EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0424

Zaak C-424/11: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 7 maart 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het First-tier Tribunal (Tax Chamber) — Verenigd Koninkrijk) — Wheels Common Investment Fund Trustees Ltd e.a./Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs (Belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 77/388/EEG — Vrijstelling voor beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen — Draagwijdte — Bedrijfspensioenregelingen)

OJ C 123, 27.4.2013, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 123/5


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 7 maart 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het First-tier Tribunal (Tax Chamber) — Verenigd Koninkrijk) — Wheels Common Investment Fund Trustees Ltd e.a./Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

(Zaak C-424/11) (1)

(Belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 77/388/EEG - Vrijstelling voor beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen - Draagwijdte - Bedrijfspensioenregelingen)

2013/C 123/06

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

First-tier Tribunal (Tax Chamber)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Wheels Common Investment Fund Trustees Ltd, National Association of Pension Funds Ltd, Ford Pension Fund Trustees Ltd, Ford Salaried Pension Fund Trustees Ltd, Ford Pension Scheme for Senior Staff Trustee Ltd

Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — First-tier Tribunal (Tax Chamber) — Uitlegging van artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Uitlegging van artikel 135, lid 1, sub g, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Vrijstellingen — Draagwijdte van de vrijstelling voor gemeenschappelijke beleggingsfondsen — Bedrijfspensioenregelingen daaronder begrepen

Dictum

Artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, en artikel 135, lid 1, sub g, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moeten aldus worden uitgelegd dat een beleggingsfonds waarin de activa van een pensioenregeling zijn samengebracht, niet onder het begrip „gemeenschappelijke beleggingsfondsen” in de zin van deze bepalingen valt waarvan het beheer, gelet op het doel van deze richtlijnen en het beginsel van fiscale neutraliteit, van belasting over de toegevoegde waarde kan worden vrijgesteld aangezien de leden niet het risico dragen dat met het beheer van dat fonds gepaard gaat en de bijdragen van de werkgever aan de pensioenregeling voor hem een middel zijn om zijn wettelijke verplichtingen jegens zijn werknemers na te komen.


(1)  PB C 311 van 22.10.2011.


Top