EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 24.9.2024
COM(2024) 413 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
42e jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU en het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen ten aanzien van de EU in 2023
{SWD(2024) 221 final}
Samenvatting
Dit is het 42e verslag over de handelsbeschermingsactiviteiten van de Europese Unie (EU). Het heeft betrekking op de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU, de handelsbeschermingsactiviteiten van derde landen met betrekking tot goederen die uit de EU worden ingevoerd en de activiteiten van de raadadviseur-auditeur in 2023. Het gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie met meer gedetailleerde informatie en statistieken.
In 2023 heeft de EU ruim tweemaal zoveel zaken ingeleid als in 2022. Het cijfer ligt dichter bij het gemiddelde van vóór 2022. Eén nieuwe zaak in 2023 betrof een antisubsidieonderzoek naar batterijvoertuigen uit China dat door de Commissie op eigen initiatief werd geopend in reactie op de dreiging van economische schade.
Doordat de EU nog altijd vastbesloten is om oneerlijke handel aan te pakken, waren eind 2023 182 maatregelen van kracht, waarmee bijna een half miljoen directe banen werden beschermd. De doeltreffendheid van deze maatregelen staat of valt met behoorlijke handhaving om te waarborgen dat ze het gewenste effect sorteren. De Commissie blijft derhalve prioriteit geven aan monitoring en het nemen van maatregelen wanneer exporteurs trachten rechten te ontduiken. In 2023 werden vier maatregelen onderzocht waarbij een vermoeden van ontwijking bestond, en twee andere maatregelen werden uitgebreid tot andere landen om overladingspraktijken tegen te gaan. Ruim een vijfde van de huidige maatregelen heeft tot doel ontwijkingspraktijken aan te pakken; dit weerspiegelt de doortastende respons van de Commissie om het probleem aan te pakken.
De toename van door de EU geopende nieuwe onderzoeken in 2023 viel samen met een toename van door derde landen tegen de EU of haar lidstaten ingeleide zaken. In 2023 werden twintig van dergelijke zaken ingeleid, tegenover zeven in 2022. Dit vormt een uitdaging voor de betrokken EU-exporteurs, hetgeen in de hand wordt gewerkt door een zorgwekkende toename in het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten door een aantal handelspartners van de EU. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van de EU-handelsbeschermingsdiensten bestaat uit het begeleiden en ondersteunen van exporteurs en het blootleggen van zwakke punten in deze door derde landen uitgevoerde onderzoeken om blijvende toegang tot de markten van derde landen te waarborgen. In 2023 trad de Commissie met succes op in twee vrijwaringsonderzoeken, één in Marokko, dat onderzoek werd beëindigd, en het andere in India waar geen beperkingen op de invoer uit de EU zijn aanbevolen.
In het verslag wordt ook de nadruk gelegd op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en hoe de Commissie deze belangrijke economische groep helpt om zich van de handelsbeschermingsinstrumenten te bedienen. Kmo’s zijn onevenredig hard getroffen door de reeks crises van de afgelopen jaren: COVID-19, de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, de energiecrisis en de stijging van de inflatie. Kmo’s kampen nog altijd met volatiliteit en zijn kwetsbaarder voor aanbodbeperkingen en arbeidstekorten, maar ook voor oneerlijke concurrentie die het gelijke speelveld ondermijnt. De Commissie hecht er belang aan dat kmo’s in dezelfde mate toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van de handelsbeschermingsinstrumenten als grotere ondernemingen. Handelsbeschermingsmaatregelen hebben een aanzienlijke impact op kmo’s; alleen met de antidumpingmaatregelen inzake keramische tegels worden al ruim 100 000 banen beschermd.
Ten slotte wordt in het verslag ingegaan op een aantal grote uitdagingen, ontwikkelingen en verwezenlijkingen op het gebied van handelsbescherming in de afgelopen vijf jaar.
I
Toepassing van handelsbeschermingsinstrumenten in 2023
1.Onderzoeksactiviteiten
1.1.Algemeen overzicht
Eind 2023 waren er in de EU 182 definitieve handelsbeschermingsmaatregelen van kracht, waaronder 120 definitieve antidumpingmaatregelen (verlengd in 36 gevallen na onderzoeken naar ontwijking), 21 antisubsidiemaatregelen (verlengd in 4 gevallen na onderzoeken naar ontwijking) en 1 vrijwaringsmaatregel. In vergelijking met 2022 is dat een stijging met 5 maatregelen. Deze maatregelen bieden bescherming aan circa 493 000 directe banen in de EU.
In 2023 werden er 91 onderzoeken uitgevoerd, een aantal dat aansloot bij voorgaande jaren (99 in 2022). Dit betrof 21 oorspronkelijke onderzoeken en 70 nieuwe onderzoeken. Aan het einde van 2023 liepen er 39 onderzoeken.
Dit verslag gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie dat meer informatie en statistieken bevat, alsook bijlagen voor de onderstaande punten.
1.2.Antidumping- en antisubsidieonderzoeken (zie bijlagen A tot en met I)
In 2023 heeft de Commissie twaalf onderzoeken geopend (tien antidumpingonderzoeken en twee antisubsidieonderzoeken), vergelijkbaar met de periode vóór 2022. Om de in het verslag van vorig jaar vermelde redenen heeft de Commissie in 2022 het uitzonderlijk lage aantal van vijf nieuwe antidumping- en antisubsidieonderzoeken geopend.
Hoewel onderzoeken doorgaans gebaseerd zijn op klachten van de bedrijfstak, heeft de Commissie in 2023 bij wijze van uitzondering op eigen initiatief een onderzoek geopend. Dit betrof de invoer van batterijvoertuigen uit China. De Commissie had bewijsmateriaal vergaard waaruit een breed scala aan Chinese subsidies naar voren kwam, maar ook een dreiging van schade aan de EU-bedrijfstak voor batterijvoertuigen door een enorme toename van de Chinese overcapaciteit. Ook was er bewijs voor de snel toenemende, laaggeprijsde invoer met subsidiëring van batterijvoertuigen in de EU.
Het aantal geopende nieuwe onderzoeken daalde van 41 in 2022 tot 31 in 2023. Hiertoe behoorden tien onderzoeken in verband met het vervallen van de bestaande maatregelen en tussentijdse nieuwe onderzoeken om het niveau van de bestaande maatregelen te herzien of aan te passen. De daling, met name van het aantal onderzoeken in verband met het vervallen van maatregelen, hangt samen met het feit dat in 2023 minder maatregelen kwamen te vervallen dan in voorgaande jaren.
In totaal werden 43 (nieuwe) antidumping- en antisubsidieonderzoeken geopend, hetgeen grofweg in overeenstemming is met de jaarlijkse niveaus over de afgelopen vijf jaar.
De Commissie heeft voorlopige rechten ingesteld in vijf antidumpingonderzoeken en heeft zes antidumpingzaken afgesloten met het instellen van definitieve rechten. De Commissie heeft één antisubsidieonderzoek (vetzuur) beëindigd zonder maatregelen in te stellen, aangezien de klacht werd ingetrokken. Ze heeft het antidumpingonderzoek naar hetzelfde product echter voortgezet, aangezien beëindiging niet in het belang van de EU was. In 2023 werden 23 nieuwe onderzoeken in verband met het vervallen van maatregelen uitgevoerd waarbij het recht werd bevestigd. Twee antidumpingmaatregelen kwamen automatisch te vervallen aan het einde van de vijfjarige periode waarvoor ze waren ingesteld.
1.3.Vrijwaringsonderzoeken
In 2023 werden twee vrijwaringsmaatregelen onderzocht.
De Commissie heeft een evaluatie uitgevoerd van de vrijwaringsmaatregel die de EU in 2019 had ingesteld ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten, om na te gaan of een vroegtijdige beëindiging van de maatregel gerechtvaardigd was. Uit de evaluatie bleek dat de invoerdruk nog altijd hoog was: de EU-markt bleef aantrekkelijk voor exporterende landen, zowel wat het volume als de prijzen betreft, en werd nog altijd gekenmerkt door een hoge invoerpenetratie. De invoer was van 2021 tot 2022 toegenomen, ondanks een daling van het verbruik. De wereldwijde overcapaciteit in de sector bleef toenemen en de exporterende landen hadden geen andere afzetmogelijkheden kunnen vinden ter compensatie van de handelsvolumes die sinds 2018 verloren zijn gegaan op de markten van de Verenigde Staten en de EU, en derhalve was het risico van handelsverlegging nog altijd relevant/aanwezig. De Commissie concludeerde dan ook dat een vroegtijdige beëindiging van de vrijwaringsmaatregel op 30 juni 2023 de EU-staalindustrie en haar economische situatie in gevaar zou hebben gebracht. Op basis van invoergegevens over het voorgaande jaar heeft de Commissie ook de lijst van ontwikkelingslanden waarop de maatregel van toepassing is, en die ervan zijn vrijgesteld, geactualiseerd. De vrijwaringsmaatregel met betrekking tot staal werd nog op andere punten gewijzigd om de handelsstromen van bepaalde producten tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland te vergemakkelijken.
In januari 2023 heeft de Commissie een nieuw onderzoek geopend ter uitvoering van een arrest van het Gerecht betreffende de in 2019 ingestelde bilaterale vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van Indica-rijst uit Cambodja en Myanmar volgens het stelsel van algemene preferenties. Het nieuwe onderzoek werd in maart 2024 afgerond met het opnieuw instellen van de vrijwaringsmaatregel.
1.4.Verificaties bij onderzoeken
Om correcte besluitvorming en een goed resultaat te waarborgen, is het van cruciaal belang dat de bij de handelsbeschermingsonderzoeken gebruikte informatie juist en volledig is.
In 2023 heeft de Commissie gegevens van 136 ondernemingen geverifieerd, 78 binnen de EU en 58 in derde landen. Deze verificaties betroffen grotendeels controlebezoeken ter plaatse, waarbij de gegevens van slechts 15 ondernemingen op afstand werden gecontroleerd — een werkwijze die in 2020 was ingevoerd vanwege de reisbeperkingen in verband met COVID-19.
2. Doeltreffende toepassing en handhaving van handelsbeschermingsinstrumenten
2.1.Monitoring, toezicht en handhaving van de maatregelen (zie bijlagen J, K, M en Q)
Het waarborgen van de doeltreffendheid van handelsbeschermingsmaatregelen blijft een belangrijke prioriteit van de Commissie. Zij monitort derhalve het effect van antidumping- en compenserende rechten op invoerstromen en komt meteen in actie wanneer maatregelen worden ontweken of rechten worden ontdoken. Deze monitoring versterkt het EU-handelsbeschermingsbeleid door ervoor te zorgen dat bestaande maatregelen worden nageleefd en uiteindelijk het beoogde doel bereiken. Het uiteindelijke doel van de monitoring is om ontwijkings- en absorptiepraktijken, waaronder fraude, tegen te gaan.
Onder ontwijking van rechten wordt verstaan dat er een wijziging optreedt in de structuur van het handelsverkeer tussen derde landen en de EU ten gevolge van praktijken, processen of activiteiten waarvoor geen toereikende andere oorzaak of economische rechtvaardiging bestaat dan de instelling van het antidumpingrecht. Het niet uitvoeren van controles doet afbreuk aan de doeltreffendheid van de handelsbescherming en ondermijnt het effect van maatregelen, waardoor het voor landen moeilijker wordt om oneerlijke handelspraktijken aan te pakken en te corrigeren.
De afgelopen jaren wordt de Commissie geconfronteerd met steeds complexere ontwijkingspraktijken. Eenvoudigere constructies zoals de assemblage van onderdelen door “schroevendraaierfabrieken” of de overlading van goederen via derde landen worden minder vaak toegepast. Ze maken plaats voor assemblageprocessen die enige industriële activiteit vereisen die de aard van het product mogelijk veranderen, maar slechts in zeer beperkte mate waarde toevoegen aan de eindproducten. Deze goederen worden vervolgens ingevoerd in de EU, waardoor de betaling van het eerder ingestelde recht wordt ontdoken.
Monitoring gaat gepaard met het voortdurend analyseren van handelsstromen, rekening houdend met alle vereiste factoren voor de interpretatie van marktontwikkelingen naar aanleiding van de instelling van maatregelen.
Eén aspect waarop nauwlettend wordt toegezien, is de situatie waarbij verminderde of nulrechten voor specifieke exporteurs, toegekend op basis van individuele omstandigheden, mogelijkheden creëren voor frauduleuze marktdeelnemers om rechten te ontduiken door middel van omleiding. Deze risico’s worden tegengegaan door speciale toezichtclausules. In 2023 werden dergelijke clausules opgenomen in alle verordeningen waarbij definitieve maatregelen met verschillende afzonderlijke rechten werden ingesteld, waardoor het totale aantal maatregelen met een speciale toezichtclausule uitkwam op 62.
Indien de Commissie over voldoende bewijs beschikt, door hetzij haar eigen monitoringactiviteiten of informatie van de bedrijfstak, dat maatregelen worden ontweken, zal zij een onderzoek naar ontwijking openen.
In 2023 heeft de Commissie onderzoeken naar ontwijking ingesteld met betrekking tot vier maatregelen die gericht waren op overladings- en assemblage-activiteiten:
·antisubsidiemaatregelen betreffende de invoer van biodiesel uit Indonesië via China en het Verenigd Koninkrijk;
·antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van triplex‑ en multiplexhout uit Rusland via Turkije en Kazachstan, en
·antidumping- en antisubsidiemaatregelen betreffende de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal uit Indonesië via Taiwan, Turkije en Vietnam.
De Commissie heeft in 2023 twee onderzoeken afgerond die betrekking hadden op de ontwijking van antidumpingmaatregelen op warmgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië en op bepaalde roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, van oorsprong uit China. In beide gevallen stelde de Commissie vast dat de maatregelen werden ontweken via activiteiten in andere landen. In het geval van warmgewalste platte producten van roestvrij staal werden de maatregelen uitgebreid tot de invoer uit Turkije en in het geval van de roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen werden de maatregelen uitgebreid tot de invoer uit Maleisië.
In 2023 heeft de Commissie tevens een onderzoek naar absorptie van rechten afgerond dat betrekking had op de maatregelen ten aanzien van optischevezelkabels van oorsprong uit China, hetgeen leidde tot een aanzienlijke verhoging van de ingestelde rechten.
Behalve de hierboven beschreven maatregelen om ontwijking en absorptie tegen te gaan, waarschuwt de Commissie douaneautoriteiten en brancheorganisaties in de EU ook voor gevallen die problemen zouden kunnen opleveren. Zij worden daarmee aangemoedigd om ook handelsstromen en ingevoerde zendingen te monitoren en te controleren en feedback te geven. Dit wordt in de hand gewerkt door nauwe samenwerking met handhavingsautoriteiten (Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en autoriteiten van de lidstaten).
In 2023 ging de Commissie verder met het monitoren van de verbintenissen die ze had aanvaard van producenten-exporteurs van citroenzuur in China en van biodiesel in Argentinië om ervoor te zorgen dat de exporteurs hun verplichtingen nakwamen en dat de aan hen toegekende opschortingen van rechten inderdaad gerechtvaardigd waren. Begin 2024 heeft de Commissie echter haar aanvaarding van de verbintenissen inzake citroenzuur ingetrokken wegens een schending van de voorwaarden en het vertrouwen, en de betrokken exporteurs werden aan het antidumpingrecht onderworpen.
Het systeem voor de monitoring achteraf van de invoer van staal en aluminium bleef in 2023 in gebruik, waarbij de gegevens maandelijks op het handelsgedeelte van de website van de Commissie worden gepubliceerd. Deze monitoring verschaft informatie over invoerstromen die onder de maatregelen van de VS op grond van Section 232 vallen.
2.2.Toetsing door de EU-rechter (bijlage S)
Het Gerecht en het Hof van Justitie hebben zich in 2023 in 25 arresten en beschikkingen uitgesproken over zaken in verband met handelsbeschermingsinstrumenten. Het Gerecht heeft veertien uitspraken gedaan, terwijl het Hof van Justitie tien beroepszaken heeft beslecht (waarvan er één betrekking had op een verzoek tot interventie) en een besluit heeft genomen over een verzoek om een prejudiciële beslissing. In 2023 werden achttien nieuwe gerechtelijke procedures voor zaken in verband met handelsbeschermingsinstrumenten ingesteld: negen voor het Gerecht en negen voor het Hof van Justitie.
In 2023 werden verscheidene belangrijke onderwerpen door de jurisprudentie aan de orde gesteld, die in het werkdocument van de diensten van de Commissie worden beschreven. Twee bijzonder vermeldenswaardige kwesties die voor het eerst aan een rechterlijke toetsing werden onderworpen, en door het Hof werden bekrachtigd, waren: hoe de Commissie omgaat met de toekenning van grensoverschrijdende financiële bijdragen bij antisubsidieonderzoeken; en de methode voor het berekenen van dumping in zaken met invoer uit landen waar sprake is van door de staat teweeggebrachte verstoringen van de economie — d.w.z. artikel 2, lid 6 bis, van de antidumpingbasisverordening
. Andere onderwerpen die in de rechtszaken aan de orde kwamen waren onder meer: de gevolgen van schending van verbintenissen; prijseffecten, prijsonderbieding en prijsbederf (schademarge
); de definitie van een representatieve vereniging van importeurs of exporteurs, de analyse van aanzienlijke verstoringen en het openen van nieuwe onderzoeken bij het vervallen van de maatregelen. De Commissie werd bij alle genoemde kwesties in het gelijk gesteld, behalve bij laatstgenoemde, waartegen thans een beroep aanhangig is.
3.Sociale en milieunormen in het kader van handelsbeschermingsinstrumenten
Uit de wijzigingen in de handelsbeschermingswetgeving van de EU in 2017 en 2018 bleek de inzet van de EU voor hoge sociale en milieunormen.
Sinds de invoering in 2017 van de methode voor het berekenen van de dumping in gevallen waarbij het overheidsoptreden de markt aanzienlijk verstoort, moet een geschikt representatief land worden geselecteerd om een niet-verstoorde normale waarde vast te stellen. Wanneer er meerdere landen zijn waar geschikte gegevens beschikbaar zijn, kan de Commissie bij het selecteren van het representatieve land rekening houden met het verschil in niveaus van sociale en milieubescherming in de voorgestelde landen.
In twee antidumpingzaken in 2023 waarbij de methode op basis van aanzienlijke verstoringen werd gebruikt, speelden normen op sociaal en milieugebied geen rol bij het selectieproces van een representatief land. In beide zaken waren de geschikte gegevens slechts voor één mogelijk representatief land beschikbaar.
Als gevolg van de in juni 2018 aangebrachte wijzigingen in de wetgeving om de handelsbescherming te moderniseren kwam het vaker voor dat in onderzoeken rekening wordt gehouden met sociale en milieuoverwegingen bij het berekenen van de schademarge. Meer in het bijzonder kunnen de kosten voor naleving van multilaterale milieuovereenkomsten en verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie gedurende de looptijd van maatregelen in de productiekosten van de EU-bedrijfstak worden opgenomen. Zo zijn bijvoorbeeld de aanvullende toekomstige kosten voor het waarborgen van de naleving van het EU-emissiehandelssysteem erin opgenomen, hetgeen een hoeksteen van het beleid van de EU voor de naleving van multilaterale milieuovereenkomsten vormt. In elke zaak waren de aanvullende kosten voor EU-producenten gebaseerd op de geraamde prijs van de EU-emissierechten die zouden moeten worden gekocht gedurende de periode dat de maatregelen van kracht waren. Van deze kosten was sprake in de volgende vijf (van in totaal zes) antidumpingzaken die in 2023 afgesloten werden met de instelling van definitieve maatregelen: aluminium wielen (Marokko), vetzuur (Indonesië), keramische tegels (India/Turkije) en polyestergaren (China). Door de toevoeging van deze kosten stegen de niet-schadeveroorzakende prijzen en daardoor ook de schademarges. In geen van de zaken had dit echter rechtstreeks invloed op de ingestelde maatregelen omdat deze gebaseerd waren op dumpingmarges. Er is enkel sprake van een impact op het uiteindelijke niveau van de maatregelen wanneer de ingestelde rechten gebaseerd zijn op schademarges.
4.Activiteiten van de raadadviseur-auditeur
De raadadviseur-auditeur zorgt ervoor dat belanghebbenden die getroffen worden door procedures of maatregelen op grond van EU‑wetgeving betreffende internationale handel hun procedurele rechten, waaronder het recht om te worden gehoord, feitelijk kunnen uitoefenen. De raadadviseur-auditeur ontving in 2023 zestien verzoeken om inschakeling, waarvan er vijftien betrekking hadden op handelsbeschermingsprocedures (dertien verzoeken van producenten-exporteurs en twee van EU‑gebruikers), waaronder drie verzoeken om verlenging van de termijn voor het indienen van opmerkingen. De belangrijkste kwesties die aan de orde kwamen, betroffen verzoeken om aanvullende openbaarmaking of bezwaren tegen de feiten en bevindingen. In twee zaken stelden de belanghebbenden kwesties aan de orde die buiten het mandaat van de raadadviseur-auditeur vielen, waaronder onmiddellijke beëindiging van het onderzoek, en een onderneming de status van belanghebbende verlenen. In een andere zaak trok de belanghebbende zijn verzoek in, en in een aantal zaken ontving de raadadviseur-auditeur verzoeken die in hoofdzaak gericht waren aan de met het onderzoek belaste diensten.
In 2023 werden geen hoorzittingen gehouden vanwege de gevestigde praktijk van de raadadviseur-auditeur dat belanghebbenden zich eerst tot de met het onderzoek belaste diensten van de Commissie moeten wenden, in plaats van onmiddellijk een hoorzitting toe te staan. In 2023 konden de belanghebbenden hun bezorgdheden rechtstreeks met de onderzoeksteams aankaarten. De raadadviseur-auditeur zag nauwlettend toe op het oplossingsproces en bleef ter beschikking staan van de belanghebbenden.
De raadadviseur-auditeur stelde vast dat de procedurele rechten van de belanghebbenden in alle zaken waren geëerbiedigd.
Bij wijze van conclusie kan worden opgemerkt dat de raadadviseur-auditeur en de handelsbeschermingsdiensten in 2023 uitstekend samenwerkten.
5.Aanpak van handelsbeschermingsactiviteiten tegen de EU
Als een van de grootste exporteurs ter wereld is de EU veelvuldig het doelwit van handelsbeschermingsonderzoeken door derde landen. Het recht om overeenkomstig de WTO-regels handelsbeschermingsinstrumenten te gebruiken wordt niet betwist, maar de derde landen voldoen niet altijd aan de vereiste normen. Maatregelen die naar aanleiding van dergelijke onderzoeken worden ingesteld, vormen voor de EU-bedrijfstak een ernstige en ongerechtvaardigde belemmering om toegang tot markten van derde landen te krijgen.
Daarom ziet de Commissie regelmatig toe op de door derde landen uitgevoerde onderzoeken en treedt zij op om de EU-bedrijfstak of lidstaten te steunen. Het optreden van de Commissie heeft tot doel de negatieve impact van ongerechtvaardigde of oneerlijke handelsbeschermingsmaatregelen op ondernemingen in de EU die actief zijn in exportmarkten, zoveel mogelijk te beperken.
Wanneer een derde land een onderzoek in verband met handelsbeschermingsinstrumenten opent tegen de EU, onderneemt de Commissie waar nodig actie om procedures of aantijgingen die mogelijk niet voldoen aan de WTO-regels aan te vechten. Gemiddeld zal de Commissie in circa vijftig zaken per jaar actie ondernemen, via schriftelijke opmerkingen gericht aan de onderzoeksautoriteiten en door deel te nemen aan hoorzittingen om erop toe te zien dat de rechten en belangen van EU-exporteurs worden geëerbiedigd.
Bij verschillende gelegenheden heeft het optreden van de Commissie geleid tot een gunstiger resultaat voor EU-exporteurs dan anders wellicht het geval was geweest. Wat de Commissie in 2023 voor elkaar heeft gekregen, is beschreven in het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven.
·In oktober 2022 opende Marokko een vrijwaringsonderzoek naar de invoer van binnenbanden voor rijwielen, motorfietsen en scooters, met een mogelijke impact van circa 2 miljoen EUR op de uitvoer uit de EU. De Commissie ondernam onmiddellijk actie, door te wijzen op tekortkomingen met betrekking tot de opening van het onderzoek en de schade- en causaliteitsbeoordeling. Op 3 juli 2023 besloot Marokko het onderzoek te beëindigen zonder maatregelen in te stellen.
·In oktober 2022 opende India een vrijwaringsonderzoek naar de invoer van polyvinylchloride. De Commissie verdedigde de EU‑uitvoer ter waarde van 48 miljoen EUR met kracht, diende schriftelijke opmerkingen in en nam deel aan een openbare hoorzitting. In mei 2023 maakte India bevindingen bekend waarin werd aanbevolen kwantitatieve beperkingen op te leggen aan de invoer uit China, de VS, Taiwan en Rusland. Uiteindelijk kwam het niet tot een aanbeveling om beperkingen op te leggen aan de invoer uit de EU. Het onderzoek loopt nog.
·De Commissie trad in 2023 ook op in een antidumpingonderzoek naar ammoniumnitraat uit Litouwen, dat in juni 2022 was geopend door de Australische Antidumpingcommissie. Het economisch belang van de EU bedroeg ongeveer 5 miljoen EUR. Het onderzoek werd in augustus 2023 beëindigd omdat geen schade kon worden vastgesteld.
·In februari 2023 openden de VS een antidumpingonderzoek naar blik uit Duitsland en Nederland. Het economische belang in de zaak was met 1 miljard EUR aanzienlijk groter dan in alle andere door de VS tegen de EU of haar lidstaten ingeleide handelsbeschermingszaken. De Commissie nam een zeer actieve houding aan in het onderzoek, en in januari 2024 werd het onderzoek officieel beëindigd.
Eind 2023 waren er 176 handelsbeschermingsmaatregelen van kracht die van invloed waren op de uitvoer van de EU, zes meer dan in 2022. Na in 2022 korte tijd te zijn gedaald tot 170, neemt het totale aantal maatregelen dat van kracht is weer toe. Antidumping blijft het meest gebruikte handelsbeschermingsinstrument. Er waren in 2023 127 antidumpingmaatregelen, 42 vrijwaringsmaatregelen en 7 antisubsidiemaatregelen van toepassing, vergeleken met 126 antidumping‑, 37 vrijwarings‑ en 7 antisubsidiemaatregelen in 2022.
De VS maken met 38 van kracht zijnde maatregelen nog altijd het vaakst gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten tegen uitvoer uit de EU, gevolgd door China en Turkije met elk 18 maatregelen, terwijl Brazilië en Indonesië elk 11 maatregelen hebben ingesteld. Andere actieve gebruikers van handelsbeschermingsinstrumenten zijn Canada, waar 9 definitieve maatregelen van kracht zijn, gevolgd door Australië, Madagaskar en Zuid-Afrika, elk met 7 maatregelen tegen uitvoer uit de EU in 2023.
In 2023 werden 20 nieuwe onderzoeken geopend tegen de EU/lidstaten, een aanzienlijke toename ten opzichte van 2022, toen er slechts sprake was van 7 onderzoeken, één van de laagste aantallen in de afgelopen 10 jaar. Nieuwe vrijwaringsonderzoeken vertegenwoordigden 60 % van de nieuwe zaken (12 van 20 zaken), terwijl de andere 8 antidumpingonderzoeken betroffen. Indonesië en Madagaskar onderscheiden zich doordat ze in het afgelopen jaar een aanzienlijk aantal nieuwe vrijwaringsonderzoeken hebben geopend, respectievelijk 5 en 4.
Een vergelijkbare trend is waar te nemen voor wat de instelling van nieuwe maatregelen betreft. Van de 11 nieuwe, in 2023 ingestelde maatregelen die van invloed zijn op de uitvoer uit de EU, waren er 7 vrijwaringsmaatregelen en de rest betrof antidumpingmaatregelen. Ter vergelijking: in 2022 werden 12 maatregelen ingesteld, waarvan er slechts 2 betrekking hadden op vrijwaring; de rest betrof antidumpingmaatregelen. In 2023 stelde alleen Madagaskar al 3 nieuwe vrijwaringsmaatregelen in.
Deze toename in het gebruik van vrijwaringsonderzoeken is bijzonder zorgwekkend aangezien vrijwaringsmaatregelen op grond van de WTO-regels van toepassing zijn op invoer uit alle landen van oorsprong, en zich niet enkel richten op landen van oorsprong waar sprake is van oneerlijke handelsvoorwaarden. Dit maakt vrijwaring tot de meest beperkende van alle handelsmaatregelen, en deze maatregel zou alleen moeten worden gebruikt in reactie op een door een onvoorziene ontwikkeling veroorzaakte sterke stijging van de invoer en onder voorwaarde dat aan strenge criteria is voldaan. De Commissie trad op in alle zaken waar systemische problemen en tekortkomingen zijn geconstateerd.
6.Activiteiten in het kader van de WTO
Tweemaal per jaar, in het voorjaar en het najaar, organiseert de WTO vergaderingen van het Comité subsidies en compenserende maatregelen, het Antidumpingcomité en het Comité vrijwaringsmaatregelen. Samen met het Antidumpingcomité organiseert de WTO tevens werkgroepen over uitvoering waar leden uiteenzetten hoe ze bij dergelijke onderzoeken te werk gaan. Ook zijn er informele sessies voor “Vrienden van vrijwaringsonderzoeken”. Daarnaast organiseerde de WTO in mei 2023 een workshop voor de hoofden van onderzoeksautoriteiten.
Deze bijeenkomsten bieden WTO-leden de gelegenheid om toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomsten door onderzoeksautoriteiten en bieden een forum voor het uitwisselen van standpunten en bezorgdheden met betrekking tot handelsbeschermingszaken. De EU speelt een actieve rol in alle comités, door punten van zorg kenbaar te maken en haar eigen acties te verdedigen.
In het Antidumpingcomité gaf de EU uitdrukking aan haar bezorgdheid over het Amerikaanse onderzoek naar blik uit Duitsland en Nederland, evenals andere landen (het onderzoek tegen Nederland werd in januari 2024 beëindigd). De EU benadrukte het gebrek aan bewijs voor dumping en voerde aan dat de zaak neerkwam op een vrijwaringsonderzoek betreffende vrijwel alle invoer in de VS. De EU verdedigde haar maatregelen tegen kritiek van andere leden in een aantal zaken, waaronder zaken die betrekking hadden op platbulbstaal uit Turkije, vetzuur uit Indonesië en nodulaire buizen en pijpen uit India. Ook weerlegde zij kritiek van China over het langdurige karakter van sommige maatregelen.
De EU heeft deelgenomen aan de Antidumpingwerkgroep over uitvoering, die in 2023 slechts eenmaal bijeenkwam. De discussie richtte zich op prijsanalyse en de beoordeling van schadeoorzaken in antidumpingonderzoeken.
Op grond van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen (SCM-overeenkomst) stonden in 2023 opnieuw subsidiekennisgevingen gepland (deze worden elke twee jaar gedaan). Uit de inventarisatie door het WTO-secretariaat van de stand zaken omtrent kennisgevingen bleek dat iets meer dan een derde van de leden aan hun kennisgevingsverplichtingen op grond van de SCM-overeenkomst hadden voldaan. De Commissie legde de subsidiekennisgeving van de EU over, die betrekking heeft op door de EU en door de lidstaten toegekende subsidies. De EU drong aan op betere naleving van kennisgevingsverplichtingen. Om andere WTO-leden hierbij te helpen, heeft de Commissie in juni 2023 deelgenomen aan een door het WTO-secretariaat georganiseerd evenement over het doen van een subsidiekennisgeving.
In het reguliere Comité subsidies en compenserende maatregelen heeft de EU in reactie op kritiek van China haar besluit verdedigd om een antisubsidieonderzoek naar batterijvoertuigen uit China te openen. De EU ging in op het besluit van China, naar aanleiding van een onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen, om maatregelen tegen aardappelzetmeel uit de EU voort te zetten, ondanks het feit dat de subsidies niet specifiek zijn en geen aanleiding geven tot compenserende maatregelen. De leden van het comité bespraken ook de impact van subsidies op het ontstaan van overcapaciteit en de gevolgen voor ontwikkelingslanden.
In het Vrijwaringscomité bekritiseerden verschillende landen de wereldwijde wildgroei van vrijwaringsmaatregelen en het feit dat deze langdurig worden ingesteld, waarbij verlengingen steeds meer de norm worden. Ook maakten ze bezorgdheid kenbaar over het feit dat vrijwaringsmaatregelen vaak gelijktijdig met antidumpingmaatregelen, compenserende maatregelen en andere unilaterale maatregelen worden ingesteld voor hetzelfde product. De EU verdedigde haar vrijwaringsmaatregel met betrekking tot staal tegen de kritiek van diverse landen die aanvoerden dat de maatregel beëindigd en niet verlengd had moeten worden. De EU toonde zich bezorgd over de algemene vrijwaringspraktijken van andere leden, met name de zorgwekkende neiging van Indonesië om het instrument overmatig en oneigenlijk te gebruiken, waarbij de normen ten aanzien van instelling, bekendmaking en transparantie te wensen overlaten. Er werd geen consensus bereikt over een Amerikaans voorstel om de informele groep “Vrienden van vrijwaringsonderzoeken” onder te brengen in het Comité doordat India zich hiertegen verzette.
In mei 2023 organiseerde de WTO een workshop voor de hoofden van onderzoeksautoriteiten, die tot doel had om beleidsmakers bijeen te brengen voor een open uitwisseling van informatie, ideeën en beste praktijken. Tot de gespreksonderwerpen behoorden ontwikkelingen van wetgeving en praktijk, uitdagingen in verband met middelen en opleiding, het uitvoeren van onderzoek tijdens de pandemie, alsook administratieve, arbitrale en gerechtelijke toetsing.
In juni 2023 heeft de EU, namens de 27 lidstaten, de WTO-overeenkomst over visserijsubsidies aanvaard, die het jaar daarvoor tijdens de 12e ministeriële conferentie was gesloten. De overeenkomst zal in werking treden zodra twee derde van de WTO-leden deze heeft aanvaard. De WTO-onderhandelingen over de nog openstaande kwesties werden voortgezet om tot een alomvattende overeenkomst te komen.
Ook in 2023 zetten de EU en andere gelijkgestemde WTO-leden hun werkzaamheden op het gebied van subsidiëring voort in het kader van het WTO-initiatief inzake de hervorming van de subsidies voor fossiele brandstoffen en de gestructureerde besprekingen over de duurzaamheid van de handel en het milieu.
De trilaterale samenwerking met de VS en Japan werd in 2023 voortgezet en was gericht op het aanpakken van marktverstorende beleidsmaatregelen en praktijken, waaronder subsidies die momenteel niet voldoende worden aangepakt door de WTO-regels. De partners concentreerden zich daarnaast op het in kaart brengen van specifieke voorbeelden en het uitwisselen van informatie over niet-marktgeoriënteerd gedrag in verschillende sectoren, en op mogelijke instrumenten om de in kaart gebrachte praktijken aan te pakken.
II
Kmo’s en handelsbeschermingsinstrumenten
Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) vormen de ruggengraat van de Europese economie. De 24 miljoen kmo’s in de EU vertegenwoordigen 99 % van alle ondernemingen in de EU, leveren twee derde van de banen in de particuliere sector en zijn stevig verankerd in lokale gemeenschappen. Ze zijn goed voor meer dan de helft van de toegevoegde waarde in de niet-financiële bedrijfssector van de EU en zijn de Europese voedingsbodem voor innovatie, diversiteit en gelijkheid. Kmo’s zijn essentieel voor de groene en de digitale transitie van Europa en voor de welvaart van Europa op lange termijn.
Voor deze ondernemingen is een gelijk speelveld van bijzonder groot belang aangezien ze buitengewoon kwetsbaar zijn voor de schadelijke gevolgen van oneerlijke concurrentie. Over het algemeen, zij het niet altijd, hebben ze minder ervaring, kennis en middelen als het gaat om deelname aan handelsbeschermingsonderzoeken.
Tegelijkertijd hebben kmo’s bij handelsbeschermingsonderzoeken echter dezelfde rechten en verplichtingen als grotere ondernemingen, omdat de wettelijke vereisten dezelfde zijn, ongeacht de omvang van de onderneming. Hierbij valt te denken aan het vereiste bewijsniveau bij een klacht, de termijnen voor het beantwoorden van vragenlijsten of het indienen van informatie, toegang tot dossiers, samenwerking enz. Gezien de beperkte middelen en capaciteit van kmo’s heeft de Commissie geprobeerd praktische manieren te vinden om eventuele problemen waar ze mogelijk tegenaan lopen bij het gebruik van handelsbescherming zoveel mogelijk te beperken.
Dat het belangrijk is kmo’s te helpen om toegang te krijgen tot de handelsbeschermingsinstrumenten werd formeel erkend in 2018, toen de handelsbeschermingsinstrumenten werden gemoderniseerd en het Europees Parlement en de Raad specifieke verwijzingen opnamen in de antidumpingbasisverordening (artikel 5, lid 1 bis) en de antisubsidieverordening (artikel 10, lid 1 bis).
Informatie voor kmo’s
Reeds in 2004 werd een Helpdesk handelsbescherming voor kmo’s opgezet om algemene of specifiek met een zaak verband houdende vragen van kmo’s te beantwoorden. Sindsdien hebben veel van deze ondernemingen gebruik gemaakt van deze dienst; in 2018 werd de kmo‑helpdesk gemoderniseerd en kreeg deze een officiële status,
Tegelijkertijd publiceerde de Commissie speciaal voor kmo’s een handleiding betreffende de handelsbeschermingsinstrumenten, toegankelijk via een speciale kmo-webpagina die in juni 2018 werd gelanceerd. Op de webpagina worden deze ondernemingen wegwijs gemaakt in het systeem, niet alleen binnen de EU maar ook als ze het doelwit zijn van handelsbeschermingsonderzoeken in derde landen.
De Europese Rekenkamer loofde deze initiatieven in haar controleverslag over de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU in 2020. In het verslag werd er echter bij de Commissie op aangedrongen om “[…] het bewustzijn over handelsbeschermingsinstrumenten [te vergroten] […] met bijzondere aandacht voor de specifieke behoeften van kmo’s”. In 2021 gaf de Commissie aan die aanbeveling gevolg door een gedetailleerde, uit zeven modules bestaande handleiding inzake handelsbeschermingsonderzoeken te publiceren, die zij in 2022 online ter beschikking stelde in alle officiële talen van de EU.
De verschillende handleidingen zijn aangevuld met opleidings- en voorlichtingssessies die rechtstreeks worden aangeboden aan kmo’s, of het nu gaat om producenten, gebruikers of importeurs, via “markttoegangsdagen” in Frankrijk, Kroatië, Italië en Estland, maar ook online om handelsbescherming in de hele EU breder onder de aandacht te brengen. Tijdens deze sessies, die vaker werden georganiseerd in 2023, maakten sommige kmo’s veelal voor het eerst kennis met handelsbescherming. De lidstaten zijn aangemoedigd om hun kmo’s te informeren over deze voorlichtingssessies en ze beter bewust te maken van de mogelijkheden en kansen die handelsbeschermingsinstrumenten hen bieden.
Praktische bijstand aan kmo’s bij onderzoeken
De Commissie ondersteunt de EU-bedrijfstak, ook wanneer deze uit kmo’s bestaat, tijdens alle fasen van handelsbeschermingsonderzoeken. Het indienen van klachten kan een uitdaging zijn voor deze ondernemingen, en de onlangs geactualiseerde handleiding in alle officiële EU-talen komt op dit punt goed van pas. Ook het Klachtenbureau binnen de handelsbeschermingsdiensten kan kmo’s wegwijs maken in het proces. Zo heeft de Commissie in 2022 een antidumpingonderzoek geopend naar de invoer van platbulbstaal uit China en Turkije. De fabrikanten van dit product in de EU zijn uitsluitend kmo’s, en de klacht werd opgesteld door één enkele kmo-producent onder begeleiding van het Klachtenbureau. Het onderzoek leidde begin januari 2024 tot de instelling van maatregelen.
Bij het uitvoeren van onderzoeken stemt de Commissie onderzoektijdvakken waar mogelijk af op boekjaren. Dit vermindert de last en complexiteit voor kmo’s bij het beantwoorden van vragenlijsten. Ook helpt de Commissie kmo’s bij het invullen van deze voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijke vragenlijsten.
Bij onderzoeken waar met steekproeven moet worden gewerkt, en wanneer een bedrijfstak gefragmenteerd is en bestaat uit kmo’s, zorgt de Commissie ervoor dat de steekproef representatief is voor alle bedrijfsgrootten. Verder wordt de samenstelling van een bedrijfstak in aanmerking genomen bij de schadeanalyse. Zo heeft de Commissie in 2023 definitieve antidumpingrechten ingesteld op keramische tegels uit India en Turkije. Zij hield daarbij rekening met de fragmentatie van de EU-bedrijfstak voor keramische tegels, die bestaat uit ruim 300 ondernemingen, waarvan er ongeveer 240 kmo’s zijn. Sommige schadegegevens werden derhalve gewogen om ervoor te zorgen dat de resultaten van grote producenten niet oververtegenwoordigd zouden zijn in de bevindingen betreffende de schade en dat naar behoren rekening is gehouden met de situatie van kleine en middelgrote producenten.
In 2022 voerden meer dan 690 000 kmo’s in de EU producten uit naar landen buiten de EU, hetgeen 95 % van alle exporterende ondernemingen in de EU en 30 % van de totale EU‑exportwaarde vertegenwoordigt. Deze exportactiviteit kan worden getroffen door handelsbeschermingsonderzoeken in derde landen. In de handleiding voor kmo’s worden kmo’s die het doelwit zijn van door derde landen ingeleide handelsbeschermingszaken aangemoedigd om voor informatie en bijstand contact op te nemen met de diensten van DG Handel die toezien op deze zaken.
Onderzoeken waarbij kmo’s betrokken zijn
Ondanks de uitdagingen die voortvloeien uit het juridische en technische karakter van handelsbeschermingsonderzoeken, zijn er binnen de EU verscheidene productiesectoren met een groot aandeel kmo’s die gebruikmaken van de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU. De keramiek-/aardewerkindustrie is een mooi voorbeeld van impactvolle handelsbescherming. Maatregelen ten aanzien van tafelgerei en tegels van keramiek uit China, en ten aanzien van keramische tegels uit India en Turkije zijn cruciaal geweest om de binnenlandse productie in stand te houden, investeringen te bevorderen en ruim 100 000 banen in de EU te behouden. De Europese rijwielindustrie is een andere sector die zijn bestaan in de EU grotendeels te danken heeft aan de geboden bescherming tegen de invoer van rijwielen met dumping uit China.
Er zijn andere industrieën met een groot aandeel kmo’s die eveneens in aanmerking komen voor bescherming in het kader van de handelsbeschermingsinstrumenten. Hiertoe behoren forelproducenten, bestaande uit meer dan 700 kmo’s, waar in 2015 compenserende maatregelen ten aanzien van de invoer uit Turkije werden ingesteld die in mei 2021 werden verlengd. In 2018 ingestelde antidumping- en antisubsidiemaatregelen voor banden van oorsprong uit China worden momenteel onderworpen aan nieuwe onderzoeken bij het vervallen van de maatregelen. Bij het oorspronkelijke onderzoek bestond de industrie uit ten minste 380 kmo’s die banden van een nieuw loopvlak voorzien. In 2023 heeft de Commissie definitieve antidumpingrechten op navulbare vaten van roestvrij staal uit China ingesteld, en daarmee de uit een gering aantal kmo’s bestaande EU-bedrijfstak beschermd.
De Commissie zet zich in voor het waarborgen van gelijke toegang voor alle bedrijfstakken die getroffen worden door invoer met dumping en met subsidiëring. Haar aanpak — bewustmaking en kmo’s meer praktische ondersteuning bieden bij handelsbeschermingsonderzoeken — levert resultaten op. Dit is ook voor een niet gering deel te danken aan de goede organisatie en coördinatie binnen de bedrijfstak, daarbij geholpen door brancheorganisaties of ad-hocverenigingen die specifiek voor handelsbeschermingsdoeleinden in het leven zijn geroepen.
III
Vooruitgang in kaart brengen: een terugblik op vijf jaar handelsbeschermingsinstrumenten
Dit jaarverslag is een kans om een stap terug te nemen en de handelsbeschermingsactiviteiten van de afgelopen vijf jaar, d.w.z. vanaf 2019, het eerste jaar waarin de gemoderniseerde handelsbeschermingswetgeving volledig werd uitgevoerd, in een breder perspectief te plaatsen. We hebben een uitdagende en dynamische periode achter de rug. Een periode waarin de Europese Rekenkamer na de eerste van dit soort controles de toepassing van de regels goedkeurde en daarmee de weg effende voor een doortastendere aanpak om steeds complexere oneerlijke handelspraktijken door handelspartners aan te pakken. Daarnaast hebben de uitdagingen van de COVID-19-pandemie geen afbreuk gedaan aan de vastbeslotenheid van de Commissie om handelsbescherming naar behoren toe te passen wanneer de bedrijfstak er behoefte aan had.
Eind 2023 waren er 53 meer handelsbeschermingsmaatregelen van kracht dan eind 2018. Deze toename van 133 naar 186 maatregelen komt neer op een stijging van 40 %. Deze aanvullende maatregelen betekenen dat handelsbescherming nu verantwoordelijk is voor het behoud van bijna een half miljoen (493 000) banen in Europa, vergeleken met 365 000 banen eind 2018. Deze banen beslaan diverse sectoren waaronder staal, keramiek, aluminium, rijwielproductie en producten die van belang zijn in de duurzame energiewaardeketen, zoals zonneglas, producten die vitaal zijn voor onze groene transitie, zoals windtorens, evenals producten die van kritiek belang zijn voor onze digitale transitie, zoals optische vezels.
Gedurende deze periode van vijf jaar werden de eerste onderzoeken afgerond die dumping kwantificeerden op basis van aanzienlijke verstoringen. Bij alle onderzoeken die betrekking hadden op de invoer uit China tijdens die periode werd deze methode gebruikt om dumping te berekenen, aangezien klagers ten aanzien van de betrokken producten of sectoren bewijs voor aanzienlijke verstoringen hadden aangevoerd. Een omvattend verslag over door de staat teweeggebrachte verstoringen in China, evenals de geactualiseerde versie ervan, bevat solide bewijs voor verstoringen in de Chinese economie en ander specifiek, door klagers aangevoerd bewijsmateriaal. De methode heeft de ware omvang van dumping in Chinese zaken blootgelegd, hetgeen niet het geval was toen de dumping werd berekend aan de hand van de uit de verstoorde prijzen of kosten in China afgeleide marges. In oktober 2020 publiceerde de Commissie tevens een verslag over aanzienlijke, door de staat teweeggebrachte verstoringen in Rusland.
Hoewel antidumpingmaatregelen tegen China het grootste deel van de handelsbeschermingsactiviteiten vormen, zijn er in de afgelopen vijf jaar ook belangrijke ontwikkelingen aan het antisubsidiefront geweest. De EU was de eerste jurisdictie die antisubsidiemaatregelen nam tegen “grensoverschrijdende” financiële steun door een WTO-lid aan ondernemingen die op het grondgebied van een ander WTO-lid zijn gevestigd. Dit betekent niet alleen actie ondernemen tegen de traditionele subsidies die China toekent, maar ook een vuist maken tegen de omleiding door China van financiële steun zodat Chinese ondernemingen zich in derde landen kunnen vestigen, bv. in economische vrijhandelszones, en daarvandaan hun goederen kunnen uitvoeren naar de EU. In een zaak die betrekking had op stoffen van glasvezels en glasvezelproducten uit Egypte heeft de Commissie in 2020 voor de eerste keer compenserende maatregelen ingesteld tegen dit soort financiële steun in de vorm van door het land van oorsprong of uitvoer toegekende subsidies, en in een tweede zaak in 2022 die betrekking had op koudgewalste producten van roestvrij staal uit Indonesië. In maart 2023 werd de aanpak van de Commissie in deze zaken door het Gerecht bevestigd in baanbrekende arresten, waartegen thans een beroep aanhangig is.
Ten slotte is het accent in de afgelopen vijf jaar verschoven naar de monitoring en handhaving van de maatregelen. Dankzij verbeterde monitoring van en doeltreffend optreden tegen ontwijkingspraktijken is ruim een vijfde (40) van de in totaal 182 maatregelen die momenteel van kracht zijn specifiek gericht op het tegengaan van ontwijkingspraktijken door marktdeelnemers. De Commissie blijft volledig toegewijd aan een daadkrachtig gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten om de EU‑bedrijfstak te blijven beschermen tegen oneerlijke en schadeveroorzakende handelspraktijken en de doeltreffende uitvoering ervan te waarborgen.