This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62023CJ0336
Judgment of the Court (Tenth Chamber) of 21 November 2024.#HP - Hrvatska pošta d.d. v Povjerenik za informiranje.#Request for a preliminary ruling from the Visoki upravni sud.#Reference for a preliminary ruling – Approximation of laws – Open data and re-use of public sector information – Directive (EU) 2019/1024 – Article 1 – Scope – Article 2 – Concept of ‘re-use’ of documents – Right of access to documents held by a public sector body.#Case C-336/23.
Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 november 2024.
HP – Hrvatska pošta d.d. tegen Povjerenik za informiranje.
Verzoek van de Visoki upravni sud om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Open data en hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn (EU) 2019/1024 – Artikel 1 – Werkingssfeer – Artikel 2 – Begrip ,hergebruik’ van documenten – Recht van toegang tot documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam.
Zaak C-336/23.
Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 november 2024.
HP – Hrvatska pošta d.d. tegen Povjerenik za informiranje.
Verzoek van de Visoki upravni sud om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Open data en hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn (EU) 2019/1024 – Artikel 1 – Werkingssfeer – Artikel 2 – Begrip ,hergebruik’ van documenten – Recht van toegang tot documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam.
Zaak C-336/23.
Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2024:979
ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer)
21 november 2024 ( *1 )
„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Open data en hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn (EU) 2019/1024 – Artikel 1 – Werkingssfeer – Artikel 2 – Begrip ,hergebruik’ van documenten – Recht van toegang tot documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam”
In zaak C‑336/23,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Visoki upravni sud (hoogste bestuursrechter, Kroatië) bij beslissing van 25 mei 2023, ingekomen bij het Hof op 26 mei 2023, in de procedure
HP – Hrvatska pošta d.d.
tegen
Povjerenik za informiranje,
in tegenwoordigheid van:
STAS d.o.o.,
wijst
HET HOF (Tiende kamer),
samengesteld als volgt: D. Gratsias (rapporteur), kamerpresident, I. Jarukaitis, president van de Vierde kamer, en Z. Csehi, rechter,
advocaat-generaal: P. Pikamäe,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
– |
de Povjerenik za informiranje, vertegenwoordigd door Z. Pičuljan als gemachtigde, |
– |
de Kroatische regering, vertegenwoordigd door G. Vidović Mesarek als gemachtigde, |
– |
de Tsjechische regering, vertegenwoordigd door J. Očková, M. Smolek en J. Vláčil als gemachtigden, |
– |
de Oostenrijkse regering, vertegenwoordigd door A. Posch en J. Schmoll als gemachtigden, |
– |
de Europese Commissie, vertegenwoordigd door U. Małecka, M. Mataija en G. Meessen als gemachtigden, |
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1 |
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 1, lid 2, en artikel 2 van richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB 2019, L 172, blz. 56). |
2 |
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen HP – Hrvatska pošta d.d. (hierna: „HP”) en de Povjerenik za informiranje (commissaris voor informatie, Kroatië) over een bij HP ingediend verzoek om informatie dat met name ertoe strekte de overlegging te verkrijgen van overeenkomsten voor bouwwerken, tussentijdse betalingsbewijzen en processen-verbaal van oplevering van het gebouw. |
Toepasselijke bepalingen
Unierecht
3 |
De overwegingen 9, 13, 23 en 70 van richtlijn 2019/1024 luiden als volgt:
[…]
[…]
[…]
|
4 |
In artikel 1 van die richtlijn, met als opschrift „Onderwerp en toepassingsgebied”, is het volgende bepaald: „1. Om het gebruik van open data te bevorderen en innovatie in producten en diensten te stimuleren, stelt deze richtlijn een pakket minimumvoorschriften vast voor het hergebruik en de praktische regelingen om het hergebruik te faciliteren van:
2. Deze richtlijn is niet van toepassing op: […]
[…]
[…]
[…] 3. Deze richtlijn bouwt voort op de bestaande Unie‑ en nationale toegangsregelingen en laat deze onverlet. […] 7. Deze richtlijn regelt het hergebruik van bestaande documenten van openbare lichamen en overheidsondernemingen van de lidstaten, […]”. |
5 |
In artikel 2 („Definities”) van richtlijn 2019/1024 is het volgende bepaald: „Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
[…]
[…]
[…]” |
Kroatisch recht
6 |
Artikel 5 van de Zakon o pravu na pristup informacijama (wet betreffende het recht van toegang tot informatie) (Narodne novine, nr. 25/13, 85/15 en 69/22; hierna: „wet betreffende het recht van toegang tot informatie”) luidt als volgt: „De in deze wet gebruikte begrippen zijn als volgt gedefinieerd: […]
[…]
[…]” |
7 |
Artikel 15 van deze wet, dat behoort tot hoofdstuk IV hiervan, met als opschrift „Beperkingen van het recht van toegang tot informatie”, bepaalt: „[…] (2) Overheidsorganen kunnen de toegang tot informatie beperken: […]
[…] (4) Overheidsorganen kunnen de toegang tot informatie beperken:
[…]
|
8 |
Artikel 27 van deze wet, dat behoort tot deel VI hiervan, met als opschrift „Hergebruik van informatie”, luidt als volgt: „[…]
[…]
[…]” |
9 |
Artikel 29 („Verzoek om hergebruik van informatie en bescherming van gebruikersrechten”) van de wet betreffende het recht van toegang tot informatie bepaalt: „(1) In zijn verzoek om hergebruik van informatie moet de verzoeker, naast de in artikel 18, lid 3, van deze wet bedoelde gegevens, de informatie vermelden die hij wenst te hergebruiken, de vorm en de wijze waarop hij de inhoud van de gevraagde informatie wenst te verkrijgen, en het doel van het gebruik van de informatie (commercieel of niet-commercieel doel). (2) De volgende entiteiten zijn niet verplicht te handelen overeenkomstig een verzoek om hergebruik van informatie: […]
[…] (7) Tegen een besluit inzake het hergebruik van informatie kan binnen 15 dagen na de datum van kennisgeving van het besluit bezwaar worden gemaakt bij de commissaris [voor informatie]. Tegen de beslissing van de commissaris [voor informatie] staat geen administratieve voorziening open, maar wel bestuurlijk beroep bij de Visoki upravni sud Republike Hrvatske [(hoogste bestuursrechter, Kroatië)]. […]” |
Hoofdgeding en prejudiciële vragen
10 |
HP, een vennootschap die voor 100 % in handen is van de Republiek Kroatië, is de universele postdienst in die lidstaat. Zij verricht daarnaast commerciële activiteiten. |
11 |
HP kreeg een verzoek om informatie met betrekking tot met name overeenkomsten voor bouwwerken, tussentijdse betalingsbewijzen, processen-verbaal van oplevering van het gebouw. |
12 |
HP heeft dit verzoek tot informatie afgewezen. Tegen dit afwijzingsbesluit is bezwaar gemaakt bij de Povjerenik za informiranje, die HP heeft gelast om de gevraagde documenten te verstrekken. |
13 |
Naar aanleiding van het beroep van HP tegen deze beslissing van de Povjerenik za informiranje heeft de Visoki upravni sud de zaak naar hem terugverwezen met het oog op een nieuw onderzoek, omdat de termijn voor omzetting van richtlijn 2019/1024 op het ogenblik waarop die beslissing was genomen, reeds was verstreken en de informatieplicht die door de Povjerenik za informiranje aan HP was opgelegd, moest worden onderzocht in het licht van de nieuwe definities en uitzonderingen uit de richtlijn. |
14 |
Na een nieuw onderzoek van de zaak heeft de Povjerenik za informiranje HP opnieuw gelast de gevraagde informatie ter beschikking te stellen. |
15 |
HP heeft tegen deze beslissing van de Povjerenik za informiranje beroep ingesteld bij de Visoki upravni sud, die de verwijzende rechter is. |
16 |
In het beroep voert HP met name aan dat richtlijn 2019/1024 niet correct is omgezet in Kroatisch recht omdat het begrip „overheidsorgaan” in de zin van de wet betreffende het recht van toegang tot informatie niet dezelfde draagwijdte heeft als het begrip „overheidsonderneming” in artikel 2, punt 3, van de richtlijn. De definitie van dit begrip uit de richtlijn is volgens HP bovendien zowel van toepassing op het hergebruik van informatie als op het recht van toegang tot informatie. Ten slotte argumenteert HP dat de informatie die zij diende te overleggen, verband houdt met haar sectorale activiteit en dat het om een bedrijfsgeheim gaat. |
17 |
De Povjerenik za informiranje wijst erop dat het hoofdgeding volgens hem niet gaat om de uitoefening van het recht op hergebruik van informatie, maar om de uitoefening van het recht van toegang daartoe. Richtlijn 2019/1024 regelt echter open data en het hergebruik van overheidsinformatie en niet het recht van toegang tot informatie. |
18 |
De verwijzende rechter is van oordeel dat het voor de beslechting van het bij hem aanhangige geding noodzakelijk is om uit te maken of HP gehouden was om informatie te verstrekken die niet direct verband houdt met de levering van diensten van algemeen belang, waarbij in het bijzonder de draagwijdte van het begrip „hergebruik” van informatie in de zin van richtlijn 2019/1024 moet worden bepaald. |
19 |
In deze omstandigheden heeft de Visoki upravni sud de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:
|
Procedure bij het Hof
20 |
Bij beschikking van de president van het Hof van 27 juli 2023, HP – Hrvatska pošta (C‑336/23, EU:C:2023:617), is het verzoek van de Visoki upravni sud om de onderhavige zaak te behandelen volgens de versnelde procedure van artikel 105 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof afgewezen. |
Beantwoording van de prejudiciële vragen
21 |
Vooraf moet worden opgemerkt dat uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het in punt 11 van het onderhavige arrest bedoelde verzoek dat aan de bron ligt van het hoofdgeding uitsluitend betrekking heeft op de toegang tot documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen en niet op het hergebruik ervan. |
22 |
Daarnaast blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat de relevante datum voor het beoordelen van het recht dat ratione temporis van toepassing is op het hoofdgeding volgens de verwijzende rechter de datum is van het besluit waarin de Povjerenik za informiranje HP heeft gelast om dat verzoek in te willigen, waarop de termijn voor de omzetting van richtlijn 2019/1024 verstreken was. |
23 |
In dit verband moet eraan worden herinnerd dat uit vaste rechtspraak volgt dat vragen inzake de uitlegging van het Unierecht door de nationale rechter worden gesteld binnen het onder zijn eigen verantwoordelijkheid geschetste feitelijke en juridische kader, waarvan de juistheid niet ter beoordeling van het Hof staat [arrest van 27 april 2023, M.D. (Inreisverbod voor Hongarije), C‑528/21, EU:C:2023:341, punt 55 en aldaar aangehaalde rechtspraak]. |
24 |
Met zijn vragen, die samen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of richtlijn 2019/1024 aldus moet worden uitgelegd dat een verzoek om toegang tot informatie in het bezit van openbare lichamen onder de werkingssfeer van de richtlijn valt. |
25 |
In dit verband moet worden opgemerkt dat richtlijn 2019/1024, zoals blijkt uit artikel 1, lid 1, ervan, gelezen in het licht van de overwegingen 9, 13 en 70, tot doel heeft om met het oog op de verbetering van de interne markt het gebruik van open data te bevorderen en voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van digitale informatieproducten en ‑diensten gebaseerd op overheidsdocumenten in de gehele Unie en in de lidstaten. |
26 |
Daarom legt deze richtlijn een pakket minimumvoorschriften op voor het hergebruik en de praktische regelingen ter bevordering van het hergebruik van bestaande documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen van de lidstaten en van bepaalde overheidsondernemingen, en van het hergebruik van onderzoeksgegevens. |
27 |
Volgens artikel 2, punt 11, van deze richtlijn moet het begrip „hergebruik” aldus worden opgevat dat het gaat om het gebruik van dergelijke documenten door natuurlijke personen of rechtspersonen voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het oorspronkelijke doel binnen de publieke taak of van dienstverlening in het algemeen belang waarvoor de documenten zijn geproduceerd. |
28 |
Hoewel „hergebruik” in de zin van richtlijn 2019/1024 een recht van toegang tot de betrokken documenten veronderstelt, gaat het niettemin om twee kennelijk onderscheiden procedures (zie naar analogie arrest van 27 oktober 2011, Commissie/Polen, C‑362/10, EU:C:2011:703, punt 54). |
29 |
Zoals in artikel 1, lid 7, van de richtlijn is bepaald, regelt deze richtlijn het hergebruik van bestaande documenten van openbare lichamen en overheidsondernemingen van de lidstaten, maar legt zij geen enkele verplichting betreffende toegang tot deze documenten op. |
30 |
Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van richtlijn 2019/1024, gelezen in het licht van overweging 23 ervan, bouwt deze richtlijn voort op de bestaande Unie‑ en nationale toegangsregelingen en laat zij deze onverlet. Bovendien bepaalt artikel 1, lid 2, onder d) en f), van de richtlijn dat zij niet van toepassing is op documenten waartoe de toegang is uitgesloten of beperkt op basis van de toegangsregelingen van de lidstaten. |
31 |
In richtlijn 2019/1024 is dus geen recht van toegang tot overheidsinformatie neergelegd, maar wordt verondersteld dat er in de regelingen in de lidstaten of in het Unierecht sprake is van een dergelijk recht, zodat de voorwaarden voor de toegang tot deze documenten buiten haar werkingssfeer vallen (zie naar analogie arrest van 14 november 2018, NKBM, C‑215/17, EU:C:2018:901, punt 32). |
32 |
Gelet op een en ander moet op de prejudiciële vragen worden geantwoord dat richtlijn 2019/1024 aldus moet worden uitgelegd dat een verzoek om toegang tot documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam buiten de werkingssfeer van die richtlijn valt. |
Kosten
33 |
Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. |
Het Hof (Tiende kamer) verklaart voor recht: |
Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie |
moet aldus worden uitgelegd dat |
een verzoek om toegang tot documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam buiten de werkingssfeer van die richtlijn valt. |
ondertekeningen |
( *1 ) Procestaal: Kroatisch.