EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CJ0595
Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 1 December 2022.#LSI - Germany GmbH v Freistaat Bayern.#Request for a preliminary ruling from the Bayerisches Verwaltungsgericht Ansbach.#Reference for a preliminary ruling – Consumer protection – Provision of food information to consumers – Regulation (EU) No 1169/2011 – Article 17 and point 4 of Part A of Annex VI – ‘Name of the food’ – ‘Name of the product’ – Mandatory particulars in food labelling – Component or ingredient used for the partial or whole substitution of the component or ingredient which consumers expect to see normally used or present in a food.#Case C-595/21.
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 1 december 2022.
LSI - Germany GmbH tegen Freistaat Bayern.
Verzoek van het Bayerische Verwaltungsgericht Ansbach om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Verstrekking van voedselinformatie aan consumenten – Verordening (EU) nr. 1169/2011 – Artikel 17 en bijlage VI, deel A, punt 4 – ‚Benaming van het levensmiddel’ – ‚Benaming van het product’ – Verplichte vermeldingen op de etikettering van levensmiddelen – Bestanddeel of ingrediënt dat wordt gebruikt ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een bestanddeel of ingrediënt waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig is of normaliter gebruikt is.
Zaak C-595/21.
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 1 december 2022.
LSI - Germany GmbH tegen Freistaat Bayern.
Verzoek van het Bayerische Verwaltungsgericht Ansbach om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Verstrekking van voedselinformatie aan consumenten – Verordening (EU) nr. 1169/2011 – Artikel 17 en bijlage VI, deel A, punt 4 – ‚Benaming van het levensmiddel’ – ‚Benaming van het product’ – Verplichte vermeldingen op de etikettering van levensmiddelen – Bestanddeel of ingrediënt dat wordt gebruikt ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een bestanddeel of ingrediënt waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig is of normaliter gebruikt is.
Zaak C-595/21.
Court reports – general
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2022:949
ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)
1 december 2022 ( *1 )
„Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Verstrekking van voedselinformatie aan consumenten – Verordening (EU) nr. 1169/2011 – Artikel 17 en bijlage VI, deel A, punt 4 – ‚Benaming van het levensmiddel’ – ‚Benaming van het product’ – Verplichte vermeldingen op de etikettering van levensmiddelen – Bestanddeel of ingrediënt dat wordt gebruikt ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een bestanddeel of ingrediënt waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig is of normaliter gebruikt is”
In zaak C‑595/21,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Bayerische Verwaltungsgericht Ansbach (bestuursrechter van de deelstaat Beieren, Ansbach, Duitsland) bij beslissing van 22 september 2021, ingekomen bij het Hof op 27 september 2021, in de procedure
LSI – Germany GmbH
tegen
Freistaat Bayern,
wijst
HET HOF (Achtste kamer),
samengesteld als volgt: N. Piçarra (rapporteur), waarnemend voor de kamerpresident, N. Jääskinen en M. Gavalec, rechters,
advocaat-generaal: M. Campos Sánchez-Bordona,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
– |
LSI – Germany GmbH, vertegenwoordigd door G. Weyland, Rechtsanwalt, |
– |
de Freistaat Bayern, vertegenwoordigd door J. Greim-Diroll, Landesanwältin, |
– |
de Duitse regering, vertegenwoordigd door J. Möller en D. Klebs als gemachtigden, |
– |
de Europese Commissie, vertegenwoordigd door C. Hödlmayr en B. Rous Demiri als gemachtigden, |
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1 |
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 17 en bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB 2011, L 304, blz. 18). |
2 |
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen LSI – Germany GmbH (hierna: „LSI”) en de Freistaat Bayern (deelstaat Beieren, Duitsland) over een besluit waarbij het LSI wordt verboden om door haar geproduceerde levensmiddelen in de handel te brengen zonder bepaalde bestanddelen of ingrediënten in het hoofdgezichtsveld van de verpakking dicht in de buurt van de benaming van deze levensmiddelen te vermelden. |
Toepasselijke bepalingen
Verordening nr. 1169/2011
3 |
Artikel 1 („Onderwerp en toepassingsgebied”) van verordening nr. 1169/2011 bepaalt in lid 1 dat deze verordening „de basis [legt] voor de waarborging van een hoog niveau van consumentenbescherming ten aanzien van voedselinformatie, rekening houdend met de verschillen in de perceptie van de consumenten en hun informatiebehoeften, en [daarbij ook zorgt] voor het soepel functioneren van de interne markt”. |
4 |
Artikel 2 („Definities”) van deze verordening luidt: „1. Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
[…] 2. De volgende definities zijn ook van toepassing: […]
[…]
[…]” |
5 |
Artikel 3 („Algemene doelstellingen”) van die verordening bepaalt in lid 1: „Bij de verstrekking van voedselinformatie wordt gestreefd naar een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de belangen van de consumenten door de eindverbruikers een basis te verschaffen voor het maken van goed doordachte keuzes en een veilig gebruik van levensmiddelen, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan gezondheids-, milieu-, economische, sociale en ethische aspecten.” |
6 |
Artikel 7 („Eerlijke informatiepraktijken”) van verordening nr. 1169/2011 is als volgt geformuleerd: „1. Voedselinformatie mag niet misleidend zijn, met name niet:
[…]
2. Voedselinformatie is nauwkeurig, duidelijk en voor de consument gemakkelijk te begrijpen. […]” |
7 |
Artikel 9 („Lijst van verplichte vermeldingen”) van deze verordening bepaalt in lid 1: „Overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 35 en behoudens de in dit hoofdstuk vervatte uitzonderingen zijn de volgende vermeldingen verplicht:
[…]” |
8 |
Artikel 17 („Benaming van het levensmiddel”) van die verordening is als volgt verwoord: „1. De benaming van het levensmiddel is zijn wettelijke benaming. Bij ontstentenis van een dergelijke benaming is de benaming van het levensmiddel zijn gebruikelijke benaming of, als er geen gebruikelijke benaming bestaat of de gebruikelijke benaming niet wordt gebruikt, wordt een beschrijvende benaming van het levensmiddel gegeven. […] 4. De benaming van het levensmiddel mag niet worden vervangen door een benaming die beschermd is als intellectueel eigendom, handelsnaam of fantasienaam. 5. Bijlage VI bevat specifieke bepalingen inzake de benaming van het levensmiddel en de vermeldingen die tezamen met de benaming worden aangebracht.” |
9 |
Bijlage VI („Benaming van het levensmiddel en specifieke vermeldingen die tezamen met de benaming moeten worden aangebracht”) bij diezelfde verordening is onderverdeeld in drie delen. Deel A („Verplichte vermeldingen die tezamen met de benaming moeten worden aangebracht”) bepaalt in punt 4: „Voor voedsel waarbij een ingrediënt of bestanddeel waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig of normaliter gebruikt is, vervangen is door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt, vermeldt het etiket, naast de lijst van ingrediënten, duidelijk het bestanddeel of ingrediënt dat ter gehele of gedeeltelijke vervanging is gebruikt:
|
Verordening nr. 178/2002
10 |
Artikel 2 van verordening nr. 178/2002 definieert het begrip „levensmiddel” als „alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd”. |
Hoofdgeding en prejudiciële vragen
11 |
LSI produceert een minisalami van gevogelte waarin het dierlijk vet is vervangen door palmvet en koolzaadolie, en brengt deze als voorverpakt levensmiddel onder de benaming „BiFi The Original Turkey” (hierna: „betrokken levensmiddel”) via de detailhandel op de markt. „BiFi The Original” is zowel een woordmerk als een beeldmerk naar Duits recht en een beeldmerk naar Unierecht. |
12 |
Bij besluit van 7 januari 2019 heeft de bevoegde toezichthoudende autoriteit LSI verboden om het betrokken levensmiddel in de handel te brengen zonder dicht in de buurt van de handelsnaam „BiFi The Original Turkey” de betrokken vervangende ingrediënten te vermelden in een lettergrootte met een x-hoogte van ten minste 75 % van deze benaming en die niet kleiner is dan de in artikel 13, lid 2, van verordening nr. 1169/2011 voorgeschreven minimumlettergrootte. |
13 |
Volgens die autoriteit wordt dit etiketteringsvoorschrift opgelegd door artikel 17, lid 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening nr. 1169/2011, meer bepaald door de in laatstgenoemde bepaling gebezigde uitdrukking „benaming van het product”, die niet synoniem is met „benaming van het levensmiddel”. De eerste uitdrukking omvat met name ook de begrippen „handelsnaam” of „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4, van deze verordening en vereist in casu dat naast de aanduiding handelsnaam „BiFi The Original Turkey” – op de voorkant en in het hoofdgezichtsveld van de verpakking van het betrokken levensmiddel – ook de vermelding „met palmvet en koolzaadolie” wordt aangebracht overeenkomstig de voorschriften van bijlage VI, deel A, punt 4, bij die verordening. |
14 |
LSI heeft bij het Bayerische Verwaltungsgericht Ansbach (bestuursrechter van de deelstaat Beieren, Ansbach, Duitsland), de verwijzende rechter, beroep ingesteld tot nietigverklaring van dit besluit. Volgens haar is de uitdrukking „benaming van het product” synoniem met de uitdrukking „benaming van het levensmiddel”, zodat zij volledig heeft voldaan aan de etiketteringsvoorschriften van artikel 17, lid 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening nr. 1169/2011 door op de achterkant van de verpakking van het betrokken levensmiddel de vermelding „gevogelte-minisalami met palmvet en koolzaadolie” aan te brengen. Deze bepalingen vereisen dus niet dat op de voorkant van de verpakking, waarop de handelsnaam „BiFi The Original Turkey” is aangebracht, tevens de vermelding „met palmvet en koolzaadolie” wordt aangebracht. |
15 |
De verwijzende rechter merkt vooraf op dat de wijze waarop het betrokken levensmiddel concreet moet worden geëtiketteerd, afhangt van de uitlegging die moet worden gegeven aan de uitdrukking „benaming van het product” in bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011, waarvan de definitie niet in deze verordening of in enige bepaling van de levensmiddelenwetgeving van de Unie voorkomt en waarvan de precieze inhoud niet uit de tekst of de opzet van de verordening kan worden afgeleid. Deze rechter wijst er ook op dat uit artikel 17, lid 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening nr. 1169/2011, waarmee volgens hem wordt beoogd de algemene voorlichting van de consument te waarborgen, niet kan worden afgeleid dat deze bepalingen beogen de consument tegen misleiding te beschermen, zoals wel het geval is voor andere bepalingen van deze verordening, zoals artikel 7. |
16 |
Deze rechter merkt voorts op dat het gebruik door exploitanten van levensmiddelenbedrijven van een als intellectueel eigendom beschermde benaming, handelsnaam of fantasienaam in de zin van artikel 17, lid 4, van verordening nr. 1169/2011, de aandacht van de consument kan afleiden van de in lid 1 van dit artikel bedoelde benaming van het levensmiddel. In casu was deze benaming op de verpakking van het betrokken levensmiddel aangebracht in een aanzienlijk kleiner formaat dan de handelsnaam van dit levensmiddel en „viel zij dus ook veel minder op”. |
17 |
De verwijzende rechter gaat ervan uit dat bijlage VI, deel A, punt 4, bij deze verordening tot doel heeft transparantie te scheppen en de consument voor te lichten door ten minste in de daarin bedoelde gevallen te verzekeren dat de informatie over de in het levensmiddel aanwezige vervangende bestanddelen of ingrediënten dicht in de buurt van de in artikel 17, lid 4, van deze verordening bedoelde benamingen op de verpakking van het levensmiddel wordt vermeld in een lettergrootte die vergelijkbaar is met die van de betrokken benaming. De uitdrukking „benaming van het product” in de zin van bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011 is naar opvatting van deze rechter niet synoniem met de „benaming van het levensmiddel” in de zin van artikel 17, lid 1, van deze verordening en heeft een ruimere betekenis dan laatstgenoemde uitdrukking, aangezien zij ook betrekking heeft op de „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, de „handelsnaam” of de „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4. Indien het Hof deze uitlegging bevestigt, moet het beroep van LSI tegen het in punt 12 van het onderhavige arrest vermelde besluit van 7 januari 2019 ongegrond worden verklaard, aangezien het dan rechtmatig zou zijn te eisen dat de betrokken levensmiddelen worden geëtiketteerd zoals in dat besluit is bevolen. |
18 |
Tegen deze achtergrond heeft het Bayerische Verwaltungsgericht Ansbach de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
|
Beantwoording van de prejudiciële vragen
Eerste vraag
19 |
Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of artikel 17, leden 1, 4 en 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening nr. 1169/2011 aldus moet worden uitgelegd dat de in genoemde bijlage VI, deel A, punt 4, gebezigde uitdrukking „benaming van het product” een autonome betekenis heeft die verschilt van de uitdrukking „benaming van het levensmiddel” in de zin van artikel 17, lid 1, van deze verordening, en dus niet alleen kan slaan op een wettelijke benaming, een gebruikelijke benaming of een beschrijvende benaming, maar ook op een „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, een „handelsnaam” of een „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4, van die verordening. |
20 |
In dit verband zij er in de eerste plaats aan herinnerd dat volgens artikel 17, lid 1, van verordening nr. 1169/2011 de „benaming van het levensmiddel” zijn „wettelijke benaming” is of, bij ontstentenis van een dergelijke benaming, zijn „gebruikelijke benaming” of, als er geen gebruikelijke benaming bestaat of indien deze naam niet wordt gebruikt, een „beschrijvende benaming”. Deze drie begrippen worden gedefinieerd in artikel 2, lid 2, respectievelijk onder n), o) en p) van deze verordening. Artikel 17, lid 4, van die verordening bepaalt dat de „benaming van het levensmiddel” in de zin van lid 1 van dat artikel niet mag worden vervangen door een „handelsnaam”, een „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom” of een „fantasienaam”. |
21 |
In de tweede plaats moet volgens bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011, wanneer een ingrediënt of bestanddeel waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig is of normaliter gebruikt is, vervangen is door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt, het etiket, naast de lijst van ingrediënten, duidelijk het ter gehele of gedeeltelijke vervanging gebruikte bestanddeel of ingrediënt vermelden dicht in de buurt van de „benaming van het product” [punt a)], met een lettergrootte met een x-hoogte van ten minste 75 % van de x-hoogte van de „benaming van het product” [punt b)]. |
22 |
In de derde plaats wordt de uitdrukking „benaming van het product”, die uitsluitend wordt gebruikt in bijlage VI, deel A, punt 4, onder a) en b), bij verordening nr. 1169/2011, daarin niet gedefinieerd. In sommige taalversies, zoals de Duitse („Produktname”) of de Franse („nom du produit”) versie, wijkt die uitdrukking meer af van de uitdrukking in artikel 17 van verordening nr. 1169/2011 – te weten respectievelijk „Bezeichnung des Lebensmittels” en „dénomination de la denrée alimentaire” – dan in andere taalversies, zoals de Spaanse („denominación del producto” en „denominación del alimento”), de Tsjechische („název produktu” en „název potraviny”), de Engelse („name of the product” en „name of the food”), de Kroatische („naziv proizvoda” en „naziv hrane”), de Italiaanse („denominazione del prodotto” en „denominazione dell’alimento”), de Nederlandse („benaming van het product” en „benaming van het levensmiddel”), de Poolse („nazwa produktu” en „nazwa środka spożywczego”), de Portugese („denominação do produto” en „denominação do género alimentício”), de Roemeense („denumirea produsului” en „denumirea produsului alimentar”), de Slowaakse („názov výrobku” en „názov potraviny”), de Sloveense („ime proizvoda” en „ime živila”), de Finse („tuotteen nimi” en „elintarvikkeen nimi”) en de Zweedse („produktens beteckning” en „livsmedlets beteckning”) taalversie. |
23 |
Zelfs wanneer wordt aangenomen dat de twee betrokken uitdrukkingen op grond van het gebruik van minder soortgelijke termen in de Duitse en de Franse taalversie aldus kunnen worden uitgelegd dat zij niet dezelfde betekenis hebben, wordt een dergelijke uitlegging dus niet bevestigd door de andere, in het vorige punt aangehaalde taalversies. Volgens vaste rechtspraak kan de in een van de taalversies van een Unierechtelijke bepaling gebruikte formulering niet als enige grondslag voor de uitlegging van die bepaling dienen of voorrang hebben boven de andere taalversies (zie in die zin arresten van 27 oktober 1977, Bouchereau, 30/77, EU:C:1977:172, punt 14, en 25 februari 2021, Bartosch Airport Supply Services, C‑772/19, EU:C:2021:141, punt 26). |
24 |
Hoe dan ook volstaat de definitie van „levensmiddel” – in artikel 2 van verordening nr. 178/2002, waarnaar artikel 2, lid 1, onder a), van verordening nr. 1169/2011 verwijst – als „alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd”, om daaruit af te leiden dat het verschil tussen de in artikel 17, lid 1, van verordening nr. 1169/2011 aangewende uitdrukking „benaming van het levensmiddel” en de in bijlage VI, deel A, punt 4, bij deze verordening gebezigde uitdrukking „benaming van het product” zuiver terminologisch is. In het licht van deze definitie van „levensmiddel” kan de „benaming van het product” als bedoeld in bijlage VI, deel A, punt 4, bij die verordening immers alleen betekenen „benaming van het levensmiddel”. |
25 |
Uit het voorgaande volgt dat de twee betrokken uitdrukkingen, ondanks hun verschillen naargelang van de onderscheiden taalversies, moeten worden opgevat als uitdrukkingen met dezelfde inhoud, zonder dat kan worden aangenomen dat de uitdrukking „benaming van het product” een ruimere betekenis heeft dan de uitdrukking „benaming van het levensmiddel”. |
26 |
Voor deze uitlegging is steun te vinden in, ten eerste, de context van bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011. |
27 |
In dit verband moet allereerst worden opgemerkt dat deze bijlage het opschrift „Benaming van het levensmiddel en specifieke vermeldingen die tezamen met de benaming moeten worden aangebracht” draagt, en deel A ervan het opschrift „Verplichte vermeldingen die tezamen met de benaming moeten worden aangebracht”. Zij bevatten specifieke etiketteringsvoorschriften op dit gebied. |
28 |
Daarnaast bepaalt artikel 17 („Benaming van het levensmiddel”) van verordening nr. 1169/2011 in lid 5 dat „bijlage VI […] specifieke bepalingen [bevat] inzake de benaming van het levensmiddel en de vermeldingen die tezamen met de benaming worden aangebracht”. De term „benaming” verwijst duidelijk naar de benaming van het levensmiddel, en niets wijst erop dat deze bepalingen zich ook kunnen uitstrekken tot de andere in lid 4 van dit artikel opgesomde begrippen, te weten de „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, de „handelsnaam” of de „fantasienaam”. |
29 |
Ten tweede moet er met betrekking tot de doelstellingen van verordening nr. 1169/2011 aan worden herinnerd dat deze verordening, zoals blijkt uit artikel 1, lid 1, juncto artikel 3, lid 1, onder meer beoogt een hoog niveau van consumentenbescherming ten aanzien van voedselinformatie te waarborgen, rekening houdend met de verschillen in de perceptie van de consumenten, door hun een basis te verschaffen voor het maken van goed doordachte keuzes (zie in die zin arrest van 24 maart 2022, Upfield Hungary, C‑533/20, EU:C:2022:211, punt 45 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Volgens artikel 9, lid 1, onder a), van deze verordening is de „benaming van het levensmiddel” een van de vermeldingen die op de etikettering van levensmiddelen moeten voorkomen. |
30 |
In nauwe samenhang met deze doelstelling om een hoog niveau van bescherming van de consumenten te waarborgen wat hun recht op informatie betreft, heeft verordening nr. 1169/2011 ook tot doel te voorkomen dat consumenten door voedselinformatie worden misleid. Daartoe verbiedt artikel 7, lid 1, onder d), van deze verordening om aan de consument via de presentatie, beschrijving of afbeelding de aanwezigheid van een bepaald levensmiddel of ingrediënt te suggereren ingeval een van nature in dat levensmiddel aanwezig bestanddeel of normaliter daarin gebruikt ingrediënt is vervangen door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt. |
31 |
Hoewel, zoals de verwijzende rechter opmerkt, artikel 7 van verordening nr. 1169/2011 in tegenstelling tot artikel 17, lid 5, van deze verordening niet uitdrukkelijk verwijst naar de bepalingen van bijlage VI, deel A, punt 4, bij die verordening, beogen deze bepalingen, gelezen in het licht van met name artikel 7, lid 1, onder d), van diezelfde verordening, in wezen de bepalingen van dat artikel 7 aan te vullen met specifieke etiketteringsvoorschriften teneinde de consument te beschermen tegen misleiding als gevolg van onjuiste informatie. |
32 |
Anders dan de deelstaat Beieren stelt, kan het doel van consumentenbescherming dat aan het in bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011 vervatte verbod op misleiding van de consument ten grondslag ligt, echter worden bereikt zonder dat de consument specifiek moet worden gewezen op het verschil tussen de werkelijke samenstelling van een levensmiddel en de samenstelling die hij in beginsel mag verwachten, door middel van vermeldingen in het hoofdgezichtsveld van de verpakking van dat levensmiddel, wat normaal gezien de voorkant is. Om dat doel te bereiken volstaat het immers dat de benaming van dat levensmiddel in de zin van artikel 17, leden 1 en 5, van deze verordening en de lijst van ingrediënten waaruit het is samengesteld, op de achterkant van de verpakking worden vermeld in nauwkeurige, duidelijke en gemakkelijk te begrijpen bewoordingen, zoals artikel 7, lid 2, van die verordening voorschrijft. |
33 |
Een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop van een levensmiddel wordt bepaald door de samenstelling van het betrokken levensmiddel, leest namelijk eerst de lijst van ingrediënten, waarvan de vermelding krachtens artikel 9, lid 1, onder b), van verordening nr. 1169/2011 verplicht is (zie in die zin arresten van 16 juli 1998, Gut Springenheide en Tusky, C‑210/96, EU:C:1998:369, punt 31, en 4 juni 2015, Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände, C‑195/14, EU:C:2015:361, punt 37). |
34 |
In die omstandigheden zou, zoals de Commissie opmerkt, een uitlegging van de specifieke etiketteringsvoorschriften van bijlage VI, deel A, punt 4, bij verordening nr. 1169/2011 die erop neerkomt dat de vervangende bestanddelen of ingrediënten op de verpakking van het betrokken levensmiddel moeten worden vermeld dicht in de buurt van de „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, de „handelsnaam” of de „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4, van deze verordening – en niet alleen dicht in de buurt van de in artikel 17, lid 1, van die verordening bedoelde „benaming van het levensmiddel”, die niet door dergelijke benamingen of namen mag worden vervangen – verder gaan dan nodig is om het doel van die specifieke voorschriften, zoals uiteengezet in punt 31 van dit arrest, te bereiken. |
35 |
Gelet op een en ander moet op de eerste vraag worden geantwoord dat artikel 17, leden 1, 4 en 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening nr. 1169/2011 aldus moet worden uitgelegd dat de uitdrukking „benaming van het product” in genoemde bijlage VI, deel A, punt 4, geen autonome betekenis heeft die verschilt van de uitdrukking „benaming van het levensmiddel” in de zin van artikel 17, lid 1, van deze verordening, zodat de specifieke etiketteringsvoorschriften van bijlage VI, deel A, punt 4, niet van toepassing zijn op de „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, de „handelsnaam” of de „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4, van die verordening. |
Tweede tot en met vierde vraag
36 |
Gelet op het antwoord op de eerste vraag hoeven de tweede tot en met de vierde vraag niet te worden beantwoord. |
Kosten
37 |
Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. |
Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht: |
Artikel 17, leden 1, 4 en 5, juncto bijlage VI, deel A, punt 4, van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie |
moet aldus worden uitgelegd dat: |
de uitdrukking „benaming van het product” in genoemde bijlage VI, deel A, punt 4, geen autonome betekenis heeft die verschilt van de uitdrukking „benaming van het levensmiddel” in de zin van artikel 17, lid 1, van deze verordening, zodat de specifieke etiketteringsvoorschriften van bijlage VI, deel A, punt 4, niet van toepassing zijn op de „benaming die beschermd is als intellectueel eigendom”, de „handelsnaam” of de „fantasienaam” als bedoeld in artikel 17, lid 4, van die verordening. |
ondertekeningen |
( *1 ) Procestaal: Duits.