EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0622

Zaak C-622/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 november 2013 door Castel Frères SAS tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 september 2013 in zaak T-320/10, Fürstlich Castell’sches Domänenamt Albrecht Fürst zu Castell-Castell/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

OJ C 24, 25.1.2014, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/16


Hogere voorziening ingesteld op 27 november 2013 door Castel Frères SAS tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 september 2013 in zaak T-320/10, Fürstlich Castell’sches Domänenamt Albrecht Fürst zu Castell-Castell/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-622/13 P)

2014/C 24/29

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Castel Frères SAS (vertegenwoordigers: A. von Mühlendahl, H. Hartwig, Rechtsanwälte)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Fürstlich Castell’sches Domänenamt Albrecht Fürst zu Castell-Castell

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 13 september 2013 in zaak T-320/10 vernietigen,

het beroep tot vernietiging van de beslissing van de tweede raad van beroep van het BHIM van 4 mei 2010 in zaak R 962/2009-2 door Fürstlich Castell’sches Domänenamt Albrecht Fürst zu Castell-Castell verwerpen,

het Bureau en de andere partij verwijzen in de kosten van de procedures voor het Gerecht en het Hof.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante stelt dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door rekwirantes vordering om het beroep bij het Gerecht niet-ontvankelijk te verklaren op grond dat sprake was van rechtsmisbruik door de andere partij, af te wijzen. Rekwirantes vordering is gebaseerd op een onjuiste opvatting van de bewijzen. De vordering is ook gebaseerd op een onjuiste uitlegging van de rol van rechtsmisbruik in procedures voor de instellingen van de Europese Unie. De vordering is ook gebaseerd op een gebrek aan motivering van de beslissing, omdat het Gerecht niet heeft gemotiveerd waarom rekwirantes vordering is afgewezen.

Rekwirante stelt voorts dat het Gerecht artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009 (1) heeft geschonden door onjuiste juridische criteria te hanteren bij de vaststelling dat rekwirantes merk ten onrechte was ingeschreven.


(1)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk, PB L 78, blz. 1


Top