EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0656

Zaak C-649/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 7 december 2015 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 september 2015 in zaak T-674/11, TV2/Danmark A/S/Europese Commissie

OJ C 48, 8.2.2016, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 48/27


Hogere voorziening ingesteld op 7 december 2015 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 september 2015 in zaak T-674/11, TV2/Danmark A/S/Europese Commissie

(Zaak C-649/15 P)

(2016/C 048/32)

Procestaal: Deens

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky, T. Maxian Rusche en L. Grønfeldt, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: TV2/Danmark A/S, Koninkrijk Denemarken, Viasat Broadcasting UK Ltd

Conclusies

het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 september 2015 in zaak T-674/11, TV2/Danmark A/S/Europese Commissie, vernietigen voor zover besluit 2011/839/EU (1) van de Commissie van 20 april 2011 betreffende de door Denemarken ten uitvoer gelegde steunmaatregel (C 2/03) ten behoeve van TV2/Danmark daarbij nietig is verklaard voor zover in dat besluit is geoordeeld dat de reclame-inkomsten uit 1995 en 1996 staatssteun vormen;

de derde subsidiaire vordering van verzoekster in eerste aanleg ten gronde afwijzen;

verzoekster in eerste aanleg verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het begrip „staatsmiddelen” in artikel 107, lid 1, VWEU, daaronder begrepen het begrip „zeggenschap”, onjuist uit te leggen, en bovendien zijn beslissing ontoereikend heeft gemotiveerd.

Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante vooral het volgende aan:

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in de punten 210 en 211 niet te aanvaarden dat alleen al omdat TV2 Reklame een overheidsbedrijf is, de middelen van TV2 Reklame staatsmiddelen zijn; daardoor heeft het Gerecht de rechtspraak betreffende het begrip staatsmiddelen van overheidsbedrijven te restrictief uitgelegd.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door bij zijn beoordeling van de zeggenschap van de Staat over de middelen van TV2 Reklame en door in punt 215 bij zijn beoordeling van de zeggenschap van de Staat over de middelen van het TV2-fonds het begrip „zeggenschap” te restrictief uit te leggen.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het arrest PreussenElektra, C-379/98, ECLI:EU:C:2001:160, onjuist uit te leggen. Die onjuiste uitlegging speelt een centrale rol in de redenen waarom het Gerecht het litigieuze besluit nietig heeft verklaard.


(1)  PB L 340, blz. 1


Top