EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0017

Zaak T-17/09: Beroep ingesteld op 9 januari 2009 — Evropaïki Dynamiki/Commissie

OJ C 82, 4.4.2009, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/27


Beroep ingesteld op 9 januari 2009 — Evropaïki Dynamiki/Commissie

(Zaak T-17/09)

(2009/C 82/49)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Evropaïki Dynamiki — Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: N. Korogiannakis, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig verklaren het besluit van de Commissie om de offerte te verwerpen die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding VT/2008/019 — EMPL EESSI voor „Informaticadiensten en -producten in het kader van het EESSI-project (Electronic Exchange of Social Security Information)” (1), aan verzoekster meegedeeld bij brief van 30 oktober 2008, en alle andere daarmee samenhangende besluiten, waaronder de gunning van de opdracht aan de gekozen inschrijver;

de Commissie veroordelen tot vergoeding van de door verzoekster als gevolg van de betrokken aanbestedingsprocedure geleden schade ten belope van 883 703,5 EUR;

de Commissie veroordelen tot betaling van de door verzoekster in verband met dit beroep gemaakte kosten, ook indien dit beroep wordt verworpen.

Middelen en voornaamste argumenten

In de onderhavige zaak vordert verzoekster nietigverklaring van het besluit van verweerster om de offerte te verwerpen die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding VT/2008/019 — EMPL CAD A/17543 voor informaticadiensten en -producten in het kader van het EESSI-project (Electronic Exchange of Social Security Information) en om de opdracht aan de gekozen inschrijver te gunnen. Verzoekster vordert tevens vergoeding van de schade die zij als gevolg van de aanbestedingsprocedure stelt te hebben geleden.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

In de eerste plaats betoogt zij dat de winnende inschrijver in het kader van talrijke andere overeenkomsten van de Commissie een voorkeurbehandeling had gekregen en in het geval van de onderhavige aanbesteding werd bevoordeeld. Voorts stelt verzoekster dat zij in datzelfde kader door verweerster systematisch werd gediscrimineerd.

In de tweede plaats stelt verzoekster dat de Commissie de regels betreffende de uitsluitingscriteria van het bestek niet in acht heeft genomen en aldus inbreuk heeft gemaakt op de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement (2), de artikelen 133 bis en 134 van zijn uitvoeringsvoorschriften en artikel 45 van richtlijn 2004/18/EG (3).

In de derde plaats beweert verzoekster dat verweerster verschillende kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt bij de evaluatie van verzoeksters offerte door het evaluatiecomité.

In de vierde plaats betoogt verzoekster dat verweerster haar evaluatie van verzoekers offerte op algemene en willekeurige overwegingen heeft gebaseerd, haar besluit niet heeft gemotiveerd en in dit verband verschillende kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt.


(1)  PB 2008/S 111-148231

(2)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114).


Top