EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007FB0074

Zaak F-74/07 RENV: Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 25 mei 2011 — Meierhofer/Commissie (Openbare dienst — Aanwerving — Algemeen vergelijkend onderzoek — Kandidaat gezakt voor mondeling examen — Motiveringsplicht — Regels die de werkzaamheden van de jury beheersen)

OJ C 232, 6.8.2011, p. 41–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/41


Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 25 mei 2011 — Meierhofer/Commissie

(Zaak F-74/07 RENV) (1)

(Openbare dienst - Aanwerving - Algemeen vergelijkend onderzoek - Kandidaat gezakt voor mondeling examen - Motiveringsplicht - Regels die de werkzaamheden van de jury beheersen)

(2011/C 232/74)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Stefan Meierhofer (München, Duitsland) (vertegenwoordiger: H.-G. Schiessl, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Currall en B. Eggers, gemachtigden)

Voorwerp

Nietigverklaring van het besluit van de jury van het door EPSO georganiseerde vergelijkend onderzoek AD/26/05 van 10 mei 2007 om verzoeker niet op te nemen op de reservelijst van dat vergelijkend onderzoek, omdat hij het voor het mondelinge examen vereiste aantal punten niet had behaald

Dictum

1)

Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan over het beroep van Meierhofer, voor zover hij de ontoereikende motivering van het besluit van 19 juni 2007 betwist.

2)

Het beroep van Meierhofer wordt voor het overige deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

3)

De Europese Commissie draagt twee derde van de kosten die verzoeker in het kader van de eerste procedure voor het Gerecht heeft gemaakt alsmede haar eigen kosten van de eerste procedure voor het Gerecht, de procedure voor het Gerecht van de Europese Unie en deze procedure.

4)

Verzoeker draagt één derde van zijn eigen kosten in het kader van de eerste procedure voor het Gerecht alsmede al zijn kosten die hij in de procedure voor het Gerecht van de Europese Unie en deze procedure heeft gemaakt.


(1)  PB C 223 van 22.9.07, blz. 21.


Top