EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0529

Zaak T-529/09: Beroep ingesteld op 31 december 2009 — In ’t Veld/Raad

OJ C 80, 27.3.2010, p. 32–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 80/32


Beroep ingesteld op 31 december 2009 — In ’t Veld/Raad

(Zaak T-529/09)

2010/C 80/54

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Sophie in ’t Veld (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Brouwer en J. Blockx, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

het besluit van de Raad om geen volledige toegang te verlenen tot document 11897/09 nietig verklaren;

de Raad in de door verzoekster gemaakte kosten verwijzen, met inbegrip van de kosten van enige interveniënt.

Middelen en voornaamste argumenten

Met dit beroep vordert verzoekster de nietigverklaring van het besluit van de Raad van 8 september 2009 houdende afwijzing van haar verzoek krachtens verordening nr. 1049/2001 (1) om volledige toegang tot document 11897/09, dat een advies is van de juridische dienst van de Raad betreffende de rechtsgrondslag van de „Aanbeveling van de Commissie aan de Raad om toestemming te verlenen voor het openen van onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika om te komen tot een internationale overeenkomst inzake het beschikbaar stellen van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer aan het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten voor de preventie en bestrijding van terrorisme en van de financiering ervan”. De Raad heeft verzoekster een versie van document 11897/09 verstrekt waarin de delen waren weggelaten aan de hand waarvan zij volgens haar kennis zou kunnen nemen van de inhoud van de analyse van de juridische dienst.

Verzoekster stelt dat het bestreden besluit nietig moet worden verklaard omdat het in strijd is met de voorschriften van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang tot documenten.

Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit ten onrechte is gebaseerd op artikel 4, lid 1, sub a, derde streepje, van verordening nr. 1049/2001 (bescherming van de internationale betrekkingen), aangezien de Raad niet aantoont waarom de volledige openbaarmaking van document 11897/09 nadelig zou kunnen zijn voor de bescherming van het openbaar belang inzake de bescherming van de internationale betrekkingen van de Europese Unie.

Voorts stelt verzoekster dat het bestreden besluit berust op een onjuiste uitlegging van artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening 1049/2001 (bescherming van juridisch advies), aangezien deze uitzondering niet geldt voor document 11897/09 daar de volledige openbaarmaking ervan niet nadelig zou zijn voor de bescherming van gerechtelijke procedures of juridisch advies en er een hoger openbaar belang bestaat om document 11897/09 volledig toegankelijk te maken voor het publiek.

Subsidiair, voor het geval dat het Hof zou oordelen dat bovengenoemde uitzonderingen van toepassing zijn op document 11897/09, stelt verzoekster dat de Raad artikel 4, lid 6, van verordening 1049/2001 verkeerd heeft toegepast voor zover hij uit document 11897/09 meer informatie heeft weggelaten dan strikt noodzakelijk was.

Ten slotte stelt verzoekster dat de Raad niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot motivering van het bestreden besluit.


(1)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, PB L 145, blz. 43.


Top