EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0152
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 20 November 2003. # Kyocera Electronics Europe GmbH v Hauptzollamt Krefeld. # Reference for a preliminary ruling: Bundesfinanzhof - Germany. # Common Customs Tariff - Customs value - Determination of the transaction value - Interest payable under a financing arrangement - Exclusion - Conditions - Interest distinguished from the price actually paid or payable - Declaration not mentioning the interest due or paid. # Case C-152/01.
Arrest van hen Hof (Vijfde kamer) van 20 november 2003.
Kyocera Electronics Europe GmbH tegen Hauptzollamt Krefeld.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland.
Gemeenschappelijk douanetarief - Douanewaarde - Vaststelling van transactiewaarde - Interesten te betalen krachtens financieringsovereenkomst - Daarvan uitgesloten - Voorwaarden - Interesten onderscheiden van werkelijk betaalde of te betalen prijs - Aangifte zonder vermelding van verschuldigde of betaalde interesten.
Zaak C-152/01.
Arrest van hen Hof (Vijfde kamer) van 20 november 2003.
Kyocera Electronics Europe GmbH tegen Hauptzollamt Krefeld.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland.
Gemeenschappelijk douanetarief - Douanewaarde - Vaststelling van transactiewaarde - Interesten te betalen krachtens financieringsovereenkomst - Daarvan uitgesloten - Voorwaarden - Interesten onderscheiden van werkelijk betaalde of te betalen prijs - Aangifte zonder vermelding van verschuldigde of betaalde interesten.
Zaak C-152/01.
European Court Reports 2003 I-13821
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:623
«Gemeenschappelijk douanetarief – Douanewaarde – Vaststelling van transactiewaarde – Interesten te betalen krachtens financieringsovereenkomst – Daarvan uitgesloten – Voorwaarden – Interesten onderscheiden van werkelijk betaalde of te betalen prijs – Aangifte zonder vermelding van verschuldigde of betaalde interesten»
|
||||
|
||||
(Verordening nr. 1495/80 van de Commissie, art. 3, lid 2, sub a)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
20 november 2003 (1)
„Gemeenschappelijk douanetarief – Douanewaarde – Vaststelling van transactiewaarde – Interesten te betalen krachtens financieringsovereenkomst – Daarvan uitgesloten – Voorwaarden – Interesten onderscheiden van werkelijk betaalde of te betalen prijs – Aangifte zonder vermelding van verschuldigde of betaalde interesten”
In zaak C-152/01,
betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen Kyocera Electronics Europe GmbHen
Hauptzollamt Krefeld, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 3, lid 2, sub a, van verordening (EEG) nr. 1495/80 van de Commissie van 11 juni 1980 betreffende de toepassing van sommige bepalingen van verordening (EEG) nr. 1224/80 van de Raad inzake de douanewaarde van de goederen (PB L 154, blz. 14), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 220/85 van de Commissie van 29 januari 1985 (PB L 25, blz. 7),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport van de rechter-rapporteur,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 23 januari 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Bundesfinanzhof bij beschikking van 1 maart 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Jann |
Timmermans |
von Bahr |
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |