigen en minder gangbare vissen behalve paaivissen |
- |
- |
25 |
|||||
|
Andere minder gangbare soorten gehouden voor mestdoeleinden behalve paardachtigen |
- |
- |
25 |
|||||
|
(1)
Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).
(2)
Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en |
||||||||