This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0703
Case C-703/19: Request for a preliminary ruling from the Naczelny Sąd Administracyjny (Poland) lodged on 24 September 2019 — J.K. v Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Katowicach
Zaak C-703/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 24 september 2019 – J.K./Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Katowicach
Zaak C-703/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 24 september 2019 – J.K./Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Katowicach
PB C 27 van 27.1.2020, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 27/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 24 september 2019 – J.K./Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Katowicach
(Zaak C-703/19)
(2020/C 27/18)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: J.K.
Verwerende partij: Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Katowicach
Prejudiciële vragen
1) |
Omvat het begrip „restaurantdiensten”, waarop een verlaagd btw-tarief van toepassing is [artikel 98, lid 2, gelezen in samenhang met bijlage III, punt 12 bis), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) in samenhang met artikel 6 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2)] de verkoop van bereide schotels in omstandigheden als die in het bij de nationale rechter aanhangige geding, namelijk wanneer:
|
2) |
Is voor het antwoord op de eerste prejudiciële vraag van belang hoe de schotels worden bereid en met name dat de bereide schotels worden samengesteld uit halffabricaten, waarvan een deel aan een warmtebehandeling wordt onderworpen? |
3) |
Volstaat het voor de beantwoording van de eerste prejudiciële vraag vast te stellen dat de klant de loutere mogelijkheid had de aangeboden infrastructuur te gebruiken of moet worden vastgesteld dat dit element vanuit het oogpunt van de gemiddelde klant een essentieel onderdeel van de dienstverrichting is? |