This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022TN0041
Case T-41/22: Action brought on 21 January 2022 — Fundacja Instytut na rzecz Kultury Prawnej Ordo Iuris v Parliament
Zaak T-41/22: Beroep ingesteld op 21 januari 2022 — Fundacja Instytut na rzecz Kultury Prawnej Ordo Iuris/Parlement
Zaak T-41/22: Beroep ingesteld op 21 januari 2022 — Fundacja Instytut na rzecz Kultury Prawnej Ordo Iuris/Parlement
PB C 148 van 4.4.2022, p. 30–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 148 van 4.4.2022, p. 22–23
(GA)
4.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 148/30 |
Beroep ingesteld op 21 januari 2022 — Fundacja Instytut na rzecz Kultury Prawnej Ordo Iuris/Parlement
(Zaak T-41/22)
(2022/C 148/41)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: Fundacja Instytut na rzecz Kultury Prawnej Ordo Iuris (Warschau, Polen) (vertegenwoordigers: K. Koźmiński, juridisch adviseur, en T. Siemiński, advocaat)
Verwerende partij: Europees Parlement
Conclusies
— |
de resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2021 over het feit dat in Polen een jaar geleden de facto een abortusverbod werd ingevoerd [2021/2925(RSP)] in haar geheel nietig verklaren; |
— |
subsidiair — voor het geval dat het verzoek om de bestreden resolutie in haar geheel nietig te verklaren zou worden afgewezen — die resolutie gedeeltelijk nietig verklaren, te weten wat betreft overweging Y, die als volgt luidt: “overwegende dat Ordo Iuris, een fundamentalistische organisatie die nauwe banden heeft met de regeringscoalitie, een drijvende kracht is achter de campagnes waarmee de mensenrechten en gendergelijkheid in Polen worden ondermijnd, en onder meer heeft opgeroepen tot een verbod op abortus, tot terugtrekking van Polen uit het Verdrag van Istanbul en tot instelling van de zogeheten, LHBTI-vrije zones’; overwegende dat culturele en religieuze waarden in Polen worden misbruikt om de volledige verwezenlijking van vrouwenrechten te belemmeren, het principe van gelijke rechten te ondergraven en het recht van vrouwen om te beslissen over hun eigen lichaam te ondermijnen”; |
— |
het Europees Parlement verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.
1. |
Eerste middel: het Europees Parlement was niet bevoegd om de bestreden resolutie aan te nemen aangezien het onderwerp van die resolutie niet behoort tot de bevoegdheden die de lidstaten de Europese Unie hebben toegekend bij de Verdragen, en het heeft zijn bevoegdheid misbruikt door van de resolutie als juridisch instrument gebruik te maken ter omzeiling van de verplichting om de Verdragen te wijzigen teneinde aan de Europese Unie bevoegdheden toe te kennen die zij volgens de Verdragen niet heeft. |
2. |
Tweede middel: de bestreden resolutie schendt de Verdragen dan wel de rechtsregels ter uitvoering daarvan, meer bepaald artikel 2 VEU, artikel 4, lid 2, VEU, artikel 6, lid 3, VEU en artikel 10 VWEU, doordat die resolutie:
|