Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52024DMA100015

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 12 februari 2024 betreffende een besluit op grond van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) 2022/1925 (Cases DMA.100015 – Microsoft – Online Search Engines, DMA.100028 – Microsoft – Web Browsers, DMA.100034 – Microsoft – Online Advertising Services) (kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 6078)

C/2024/806

PB C, C/2024/2709, 18.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2709/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2709/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/2709

18.4.2024

Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 12 februari 2024

betreffende een besluit op grond van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) 2022/1925

(Cases DMA.100015 – Microsoft – Online Search Engines, DMA.100028 – Microsoft – Web Browsers, DMA.100034 – Microsoft – Online Advertising Services)

(kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 6078)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(C/2024/2709)

Op 12 februari 2024 heeft de Commissie een besluit overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld  (1) . Overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) 2022/1925 publiceert de Commissie de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

Het besluit van de Commissie (“het besluit”) zet uiteen waarom de Commissie, na haar marktonderzoek overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) 2022/1925 (“digitalemarktenverordening”), Microsoft Corporation (hierna “Microsoft” of “de onderneming” genoemd) niet aanwijst als poortwachter overeenkomstig artikel 3 van de digitalemarktenverordening met betrekking tot de drie kernplatformdiensten van de onderneming – de onlinezoekmachine Microsoft Bing, de webbrowser Microsoft Edge en de onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising –, ook al voldoen deze aan de kwantitatieve drempels van artikel 3, lid 2, van de digitalemarktenverordening.

2.   PROCEDURE

(2)

Na de kennisgeving door Microsoft op 3 juli 2023 heeft de Commissie op 5 september 2023 een besluit vastgesteld waarin zij Microsoft aanwijst als poortwachter overeenkomstig artikel 3 van de digitalemarktenverordening met betrekking tot Windows PC OS (zijn kernplatformdienst besturingssysteem) en LinkedIn (zijn kernplatformdienst onlinesocialenetwerkdienst) (2). In dat besluit concludeerde de Commissie ook dat Outlook.com een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst is waarvoor Microsoft voldoet aan de in artikel 3, lid 2, van de digitalemarktenverordening uiteengezette kwantitatieve drempels, maar dat Microsoft duidelijk en uitvoerig had aangetoond dat niet is voldaan aan het in artikel 3, lid 1, punt b), bepaalde vereiste dat die kernplatformdienst een belangrijke toegangspoort vormt. Bijgevolg werd Microsoft niet aangewezen als poortwachter met betrekking tot zijn kernplatformdienst nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst Outlook.com. Daarnaast concludeerde de Commissie dat Microsoft Bing, Microsoft Edge en Microsoft Advertising respectievelijk een onlinezoekmachine, een webbrowser en een onlineadvertentiedienst zijn en ook kernplatformdiensten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de digitalemarktenverordening waarvoor Microsoft voldoet aan de in artikel 3, lid 2, van die verordening uiteengezette kwantitatieve drempels, maar dat Microsoft voldoende onderbouwde argumenten heeft voorgelegd waarmee de vermoedens als bepaald in artikel 3, lid 2, van de digitalemarktenverordening met betrekking tot elk van deze drie kernplatformdiensten duidelijk in twijfel kunnen worden getrokken.

(3)

Daarom heeft de Commissie op 5 september 2023 een besluit vastgesteld om drie marktonderzoeken in te leiden overeenkomstig artikel 16, lid 1, en artikel 17, lid 3, van de digitalemarktenverordening om na te gaan of, volgens de argumentatie van Microsoft overeenkomstig artikel 3, lid 5, van die verordening, in het besluit om Microsoft aan te wijzen als poortwachter, zijn onlinezoekmachine Bing, zijn webbrowser Edge en zijn onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising moeten worden beschouwd als belangrijke toegangspoorten voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken (3).

(4)

Op 29 november 2023 heeft de Commissie haar voorlopige bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de digitalemarktenverordening aan Microsoft meegedeeld. Microsoft heeft op 5 december 2023 geantwoord.

(5)

In overeenstemming met artikel 17 en artikel 50, lid 2, van de digitalemarktenverordening werd het raadgevend comité digitale markten geraadpleegd; het comité bracht op 1 februari 2024 een positief advies uit.

3.   RECHTSKADER

(6)

In de digitalemarktenverordening zijn nauwkeurig omschreven objectieve criteria vastgelegd aan de hand waarvan een onderneming als poortwachter wordt aangewezen. De aanwijzing moet verband houden met een of meer door de onderneming aangeboden kernplatformdiensten die voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de digitalemarktenverordening. Om te bepalen of een door een onderneming aangeboden dienst een kernplatformdienst is die voldoet aan het vereiste van artikel 3, lid 1, punt b), van de digitalemarktenverordening, moet in eerste instantie de respectieve dienst worden gekwalificeerd en afgebakend. Een relevant criterium voor het kwalificeren en afbakenen van kernplatformdiensten is het doel waarvoor de dienst door eindgebruikers en/of zakelijke gebruikers wordt gebruikt.

(7)

Volgens artikel 3, lid 1, van de digitalemarktenverordening wijst de Commissie een onderneming als poortwachter aan indien die aan drie cumulatieve vereisten voldoet, namelijk als de onderneming: a) een aanzienlijke impact heeft op de interne markt; b) een kernplatformdienst aanbiedt die voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormt, en c) met betrekking tot haar activiteiten een stevig verankerde en duurzame positie inneemt of naar verwachting in de nabije toekomst een dergelijke positie zal innemen. Artikel 3, lid 2, van de digitalemarktenverordening voorziet in een vermoeden dat aan deze vereisten is voldaan wanneer bepaalde kwantitatieve drempels worden gehaald, met name betreffende de omzet of de marktkapitalisatie van de onderneming en het aantal eindgebruikers en zakelijke gebruikers van een bepaalde kernplatformdienst in elk van de laatste drie boekjaren.

(8)

Overeenkomstig artikel 3, lid 5, en artikel 17, lid 3, van de digitalemarktenverordening mag de Commissie een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt die voldoen aan de in artikel 3, lid 2, van die verordening uiteengezette kwantitatieve drempels, en die voldoende onderbouwde argumenten heeft voorgelegd overeenkomstig artikel 3, lid 5, waarmee de vermoedens als bepaald in artikel 3, lid 2, in twijfel kunnen worden getrokken, al dan niet toch voldoet aan de in artikel 3, lid 1, bepaalde criteria. Aan de hand van de resultaten van het marktonderzoek aanvaardt of verwerpt de Commissie de weerlegging van de onderneming en wijst zij de onderneming al dan niet aan als een poortwachter in de zin van de digitalemarktenverordening.

4.   BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

(9)

Na de kennisgeving van Microsoft en de door de Commissie uitgevoerde marktonderzoeken overeenkomstig artikel 3, lid 5, en artikel 17, lid 3, van de digitalemarktenverordening, wijst de Commissie Microsoft niet aan als poortwachter met betrekking tot i) zijn onlinezoekmachine Bing, ii) zijn webbrowser Edge en iii) zijn onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising, aangezien deze diensten geen belangrijke toegangspoorten zijn voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de digitalemarktenverordening.

(10)

Wat Microsofts onlinezoekmachine Bing betreft, baseert de Commissie haar conclusie op de volgende redenen.

(11)

Ten eerste oordeelt de Commissie dat Bing op kleine schaal door eindgebruikers wordt gebruikt, zowel in vergelijking met het algehele gebruik van onlinezoekmachines als in vergelijking met het gebruik van de grootste onlinezoekmachine Google Search. Dat Bing slechts op kleine schaal door eindgebruikers wordt gebruikt, wijst er niet alleen op dat Bing geen belangrijke toegangspoort vormt waarmee eindgebruikers zakelijke gebruikers vinden, maar ook dat het geen belangrijke toegangspoort is voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken.

(12)

Ten tweede oordeelt de Commissie dat het platformecosysteem van Microsoft momenteel niet voldoende bijdraagt om van Bing een belangrijke toegangspoort te maken voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken. Bovendien bevestigde het marktonderzoek dat de lancering van Bing Chat, dat werkt op ChatGPT 4, in februari 2023 niet heeft geleid tot een stabiele en significante toename van het gebruik van de onlinezoekmachine Bing in de periode waarop het marktonderzoek betrekking had.

(13)

Wat Microsofts webbrowser Edge betreft, baseert de Commissie haar conclusie op de volgende redenen.

(14)

Ten eerste wordt Edge als webbrowser slechts op kleine schaal gebruikt. Bovendien blijkt dat de integratie van Bing Chat, Windows PC OS en Microsofttoepassingen (M365) op dit moment nog niet heeft geleid tot een significante en aanhoudende toename van het gebruik van Edge als webbrowser.

(15)

Ten tweede heeft Microsoft geen controle over de relevante webbrowserarchitectuur. Bijgevolg is de manier waarop inhoud in Edge door zakelijke gebruikers aan eindgebruikers wordt weergegeven, afhankelijk van het conformeren aan Alphabets browser render engine“Blink” in plaats van een autonome keuze van Microsoft.

(16)

Ten derde draagt het Microsoftplatformecosysteem momenteel niet voldoende bij om van Edge een belangrijke toegangspoort te maken voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken. Tegelijkertijd is het vermogen van Microsoft om Edge te gebruiken als hefboom om het gebruik van andere Microsoftdiensten, momenteel beperkt. Tot slot is Microsoft, door zijn aanwijzing als poortwachter voor zijn Windows PC OS, op grond van artikel 6, lid 3, van de digitalemarktenverordening verplicht eindgebruikers toe te staan en technisch in staat te stellen om op eenvoudige wijze softwareapplicaties te verwijderen en standaardinstellingen in het besturingssysteem te wijzigen, wat een eventueel voordeel van het vooraf installeren van Edge op Windowsapparaten, nog verder vermindert.

(17)

Wat de onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising betreft, baseert de Commissie haar conclusie op de volgende redenen.

(18)

Ten eerste wordt Microsoft Advertising slechts op relatief kleine schaal gebruikt, zowel in vergelijking met het algehele gebruik van kernplatformdienst onlineadvertenteren in de Unie als in vergelijking met de voornaamste aanbieder van onlineadvertentiediensten in de Unie.

(19)

Ten tweede hebben tot nog toe de datagestuurde voordelen en netwerkeffecten van Microsofts ecosysteem van platformdiensten (met name de onlinezoekmachine Bing) nog niet geleid tot voldoende schaalvoordelen ten gunste van Microsoft Advertising. Bijgevolg vormt Microsoft Advertising geen belangrijke toegangspoort voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken.

(20)

Ten derde wordt Microsoft Advertising slechts beperkt gebruikt door zakelijke gebruikers, hetgeen opnieuw bevestigde dat het niet kan worden beschouwd als belangrijke toegangspoort voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken.

5.   CONCLUSIE

(21)

Om de hierboven uiteengezette redenen houdt dit besluit de afsluiting in van de marktonderzoeken die zijn ingeleid bij besluit C(2023) 6078 van 5 september 2023, naar Microsofts i) onlinezoekmachine Bing, ii) webbrowser Edge en iii) onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising, door te concluderen dat deze kernplatformdiensten niet moeten worden beschouwd als belangrijke toegangspoorten voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken in het besluit om Microsoft aan te wijzen als poortwachter overeenkomstig artikel 3 van de digitalemarktenverordening.

(22)

Deze conclusie doet geen afbreuk aan de mogelijkheid dat de Commissie het besluit kan heroverwegen of wijzigen, zoals bepaald in artikel 4, lid 1, van de digitalemarktenverordening, indien zou blijken dat er een wezenlijke verandering is opgetreden in de feiten waarop het aanwijzingsbesluit berust of indien het aanwijzingsbesluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

(1)  Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PB L 265 van 12.10.2022, blz. 1).

(2)  Besluit C(2023) 6106 final van 5 september 2023.

(3)  Besluit C(2023) 6078 final van 5 september 2023.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2709/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)


Top