This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52022IR3736
Opinion of the European Committee of the Regions on reform of the geographical indications system
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de hervorming van het stelsel van geografische aanduidingen
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de hervorming van het stelsel van geografische aanduidingen
COR 2022/03736
PB C 79 van 2.3.2023, pp. 74–98
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
2.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/74 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de hervorming van het stelsel van geografische aanduidingen
(2023/C 79/11)
|
I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geografische aanduidingen van de Europese Unie voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, en kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/787 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012
COM(2022) 134 final
Wijzigingsvoorstel 1
Nieuwe overweging na overweging 3
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
In haar mededeling van 30 juni 2021 getiteld “Een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU — Naar sterkere, verbonden, veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden in 2040” zag de Commissie bij de vlaggenschipinitiatieven ter bevordering van welvarende gebieden een rol weggelegd voor geografische aanduidingen vanwege hun bijdrage aan de economische diversificatie van plattelandsgebieden. |
Motivering
Geografische aanduidingen dragen dankzij hun vele positieve externe effecten bij tot duurzame groei op het platteland.
Wijzigingsvoorstel 2
Nieuwe overweging na overweging 3
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
In het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zijn bij Verordening (EU) 2021/2117 wijzigingen doorgevoerd in het stelsel van geografische aanduidingen van de Unie. |
Motivering
Er moet worden gezorgd voor samenhang met de ontwikkelingen met betrekking tot de GMO-verordening en Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1), die in het kader van het recente GLB zijn bereikt.
Wijzigingsvoorstel 3
Nieuwe overweging na overweging 11
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
Het kwaliteitsbeleid van de EU is een overheidsbeleid dat verbonden is met de productie van collectieve goederen, en de bijdrage ervan tot de transitie naar een duurzaam voedselsysteem moet vanuit dit perspectief worden beoordeeld aan de hand van een holistische en multidimensionale aanpak die ecologische, economische en sociaal-culturele duurzaamheid omvat. Geografische aanduidingen zijn instrumenten die kunnen bijdragen tot: duurzame plattelandsontwikkeling; diversificatie van de plattelandseconomie; het behoud van banen en kleine en middelgrote ondernemingen; het voorkomen van leegloop; het behoud van de culturele en sociaal-economische diversiteit; bescherming van het platteland; duurzaam beheer en reproductie van natuurlijke hulpbronnen; het behoud van de biodiversiteit; dierenwelzijn; voedselveiligheid en traceerbaarheid, dankzij de mechanismen die in het productdossier zijn opgenomen. |
Motivering
Het is belangrijk te erkennen dat de geografische aanduidingen bijdragen tot ecologische, economische en sociaal-culturele duurzaamheid omdat zij onlosmakelijk verbonden zijn met het desbetreffende gebied.
Wijzigingsvoorstel 4
Overweging 12
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Er bestaat geen definitie van “duurzaamheidsnormen” die in acht genomen moet worden. Het is daarom belangrijk dezelfde terminologie aan te houden als in artikel 12, waarin gesproken wordt van duurzaamheidsverbintenissen.
Wijzigingsvoorstel 5
Nieuwe overweging na overweging 12
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||||
|
|
Duurzaamheidsverbintenissen moeten bijdragen tot een of meer van de volgende milieu-, economische of sociaal-culturele doelstellingen: |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||
|
|
|
Motivering
Na overweging 12 zou ook een definitie van duurzaamheidsverbintenissen opgenomen moeten worden, waarbij erop wordt gewezen dat duurzaamheid een economische, een sociale en een ecologische pijler omvat.
Wijzigingsvoorstel 6
Nieuwe overweging na overweging 12
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
Om lokale en regionale voedselproductiesystemen te verduurzamen en bij te dragen tot gevarieerde en evenwichtige duurzame voedingspatronen zouden de verplichte minimumcriteria voor overheidsopdrachten op het gebied van duurzame voeding mede betrekking moeten hebben op geografische aanduidingen. |
Motivering
Zoals in een studie van het Europees Comité van de Regio’s (1) wordt aanbevolen, moet de opname van duurzame levensmiddelen, met inbegrip van BOB- en BGA-producten, in de criteria voor overheidsopdrachten worden aangemoedigd.
Wijzigingsvoorstel 7
Overweging 39
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Geografische aanduidingen houden meer in dan intellectuele-eigendomsrechten. Gezien hun nauwe koppeling met het plattelandsontwikkelingsbeleid mogen ze niet als merken worden beheerd. In de voorgestelde verordening dient dan ook te worden verduidelijkt dat de technische ondersteuning van het EUIPO uitsluitend betrekking zal hebben op het onderzoeken van die aspecten die onder zijn bevoegdheid vallen, namelijk intellectuele-eigendomsaspecten.
Wijzigingsvoorstel 8
Nieuwe overweging na overweging 39
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
Het EUIPO draagt bij tot het functioneren van het EU-stelsel van geografische aanduidingen door zijn expertise op het gebied van intellectuele eigendom ook aan te bieden bij de uitvoering van taken in verband met de bescherming van geografische aanduidingen, onder meer op internet. |
Motivering
De technische expertise op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten en de middelen van het EUIPO kunnen van onschatbare waarde zijn voor een betere bescherming van geografische aanduidingen. Op die manier zou het EUIPO de bevoegdheden van DG AGRI op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling kunnen aanvullen met expertise op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten.
Wijzigingsvoorstel 9
Nieuwe overweging na overweging 39
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
Duidelijke termijnen en snellere procedures voor het wijzigen van productdossiers, dankzij de indeling in wijzigingen op Unieniveau en standaardwijzigingen, zullen het stelsel doeltreffender maken. |
Motivering
Dankzij de in december 2021 goedgekeurde vereenvoudiging van de procedures voor het wijzigen van productdossiers zullen de administratieve lasten verlicht worden. Dit is belangrijk omdat wijzigingen van de productdossiers van grote invloed zijn op de invoering van aanpassingen van productieprocessen.
Wijzigingsvoorstel 10
Overweging 56
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Het is belangrijk dat sommige essentiële elementen van het stelsel in de verordening worden vastgesteld en niet middels gedelegeerde handelingen.
Wijzigingsvoorstel 11
Artikel 2
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||
|
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
|
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
|
Motivering
In punt g), ii), wordt een nieuwe bepaling met betrekking tot de definitie van generieke term toegevoegd. Dit is een kwestie die aan de rechter moet worden overgelaten.
Wijzigingsvoorstel 12
Artikel 4
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel |
|
|
1. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn erop gericht met kwalitatief hoogwaardige producten geassocieerde landbouw- en verwerkingsactiviteiten en landbouwproductiesystemen te ondersteunen en aldus bij te dragen aan de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen inzake plattelandsontwikkeling. |
Motivering
De geografische aanduidingen van de EU spelen een grote rol bij de instandhouding van de economische en sociale activiteiten in plattelandsgebieden en zijn daarmee van cruciaal belang voor het behoud van het territoriale evenwicht op regionaal niveau. Aangezien de Commissie zelf de geografische aanduidingen als een belangrijke aanjager van de groei van het platteland heeft bestempeld, dient hier opnieuw te worden aangegeven dat de geografische aanduidingen beschouwd worden als instrumenten om de plattelandsontwikkeling te bevorderen.
Wijzigingsvoorstel 13
Artikel 4
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||
|
1. Deze titel voorziet in een unitair en exclusief systeem van geografische aanduidingen ter bescherming van de namen van wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten met kenmerken, attributen of een reputatie die verband houden met hun plaats van productie, waarbij het volgende wordt gewaarborgd: |
1. Deze titel voorziet in een unitair en exclusief systeem van geografische aanduidingen ter bescherming van de namen van wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten met kenmerken, attributen of een reputatie die verband houden met hun plaats van productie, waarbij het volgende wordt gewaarborgd: |
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
Motivering
Naar voorbeeld van artikel 172 ter van de GMO-verordening met betrekking tot GA-wijnen moet worden benadrukt dat in de hele GA-keten naar toegevoegde waarde gestreefd moet worden om de kwaliteit en reputatie van de geografische aanduidingen te verbeteren.
Wijzigingsvoorstel 14
Artikel 12
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
1. Een producentengroepering kan duurzaamheidsverbintenissen overeenkomen die in acht moeten worden genomen bij de productie van het met een geografische aanduiding aangeduide product. Dergelijke verbintenissen zijn erop gericht een duurzaamheidsnorm toe te passen die hoger is dan die welke door het Unierecht of het nationale recht wordt voorgeschreven en gaan in belangrijke opzichten verder dan goede praktijken in termen van sociale, ecologische of economische verbintenissen. Dergelijke verbintenissen zijn specifiek, houden rekening met bestaande duurzame praktijken die worden toegepast voor met geografische aanduidingen aangeduide producten, en kunnen bestaande duurzaamheidsregelingen betreffen. |
1. Een producentengroepering kan duurzaamheidsverbintenissen op economisch, ecologisch of sociaal gebied overeenkomen die in acht moeten worden genomen bij de productie van het met een geografische aanduiding aangeduide product. Dergelijke verbintenissen zijn specifiek, houden rekening met bestaande duurzame praktijken die worden toegepast voor met geografische aanduidingen aangeduide producten, en kunnen bestaande duurzaamheidsregelingen betreffen. |
|
2. De in lid 1 bedoelde duurzaamheidsverbintenissen worden opgenomen in het productdossier. |
2. De in lid 1 bedoelde duurzaamheidsverbintenissen kunnen worden opgenomen in het productdossier en/of worden ontwikkeld in het kader van afzonderlijke initiatieven . |
|
3. De in lid 1 bedoelde duurzaamheidsverbintenissen laten de vereisten inzake de naleving van hygiëne- en veiligheidsnormen en mededingingsregels onverlet. |
3. De in lid 1 bedoelde duurzaamheidsverbintenissen laten de vereisten inzake de naleving van hygiëne- en veiligheidsnormen en mededingingsregels onverlet. |
|
4 . De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bepaling van duurzaamheidsnormen in verschillende sectoren en tot vaststelling van criteria voor de erkenning van bestaande duurzaamheidsnormen waaraan producenten van producten met een geografische aanduiding zich kunnen houden. |
|
|
5. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen ter bepaling van een geharmoniseerde presentatie van duurzaamheidsverbintenissen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 53, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
|
Motivering
De bepaling van duurzaamheidscriteria dient niet te gebeuren door middel van gedelegeerde handelingen. Dit moet in de verordening worden gedaan, en daarbij moeten de producentengroeperingen kunnen kiezen of zij de overeengekomen duurzaamheidsverbintenissen in het productdossier opnemen of op een andere manier implementeren.
Wijzigingsvoorstel 15
Artikel 17
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. Het onderzoek zou niet meer dan zes maanden in beslag mogen nemen. Indien de onderzoeksperiode meer dan zes maanden duurt of waarschijnlijk meer dan zes maanden zal duren, stelt de Commissie de aanvrager schriftelijk in kennis van de redenen voor de vertraging. |
2. Het onderzoek mag niet meer dan zes maanden in beslag nemen. Indien de onderzoeksperiode meer dan zes maanden duurt of waarschijnlijk meer dan zes maanden zal duren, moet de Commissie de aanvrager schriftelijk in kennis stellen van de redenen voor de vertraging. |
Motivering
De Commissie houdt zich in het algemeen niet aan de in de verordening vastgestelde termijn van zes maanden en stelt de producenten of lidstaten nooit in kennis van de reden voor de vertraging (terwijl de verordening wel voorziet in de mogelijkheid daartoe). Er dient duidelijk te worden gesteld dat het onderzoek niet langer dan zes maanden in beslag mag nemen.
Wijzigingsvoorstel 16
Artikel 17
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels inzake het toevertrouwen van de in dit artikel genoemde taken aan het EUIPO. |
|
Motivering
Er moet duidelijk worden aangegeven dat de Commissie verantwoordelijk is voor het onderzoeken van de registratieaanvragen. Voor kwesties in verband met intellectuele eigendom zal de Commissie een beroep kunnen doen op technische ondersteuning door het EUIPO. De verdeling van bevoegdheden met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten mag echter niet aan gedelegeerde handelingen worden overgelaten, maar dient duidelijk te worden vastgelegd in de voorgestelde verordening.
Wijzigingsvoorstel 17
Artikel 19
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
10. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met nadere procedures en termijnen voor de bezwaarprocedure, voor de officiële indiening van opmerkingen door nationale autoriteiten en personen met een rechtmatig belang, die geen aanleiding geven tot de oppositieprocedure, en met regels voor het toevertrouwen van haar taken als bedoeld in dit artikel aan het EUIPO. |
|
Motivering
Er moet duidelijk worden aangegeven dat de bezwaarprocedure tot de verantwoordelijkheid van de Commissie behoort. Indien er taken aan het EUIPO worden gedelegeerd, dan moeten deze duidelijk worden vastgelegd in de voorgestelde verordening in plaats van via gedelegeerde handelingen.
Wijzigingsvoorstel 18
Artikel 25
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
5. Een standaardwijziging wordt beschouwd als een tijdelijke wijziging indien ze betrekking heeft op een tijdelijke verandering van het productdossier als gevolg van door de overheidsinstanties opgelegde verplichte sanitaire of fytosanitaire maatregelen of als gevolg van een natuurramp of ongunstige weersomstandigheden die officieel zijn erkend door de bevoegde autoriteiten. |
5. Een standaardwijziging wordt beschouwd als een tijdelijke wijziging indien ze betrekking heeft op een tijdelijke verandering van het productdossier als gevolg van door de overheidsinstanties opgelegde verplichte sanitaire of fytosanitaire maatregelen of als gevolg van een natuurramp, ongunstige weersomstandigheden of een uitzonderlijke geopolitieke gebeurtenis die officieel zijn erkend door de bevoegde autoriteiten. |
Motivering
Gezien de recente gebeurtenissen zou het ook mogelijk moeten zijn om productdossiers tijdelijk te wijzigen bij bepaalde geopolitieke situaties, zoals oorlog.
Wijzigingsvoorstel 19
Artikel 25
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
8. Indien een aanvraag voor een wijziging op Unieniveau van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding ook standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen omvat, onderzoekt de Commissie alleen de wijziging op Unieniveau. Standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen worden geacht niet te zijn ingediend. Het onderzoek van dergelijke aanvragen spitst zich toe op de voorgestelde wijzigingen op Unieniveau. Indien nodig kan de Commissie of de betrokken lidstaat de aanvrager verzoeken andere elementen van het productdossier te wijzigen. |
8. Indien een aanvraag voor een wijziging op Unieniveau van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding ook standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen omvat, onderzoekt de Commissie alleen de wijziging op Unieniveau. Standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen worden geacht niet te zijn ingediend. Het onderzoek van dergelijke aanvragen spitst zich toe op de voorgestelde wijzigingen op Unieniveau. De Commissie gaat tevens na of met de wijziging op Unieniveau van het productdossier van een geografische aanduiding eventuele andere bestaande geografische aanduidingen of oorsprongsbenamingen niet worden verzwakt. |
Motivering
Het kan riskant zijn toe te staan dat de Europese Commissie om wijzigingen in het productdossier kan verzoeken die verder gaan dan het ingediende wijzigingsverzoek.
Wijzigingsvoorstel 20
Artikel 26
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels waarbij de in lid 5 bedoelde taken aan het EUIPO worden toevertrouwd. |
|
Motivering
De delegatie van deze taken aan EUIPO is onaanvaardbaar.
Wijzigingsvoorstel 21
Artikel 27, lid 1
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
1. In het Unieregister van geografische aanduidingen ingeschreven geografische aanduidingen worden beschermd tegen: |
1. In het Unieregister van geografische aanduidingen ingeschreven geografische aanduidingen alsook geografische aanduidingen die binnen de Unie worden beschermd door internationale overeenkomsten worden beschermd tegen: |
Motivering
Geografische aanduidingen die worden beschermd door bilaterale of multilaterale overeenkomsten worden niet automatisch opgenomen in het Unieregister.
Wijzigingsvoorstel 22
Artikel 27, lid 1, punt a)
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Ter wille van de samenhang met de nieuwe in artikel 28 van de voorgestelde verordening opgenomen bepalingen inzake de bescherming van geografische aanduidingen die als ingrediënten worden gebruikt, is het zinvol ook hier te verwijzen naar geografische aanduidingen die als ingrediënt worden gebruikt.
Wijzigingsvoorstel 23
Artikel 27, lid 1, punt b)
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Er moet ook een betere bescherming worden geboden tegen iedere handeling van andere lidstaten en overheden waarmee de wet formeel gezien niet wordt overtreden, maar die wel is bedoeld om profijt te trekken van de populariteit van een geografische aanduiding.
Wijzigingsvoorstel 24
Artikel 27, lid 1, punt c)
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 25
Artikel 27, lid 2
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. Voor de toepassing van lid 1, punt b), ontstaat de evocatie van een geografische aanduiding, met name, wanneer een term, teken of ander etiketterings- of verpakkingsmiddel in de geest van de normaal oplettende consument een rechtstreeks en duidelijk verband vertoont met het product dat onder de geregistreerde geografische aanduiding valt, waardoor de reputatie van de geregistreerde naam wordt uitgebuit, afgezwakt, verwaterd of geschaad. |
|
Motivering
In de huidige GA-verordeningen van de EU wordt geen definitie van “evocatie” gegeven. De ruime uitleg van het begrip “evocatie” door het Hof van Justitie van de EU komt niet tot uiting in het voorgestelde artikel. Het is beter dat het Hof van Justitie van de EU deze kwestie per geval blijft beoordelen.
Wijzigingsvoorstel 26
Artikel 27, lid 7
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
7. Wanneer een geografische aanduiding een samengestelde naam is die een term bevat die als generiek wordt beschouwd, vormt het gebruik van die term geen gedraging als bedoeld in lid 1, punten a) en b). |
|
Motivering
Deze bepaling houdt mogelijk een gevaar in voor een aantal BOB-wijnen.
Wijzigingsvoorstel 27
Artikel 27, nieuw lid
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
8. De lidstaten ondernemen passende administratieve of juridische stappen om het onrechtmatige gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen als bedoeld in lid 1, voor in de betrokken lidstaat geproduceerde en verhandelde producten, te voorkomen of te beëindigen. Daartoe wijzen de lidstaten de autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor het nemen van dergelijke maatregelen overeenkomstig de door elke lidstaat vastgestelde procedures. |
Motivering
Het is belangrijk dat deze bepaling van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 hier terugkeert.
Wijzigingsvoorstel 28
Artikel 28, lid 2
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. De geografische aanduiding ter aanduiding van een productingrediënt mag niet worden gebruikt in de levensmiddelennaam van het desbetreffende verwerkte product, behalve in geval van een overeenkomst met een producentengroepering die twee derde van de producenten vertegenwoordigt . |
2. De geografische aanduiding ter aanduiding van een productingrediënt mag niet worden gebruikt in de levensmiddelennaam van het desbetreffende verwerkte product, behalve in geval van een overeenkomst met de producentengroepering , die minimumvoorwaarden voor het gebruik ervan kan vaststellen . Een dergelijk gebruik als ingrediënt kan aanleiding geven tot financiële compensatie door de verwerker die de GA gebruikt. |
Motivering
Er moet op gewezen worden dat producentengroeperingen minimumcriteria voor het gebruik van hun GA als ingrediënt kunnen vaststellen en een financiële bijdrage of vergoeding kunnen vragen ter dekking van de hogere exploitatie- en beheerskosten van hun normale activiteiten.
Wijzigingsvoorstel 29
Artikel 28, lid 3
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met aanvullende regels betreffende het gebruik van geografische aanduidingen ter identificatie van ingrediënten in verwerkte producten als bedoeld in lid 1 van dit artikel. |
|
Motivering
In de voorgestelde verordening moeten nieuwe voorschriften worden opgenomen voor geografische aanduidingen die als ingrediënt worden gebruikt.
Wijzigingsvoorstel 30
Artikel 29
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met aanvullende regels ter bepaling van de generieke status van in lid 1 van dit artikel bedoelde termen. |
|
Motivering
Eventuele aanvullende regels betreffende de generieke status moeten in de verordening zelf worden vastgesteld en niet door middel van gedelegeerde handelingen.
Wijzigingsvoorstel 31
Artikel 32, lid 1
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
1. Een producentengroepering wordt opgericht op initiatief van belanghebbende partijen , met inbegrip van landbouwers, leveranciers van landbouwbedrijven, intermediaire verwerkers en eindverwerkers , zoals gespecificeerd door de nationale autoriteiten en afhankelijk van de aard van het betrokken product. De lidstaten verifiëren of de producentengroepering op transparante en democratische wijze functioneert en of alle producenten van het met de geografische aanduiding aangeduide product het recht op lidmaatschap van de groepering genieten. De lidstaten kunnen bepalen dat ambtenaren, en andere belanghebbenden, zoals consumentenverenigingen, retailers en leveranciers, ook aan de werkzaamheden van de producentengroepering deelnemen. |
1. Een producentengroepering wordt opgericht op initiatief van belanghebbende partijen en kan bestaan uit producenten en/of verwerkers , zoals gespecificeerd door de bevoegde nationale autoriteiten en afhankelijk van de aard van het betrokken product. De lidstaten verifiëren of de producentengroepering op transparante en democratische wijze functioneert en of alle producenten van het met de geografische aanduiding aangeduide product het recht op lidmaatschap van de groepering genieten. |
Motivering
Er kunnen verschillende categorieën zijn aangesloten bij producentengroeperingen, afhankelijk van het soort waardeketen en de lidstaat. Het is dan ook beter om hier alleen producenten en verwerkers te vermelden. Daarnaast is niet duidelijk welke meerwaarde het heeft om actoren die niet deelnemen aan het productieproces tot een producentengroepering toe te laten.
Wijzigingsvoorstel 32
Artikel 32, lid 2
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||
|
2. Een producentengroepering kan met name de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitoefenen: |
2. Een producentengroepering kan met name de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitoefenen: |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
Motivering
Niet-erkende producentengroeperingen beschikken niet over voldoende capaciteit om deze nieuwe taken op zich te nemen. Met het overdragen van nieuwe bevoegdheden aan erkende producentengroeperingen zou het daarentegen mogelijk zijn om de meest actieve niet-erkende groeperingen aan te sporen zich te laten erkennen en zo hun structurering te verbeteren.
Wijzigingsvoorstel 33
Artikel 32, lid 2, nieuw punt g)
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||
|
|
|
Motivering
Deze bepaling van artikel 45, lid 1, punt f), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 moet hier weer worden ingevoegd om de rol en de bevoegdheden van GA-producentengroeperingen te versterken.
Wijzigingsvoorstel 34
Artikel 33
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
1. Op verzoek van producentengroeperingen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen, wijzen de lidstaten, overeenkomstig hun nationaal recht, één producentengroepering aan als erkende producentengroepering voor elke geografische aanduiding van oorsprong uit hun grondgebied die is geregistreerd of waarvoor een registratieaanvraag is ingediend of voor productnamen die het potentiële voorwerp van een registratieaanvraag zijn . |
1. Op verzoek van producentengroeperingen wijzen de lidstaten, overeenkomstig hun nationaal recht, één producentengroepering aan als erkende producentengroepering voor één of meerdere geografische aanduidingen van oorsprong uit hun grondgebied . |
||||
|
2. Een producentengroepering kan als erkende producentengroepering worden aangewezen op voorwaarde dat vooraf een overeenkomst is gesloten tussen ten minste twee derde van de producenten van het product met een geografische aanduiding die ten minste twee derde van de productie van dat product in het in het productdossier bedoelde geografische gebied vertegenwoordigen . Bij wijze van uitzondering worden een autoriteit als bedoeld in artikel 8, lid 2, en één enkele producent als bedoeld in artikel 8, lid 3, als een erkende producentengroepering beschouwd. |
2. Een producentengroepering kan als erkende producentengroepering worden aangewezen indien: |
||||
|
|
|
||||
|
|
|
||||
|
|
|
||||
|
3. Naast de in artikel 32, lid 2, bedoelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan een erkende producentengroepering de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitoefenen: |
3. Naast de in artikel 32, lid 2, bedoelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan een erkende producentengroepering de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitoefenen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
|
||||
|
|
|
||||
|
|
|
||||
|
4. Voor de in lid 2 bedoelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden is een voorafgaande overeenkomst nodig die wordt gesloten tussen ten minste twee derde van de producenten van het met een geografische aanduiding aangeduide product die ten minste twee derde van de productie van dat product in het in het productdossier bedoelde geografische gebied vertegenwoordigen. |
4. De lidstaten verrichten controles om te waarborgen dat de in lid 2 vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. Wanneer de bevoegde nationale autoriteiten vaststellen dat niet aan deze voorwaarden is voldaan, verklaren de lidstaten het besluit tot erkenning van de producentengroepering nietig. |
||||
|
5 . De lidstaten verrichten controles om te waarborgen dat de in lid 2 vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. Wanneer de bevoegde nationale autoriteiten vaststellen dat niet aan deze voorwaarden is voldaan, verklaren de lidstaten het besluit tot erkenning van de producentengroepering nietig. |
|
Motivering
In de huidige formulering wordt geen rekening gehouden met de uiteenlopende rechtssituaties in de lidstaten. In de voorgestelde verordening moeten algemene beginselen met betrekking tot de erkenning van GA-groeperingen door lidstaten worden vastgesteld, waarbij ruimte wordt gelaten voor nationale specifieke kenmerken en voor sectorale verschillen. Tot slot is het van essentieel belang dat de criteria voor de representativiteit van de erkende groepering ervoor zorgen dat de verschillende leden van de groepering tot evenwichtige besluiten komen.
Wijzigingsvoorstel 35
Artikel 33, nieuw lid 6
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
|
6. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria besluiten dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan in het geval van producentengroeperingen die reeds op nationaal niveau zijn erkend op basis van nationale voorschriften die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening van kracht waren, en dat dit de goede werking van de interne markt niet schaadt. |
Motivering
In sommige lidstaten bestaat er al een systeem van erkende producentengroeperingen.
Wijzigingsvoorstel 36
Artikel 34, lid 1
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
1. In de Unie gevestigde nationale registers van landcodetopniveaudomeinnamen kunnen , op verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang of rechten, een onder een dergelijk landcodetopniveaudomein geregistreerde domeinnaam intrekken of overdragen aan de erkende producentengroepering van de producten met de betrokken geografische aanduiding, na een passende alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure of gerechtelijke procedure, indien die domeinnaam door de houder ervan is geregistreerd zonder rechten op of rechtmatig belang bij de geografische aanduiding, of indien de domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt en het gebruik ervan in strijd is met artikel 27. |
1. De volgende verplichtingen zijn van toepassing op kernplatformdiensten die poortwachters verlenen of aanbieden aan eindgebruikers die in de Unie zijn gevestigd of zich aldaar bevinden en aan zakelijke gebruikers, ongeacht de plaats van vestiging of de verblijfplaats van de poortwachters of van de zakelijke gebruikers en ongeacht het recht dat anderszins op de dienstverlening van toepassing is, overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EU) 2022/xxx. In de Unie gevestigde nationale registers moeten , ex officio of op verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang of rechten, een geregistreerde domeinnaam intrekken of overdragen aan de erkende producentengroepering van de producten met de betrokken geografische aanduiding of aan de lidstaat waaruit de betrokken geografische aanduiding afkomstig is , na een passende alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure of gerechtelijke procedure, indien die domeinnaam door de houder ervan is geregistreerd zonder rechten op of rechtmatig belang bij de geografische aanduiding, of indien de domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt en het gebruik ervan in strijd is met artikel 27. |
Motivering
Artikel 34 heeft slechts betrekking op de landcodetopniveaudomeinen (ccTLD’s) in de Unie. Op andere domeinnamen dan ccTLD’s zou deze bepaling niet van toepassing zijn. Het is beter om de formulering af te stemmen op die van de wetgeving inzake digitale markten.
Wijzigingsvoorstel 37
Artikel 34, lid 2
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. In de Unie opgezette nationale registers landcodetopniveaudomeinnaam zorgen ervoor dat bij elke alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure die is ingesteld om geschillen in verband met de registratie van domeinnamen als bedoeld in lid 1 op te lossen, geografische aanduidingen worden erkend als rechten die kunnen verhinderen dat een domeinnaam te kwader trouw wordt geregistreerd of gebruikt. |
2. In de Unie opgezette nationale registers zorgen ervoor dat bij elke alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure die is ingesteld om geschillen in verband met de registratie van domeinnamen als bedoeld in lid 1 op te lossen, geografische aanduidingen worden erkend als rechten die kunnen verhinderen dat een domeinnaam te kwader trouw wordt geregistreerd of gebruikt. |
Wijzigingsvoorstel 38
Nieuw artikel na artikel 45
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||
|
|
1. Het EUIPO kan deelnemen aan het functioneren van het stelsel van geografische aanduidingen van de Unie door de Europese Commissie technische bijstand te verlenen in de gevallen en op de wijze die in deze verordening zijn vastgesteld, waarbij het zijn bevoegdheden op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten niet te buiten gaat. |
||||||||||
|
|
2. De betrokkenheid van het EUIPO mag niet leiden tot te veel of tot langere procedures. |
||||||||||
|
|
3. Het EUIPO kan de Europese Commissie ondersteunen bij de uitvoering van de volgende taken: |
||||||||||
|
|
|
Motivering
Hoofdstuk 5 van de voorgestelde verordening is de aangewezen plaats om op transparante wijze te vermelden en te verduidelijken bij welk soort taken het EUIPO de Commissie kan ondersteunen,. Op die manier zou het EUIPO de bevoegdheden van DG AGRI op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling kunnen aanvullen met expertise op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten.
Wijzigingsvoorstel 39
Artikel 47
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
1. Wanneer de Commissie een van de in deze verordening vastgestelde bevoegdheden uitoefent om taken aan het EUIPO toe te vertrouwen , is zij ook bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met criteria voor het monitoren van de prestaties bij de uitvoering van die taken. Dergelijke criteria kunnen zijn: |
1. Wanneer de Commissie een beroep doet op de bijstand van het EUIPO om genoemde taken uit te voeren , is zij bevoegd overeenkomstig artikel 84 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met criteria voor het monitoren van de prestaties bij de uitvoering van die taken. Dergelijke criteria kunnen zijn: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
2. Uiterlijk vijf jaar na de eerste delegatie van taken aan het EUIPO stelt de Commissie een verslag over de resultaten en ervaringen met de uitoefening van deze taken door het EUIPO op en dient zij dit in bij het Europees Parlement en de Raad. |
2. Uiterlijk vijf jaar na de eerste delegatie van taken aan het EUIPO stelt de Commissie een verslag over de resultaten en ervaringen met de uitoefening van deze taken door het EUIPO op en dient zij dit in bij het Europees Parlement en de Raad. |
Motivering
De bijdrage van EUIPO aan de uitvoering van deze taken moet beperkt blijven tot intellectuele-eigendomsaspecten. Tevens moet worden bekeken of het optreden van het EUIPO tot kortere procedures leidt.
Wijzigingsvoorstel 40
Artikel 48, lid 3
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
3. De volgende landbouwproducten zijn uitgesloten van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding: |
3. De volgende landbouwproducten zijn uitgesloten van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding: |
||||
|
producten die, onverminderd de in artikel 5, lid 2, bedoelde regels, in strijd zijn met de openbare orde of de goede zeden en niet op de interne markt mogen worden gebracht. |
Motivering
Aangezien het soort producten dat kan worden uitgesloten niet duidelijk is gedefinieerd, kan dit artikel een discriminerende bepaling vormen.
Wijzigingsvoorstel 41
Artikel 60
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. Het onderzoek zou niet meer dan zes maanden in beslag mogen nemen. Indien de onderzoeksperiode meer dan zes maanden duurt of waarschijnlijk meer dan zes maanden zal duren, stelt de Commissie de aanvrager schriftelijk in kennis van de redenen voor de vertraging. |
2. Het onderzoek mag niet meer dan zes maanden in beslag nemen. Indien de onderzoeksperiode meer dan zes maanden duurt of waarschijnlijk meer dan zes maanden zal duren, moet de Commissie de aanvrager schriftelijk in kennis stellen van de redenen voor de vertraging. |
Motivering
De Commissie houdt zich in het algemeen niet aan de in de verordening vastgestelde termijn van zes maanden. Er dient duidelijk te worden gesteld dat het onderzoek niet langer dan zes maanden in beslag mag nemen.
Wijzigingsvoorstel 42
Artikel 84
|
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
2. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in artikel 12, lid 4, artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 6, artikel 17, lid 5, artikel 19, lid 10, artikel 23, lid 7, artikel 25, lid 10, artikel 26, lid 6, artikel 28, lid 3, artikel 29, lid 3 , artikel 34, lid 3, artikel 46, lid 1, artikel 46, artikel 47, lid 1, artikel 48, lid 6, artikel 48, lid 7, artikel 49, lid 4, artikel 51, lid 3, artikel 55, lid 5, artikel 56, lid 2, artikel 73, lid 10, artikel 69, lid 4, artikel 70, lid 2, artikel 58, lid 3, artikel 62, lid 10, artikel 67, lid 3, artikel 68, lid 6, artikel 76, lid 4, artikel 77, lid 1, artikel 78, lid 3, artikel 78, lid 4, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van zeven jaar met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van zeven jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet. |
2. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in artikel 15, lid 6, artikel 23, lid 7, artikel 25, lid 10, artikel 34, lid 3, artikel 46, lid 1, artikel 46, artikel 47, lid 1, artikel 48, lid 6, artikel 48, lid 7, artikel 49, lid 4, artikel 51, lid 3, artikel 55, lid 5, artikel 56, lid 2, artikel 73, lid 10, artikel 69, lid 4, artikel 70, lid 2, artikel 58, lid 3, artikel 62, lid 10, artikel 67, lid 3, artikel 68, lid 6, artikel 76, lid 4, artikel 77, lid 1, artikel 78, lid 3, artikel 78, lid 4, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van zeven jaar met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van zeven jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet. |
Motivering
De huidige formulering zou de Commissie ruim baan geven om via gedelegeerde handelingen wijzigingen aan te brengen in het GA-beleid. Dit is niet aanvaardbaar: cruciale kwesties dienen in de tekst van de verordening en via de medebeslissingsprocedure geregeld te worden.
II. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR),
|
1. |
is ingenomen met het wetgevingsvoorstel van de Europese Commissie en dringt er bij het Europees Parlement en de Raad op aan rekening te houden met de aanmerkelijke verbeteringen die met de recente hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in het stelsel van geografische aanduidingen (GA’s) zijn aangebracht. |
|
2. |
Het CvdR herinnert eraan dat de geografische aanduidingen een fundamenteel onderdeel vormen van het plattelandsontwikkelingsbeleid aangezien ze een impact hebben op het economische en sociale leven in regio’s. |
|
3. |
Het valt dan ook te betreuren dat de verwezenlijking van de doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid met de voorgestelde wijziging van de verordening slechts in de overwegingen wordt vermeld, en niet meer in artikel 1. |
|
4. |
Het CvdR kan zich erin vinden dat er ter wille van de samenhang en de begrijpelijkheid van het GA-stelsel één reeks procedureregels voor alle sectoren wordt ingevoerd. Het beveelt aan geen verdere stappen te ondernemen om de specifieke kenmerken van elke sector te behouden. |
|
5. |
Het CvdR steunt het voorstel om regionale of lokale overheidsinstanties de mogelijkheid te geven om te helpen bij de voorbereiding van de aanvraag en bij de registratieprocedure van GA’s, aangezien de bijdrage van regio’s tot de voorbereiding en de eerste fasen van het registratieproces voor GA’s daarmee geformaliseerd wordt. |
|
6. |
Het CvdR herinnert eraan dat GA’s niet alleen als intellectuele-eigendomsrechten beschouwd moeten worden, maar ook als instrumenten in het kader van plattelandsontwikkeling. |
|
7. |
Het CvdR vindt daarom dat DG AGRI, gezien zijn expertise op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, belast moet blijven met de beoordeling van aanvragen in het kader van de procedures voor registratie en wijziging van geografische aanduidingen en in het kader van de bezwaarprocedure, alsook met wijzigingen van productdossiers. |
|
8. |
Het CvdR meent dat het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO), gezien zijn technische expertise op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten en zijn middelen, betrokken zou kunnen worden bij het functioneren van het stelsel van geografische aanduidingen van de Unie door de Europese Commissie technische bijstand te verlenen in gevallen die verband houden met intellectuele-eigendomsaspecten, op een wijze die duidelijk in het wetgevingsvoorstel en niet via gedelegeerde handelingen wordt vastgesteld. |
|
9. |
Het CvdR benadrukt dat de betrokkenheid van het EUIPO bij registratieprocedures, wijzigingen van productdossiers en bezwaarprocedures beperkt moet blijven tot zijn bevoegdheden op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten en niet mag leiden tot te veel of tot langere procedures. |
|
10. |
Het CvdR merkt evenwel op dat de rol van het EUIPO volgens het verslag van de Rekenkamer (2) niet tot kortere procedures heeft geleid. |
|
11. |
Het CvdR benadrukt hoe belangrijk het is dat er duidelijke termijnen worden vastgesteld en dat de procedures voor het wijzigen van productdossiers worden versneld, aangezien dit van grote invloed is op de invoering van aanpassingen van productieprocessen. |
|
12. |
Het CvdR stelt tevens vast dat het EUIPO reële expertise op het gebied van geografische aanduidingen heeft ontwikkeld en over zeer doeltreffende instrumenten beschikt die uitermate nuttig kunnen zijn bij het toezicht op en de bevordering van geografische aanduidingen en bij de bestrijding van fraude. |
|
13. |
Binnen twee jaar zou, in het licht van de volledige overname door het EUIPO van de registratie van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten, de balans van deze overdracht van een deel van de bevoegdheden opgemaakt moeten worden om na te gaan of er wijzigingen in de verordening aangebracht moeten worden. |
|
14. |
Gezien de territoriale dimensie van geografische aanduidingen is het wenselijk dat het Comité van de Regio’s bij de evaluatie wordt betrokken. |
|
15. |
Het CvdR erkent dat de geografische aanduidingen bijdragen tot ecologische, economische en sociaal-culturele duurzaamheid omdat zij nauw verbonden zijn met het desbetreffende gebied en nauw samenhangen met gevarieerde en evenwichtige voedingspatronen. |
|
16. |
Het CvdR steunt de opneming van vrijwillige duurzaamheidsverbintenissen in geografische aanduidingen. Deze verbintenissen moeten nader in de verordening worden omschreven, waarbij producentengroeperingen ruimte wordt gelaten om de duurzaamheidsnormen afhankelijk van hun territoriale situatie aan te passen. |
|
17. |
Het CvdR is verheugd dat de Europese Commissie GA-producenten wil aanmoedigen om doeltreffend samen te werken binnen producentengroeperingen en hun meer bevoegdheden wil geven. Het GA-systeem staat of valt immers met een sterk collectief bestuur. |
|
18. |
Het CvdR betreurt dat het voorstel van de Europese Commissie voorziet in twee representativiteitsniveaus en daarmee leidt tot grote verwarring over de verschillende producentengroeperingen en hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De huidige formulering houdt ook geen rekening met de uiteenlopende rechtssituaties in de lidstaten. |
|
19. |
Het CvdR is verheugd dat geografische aanduidingen beter beschermd gaan worden, met name op internet en bij de verkoop op onlineplatforms en tegen het te kwader trouw registreren en gebruiken van geografische aanduidingen in het domeinnaamsysteem. |
|
20. |
Het CvdR kan zich vinden in de verduidelijkingen in geval van geografische aanduidingen die als ingrediënt worden gebruikt. |
|
21. |
Aangezien geografische aanduidingen goed zijn voor een verkoopwaarde van 74,76 miljard EUR en voor 15,5 % van de totale EU-uitvoer van agrovoedingsmiddelen, beveelt het CvdR aan deze producten bescherming te blijven bieden binnen handelsovereenkomsten. |
|
22. |
Aangezien kleine en middelgrote geografische aanduidingen goed zijn voor 48 % van het totale aantal geografische aanduidingen in de EU, maar slechts voor 0,5 % van de totale verkoopwaarde ervan (3), pleit het CvdR voor adequate steun om de producenten in staat te stellen de productiekosten te dekken en zo te voorkomen dat de certificering wordt opgegeven. |
|
23. |
In het kader van de facultatieve kwaliteitsaanduidingen kan het nuttig zijn dat het mogelijk blijft om de aanduiding “product van eilandlandbouw” opnieuw in te voeren en dat wordt overwogen om de aanduidingen “weidemelk”, “weidekaas” en “weidevlees” in te voeren voor producten waarbij wordt gegarandeerd dat de voeding van de dieren voor meer dan 80 % afkomstig is van begrazing tijdens het beweidingsseizoen. |
|
24. |
Het CvdR beveelt aan de facultatieve kwaliteitsaanduiding “product uit de bergen” sneller te implementeren en de lidstaten daarbij te herinneren aan de mogelijkheden die deze aanduiding biedt, en toezicht te houden op de implementatie ervan. |
|
25. |
Het CvdR erkent dat de geografische aanduidingen ook een bepalende rol kunnen spelen bij het verkrijgen van het Unesco-werelderfgoedlabel (4). Het pleit voor synergie tussen beide keurmerken, met het oog op de economische ontwikkeling van plattelandsgebieden, zodat het cultureel erfgoed waarde aan landbouwwaardeketens en daarmee aan de hele economie van het gebied kan toevoegen. |
Brussel, 30 november 2022.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Vasco ALVES CORDEIRO
(1) Europees Comité van de Regio’s, Soldi, R. (2018), “Sustainable public procurement of food” https://data.europa.eu/doi/10.2863/1187
(2) Speciaal verslag nr. 06/2022: “Intellectuele-eigendomsrechten van de EU: bescherming niet geheel waterdicht”.
(3) Europese Commissie (februari 2021), “Study on economic value of EU quality schemes, geographical indications (GIs) and traditional specialities guaranteed (TSGs)”.
(4) Europees Comité van de Regio’s (maart 2022): “How can local and regional authorities use World Heritage agricultural landscapes as a tool for enhancing the economic and social sustainability of rural areas? Case studies and recommendations for successful knowledge transfer”.