Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CB0597

Zaak C-597/21: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 15 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Centro Petroli Roma Srl / Agenzia delle Dogane e dei Monopoli (Prejudiciële verwijzing – Artikelen 53 en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 267 VWEU – Omvang van de verwijzingsverplichting van nationale rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg – Uitzonderingen op deze verplichting – Criteria – Situaties waarin de juiste uitlegging van het Unierecht zo evident is dat redelijkerwijs geen ruimte voor twijfel kan bestaan – Voorwaarde dat de nationale rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak doet, ervan overtuigd is dat de gehanteerde oplossing even evident zou zijn voor de rechterlijke instanties van de andere lidstaten die in laatste aanleg uitspraak doen, en voor het Hof)

PB C 35 van 30.1.2023, p. 20–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 35/20


Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 15 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Centro Petroli Roma Srl / Agenzia delle Dogane e dei Monopoli

(Zaak C-597/21) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Artikelen 53 en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Artikel 267 VWEU - Omvang van de verwijzingsverplichting van nationale rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg - Uitzonderingen op deze verplichting - Criteria - Situaties waarin de juiste uitlegging van het Unierecht zo evident is dat redelijkerwijs geen ruimte voor twijfel kan bestaan - Voorwaarde dat de nationale rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak doet, ervan overtuigd is dat de gehanteerde oplossing even evident zou zijn voor de rechterlijke instanties van de andere lidstaten die in laatste aanleg uitspraak doen, en voor het Hof)

(2023/C 35/22)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Centro Petroli Roma Srl

Verwerende partij: Agenzia delle Dogane e dei Monopoli

Dictum

Artikel 267 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep ervan kan afzien om het Hof een vraag over de uitlegging van het Unierecht voor te leggen en deze vraag op eigen verantwoordelijkheid kan oplossen wanneer de juiste uitlegging van het Unierecht zo voor de hand ligt dat daarover geen redelijke twijfel kan bestaan. Bij de beoordeling of een dergelijk geval zich voordoet, moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van het Unierecht, met de bijzondere moeilijkheden bij de uitlegging ervan en met het gevaar voor uiteenlopende rechtspraak binnen de Unie.

Deze nationale rechterlijke instantie hoeft niet in detail aan te tonen dat de andere rechterlijke instanties van de andere lidstaten die in laatste aanleg uitspraak doen en het Hof dezelfde uitlegging zouden geven, maar moet er na een beoordeling waarbij met deze elementen rekening wordt gehouden, van overtuigd zijn dat de gehanteerde oplossing even evident zou zijn voor die andere nationale rechterlijke instanties en het Hof.


(1)  Datum van indiening: 27.9.2021.


Top