EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0676

Zaak C-676/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Aragón (Spanje) op 11 december 2020 — ASADE — Asociación Estatal de Entidades de Servicios de Atención a Domicilio / Consejería de Sanidad de la Diputación General de Aragón

OJ C 138, 19.4.2021, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Aragón (Spanje) op 11 december 2020 — ASADE — Asociación Estatal de Entidades de Servicios de Atención a Domicilio / Consejería de Sanidad de la Diputación General de Aragón

(Zaak C-676/20)

(2021/C 138/22)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Superior de Justicia de Aragón

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ASADE — Asociación Estatal de Entidades de Servicios de Atención a Domicilio

Verwerende partij: Consejería de Sanidad de la Diputación General de Aragón

Prejudiciële vragen

1)

Is een nationale regeling die aanbestedende diensten de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van overeenkomsten met particuliere non-profitorganisaties (niet alleen vrijwilligersorganisaties) voor de verrichting van allerhande sociale diensten aan personen — tegen vergoeding van de kosten — zonder de procedures te volgen waarin richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 (1) betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten voorziet, ongeacht de geraamde waarde van de opdracht, door dergelijke afspraken eenvoudigweg als niet-contractueel aan te merken, verenigbaar met het Unierecht — artikel 49 VWEU (2) en de artikelen 76 en 77 van richtlijn 2014/24 (gelezen in samenhang met artikel 74 en bijlage XIV ervan)?

2)

Is een nationale regeling die voor de verrichting van sociale of gezondheidsdiensten van algemeen belang de mogelijkheid biedt om de regeling betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten te omzeilen door de methode van de gecoördineerde actie toe te passen, in aanvulling op of ter vervanging van beheer met eigen middelen — niet omdat die methode het meest geschikt is om de adequate verrichting van de dienst te waarborgen, maar om concrete doelstellingen van sociaal beleid te verwezenlijken, die gevolgen hebben voor de wijze waarop de dienst moet worden verricht of waarvan de verwezenlijking aan de opdrachtnemer wordt opgelegd als selectiecriterium –, ook al blijven de beginselen van bekendmaking, mededinging en transparantie van toepassing, verenigbaar met het Unierecht — artikel 49 VWEU en de artikelen 76 en 77 van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 (gelezen in samenhang met artikel 74 en bijlage XIV ervan)?

3)

Indien het antwoord bevestigend luidt, is dan het exclusief en uitsluitend voorbehouden van deze werkwijze aan non-profitorganisaties (niet alleen vrijwilligersorganisaties), ook al worden de beginselen van transparantie en bekendmaking in acht genomen, verenigbaar met het Unierecht — de hierboven reeds aangehaalde voorschriften alsmede artikel 15, lid 2, onder b), van richtlijn 2006/123/EG van het Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (3)?

4)

Moet, gelet op artikel 15, lid 2, onder b), van dienstenrichtlijn [2006/123/EG], het aan aanbestedende diensten verlenen van de discretionaire bevoegdheid om de methode van de gecoördineerde actie te gebruiken om non-profitorganisaties te belasten met het beheer van sociale en gezondheidsdiensten, aldus worden uitgelegd dat de toegang tot [de verrichting van] die diensten daarmee afhankelijk wordt gesteld van het bezitten van een bepaalde rechtsvorm? Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, is een nationale regeling als die in casu aan de orde, in het kader waarvan de lidstaat de Commissie niet in kennis heeft gesteld van het vereiste betreffende de rechtsvorm, dan geldig volgens artikel 15, lid 7, van de dienstenrichtlijn?

5)

Indien het antwoord op alle voorgaande vragen bevestigend luidt, moeten de artikelen 49 en 56 VWEU, de artikelen 76 en 77 van richtlijn [2014/24/EU] betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten (gelezen in samenhang met artikel 74 en bijlage XIV ervan), en artikel 15, lid 2, van richtlijn 2006/123/EG van het Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt dan aldus worden uitgelegd dat zij aanbestedende diensten de mogelijkheid bieden om als een van de criteria voor de selectie van een non-profitorganisatie (niet alleen vrijwilligersorganisaties) waarmee overeenkomsten zullen worden gesloten voor de verrichting van allerhande sociale diensten aan personen (die verder gaan dan de in artikel 2, lid 2, onder j), van laatstgenoemde richtlijn bedoelde diensten), het criterium te hanteren dat de organisatie is gevestigd in de plaats of het geografische gebied waar de dienst zal worden verricht?


(1)  Richtlijn betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG (PB 2014, L 94, blz. 65).

(2)  PB 2012, C 326, blz. 47.

(3)  PB 2006, L 376, blz. 36.


Top