This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0026
Case C-26/22: Request for a preliminary ruling from the Verwaltungsgericht Wiesbaden (Germany) lodged on 11 January 2022 — UF v Land Hesse
Zaak C-26/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 11 januari 2022 — UF / Land Hessen
Zaak C-26/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 11 januari 2022 — UF / Land Hessen
PB C 148 van 4.4.2022, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 148 van 4.4.2022, p. 12–13
(GA)
4.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 148/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 11 januari 2022 — UF / Land Hessen
(Zaak C-26/22)
(2022/C 148/20)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgericht Wiesbaden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: UF
Verwerende partij: Land Hessen
in tegenwoordigheid van: SCHUFA Holding AG
Prejudiciële vragen
1. |
Moet artikel 77, lid 1, juncto artikel 78, lid 1, van verordening (EU) 2016/679 (1) (AVG) aldus worden uitgelegd dat de mededeling door de toezichthoudende autoriteit van het resultaat [van haar onderzoek] aan de betrokkene
|
2. |
Is de bewaring van gegevens bij een particulier kredietregistratiebureau, waarbij persoonsgegevens uit openbare registers, zoals “nationale databanken”, in de zin van artikel 79, leden 4 en 5, van verordening (EU) 2015/848 (2), zonder concrete aanleiding worden bewaard, om in geval van een informatieverzoek te kunnen worden verstrekt, verenigbaar met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie? |
3. |
|
4. |
Voor zover artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f), AVG moet worden beschouwd als de enige rechtsgrondslag voor de bewaring bij particuliere kredietregistratiebureaus van gegevens die eveneens in openbare registers worden bewaard, heeft het kredietregistratiebureau dan reeds een gerechtvaardigd belang wanneer het, zonder concrete aanleiding, gegevens uit het openbare register overneemt teneinde deze op verzoek beschikbaar te kunnen stellen? |
5. |
Mogen gedragscodes die door de toezichthoudende autoriteiten overeenkomstig artikel 40 AVG zijn goedgekeurd en voorzien in onderzoekstermijnen en termijnen voor gegevenswissing die langer zijn dan de bewaartermijnen van openbare registers, de krachtens artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f), AVG vereiste belangenafweging opschorten? |
(1) Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 2016, L 119, blz. 1).
(2) Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PB 2015, L 141, blz. 19).