EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TA0103

Zaak T-103/13 P: Arrest van het Gerecht van 13 oktober 2015 — Commissie/Cocchi en Falcione („Hogere voorziening — Incidentele hogere voorziening — Openbare dienst — Ambtenaren — Pensioenen — Overdracht van nationale pensioenrechten — Voorstel voor extra pensioenjaren — Geen bezwarend besluit — Niet-ontvankelijkheid van het beroep in eerste aanleg — Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut”)

OJ C 398, 30.11.2015, p. 33–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/33


Arrest van het Gerecht van 13 oktober 2015 — Commissie/Cocchi en Falcione

(Zaak T-103/13 P) (1)

((„Hogere voorziening - Incidentele hogere voorziening - Openbare dienst - Ambtenaren - Pensioenen - Overdracht van nationale pensioenrechten - Voorstel voor extra pensioenjaren - Geen bezwarend besluit - Niet-ontvankelijkheid van het beroep in eerste aanleg - Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut”))

(2015/C 398/43)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Gattinara en D. Martin, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Giorgio Cocchi (Wezembeek-Oppem, België) en Nicola Falcione (Brussel, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Orlandi, J.-N. Louis en D. de Abreu Caldas, vervolgens S. Orlandi, advocaten)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 11 december 2012, Cocchi en Falcione/Commissie (F-122/10, JurAmbt., EU:F:2012:180), en strekkende tot vernietiging van dat arrest

Dictum

1)

Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 11 december 2012, Cocchi en Falcione/Commissie (F-122/10), wordt vernietigd, voor zover daarbij ontvankelijk en gegrond wordt verklaard het verzoek om nietigverklaring van de handelingen (in dat arrest aangemerkt als „besluiten”) van 12 en 23 februari 2010 die de Europese Commissie aan Falcione respectievelijk Cocchi heeft gericht, voor zover bij die handelingen de aan Cocchi en Falcione gedane voorstellen, waarin wordt aangegeven hoeveel extra pensioenjaren de eventuele overdracht van hun pensioenrechten zou opleveren, worden ingetrokken.

2)

De incidentele hogere voorziening wordt afgewezen.

3)

Het door Cocchi en Falcione bij het Gerecht voor ambtenarenzaken in zaak F-122/10 ingestelde beroep wordt verworpen, voor zover het strekt tot nietigverklaring van de handelingen van 12 en 23 februari 2010 die de Commissie aan Falcione respectievelijk Cocchi heeft gericht, voor zover bij die handelingen de aan Cocchi en Falcione gedane voorstellen, waarin wordt aangegeven hoeveel extra pensioenjaren de eventuele overdracht van hun pensioenrechten zou opleveren, worden ingetrokken.

4)

Cocchi en Falcione dragen hun eigen kosten van deze procedure alsmede de kosten die de Commissie in verband met de incidentele hogere voorziening heeft gemaakt. De Commissie draagt haar eigen kosten van de hogere voorziening.

5)

Cocchi en Falcione alsmede de Commissie dragen elk hun eigen kosten in verband met de procedure in eerste aanleg.


(1)  PB C 129 van 4.5.2013.


Top