This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CA0324
Case C-324/20: Judgment of the Court (First Chamber) of 28 October 2021 (request for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof — Germany) — Finanzamt B v X-Beteiligungsgesellschaft mbH (Reference for a preliminary ruling — Directive 2006/112/EC — Value added tax (VAT) — Supply of services — Articles 63 — Chargeability of VAT — Articles 64(1) — Concept of ‘supplies which give rise to successive payments’ — One-time supply remunerated by means of payment in instalments — Articles 90(1) — Reduction of the taxable amount — Concept of ‘non-payment of the price’)
Zaak C-324/20: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 oktober 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt B / X-Beteiligungsgesellschaft mbH [Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2006/112/EG – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Verrichting van diensten – Artikel 63 – Het verschuldigd zijn van de btw – Artikel 64, lid 1 – Begrip “dienst die aanleiding geeft tot opeenvolgende betalingen” – Eenmalige verrichting van een dienst waarvoor de vergoeding over verschillende termijnen wordt gespreid – Artikel 90, lid 1 – Verlaging van de maatstaf van heffing – Begrip “niet-betaling van de prijs”]
Zaak C-324/20: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 oktober 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt B / X-Beteiligungsgesellschaft mbH [Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2006/112/EG – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Verrichting van diensten – Artikel 63 – Het verschuldigd zijn van de btw – Artikel 64, lid 1 – Begrip “dienst die aanleiding geeft tot opeenvolgende betalingen” – Eenmalige verrichting van een dienst waarvoor de vergoeding over verschillende termijnen wordt gespreid – Artikel 90, lid 1 – Verlaging van de maatstaf van heffing – Begrip “niet-betaling van de prijs”]
PB C 2 van 3.1.2022, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 2/9 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 oktober 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Finanzamt B / X-Beteiligungsgesellschaft mbH
(Zaak C-324/20) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2006/112/EG - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Verrichting van diensten - Artikel 63 - Het verschuldigd zijn van de btw - Artikel 64, lid 1 - Begrip “dienst die aanleiding geeft tot opeenvolgende betalingen” - Eenmalige verrichting van een dienst waarvoor de vergoeding over verschillende termijnen wordt gespreid - Artikel 90, lid 1 - Verlaging van de maatstaf van heffing - Begrip “niet-betaling van de prijs”)
(2022/C 2/12)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Finanzamt B
Verwerende partij: X-Beteiligungsgesellschaft mbH
Dictum
1) |
Artikel 64, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat een eenmalige verrichting van een dienst die in termijnen wordt vergoed, niet binnen de werkingssfeer van die bepaling valt. |
2) |
Artikel 90, lid 1, van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat, ingeval een betaling in termijnen is overeengekomen, het uitblijven van betaling van een deel van de vergoeding op de vervaldag niet kan worden aangemerkt als niet-betaling van de prijs in de zin van die bepaling, en bijgevolg geen aanleiding kan geven tot een verlaging van de maatstaf van heffing. |