EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TA0406

Zaak T-406/09: Arrest van het Gerecht van 14 mei 2014 — Donau Chemie/Commissie [ „Mededinging — Mededingingsregelingen — Markt voor calciumcarbide en magnesium bestemd voor de staal- en gasindustrie in de EER, met uitzondering van Ierland, Spanje, Portugal en Verenigd Koninkrijk — Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG — Vaststelling van prijzen en verdeling van de markt — Geldboeten — Artikel 23 van verordening (EG) nr. 1/2003 — Richtsnoeren voor de berekening van het bedrag van geldboeten van 2006 — Verzachtende omstandigheden — Medewerking tijdens de administratieve procedure — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling — Evenredigheid — Vermogen om te betalen” ]

OJ C 202, 30.6.2014, p. 17–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 202/17


Arrest van het Gerecht van 14 mei 2014 — Donau Chemie/Commissie

(Zaak T-406/09) (1)

([„Mededinging - Mededingingsregelingen - Markt voor calciumcarbide en magnesium bestemd voor de staal- en gasindustrie in de EER, met uitzondering van Ierland, Spanje, Portugal en Verenigd Koninkrijk - Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG - Vaststelling van prijzen en verdeling van de markt - Geldboeten - Artikel 23 van verordening (EG) nr. 1/2003 - Richtsnoeren voor de berekening van het bedrag van geldboeten van 2006 - Verzachtende omstandigheden - Medewerking tijdens de administratieve procedure - Motiveringsplicht - Gelijke behandeling - Evenredigheid - Vermogen om te betalen”])

2014/C 202/20

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Donau Chemie AG (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: S. Polster, W. Brugger en M. Brodey, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk N. von Lingen en M. Kellerbauer, gemachtigden, bijgestaan door T. Eilmansberger, hoogleraar, en vervolgens N. von Lingen en M. Kellerbauer)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van artikel 2 van beschikking C (2009) 5791 definitief van de Commissie van 22 juli 2009 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39.396 — Op calciumcarbide en magnesium gebaseerde reagentia bestemd voor de staal- en gasindustrie) voor zover deze betrekking heeft op verzoekster, en subsidiair, een verzoek tot verlaging van het bedrag van de geldboete die verzoekster bij die beschikking is opgelegd

Dictum

1)

Het bedrag van de geldboete die aan Donau Chemie AG is opgelegd in artikel 2, sub c, van beschikking C (2009) 5791 definitief van de Commissie van 22 juli 2009 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39.396 — Op calciumcarbide en magnesium gebaseerde reagentia voor de staal- en gasindustrie), wordt bepaald op 4,35 miljoen EUR.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Donau Chemie zal 90 % van haar eigen kosten en 90 % van de kosten van de Europese Commissie dragen. De Commissie zal 10 % van haar eigen kosten en 10 % van de kosten van Donau Chemie dragen.


(1)  PB C 312 van 19.12.2009.


Top