EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0339

Zaak T-339/16: Beroep ingesteld op 26 juni 2016 — Ville de Paris/Commissie

OJ C 314, 29.8.2016, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 314/27


Beroep ingesteld op 26 juni 2016 — Ville de Paris/Commissie

(Zaak T-339/16)

(2016/C 314/38)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Ville de Paris (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: J. Assous, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

verordening (EU) nr. 2016/646 van de Commissie van 20 april 2016 tot wijziging van verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft, nietig te verklaren;

de Europese Commissie te veroordelen tot betaling van een symbolisch bedrag van 1 EUR ter vergoeding van de schade die de Ville de Paris ten gevolge van de vaststelling van een dergelijke verordening heeft geleden;

de Europese Commissie te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.

Met haar eerste middel stelt verzoekster dat verordening (EU) nr. 2016/646 van de Commissie van 20 april 2016 tot wijziging van verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft (PB L 109, blz. 1; hierna: „bestreden verordening”) nietig is wegens onbevoegdheid, aangezien de Europese Commissie ten onrechte heeft gebruikgemaakt van de regelgevingsprocedure met toetsing. De Commissie is ratione materiae onbevoegd en heeft zich bij de vaststelling van de bestreden verordening schuldig gemaakt aan schending van wezenlijke vormvoorschriften.

2.

Met haar tweede middel stelt verzoekster dat de bestreden verordening nietig is wegens schending van de voorschriften van primair recht, van het afgeleid milieurecht en van de subsidiaire voorschriften van het Unierecht, doordat de algemene beginselen van het Europees milieurecht alsook het rechtszekerheidsbeginsel- en het vertrouwensbeginsel niet zijn geëerbiedigd.

Wat de met het beroep beoogde schadeloosstelling betreft, stelt verzoekster dat de voorwaarden voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie vervuld zijn voor zover, ten eerste, de bestreden verordening zowel naar vorm als naar inhoud onregelmatigheden vertoont, ten tweede, zij reële en zekere schade heeft geleden ten gevolge van de bestreden verordening en, ten derde, er onbetwistbaar een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen de gedraging van de Commissie en de aangevoerde schade.


Top