Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IP0262

Resolutie van het Europees Parlement van 23 juni 2022 over de illegale houtkap in de EU (2022/2523(RSP))

PB C 32 van 27.1.2023, p. 8–8 (GA)
PB C 32 van 27.1.2023, p. 20–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 32/20


P9_TA(2022)0262

Illegale houtkap in de EU

Resolutie van het Europees Parlement van 23 juni 2022 over de illegale houtkap in de EU (2022/2523(RSP))

(2023/C 32/04)

Het Europees Parlement,

gezien artikel 227 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gezien de artikelen 4, 191, 230 en 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (1) (EU-houtverordening),

gezien Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (2) (habitatrichtlijn),

gezien Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (3) (de richtlijn strategische milieueffectbeoordeling),

gezien Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (4) (de Aarhus Verordening),

gezien de inbreukprocedure INFR(2020)2033 van het inbreukenpakket van de Europese Commissie van 12 februari 2020,

gezien de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020, getiteld “EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 — De natuur terug in ons leven brengen” (COM(2020)0380),

gezien de mededeling van de Commissie van 16 juli 2021, getiteld “Nieuwe EU-bosstrategie voor 2030” (COM(2021)0572),

gezien het voorstel van de Commissie van 17 november 2021 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010 (COM(2021)0706), met als doel de door de EU bevorderde ontbossing en bosdegradatie aan banden te leggen,

gezien het voorstel van de Commissie van 15 december 2021 voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht en tot vervanging van Richtlijn 2008/99/EG (COM(2021)0851), en de begeleidende mededeling (COM(2021)0814),

gezien Verordening (EU) 2021/1767 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1367/2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (5),

gezien de vraag aan de Commissie over de illegale houtkap in de EU (O-000020/2022 — B9-0016/2022),

gezien artikel 136, lid 5, en artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

gezien de ontwerpresolutie van de Commissie verzoekschriften,

A.

overwegende dat de Commissie verzoekschriften de verzoekschriften nrs. 0289/2015, 0625/2018, 1248/2019, 0408/2020, 0722/2020 en 1056/2021 heeft ontvangen, waarin bezorgdheid wordt geuit over de toenemende illegale houtkap en over specifieke voorbeelden van praktijken die in strijd zijn met de EU-milieuwetgeving in bepaalde lidstaten, onder meer met betrekking tot de laatste primaire en oerbossen die in de EU overblijven, en waarin wordt opgeroepen tot preventieve maatregelen om het risico en de omvang van milieuschade te beperken en de bedreiging van mensenlevens en welzijn te verminderen;

B.

overwegende dat illegale houtkap een uiterst zorgwekkende activiteit is die leidt tot milieuschade, biodiversiteitsverlies, aantasting van ecosystemen, woestijnvorming en bodemerosie met natuurrampen tot gevolg (bijvoorbeeld aardverschuivingen), en heeft geresulteerd in de vernietiging of beschadiging van verscheidene Natura 2000-gebieden en primaire en oerbossen; overwegende dat illegale houtkap kan leiden tot het uitsterven van beschermde soorten en het verdwijnen van specifieke habitats van verschillende planten- en diersoorten, aangezien personen die zich bezighouden met illegale activiteiten de wetten ter bescherming van waardevolle bosrijkdommen doorgaans naast zich neerleggen;

C.

overwegende dat volgens ramingen van Europol milieudelicten net zo winstgevend zijn als de drugshandel, maar met een veel lager risico op opsporing en bestraffing (6);

D.

overwegende dat illegale houtkap een belangrijke factor voor bosdegradatie, ontbossing en klimaatverandering is die ertoe bijdraagt dat de luchtkwaliteit slechter wordt; overwegende dat de illegale houtkap goed is voor tussen de 15 % en 30 % van de internationale houtproductie en daarnaast ecologische, maatschappelijke en economische gevolgen met zich brengt; overwegende dat de illegale houtkap grotendeels onopgemerkt plaatsvindt en daarmee de pogingen van de EU in de weg staat om de doelstellingen van de Europese Green Deal, de Europese klimaatwet en de biodiversiteitsstrategie te verwezenlijken; overwegende dat illegale houtkap heel vaak plaatsvindt in een aantal van de kwalitatief meest hoogwaardige en best in stand gehouden bossen in de EU;

E.

overwegende dat producten van illegale houtkap in de EU als gecertificeerd hout worden verkocht (7); overwegende dat de belangrijkste bestaande certificatieregelingen niet volledig in overeenstemming zijn met de voorschriften van de geldende wetgeving; overwegende dat de belangrijkste regelingen die aan de orde zijn gesteld in het verslag van de Commissie van juli 2021 inzake certificerings- en controleregelingen in de bosbouwsector, een aantal hiaten op het gebied van juridische definities vertonen en dat de wettelijke vereisten ervan een beperkte reikwijdte hebben of onduidelijk van aard zijn; overwegende dat zij weliswaar voorzien in een systematische aanpak waar het de overdracht van certificeringsverklaringen in de toeleveringsketen betreft, maar niet in staat zijn om — in realtime of anderszins — transacties betreffende hoeveelheden, soorten en kwaliteiten tussen entiteiten te verifiëren, waardoor de systemen kwetsbaar zijn voor manipulatie en fraude; overwegende dat alle belangrijke certificeringsregelingen tekortkomingen vertonen waar het de identificatie en doeltreffende aanpak van corruptiezaken betreft, dat de huidige systemen voor het identificeren van gevallen van corruptie redelijk beperkt zijn, en dat de regelingen het risico van fraude niet voldoende ondervangen (8);

F.

overwegende dat bossen essentiële koolstofputten vormen die de bestrijding van de klimaatverandering ten goede komen;

G.

overwegende dat de illegale houtkap aanzienlijke negatieve sociaaleconomische gevolgen heeft, waarbij plaatselijke en verantwoordelijke gemeenschappen van hun economische middelen van bestaan worden beroofd als gevolg van de illegale verhandeling van illegaal gekapt hout, hetgeen op zijn beurt misdadigheid in de hand werkt en nadelige gevolgen heeft voor duurzame plaatselijke ontwikkeling en legale ondernemingen; overwegende dat de illegale houtkap vaak in verband wordt gebracht met belastingontduiking waarmee illegale houtkappers de marktwaarde van bosbouwproducten kunnen drukken, met marktverstoringen en oneerlijke mededinging tot gevolg; overwegende dat de illegale houtkap inkomensverlies voor de overheid inhoudt in termen van misgelopen rechten en heffingen, en bijdraagt aan de stijging van de kosten voor bosbeheer en de transactiekosten; overwegende dat hout vaak in een bepaalde lidstaat wordt gekapt en vervolgens in een andere lidstaat in de handel wordt gebracht; overwegende dat het grootste deel van het illegaal hout als legaal gekapt hout wordt verhandeld en gebruikt;

H.

overwegende dat er een gebrek is aan samenhangende, geharmoniseerde en vergelijkbare gegevens over de EU-houtkap, en dat er geen gemeenschappelijke definitie van illegale houtkap bestaat;

I.

overwegende dat illegale houtkappers bijwijlen geweld hebben gepleegd tegen bosbouwbeambten, boswachters, rechtshandhavers, milieuactivisten en onderzoeksjournalisten, waarbij minstens zes dodelijke slachtoffers zijn gevallen, en dat er talrijke gevallen zijn gemeld van geweld tegen en intimidatie van personen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van bossen;

J.

overwegende dat er problemen zijn als gevolg van het ontbreken van een internationaal erkende definitie van de activiteiten die onder het begrip “illegale houtkap” vallen; overwegende dat dit gebrek aan precisie een ernstige juridische lacune is;

K.

overwegende dat corruptie en fraude de belangrijkste oorzaken van illegale houtkap zijn, met ontoereikende handhaving en straffeloosheid tot gevolg; overwegende dat dit bovendien verscheidene criminele activiteiten in de hand werkt, zoals de financiering van conflicten en het witwassen van geld; overwegende dat de EU moet optreden om een eind te maken aan de illegale houtkap en ontbossing en de handel in illegaal gekapt hout en illegale houtproducten aan banden moet leggen;

L.

overwegende dat Eurojust van oordeel is dat milieucriminaliteit op internationaal niveau de op drie na grootste criminele activiteit is;

M.

overwegende dat de EU-houtverordening in voorschriften voorziet voor de handel in hout en houtproducten en de illegale houtkap tegen moet gaan; overwegende dat de Commissie voornemens is de EU-houtverordening in te trekken door middel van haar voorstel voor een verordening betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden; overwegende dat de Europese Unie de lidstaten moet steunen in het geval van een gebrek aan goed bosbeheer bij de bestrijding van op bossen gerichte criminaliteit en georganiseerde misdaad, en de bescherming van het milieu moet bevorderen, met inbegrip van de bescherming en het duurzaam beheer van bossen in het kader van Richtlijn 2008/99/EG van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (9), in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal, de biodiversiteitsstrategie, het actieplan Verontreiniging naar nul en het actieplan voor de circulaire economie;

N.

overwegende dat illegale activiteiten niet-duurzame praktijken tot gevolg hebben, de waarde van bossen doen afnemen en leiden tot de waardevermindering van de verschillende ecologische, economische en maatschappelijke diensten waarin bossen voorzien, met onmiskenbare ontbossing en bosdegradatie tot gevolg;

O.

overwegende dat er een verband wordt gelegd tussen de illegale houtkap en schendingen van mensenrechten en geweld, alsook met misdrijven die verband houden met fraude en corruptie, zoals het witwassen van geld en belastingontduiking;

P.

overwegende dat er meerdere inbreukprocedures lopen tegen lidstaten wegens vermeende niet-uitvoering van de EU-wetgeving op dit gebied;

Q.

overwegende dat uit hoofde van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en diverse andere fondsen die door de lidstaten worden beheerd, boseigenaren momenteel in aanmerking komen voor compensatie voor bosmilieu- en klimaatdiensten, steun voor de instandhouding, het herstel en de bescherming van bossen, compensatie voor Natura 2000-bosbouwgebieden en het behoud ervan, en activiteiten ter bevordering van de veerkracht en ecologische waarde van bosecosystemen;

R.

overwegende dat de bosbeheerplannen van de lidstaten overeen moeten komen met de maatregelen die nodig zijn voor de bescherming en het herstel van de biodiversiteit in bossen, en beschikbaar moeten zijn voor het publiek; overwegende dat niet alle beheerplannen voor Natura 2000-gebieden uitdrukkelijk de waarde van primaire en oerbossen erkennen, en dat instandhoudingsmaatregelen voor beschermde bossen houtkap niet geheel uitsluiten, hetgeen onverenigbaar kan zijn met de instandhouding van primaire en oerbossen op lange termijn;

1.

vraagt de lidstaten met klem om de in de bestaande EU-milieuwetgeving opgenomen verplichtingen volledig uit te voeren en na te leven; roept de Commissie op om onder meer via regelmatige follow-ups sneller, effectiever en transparanter op te treden, en over te gaan tot inbreukprocedures om alle gevallen van niet-naleving op te lossen; roept de Commissie op voldoende middelen toe te kennen om de huidige vertragingen weg te werken; is van mening dat een voldoende hoog niveau van gekwalificeerd personeel en middelen van beslissend belang is voor de succesvolle uitvoering en handhaving van EU-beleid;

2.

merkt op dat illegale houtkap nog steeds een probleem is in de EU; uit zijn bezorgdheid over de negatieve gevolgen van illegale houtkap voor de Europese bossen, wilde habitats, de interne markt en de EU-klimaatactie; verzoekt de Commissie en de lidstaten een grondige beoordeling uit te voeren van de sociaaleconomische oorzaken van dergelijke verschijnselen en de relevante nationale en EU-wetgeving volledig toe te passen, teneinde op doeltreffende wijze concrete en onmiddellijke maatregelen te ontwikkelen voor de bestrijding van illegale houtkap om zo te voorkomen dat dit tot een gangbare praktijk uitgroeit, rekening houdend met de verplichtingen uit hoofde van de natuurrichtlijnen en de doelstellingen in het kader van de biodiversiteitsstrategie die door de lidstaten zijn onderschreven; uit zijn bezorgdheid over het feit dat de sterk gestegen prijzen van materialen en energie en het nultarief voor biomassa-emissies in het kader van het emissiehandelssysteem (ETS), de druk op de bossen tot een onhoudbaar niveau kunnen doen toenemen, onder meer als gevolg van illegale houtkap gezien de hoge winstmarges ten opzichte van de verwaarloosbare risico’s, mede rekening houdend met de huidige sociale en economische omstandigheden van mensen die in afgelegen en plattelandsgebieden in de EU wonen;

3.

uit zijn bezorgdheid over het feit dat de toenemende illegale houtkap in de EU de doelstellingen van de Europese Green Deal, de EU-biodiversiteitsstrategie en de bosstrategie zal ondermijnen, aangezien dit een teken zal zijn van het onvermogen om de unieke ecologische diversiteit en de laatste primaire en oerbossen in de EU te beschermen en de natuurlijke habitats en soorten wilde flora en fauna te herstellen en in stand te houden, en de doelstellingen voor de effectief en strikt beschermde gebieden zal ondergraven;

4.

benadrukt dat ontbossing verantwoordelijk is voor 20 % van de mondiale CO2-uitstoot; maakt zich zorgen over de negatieve gevolgen van illegale houtkap op het gebied van woestijnvorming, bodemerosie en andere verschijnselen, zoals overstromingen; benadrukt dat woestijnvorming ook verband houdt met de uitsterving van een groot aantal soorten dat zijn habitats kwijtraakt als gevolg van illegale houtkap;

5.

roept de openbare aanklagers van de lidstaten en de bevoegde autoriteiten op met gebruikmaking van alle rechtsmiddelen alle gevallen van illegale houtkap te onderzoeken, alsook het vervoer, de opslag, de distributie en de verkoop van illegaal hout;

6.

wijst erop dat het voor de toekomst van de Europese bosbouw van cruciaal belang is tot een duurzame vorm van bosbeheer, bescherming en instandhouding te komen, op basis van meetbare indicatoren en drempels; onderschrijft de invoering van een certificeringsregeling met respect voor de natuur ten behoeve van de instandhouding van de biodiversiteit in al haar vormen, het waarborgen van productiviteit en veerkracht op de lange termijn, en het inspelen op ecologische, economische en maatschappelijke uitdagingen;

7.

verzoekt de Commissie en de lidstaten de nodige maatregelen te nemen om een grondige controle uit te voeren om het hout dat door Europese bedrijven wordt gebruikt, te traceren teneinde de volledige naleving van de EU-houtverordening te waarborgen;

8.

benadrukt met klem dat de Commissie moet waarborgen dat er in het kader van de nationale strategische plannen voldoende financiële middelen worden toegewezen voor het herstel van de biodiversiteit in de gebieden die het zwaarst door illegale houtkap worden getroffen; herinnert eraan dat in de resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2021 over de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 is bepaald dat ten minste 10 % van de jaarlijkse uitgaven binnen het meerjarig financieel aan biodiversiteit moet worden uitgegeven; betreurt dat de financieringsdoelstelling voor de biodiversiteit in sommige lidstaten aanzienlijk lager ligt dan de overeengekomen 10 %;

9.

betreurt het feit dat bij duurzaam bosbeheer nog geen drempels of bandbreedtes zijn vastgesteld als ijkpunten voor de wenselijke toestand van bossen, noch voldoende criteria met betrekking tot de gezondheid van ecosystemen, biodiversiteit en klimaatverandering; pleit dan ook voor nieuwe indicatoren en drempels voor een uitvoerbaar duurzaam bosbeheer;

10.

roept alle lidstaten op ervoor te zorgen dat houttraceersystemen volledig operationeel zijn en dat bosbouwsancties evenredig en afschrikwekkend zijn, zodat illegale houtkap op doeltreffende wijze wordt ontmoedigd; uit zijn ernstige bezorgdheid over het feit dat de sancties momenteel niet in verhouding staan tot de productwaarde van hout en dat marktdeelnemers soms slechts sancties in de vorm van een waarschuwing of zeer lage administratieve sancties krijgen opgelegd; roept de lidstaten op te voorzien in middelen om de werkzaamheden te verbeteren van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bosbouw, waar nodig het aantal rechtshandhavers te verhogen, en in gevallen van illegale houtkap op doeltreffende wijze juridische stappen te nemen en strafrechtelijke procedures in te leiden op basis van het bewijsmateriaal dat door de politie is verkregen of door derden aan de politie is doorgespeeld; pleit ervoor dat de herziene richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht voorziet in strafrechtelijke procedures, onder meer tegen particulieren;

11.

verzoekt alle lidstaten om beste praktijken met de rechtshandhavingsautoriteiten te delen om de bestrijding van alle verwante illegale praktijken te stimuleren;

12.

verzoekt de lidstaten toe te zien op publieke toegang tot milieu-informatie, alsook op publieke inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake bosbeheerplannen overeenkomstig de Aarhus-verordening;

13.

wijst erop dat de milieueffecten van bosbeheerplannen naar behoren moeten worden geëvalueerd en dat de lidstaten de plannen die niet stroken met de nationale wetgeving moeten herzien;

14.

betreurt de aanvallen op bosbouwbeambten, boswachters, rechtshandhavers, milieuactivisten en onderzoeksjournalisten, waarbij soms zelfs doden vallen, en herinnert eraan dat deze aanvallen vaak worden gepleegd door individuele personen of goed georganiseerde en goed uitgeruste bendes die zich bezighouden met illegale houtkap, steeds gewelddadiger optreden en zich regelmatig schuldig maken aan intimidatie;

15.

roept de nationale en EU-autoriteiten op afschrikkende en krachtige maatregelen te nemen met het oog op de volledige naleving van de nationale en EU-milieuwetgeving; merkt op dat procedurele zwakke punten en ontbrekende controles de doeltreffendheid van de houtverordening in de praktijk doen afnemen; verzoekt de EU-medewetgevers dringend de onderhandelingen in het kader van het voorstel voor een verordening inzake ontbossingsvrije producten (COM(2021)0706) aan te grijpen om lessen te trekken uit de uitvoering en handhaving van de houtverordening van de EU en de status van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de bepalingen betreffende de kwantiteit en de kwaliteit van hun controles te verbeteren, evenals hun betrekkingen en contacten met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, met andere nationale autoriteiten en met de Commissie; roept de lidstaten op tot strikte uitvoering van de bepalingen van de huidige relevante wetgeving door het gebruik en verhandelen van illegaal hout op de EU-markt te verbieden; pleit ervoor de illegale houtkap als strafbaar feit te behandelen, met inbegrip van passende strafrechtelijke sancties, de illegale houtkap binnen het toepassingsgebied van de herziene richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht te brengen, en pleit voor sterkere Europese samenwerking in de strijd tegen illegale houtkap; dringt erop aan dat illegale houtkap in alle lidstaten op uniforme wijze als milieudelict wordt gedefinieerd, zodat wordt gewaarborgd dat in de hele EU geharmoniseerde procedures en sancties worden toegepast voor dezelfde overtredingen op het gebied van illegale houtkap;

16.

wijst op het belang van preventieve maatregelen om de schade voor het milieu en de economie te beperken en de bedreiging van mensenlevens als gevolg van illegale houtkap af te wenden; erkent dat op het niveau van de lidstaten onlangs enige vooruitgang is geboekt, getuige de gemelde verbeteringen op het gebied van houttracering, en de herziening en verhoging van de straffen waarin de nationale wetgeving ter bestrijding van illegale houtkap voorziet; wijst op de behoefte aan adequate plannen voor het herstel van verslechterde milieugebieden in de betrokken lidstaten; herinnert eraan dat een gecoördineerde Europese aanpak en preventieve maatregelen de bestrijding van illegale houtkap kunnen bevorderen; verzoekt de lidstaten om de kwaliteit en volledigheid van hun bosmonitoringsystemen te verbeteren om duidelijke conclusies te kunnen formuleren ten aanzien van de doeltreffendheid van de bosbeheerplannen in het kader van het Natura 2000-netwerk; merkt op dat voor een bevredigende beoordeling van de doeltreffendheid van met Natura 2000 verband houdende maatregelen, in het kader van monitoring meer gegevens over gebieden binnen en buiten het netwerk en over de kwaliteit van instandhoudingsbeheer moeten worden verzameld;

17.

verzoekt de Commissie de EU-houtverordening te herzien om de toepassing ervan uit te breiden tot alle hout en houtproducten die op de Europese markt worden verkocht, teneinde een gelijk speelveld te waarborgen en oneerlijke concurrentie te voorkomen;

18.

benadrukt het grote publieke belang van de bestrijding van de illegale houtkap, zoals onder meer blijkt uit de aan de Commissie verzoekschriften gerichte verzoekschriften nrs. 1248/2019, 0408/2020, 0722/2020 en 1056/2021, waarin de toename wordt veroordeeld van de illegale houtkap die vaak het gevolg is van een gebrekkige handhaving van de EU-wetgeving in beschermde gebieden of van het opheffen van satellietbewakingssystemen, alsook het toenemende aantal gevallen van agressie tegen werknemers in de bosbouwsector, activisten en journalisten;

19.

verzoekt de lidstaten passende rechtshandhavingsmaatregelen te nemen met het oog op de bestrijding van illegale houtkap en de bescherming van milieuactivisten, journalisten en klokkenluiders; roept de lidstaten op de nodige maatregelen te treffen om te voorkomen dat zaken met betrekking tot illegale houtkap door de justitiële autoriteiten worden geseponeerd; erkent de actieve rol en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties en milieuactivisten, bij het bepleiten van klimaatactie en de bescherming van de biodiversiteit, en vraagt de EU dergelijke activiteiten te ondersteunen; benadrukt dat de participatie van het maatschappelijk middenveld in het kader voor transparantie dat is uiteengezet in artikel 13 van de Overeenkomst van Parijs moet worden gewaarborgd;

20.

verzoekt de Commissie het voortouw te nemen in de strijd tegen illegale houtkap op mondiaal niveau en de toepassing van één enkele, duidelijke en internationaal erkende definitie van activiteiten die onder het begrip “illegale houtkap” vallen te bevorderen, teneinde de bestaande mazen in de wetgeving die de niet-naleving van de norm mogelijk maken, aan te pakken; verwelkomt als eerste stap het voorstel voor een verordening inzake ontbossingsvrije producten;

21.

verzoekt de Commissie en de lidstaten regelmatig de gegevens op basis van zowel grondgebaseerde monitoring als technologieën voor teledetectie, zoals satellietbeelden van alle beboste Natura 2000-gebieden, te beoordelen en passende maatregelen te nemen, met inbegrip van het instellen van inbreukprocedures, in geval van beschadiging of vernietiging van deze gebieden, en deze beoordelingen en maatregelen openbaar te maken; benadrukt dat satellietbeelden doeltreffender zijn in combinatie met ter plaatse ingewonnen gegevens en dat deze gegevens dan ook niet mogen worden veronachtzaamd; verzoekt de lidstaten de schade ongedaan te maken aan beschermde boshabitats of de beschermde habitats van bossoorten in Natura 2000-gebieden die te lijden hebben onder ontbossing en illegale houtkap;

22.

benadrukt dat de Commissie de naleving van de EU-wetgeving moet afdwingen; begrijpt dat de bewijslast betreffende overtredingen bij de Commissie berust, die bij inbreukprocedures niet van aannames kan uitgaan; benadrukt echter dat de Commissie weliswaar heeft bevestigd dat de juiste toepassing van het Unierecht een prioriteit blijft, maar dat de duur van sommige inbreukprocedures, zelfs wanneer de Commissie over voldoende bewijs beschikt, anders doet vermoeden; vindt het onverantwoord dat in deze tijd waarin de milieuwetgeving de vaakst geschonden wetgeving is en met de Europese Green Deal nieuwe initiatieven zijn ingevoerd, het directoraat-generaal Milieu van de Commissie aanhoudend met een personeelstekort te kampen heeft; betreurt dat onvervangbare hulpbronnen verloren gaan ten gevolge van de passiviteit van de Commissie en de bezuinigingen op de personeelsbegroting van de EU; stelt voor dat de Commissie en de lidstaten hun prioriteiten herzien;

23.

verzoekt de Commissie systematisch gebruik te maken van alle beschikbare technologische ontwikkelingen, zoals teledetectie, om de volledige naleving van de EU-houtverordening te waarborgen en daarmee de toestand van de bossen in Europa grondig te kunnen beoordelen;

24.

verzoekt de Commissie, de Raad en de lidstaten met klem de maatregelen te nemen die nodig zijn om politiële samenwerking tot stand te brengen en te ontwikkelen, waarbij de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten betrokken zijn, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten in de bosbouw en de daaruit voortvloeiende houthandel; onderstreept dat de Commissie, de Raad en de lidstaten de doeltreffendheid van de politiële samenwerking systematisch moeten beoordelen en periodiek moeten verbeteren;

25.

verzoekt de Commissie en de Raad nauwgezet in kaart te brengen welke mogelijk negatieve gevolgen het stimuleren van bosbiomassa voor energieproductie kan hebben voor de bossen in de EU, met name in het kader van de onderhandelingen met betrekking tot het “Fit for 55”-pakket en de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (10) (RED III);

26.

vraagt de Commissie de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten bij de bestrijding van het verschijnsel illegale houtkap en de gevolgen daarvan te bevorderen, onder meer in de vorm van groene overheidsopdrachten en transparantie voor de consument waar het de namen van bedrijven betreft die illegaal gekapt hout verhandelen;

27.

verzoekt de Commissie nauwlettend in het oog te houden of de EU-houtverordening, de habitatrichtlijn, de richtlijn strategische milieueffectbeoordeling, de richtlijn inzake het behoud van de vogelstand (11) alsook de Aarhus-verordening, correct worden uitgevoerd, nu hiaten in de tenuitvoerlegging van de EU-milieuwetgeving een factor kunnen vormen die milieucriminaliteit in de hand werkt; merkt op dat inbreuken hierop milieu- en ecologische rampen tot gevolg kunnen hebben, zoals bodemaantasting en -erosie, aardverschuivingen, overstromingen, het uitsterven van unieke wilde soorten, ontbossing en het verdwijnen van de laatste primaire en oerbossen in de EU;

28.

verzoekt de Commissie een evaluatie uit te voeren van de huidige problemen met betrekking tot de wetgeving en haar controles aan te scherpen, teneinde eventuele mazen in de wetgeving te dichten die het mogelijk maken illegaal gekapt hout te gebruiken in de EU, zoals nu gebeurt door middel van technieken waarbij legaal gekapt hout en illegaal gekapt hout worden samengevoegd met het oog op de certificering van de herkomst van het hout;

29.

verzoekt de Commissie haar handelsbeleid in te zetten om de illegale houtkap op internationaal niveau aan banden te leggen; benadrukt dat het invoeren van illegaal gekapt hout uit niet-EU-landen tot een verstoring van de Europese markt leidt en een oneerlijke situatie voor Europese producenten creëert; herinnert eraan dat het gebruik van dit illegale hout ook de gemeenschappen waar het hout wordt gekapt benadeelt, en ervoor zorgt dat de illegale houtkap en de daarmee samenhangende criminaliteit in stand worden gehouden; is verheugd over het feit dat het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake ontbossingsvrije producten een reeks verplichte zorgvuldigheidsregels bevat voor bedrijven die bepaalde grondstoffen op de EU-markt willen aanbieden;

30.

wijst op het belang van de uitvoering van de projecten die gericht zijn op de bevordering van bosbeheer met respect voor de natuur alsook op de bescherming, het herstel en het behoud van het milieu, in combinatie met ondersteuning van gemeenschappen die afhankelijk zijn van bosbestanden door de ontwikkeling van korte toeleveringsketens en ecotoerisme; stelt voor een democratisch bosbeheer tot stand te brengen en projecten te ontwikkelen in nauw samenwerkingsverband met de lokale autoriteiten, die nauw samenwerken met de belanghebbenden en de lokale gemeenschappen, die direct en indirect het meest worden getroffen door de milieuveranderingen en de negatieve sociaaleconomische gevolgen van de grootschalige productie van en handel in hout;

31.

verzoekt de EU en de lidstaten aanvullende mogelijkheden te verkennen op het gebied van samenwerking bij de bestrijding en preventie van illegale houtkap; pleit ervoor dat de Commissie een samenwerkingsplatform tot stand brengt op basis waarvan de lidstaten nationale digitale monitoringinstrumenten voor bossen kunnen ontwikkelen en nader kunnen uitwerken, met als doel gevallen van illegale houtkap te melden en snel en doeltreffend grensoverschrijdend ingrijpen mogelijk te maken in het geval van illegale houtkap;

32.

verzoekt de lidstaten hun primaire verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de bescherming van het milieu, met inbegrip van bossen, en ervoor te zorgen dat de veiligheid van bosbouwbeambten is gewaarborgd; herinnert eraan dat corruptie binnen overheidsinstellingen een belangrijke factor blijft die leidt tot straffeloosheid voor illegale houtkap en misdrijven tegen milieuactivisten;

33.

verzoekt de lidstaten hun voorschriften inzake de controle op illegaal gekapt hout zoveel mogelijk te harmoniseren teneinde te voorkomen dat distributieroutes voor illegaal hout kunnen worden gebruikt in het kader van de wetgeving van lidstaten die lakse controles hanteren;

34.

roept aanklagers, onderzoekers, boswachters en financiële deskundigen op de handen ineen te slaan en hun deskundigheid te bundelen met het oog op het snel en succesvol opsporen, onderzoeken en vervolgen van zaken op het gebied van georganiseerde misdaad;

35.

herinnert eraan dat er mogelijk EU-middelen beschikbaar zijn voor compensatie voor bosmilieu- en klimaatdiensten, ter bevordering van de veerkracht en ecologische waarde van bosecosystemen, en het herstel, de instandhouding en de bescherming van bossen, alsook compensatie voor Natura 2000-bosbouwgebieden, ook voor kleine boseigenaren;

36.

stelt voor regelmatig toezicht in te voeren (met inbegrip van bewakings-/politiepatrouilles en bewaking vanuit de lucht) in bossen en gebieden van waaruit hout wordt vervoerd, of waar melding is gemaakt van illegale houtkap of van het vervoer van en de handel in illegaal gekapt hout; wijst erop dat de politie bewuster moet worden gemaakt van illegale houtkap als delict en verzoekt de lidstaten te voorzien in speciale opleidingen voor rechtshandhavers, zodat zij over praktische instrumenten en de vaardigheden en kennis beschikken voor het voorkomen, opsporen en vervolgen van illegale houtkap, alsmede voor het beschermen van milieuactivisten, klokkenluiders en personeel dat verantwoordelijk is voor bosbeheer; spoort de lidstaten aan samen te werken zodat slim gebruik kan worden gemaakt van de middelen die erop zijn gericht te voorkomen dat deze maatregel niet volgens de voorschriften wordt toegepast;

37.

brengt in herinnering dat illegale houtkap vaak hand in hand gaat met andere vormen van criminaliteit, zoals illegale handel, corruptie, fraude en witwassen van geld, die een overwegend grensoverschrijdende dimensie hebben; benadrukt derhalve dat de informatie over illegale houtkap van essentieel belang moet worden geacht voor het onderzoek naar andere vormen van ernstige criminaliteit en dat deze informatie moet worden gedeeld met Europol, zodat het gemakkelijker wordt om grensoverschrijdend onderzoek uit te voeren;

38.

benadrukt dat de instelling van een groene openbare aanklager in de EU, door het mandaat van het EOM uit te breiden, overeenkomstig artikel 86, lid 4, VWEU, een manier is om de tenuitvoerlegging en handhaving van de milieuwetgeving van de EU te verbeteren en ernstige milieudelicten met een grensoverschrijdende dimensie te bestrijden;

39.

verzoekt de Commissie middelen toe te wijzen voor de bestrijding van illegale houtkap;

40.

benadrukt dat het van belang is dat de beschikbaarheid van transparante en kwalitatief hoogwaardige gegevens wordt vergroot, en neemt in dit kader goede nota van het doel van de nieuwe EU-bosstrategie, te weten het verbeteren van de geharmoniseerde gegevensverzameling; is van mening dat het van essentieel belang is om voort te bouwen op bestaande structuren, met name de nationale bosinventarisaties en het Europees informatiesysteem voor bossen, teneinde de operationele respons van politiediensten in de strijd tegen bosbouwgerelateerde criminaliteit te verbeteren; wijst op de noodzaak van tijdige, periodieke en vergelijkbare gegevens in alle lidstaten, zowel met betrekking tot bosgerelateerde basis- als toegepaste variabelen; steunt daarom het voorstel voor een EU-breed kader inzake bosmonitoring, rapportage en gegevensverzameling; verzoekt de lidstaten gegevens te verzamelen over inspectieactiviteiten, het aantal vastgestelde overtredingen en de soorten en omvang van de opgelegde sancties;

41.

verzoekt de lidstaten de bestrijding van illegale houtkap en de beschikbare rapportage-instrumenten beter onder de aandacht van het publiek te brengen, bijvoorbeeld door middel van gerichte communicatiecampagnes; verzoekt de lidstaten het begrip “bosbehoud” op te nemen in het onderwijsaanbod voor kinderen in het kader van het behoud van het natuurlijk erfgoed;

42.

benadrukt dat de beslechting van milieugeschillen vereist dat juridische beroepsbeoefenaren over specifieke kennis en competenties beschikken; stelt derhalve voor dat de lidstaten de milieucomponent in universitaire rechtenopleidingen versterken;

43.

wijst erop dat het gebruik van technologieën voor teledetectie, zoals satellietbeelden, in aanvulling op het verzamelen van praktijkgebaseerde inventarisatiegegevens en inspecties, de bevoegde autoriteiten op zowel EU- als nationaal niveau kan helpen bij het nauwkeuriger en sneller in kaart brengen van grote gebieden waar illegale houtkap plaatsvindt; benadrukt dat deze gegevens moeten worden afgezet tegen gegevens die zijn verzameld door middel van grondgebaseerde monitoring teneinde nauwkeurige bevindingen te waarborgen; roept de lidstaten op ten volle gebruik te maken van alle instrumenten die het Satellietcentrum van de Europese Unie ter beschikking stelt, zodat zij hun capaciteiten voor de bestrijding van illegale houtkap kunnen versterken; merkt op dat houtkap in bossen weliswaar door middel van satellietbeelden kan worden vastgesteld, maar dat het nog altijd lastig is onderscheid te maken tussen legale en illegale houtkap; benadrukt dat de doeltreffendheid van satellietgebaseerde hulpmiddelen voor het aan banden leggen van de illegale houtkap afhankelijk is van het vermogen van de autoriteiten om de informatie in te zetten en te coördineren met andere (grondgebaseerde) monitoringinstrumenten en databanken; is van mening dat satellietbeelden in aanvulling op inspecties ter plaatse en praktijkgebaseerde inventarisatiegegevens als waardevol middel kunnen worden ingezet voor het aan het licht brengen van illegale houtkap, en indirect het bestaan van illegale houtkap kunnen helpen vaststellen door het bespeuren van wegen buiten de toegestane gebieden;

44.

herinnert aan de essentiële rol die technologische innovatie speelt bij de bestrijding van illegale houtkap en milieucriminaliteit in het algemeen; verzoekt de Commissie middelen uit te trekken voor de technologische ondersteuning van de lidstaten, waardoor nationale rechtshandhavers de beste instrumenten kunnen gebruiken;

45.

benadrukt dat een onderzoeksmissie in de gebieden die te kampen hebben met illegale houtkap, zou helpen bij het beoordelen van de situatie ter plaatse, de belangrijkste factoren die aan illegale houtkap ten grondslag liggen en de gevolgen ervan voor de plaatselijke bevolking, en in specifieke gevallen bij het vaststellen van een koers voor de toekomst;

46.

verzoekt de Commissie te waarborgen dat de EU geen initiatieven en projecten steunt die kunnen leiden tot illegale houtkap en ontbossing, of die andere vergelijkbare schadelijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben;

47.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

(1)  PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23.

(2)  PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.

(3)  PB L 197 van 21.7.2001, blz. 30.

(4)  PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.

(5)  PB L 356 van 8.10.2021, blz. 1.

(6)  https://www.europol.europa.eu/crime-areas-and-statistics/crime-areas/environmental-crime

(7)  In de achtergrondnota van juni-september 2020 voor de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de EU-houtverordening staat dat het door VGSM aan IKEA geleverde hout weliswaar door de Forest Stewardship Council (FSC) was gecertificeerd, maar dat uit het verslag blijkt dat meer dan de helft van het tussen april en juni 2018 in Velyky Bychkiv gekapte hout niet voldeed aan de FSC-normen en feitelijk illegaal was gekapt.

(8)  Europese Commissie, Report: Study on Certification and Verification Schemes in the Forest Sector and for Wood-based Products, juli 2021.

(9)  PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28.

(10)  Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).

(11)  Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).


Top