EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0509

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Tsjechische Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

COM/2022/509 final

Brussel, 3.10.2022

COM(2022) 509 final

2022/0313(NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Tsjechische Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

   

In Verordening (EU) 2020/672 van de Raad (“SURE-verordening”) is het rechtskader vastgesteld waarbinnen de Unie aan een lidstaat die een ernstige economische verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden als gevolg van de COVID-19-uitbraak, financiële bijstand kan verlenen. Steun in het kader van SURE dient voor het financieren van hoofdzakelijk werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies, alsook, in aanvulling daarop, voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek.

Op 7 augustus 2020 heeft Tsjechië de Unie om financiële bijstand verzocht en op 25 september 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 financiële bijstand aan Tsjechië toegekend als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

Op 22 september 2022 heeft Tsjechië de Unie opnieuw om financiële bijstand op grond van de SURE-verordening verzocht.

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de SURE-verordening heeft de Commissie de Tsjechische autoriteiten geraadpleegd om de plotse en sterke stijging te verifiëren van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met de arbeidsmarktmaatregelen van Tsjechië als gevolg van de COVID-19-pandemie. Dit heeft met name betrekking op bestaande maatregelen als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad:

a)de regeling voor werktijdverkorting, bekend als het “antivirusprogramma”. Het programma was ontworpen om gedeeltelijk de loonkosten te compenseren van particuliere werkgevers die hun economische activiteiten tijdelijk moeten staken of aanzienlijk moeten terugschroeven als rechtstreeks gevolg van door de autoriteiten genomen maatregelen (optie “A”), of indirect vanwege de negatieve economische effecten van de pandemie (optie “B”), bijvoorbeeld doordat werknemers niet konden werken als gevolg van reisbeperkingen. Optie “A plus” is in oktober 2020 ingevoerd om de loonkosten volledig te compenseren voor werkgevers die gedwongen waren hun activiteiten tijdelijk te staken of terug te schroeven als gevolg van door de autoriteiten genomen maatregelen. Het programma en de subprogramma’s zijn herhaaldelijk verlengd. Optie “A” liep van 12 maart 2020 tot en met 28 februari 2022, optie “A plus” van 1 oktober 2020 tot en met 31 mei 2021 en optie “B” van 12 maart 2020 tot en met 31 mei 2021 en van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021;

b)de maatregelen tot toekenning van compenserende steun in de vorm van fiscale kortingen voor zelfstandigen. Het eerste programma, “Pětadvacítka”, kent een korting als compensatie van 500 CZK in de vorm van een fiscale korting per kalenderdag van de kortingsperiode toe aan zelfstandigen die gedwongen waren hun economische activiteiten tijdelijk te staken of aanzienlijk — meer dan de normale bedrijfsvolatiliteit — terug te schroeven als gevolg van de risico’s van COVID-19 voor de volksgezondheid of als gevolg van door overheidsinstanties genomen crisismaatregelen. “Pětadvacítka” liep van 12 maart 2020 tot en met 8 juni 2020. De “najaarskorting als compensatie” was een feitelijke verlenging met parameterwijzigingen van “Pětadvacítka”, die liep van 5 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 en voorzag in een fiscale korting van 500 CZK per kalenderdag voor zelfstandigen die gedwongen waren hun economische activiteiten tijdelijk te staken of aanzienlijk terug te schroeven als gevolg van risico’s voor de volksgezondheid of als gevolg van door overheidsinstanties genomen crisismaatregelen. Het programma “nieuwe korting als compensatie voor 2021” voorzag in een verhoging van de steun tot 1 000 CZK per dag per persoon en liep van 1 februari 2021 tot en met 31 mei 2021. De recentste korting als compensatie voor zelfstandigen ten bedrage van 1 000 CZK per dag, de zogenoemde “korting als compensatie voor 2022”, liep van 22 november 2021 tot en met 31 januari 2022;

c)de “gedeeltelijke vrijstelling van de socialezekerheidsbijdragen door zelfstandigen” die tijdens de steunverlening hun activiteit voortzetten, was een regeling op grond waarvan de staat de betaling op zich nam van de desbetreffende maandelijks verschuldigde bijdragen van maart tot en met augustus 2020. Het programma eindigde in augustus 2020, maar in 2021 moesten aanvullende bedragen worden betaald vanwege schikkingen in verband met door zelfstandigen in 2020 betaalde voorschotten;

d)de “zorgtoelage” voor zelfstandigen compenseert de inkomsten die zelfstandigen derven omdat zij voor kinderen of zorgbehoevende personen moeten zorgen als gevolg van de sluiting van voorzieningen voor kinderopvang en sociale zorg. Het dagelijkse steunbedrag bedroeg 424 CZK voor maart 2020 en 500 CZK voor april tot en met juni 2020. Vervolgens werd het met 400 CZK verlengd voor de periode van oktober 2020 tot en met mei 2021.

Tsjechië heeft de Commissie de nodige informatie verschaft.

Rekening houdende met het beschikbare bewijsmateriaal stelt de Commissie de Raad voor om een uitvoeringsbesluit vast te stellen waarbij op grond van de SURE-verordening ten behoeve van de bovengenoemde maatregelen financiële bijstand aan Tsjechië wordt verleend.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel is volledig verenigbaar met Verordening (EU) 2020/672 van de Raad, op grond waarvan het voorstel wordt gedaan.

Dit voorstel vormt een aanvulling op een ander wetgevingsinstrument van de Unie om steun te verlenen aan lidstaten in noodsituaties, namelijk Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“Verordening (EG) nr. 2012/2002”). Op 30 maart 2020 is Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld; bij die verordening wordt het toepassingsgebied van het bovengenoemde instrument uitgebreid tot grote volksgezondheidscrises en wordt bepaald welke specifieke acties in aanmerking komen voor financiering.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel maakt deel uit van een reeks maatregelen die zijn genomen in respons op de huidige COVID-19-pandemie, zoals het corona-investeringsinitiatief, en vormt een aanvulling op andere instrumenten die de werkgelegenheid ondersteunen, zoals het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)/InvestEU. Aangezien dit instrument gebruik maakt van het opnemen en verstrekken van leningen om de lidstaten in dit specifieke geval van de COVID-19-uitbraak te ondersteunen, fungeert dit voorstel als tweede verdedigingslinie voor de financiering van regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen, die banen en dus ook werknemers en zelfstandigen helpen te beschermen tegen het risico van werkloosheid.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor dit instrument is Verordening (EU) 2020/672 van de Raad.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel komt er na een verzoek van een lidstaat en is een blijk van Europese solidariteit, doordat financiële bijstand van de Unie in de vorm van tijdelijke leningen wordt verstrekt aan een lidstaat die zwaar door de COVID-19-uitbraak wordt getroffen. Deze financiële bijstand vormt een tweede verdedigingslinie voor een overheid die wordt geconfronteerd met een tijdelijke toename van de overheidsuitgaven voor werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen om banen te beschermen, en dus ook om werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen het risico op werkloosheid en inkomstenverlies.

Deze steun helpt de getroffen bevolking en draagt bij tot het beperken van de directe maatschappelijke en economische gevolgen van de COVID-19-crisis.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de met het instrument beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Het voorstel moest dringend worden voorbereid zodat het tijdig kan worden aangenomen door de Raad. Daardoor kon geen raadpleging van de belanghebbenden worden uitgevoerd.

Effectbeoordeling

Gezien de urgentie van het voorstel heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Commissie moet leningen op de financiële markten kunnen aangaan en deze vervolgens kunnen gebruiken om zelf leningen te verstrekken aan de lidstaten die financiële bijstand vragen in het kader van het SURE-instrument.

Naast de garanties van de lidstaten worden ook andere waarborgen in het systeem ingebouwd om de financiële soliditeit van de regeling te garanderen:

·een strikte en conservatieve benadering van financieel beheer;

·een leningenportefeuille die zodanig is opgebouwd dat het concentratierisico, het jaarlijkse risico en de buitensporige blootstelling aan risico’s van individuele lidstaten beperkt blijven en die er tegelijkertijd voor zorgt dat voldoende middelen kunnen worden toegekend aan de meest behoeftige lidstaten; en

·de mogelijkheid om schulden door te rollen.

2022/0313 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Tsjechische Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak 1 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1)Naar aanleiding van een verzoek van Tsjechië van 7 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 2 financiële bijstand aan Tsjechië toegekend in de vorm van een lening van maximaal 2 000 000 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, en een beschikbaarheidsperiode van 18 maanden, als aanvulling op de nationale inspanningen van Tsjechië om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

2)De lening moest door Tsjechië worden gebruikt ter financiering van de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345.

3)Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Tsjechië nog steeds inactief. Dit heeft geleid tot een toch nog plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van Tsjechië in verband met de in artikel 3, punten a), c), d) en e), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 bedoelde maatregelen.

4)De COVID‐19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Tsjechië in 2020, 2021 en 2022 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. In 2020 had Tsjechië een overheidstekort van 5,8 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 37,7 % van het bbp: tegen eind 2021 waren die opgelopen tot respectievelijk 5,9 % en 41,9 %. Volgens de voorjaarsprognose 2022 van de Commissie zou Tsjechië tegen het einde van 2022 een overheidstekort van 4,3 % van het bbp en een overheidsschuld van 42,8 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2022 van de Commissie zou het bbp van Tsjechië in 2022 met 2,3 % toenemen.

5)Op 22 september 2022 heeft Tsjechië de Unie om 2 500 000 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn in 2020, 2021 en 2022 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen. Tsjechië heeft met name de in de overwegingen 6 en 9 beschreven regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen verder uitgebreid en gewijzigd.

6)Het “antivirusprogramma”, de regeling voor werktijdverkorting, als bedoeld in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad, was bedoeld om de loonkosten te compenseren van particuliere werkgevers die hun economische activiteiten moesten staken of aanzienlijk moesten terugschroeven als rechtstreeks gevolg van door de autoriteiten genomen maatregelen (optie “A”), of indirect vanwege de negatieve economische effecten van de pandemie (optie “B”). De rechtsgrondslag was Regeringsresolutie nr. 353 van 31 maart 2020, als gewijzigd, en artikel 120 van Wet nr. 435/2004 Sb 3 . inzake werkgelegenheid, als gewijzigd. Het programma is uitgebreid en gewijzigd met optie “A plus” krachtens Regeringsresolutie nr. 1039 van 14 oktober 2020 om de loonkosten volledig te compenseren voor werkgevers die gedwongen waren hun activiteiten tijdelijk te staken of terug te schroeven als gevolg van door de autoriteiten genomen maatregelen. Het programma is verder uitgebreid middels verscheidene besluiten van de regering, waarbij optie “A” liep van 12 maart 2020 tot en met 28 februari 2022, optie “A plus” van 1 oktober 2020 tot en met 31 mei 2021 en optie “B” van 12 maart 2020 tot en met 31 mei 2021 en van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021.

7)De eerste korting als compensatie voor zelfstandigen, het zogenaamde programma “Pětadvacítka”, als bedoeld in artikel 3, punt c), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad, waarin is voorzien door “Wet nr. 159/2020 Sb.” 4 , bood zelfstandigen die gedwongen waren hun economische activiteiten tijdelijk te staken of aanzienlijk — meer dan de normale bedrijfsvolatiliteit — terug te schroeven als gevolg van de risico’s van COVID-19 voor de volksgezondheid of als gevolg van door overheidsinstanties genomen crisismaatregelen, een korting als compensatie van 500 CZK per kalenderdag per persoon. “Pětadvacítka” liep van 12 maart 2020 tot en met 8 juni 2020. De bij Wet nr. 461/2020 Sb. 5 ingevoerde verlenging van het programma “najaarskorting als compensatie” liep van 5 oktober 2020 tot en met 15 februari 2021 en voorzag in een fiscale korting van 500 CZK per kalenderdag voor zelfstandigen die gedwongen waren hun economische activiteiten tijdelijk te staken of aanzienlijk terug te schroeven als gevolg van risico’s voor de volksgezondheid of als gevolg van door overheidsinstanties genomen crisismaatregelen. Bij wet nr. 95/2021 Sb. 6 en de bijbehorende Regeringsresoluties (nrs. 154/2021 7 en 188/2021 8 ) is een andere wijziging ingevoerd, de zogenaamde “nieuwe korting als compensatie voor 2021”, die liep van 1 februari 2021 tot en met 31 mei 2021 en waarbij het bedrag van de fiscale korting werd verhoogd tot 1 000 CZK per dag. De recentste wijziging van deze korting als compensatie voor zelfstandigen, de “korting als compensatie voor 2022”, ingevoerd bij Wet nr. 519/2021 Sb. 9 , bedroeg eveneens 1 000 CZK per dag en liep van 22 november 2021 tot en met 31 januari 2022.

8)De gedeeltelijke vrijstelling van sociale bijdragen en ziektekostenpremies die verschuldigd zijn door zelfstandigen, als bedoeld in artikel 3, punt d), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad, had als rechtsgrondslag “Wet nr. 136/2020 Sb.” 10 (voor sociale zekerheid) en “Wet nr. 134/2020 Sb.” 11 (voor ziektekostenverzekering). De staat heeft van maart tot en met augustus 2020 de betaling op zich genomen van de desbetreffende maandelijks door zelfstandigen verschuldigde bijdragen voor sociale zekerheid en ziektekosten. Het programma eindigde in augustus 2020, maar in 2021 moesten aanvullende bedragen worden betaald vanwege schikkingen in verband met door zelfstandigen in 2020 betaalde voorschotten. De maatregel houdt gederfde inkomsten voor de overheid in, die voor de toepassing van Verordening (EU) 2020/672 als equivalent aan overheidsuitgaven kunnen worden beschouwd.

9)De “zorgtoelage” voor zelfstandigen, als bedoeld in artikel 3, punt e), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad, had als rechtsgrondslag Regeringsresoluties nr. 262 van 19 maart 2020 12 , nr. 311 van 26 maart 2020, nr. 354 van 31 maart 2020, nr. 514 van 4 mei 2020, nr. 552 van 18 mei 2020, nr. 1053 van 16 oktober 2020, nr. 1260 van 30 november 2020 en nr. 446 van 10 mei 2021, en artikel 14 van Wet nr. 218/2000 Sb. 13 betreffende de begrotingsregels, als gewijzigd, dat geldt voor zelfstandigen in de primaire land- en bosbouwproductie, terwijl artikel 3, punt h), van Wet nr. 47/2002 Sb. 14 , als gewijzigd, inzake steun aan kleine en middelgrote ondernemingen, geldt voor alle andere zelfstandigen. Het programma compenseert de inkomsten die zelfstandigen derven omdat zij voor kinderen of zorgbehoevende personen moeten zorgen als gevolg van de sluiting van voorzieningen voor kinderopvang en sociale zorg. Het dagelijkse steunbedrag bedroeg 424 CZK voor maart 2020 en 500 CZK voor de periode april tot en met juni 2020. Het programma is verlengd tot de periode oktober 2020 tot en met mei 2021, met een dagelijkse ondersteuning van 400 CZK.

10)Tsjechië voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Tsjechië heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 5 349 588 352 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met een verlenging of wijziging van bestaande nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregeling en soortgelijke maatregelen die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Tsjechië bestrijken. Tsjechië is voornemens om 215 333 982 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag met middelen uit de EU-begroting te financieren en 634 254 370 EUR via eigen financiering.

11)De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Tsjechië geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van 22 september 2022.  

12)Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Tsjechië te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

(13)Aangezien de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 vermelde beschikbaarheidsperiode is verstreken, is een nieuwe beschikbaarheidsperiode voor de aanvullende financiële bijstand nodig. De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 verleende beschikbaarheidsperiode van 18 maanden voor financiële bijstand moet met 21 maanden worden verlengd en bijgevolg moet de totale beschikbaarheidsperiode 39 maanden bedragen vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345.

(14)Tsjechië en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

15)Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

(16)Tsjechië moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de uitvoering van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Tsjechië die uitgaven heeft gedaan.

17)Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Tsjechië en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 wordt als volgt gewijzigd:

1)    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De Unie stelt Tsjechië een lening van maximaal 4 500 000 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”;

b) lid 2 wordt vervangen door:

“2. De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 39 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.”;

c) lid 4 wordt vervangen door:

“4. De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, in voorkomend geval, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst tussen Tsjechië en de Commissie die de oorspronkelijke leningsovereenkomst vervangt.”;

2)    artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Tsjechië mag de volgende maatregelen financieren:

a) het “antivirusprogramma”, waarin wordt voorzien door “Resolutie van de regering nr. 353 van 31 maart 2020”, als gewijzigd, met als rechtsgrondslag artikel 120 van “Wet nr. 435/2004 Sb. inzake werkgelegenheid”, als gewijzigd en uitgebreid krachtens Resolutie van de regering nr. 1039 van 14 oktober 2020 en verscheidene besluiten van de regering;

b) optie C van het “antivirusprogramma”, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 300/2020 Sb.”;

c) het programma „Pětadvacítka”, de korting als compensatie voor zelfstandigen waarin wordt voorzien door “Wet nr. 159/2020 Sb.”; zoals gewijzigd met de “najaarskorting als compensatie” waarin wordt voorzien door “Wet nr. 461/2020 Sb.”, de “nieuwe korting als compensatie voor 2021” waarin wordt voorzien door “Wet nr. 95/2021 Sb.” en de bijbehorende “Regeringsresoluties nr. 154/2021 en 188/2021” en de “korting als compensatie voor 2022”, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 519/2021 Sb.”;

d) de gedeeltelijke vrijstelling van sociale bijdragen en ziektekostenpremies die verschuldigd zijn door zelfstandigen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 136/2020 Sb.” (voor sociale zekerheid) en “Wet nr. 134/2020 Sb.” (voor ziektekostenverzekering);

e) de “zorgtoelage” voor zelfstandigen, waarin wordt voorzien door “Regeringsresoluties nr. 262 van 19 maart 2020, nr. 311 van 26 maart 2020, nr. 354 van 31 maart 2020, nr. 514 van 4 mei 2020 en nr. 552 van 18 mei 2020”, laatstelijk gewijzigd en uitgebreid bij “Regeringsresolutie nr. 446 van 10 mei 2021” en artikel 14 van “Wet nr. 218/2000 Sb.” betreffende de begrotingsregels, als gewijzigd, voor zelfstandigen in de primaire land- en bosbouwproductie, en artikel 3, punt h), van “Wet nr. 47/2002 Sb.” inzake steun aan kleine en middelgrote ondernemingen, voor alle andere zelfstandigen.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot Tsjechië.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.
(2)     Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1345 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Tsjechische Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 17).
(3)     Wet nr. 435/2004 Sb. inzake werkgelegenheid, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 143 van 23 juli 2004.
(4)     Wet nr. 159/2020 Sb. inzake een korting als compensatie voor crisismaatregelen in verband het voorkomen van SARS CoV-2 (coronavirus), als gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 59 van 14 april 2020.
(5)     Wet nr. 461/2020 Sb. inzake een korting als compensatie in verband met het verbod op of de beperking van bedrijfsactiviteiten in verband met het uitbreken van SARS CoV-2 (coronavirus), zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 189 van 13 november 2020.
(6)     Wet nr. 95/2021 Sb. inzake een korting als compensatie voor 2021, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 38 van 26 februari 2021.
(7)     Regeringsresolutie nr. 154/2021 Sb. inzake de korting als compensatie voor 2021, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 60 van 31 maart 2021.
(8)     Regeringsresolutie nr. 188/2021 Sb. betreffende de vaststelling van de volgende kortingsperiode van de korting als compensatie voor 2021, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 79 van 7 mei 2021.
(9)     Wet nr. 519/2021 Sb. inzake een korting als compensatie voor 2022, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 226 van 23 december 2021.
(10)     Wet nr. 136/2020 Sb. inzake bepaalde aanpassingen op het gebied van socialezekerheidsbijdragen en bijdragen aan de werkloosheid- en pensioenverzekering van de staat in verband met noodmaatregelen tijdens de epidemie in 2020, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 48 van 27 maart 2020.
(11)     Wet nr. 134/2020 Sb. houdende wijziging van Wet nr. 592/1992 Sb. inzake verzekeringspremies voor volksgezondheid, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 48 van 27 maart 2020.
(12)     Regeringsresolutie nr. 262/2020 Sb. inzake de vaststelling van een crisismaatregel, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 42 van 19 maart 2020.
(13)     Wet nr. 218/2000 Sb. inzake begrotingsregels, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 65 van 21 juli 2000.
(14)     Wet nr. 47/2002 Sb. inzake de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen, zoals gewijzigd, bekendgemaakt in het Tsjechische Staatsblad nr. 20 van 8 februari 2002.
Top