EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0391

Zaak T-391/09: Beroep ingesteld op 5 oktober 2009 — Evonik Degussa GmbH en AlzChem Hart GmbH/Commissie

OJ C 297, 5.12.2009, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/24


Beroep ingesteld op 5 oktober 2009 — Evonik Degussa GmbH en AlzChem Hart GmbH/Commissie

(Zaak T-391/09)

2009/C 297/36

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Evonik Degussa GmbH (Essen, Duitsland) en AlzChem Hart GmbH (Trostberg, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. Steinle, O. Andresen en I. Hermeneit, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

beschikking C(2009) 5791 def. van de Commissie van 22 juli 2009 (zaak COMP/39.396 — Reagentia op basis van calciumcarbide en magnesium voor de staal- en gasindustrie) nietig verklaren, voor zover zij verzoeksters betreft;

subsidiair, de bij artikel 2, sub g en h, van voornoemde beschikking aan verzoeksters opgelegde geldboete verlagen;

subsidiair, ingeval de eerste conclusie wordt afgewezen, artikel 2, sub g en h, van de beschikking aldus herzien dat SKW Stahl Metallurgie GmbH voor het volledige bedrag van de aan verzoeksters opgelegde geldboete hoofdelijk aansprakelijk wordt gehouden;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters komen op tegen beschikking C(2009) 5791 def. van de Commissie van 22 juli 2009 in de zaak COMP/39.396 — Reagentia op basis van calciumcarbide en magnesium voor de staal- en gasindustrie. Bij de bestreden beschikking is aan verzoeksters en aan andere ondernemingen een geldboete opgelegd wegens schending van artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Verzoeksters hebben volgens de Commissie deelgenomen aan één enkele en voortdurende inbreuk in de sector calciumcarbide en magnesium in de EER, met uitzondering van Spanje, Portugal, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, bestaande in het verdelen van de markt, quota-afspraken, het verdelen van klanten, prijsstelling en het uitwisselen van vertrouwelijke bedrijfsinformatie over prijzen, klanten en verkochte hoeveelheden.

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters in de eerste plaats aan, dat zij artikel 81 EG niet hebben geschonden. Dienaangaande betogen zij in het bijzonder dat zij niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor een schending door haar toenmalige dochtermaatschappij SKW Stahl-Metallurgie GmbH, aangezien zij, respectievelijk hun rechtsvoorgangers, geen economische eenheid met deze dochtermaatschappij hebben gevormd. Verzoeksters hebben veeleer betoogd dat hun rechtsvoorgangers geen beslissende invloed hebben uitgeoefend op SKW Stahl-Metallurgie GmbH. Bijgevolg wordt verweerster eveneens schending van het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid, het vermoeden van onschuld, het schuldbeginsel en het vereiste dat schuld wordt bewezen, verweten.

Verder komen verzoeksters ook op tegen de aan hen opgelegde geldboete. Dienaangaande betogen zij dat de bestreden beschikking een schending oplevert van artikel 23, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 (1) en de Richtsnoeren voor geldboeten (2) alsook van de clementieregeling (3), het beginsel van gelijke behandeling en het evenredigheidsbeginsel.

Ten slotte betogen verzoeksters dat de Commissie de ingevolge artikel 253 EG op haar rustende motiveringsplicht in verband met haar vaststellingen betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid van SKW Stahl-Metallurgie GmbH niet is nagekomen.


(1)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).

(2)  Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, sub a, van verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd (PB 2006, C 210, blz. 2).

(3)  Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB 2002, C 45, blz. 3).


Top