EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E003109

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3109/03 van Phillip Whitehead (PSE) aan de Commissie. Gehydrogeneerde vetten.

OJ C 84E, 3.4.2004, p. 501–501 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

3.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/501


(2004/C 84 E/0578)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3109/03

van Phillip Whitehead (PSE) aan de Commissie

(17 oktober 2003)

Betreft:   Gehydrogeneerde vetten

Is de Commissie, gezien de bezwaren die zijn geuit met betrekking tot de veiligheid van gehydrogeneerde vetten, bereid een initiatief te nemen in het kader waarvan de eventuele gezondheidsrisico's van gehydrogeneerde vetten duidelijk worden vermeld bij de etikettering van producten? Kan zij bovendien mededelen of is overwogen om deze stof helemaal te verbieden?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(14 november 2003)

Door harding worden plantaardige en dierlijke oliën omgezet in vaste, verzadigde vetten. Samen met andere processen, zoals de ontgeuring van oliën en vetten, wijzigt harding de vorm van vetmoleculen. De natuurlijke configuratie van vetzuurmoleculen, de cis-configuratie, verandert daarbij vaak in een zogenaamde trans-configuratie. Bovengenoemde processen, die voor tal van producten worden toegepast, kunnen tot onaanvaardbare hoeveelheden transvetzuren leiden.

Het is bekend dat een hoge inname van bepaalde verzadigde vetzuren in verband wordt gebracht met een verhoogd risico op coronaire hartziekten. Recentelijk zijn ook bedenkingen geuit over de plaats van transvetzuren in ons voedingspatroon. De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid dan ook verzocht om na te gaan of transvetzuren een aantoonbaar effect op de gezondheid hebben en, indien inderdaad een effect wordt vastgesteld, dit te vergelijken met het effect van andere vetzuurtypes die deel uitmaken van ons voedingspatroon. De Autoriteit werd verzocht tegen eind 2004 een wetenschappelijk advies uit te brengen.

Wat de etikettering van levensmiddelen betreft, wordt in Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede de daarvoor gemaakte reclame (1) aangegeven dat, wanneer een levensmiddel geharde oliën of vetten bevat, op het etiket de aanduiding „gehard” moet worden toegevoegd aan de vermelding van een geharde olie of een gehard vet. Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (2) voorziet in de mogelijkheid de verzadigde vetzuren op het etiket van het levensmiddel te vermelden. Deze richtlijn wordt momenteel herzien, waarbij ook aandacht zal worden besteed aan de kwestie van het al dan niet vermelden van transvetzuren op het etiket.


(1)  PB L 109 van 6.5.2000.

(2)  PB L 276 van 6.10.1990.


Top