EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0029

Zaak C-29/19: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 23 januari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundessozialgericht - Duitsland) – ZP/Bundesagentur für Arbeit (Prejudiciële verwijzing – Sociale zekerheid – Migrerende werknemers – Verordening (EG) nr. 883/2004 – Werkloosheidsuitkeringen – Berekening – Niet-inaanmerkingneming van het laatste in de lidstaat van woonplaats ontvangen loon – Te korte referentieperiode – Loon ontvangen na beëindiging van de arbeidsverhouding – Persoon die eerder in Zwitserland arbeid in loondienst heeft verricht)

OJ C 77, 9.3.2020, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 77/6


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 23 januari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundessozialgericht - Duitsland) – ZP/Bundesagentur für Arbeit

(Zaak C-29/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Sociale zekerheid - Migrerende werknemers - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Werkloosheidsuitkeringen - Berekening - Niet-inaanmerkingneming van het laatste in de lidstaat van woonplaats ontvangen loon - Te korte referentieperiode - Loon ontvangen na beëindiging van de arbeidsverhouding - Persoon die eerder in Zwitserland arbeid in loondienst heeft verricht)

(2020/C 77/08)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundessozialgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ZP

Verwerende partij: Bundesagentur für Arbeit

Dictum

1)

Artikel 62, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, dient aldus te worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die, hoewel zij bepaalt dat er voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen wordt uitgegaan van het vroegere loon, niet toestaat dat er, wanneer de betrokkene niet voor de volle duur van de in die wettelijke regeling bepaalde referentieperiode voor de vaststelling van het loon dat als basis dient voor de berekening van de werkloosheidsuitkering loon heeft genoten voor de laatste werkzaamheden in loondienst die hij onder die wetgeving heeft verricht, rekening wordt gehouden met het loon dat de betrokkene voor die werkzaamheden heeft genoten.

2)

Artikel 62, leden 1 en 2, van verordening nr. 883/2004 dient aldus te worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die weliswaar bepaalt dat de berekening van de werkloosheidsuitkeringen uitgaat van het vroegere loon, doch niet toestaat dat er, wanneer het door de betrokkene genoten loon voor de laatste werkzaamheden in loondienst die hij onder die wetgeving heeft verricht pas na beëindiging van zijn dienstverband is vastgesteld en betaald, rekening wordt gehouden met het loon dat de betrokkene voor die werkzaamheden heeft genoten.


(1)  PB C 103 van 18.03.2019.


Top