EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AP0312

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 24 juni 2021 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft officiële controles op dieren en producten van dierlijke oorsprong die vanuit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd om de naleving van het verbod op bepaalde toepassingen van antimicrobiële stoffen te waarborgen (COM(2021)0108 — C9-0094/2021 — 2021/0055(COD)) [Amendementen 1 — 7, tenzij anders bepaald]

OJ C 81, 18.2.2022, p. 184–187 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 81/184


P9_TA(2021)0312

Officiële controles op dieren en producten van dierlijke oorsprong om de naleving van het verbod op bepaalde toepassingen van antimicrobiële stoffen te waarborgen ***I

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 24 juni 2021 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft officiële controles op dieren en producten van dierlijke oorsprong die vanuit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd om de naleving van het verbod op bepaalde toepassingen van antimicrobiële stoffen te waarborgen (COM(2021)0108 — C9-0094/2021 — 2021/0055(COD)) (1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

[Amendementen 1 — 7, tenzij anders bepaald]

(2022/C 81/20)

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT (*1)

op het voorstel van de Commissie

VERORDENING (EU) 2021/… VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft officiële controles op dieren en producten van dierlijke oorsprong die vanuit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd om de naleving van het verbod op bepaalde toepassingen van antimicrobiële stoffen te waarborgen en Verordening (EG) nr. 853/2004 wat betreft de rechtstreekse levering van pluimvee en lagomorfen [Ams 8, 10 en 11]

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114 en artikel 168, lid 4, punt b),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn de voorschriften vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles, onder meer op de naleving van de voorschriften inzake de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders.

(2)

In Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad (5) zijn onder meer regels vastgesteld voor de controle op en het gebruik van diergeneesmiddelen , met bijzondere aandacht voor antimicrobiële resistentie .

(3)

Overeenkomstig Verordening (EU) 2019/6 wordt voor een voorzichtiger en verantwoordelijker gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren gezorgd, onder meer door het verbod op het gebruik van antimicrobiële stoffen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst en het verbod op het gebruik van antimicrobiële stoffen die zijn voorbehouden voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens. Uit hoofde van artikel 118, lid 1, van Verordening (EU) 2019/6 zijn marktdeelnemers in derde landen verplicht die verbodsbepalingen in acht te nemen wanneer zij dieren of producten van dierlijke oorsprong naar de Unie uitvoeren. Zoals benadrukt in overweging 49 van die verordening , is het gezien de internationale dimensie van de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie belangrijk om niet-discriminerende en evenredige maatregelen te nemen, met inachtneming van de verplichtingen van de Unie uit hoofde van internationale overeenkomsten .

(4)

Met artikel 118 van Verordening (EU) 2019/6 wordt voortgebouwd op de mededeling van de Commissie van 29 juni 2017 getiteld “een Europees “één gezondheid-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (“AMR”)” door de preventie en bestrijding van antimicrobiële resistentie te verbeteren en een verstandiger en verantwoordelijker gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren te bevorderen. ▌

(5)

Om te zorgen voor de doeltreffende uitvoering van het verbod op het gebruik van antimicrobiële stoffen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst en het verbod op het gebruik van antimicrobiële stoffen die zijn voorbehouden voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens, moeten officiële controles om te verifiëren of naar de Unie uitgevoerde dieren en producten van dierlijke oorsprong aan artikel 118, lid 1, van Verordening (EU) 2019/6 voldoen, in het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2017/625 worden opgenomen , opnieuw met inachtneming van de verplichtingen van de Unie uit hoofde van internationale overeenkomsten .

(6)

Overeenkomstig artikel 18, lid 7, punt g), van Verordening (EU) 2017/625 moet de Commissie specifieke voorschriften vaststellen voor de uitvoering van officiële controles op de criteria en voorwaarden om, wat Pectinidae (mantelschelpen), mariene buikpotigen en Holothurioidea (zeekomkommers) betreft, te bepalen wanneer de productie- en de heruitzettingsgebieden niet moeten worden ingedeeld. De klasse van de zeekomkommers behoort tot de stam van de phylum Echinodermata (stekelhuidigen). Stekelhuidigen zijn over het algemeen geen filtervoeders. Bijgevolg is het risico gering dat die dieren als gevolg van fecale verontreiniging micro-organismen accumuleren. Bovendien is er geen epidemiologische informatie gemeld waarmee risico’s voor de volksgezondheid in verband kunnen worden gebracht met stekelhuidigen die geen filtervoeders zijn. Daarom moet de in artikel 18, lid 7, punt g), van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde mogelijkheid om af te wijken van de verplichting om de productie- en heruitzettingsgebieden in te delen, worden uitgebreid tot alle stekelhuidigen die geen filtervoeders zijn, zoals tot deze die behoren tot de klasse Echinoidea (zee-egels), en mag die mogelijkheid niet beperkt blijven tot zeekomkommers. Om dezelfde reden moet worden verduidelijkt dat de door de Commissie vast te stellen voorwaarden voor de indeling en monitoring van ingedeelde productie- en heruitzettingsgebieden van toepassing zijn op levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen, met uitzondering van mariene buikpotigen en stekelhuidigen die geen filtervoeders zijn. De in artikel 18, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EU) 2017/625 gebruikte terminologie moet dienovereenkomstig worden aangepast.

(7)

Overeenkomstig artikel 47, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2017/625 moeten bevoegde autoriteiten onder meer officiële controles aan de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie verrichten op elke zending van dieren en goederen die uit hoofde van een overeenkomstig artikel 249 van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (6) vastgestelde handeling is onderworpen aan een noodmaatregel. Artikel 249 van Verordening (EU) 2016/429 heeft echter geen betrekking op noodmaatregelen van de Commissie. Die fout moet daarom worden gecorrigeerd en er moet worden verwezen naar artikel 261 van Verordening (EU) 2016/429.

(8)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het toestaan van officiële controles op het gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren en producten van dierlijke oorsprong die binnenkomen in de Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(9)

Verordening (EU) 2017/625 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Aangezien Verordening (EU) 2019/6 van toepassing wordt met ingang van 28 januari 2022, moeten de dienovereenkomstige bepalingen van deze verordening met ingang van dezelfde datum worden toegepast,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2017/625 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 1, lid 4, wordt punt c) vervangen door:

“c)

Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad (*2); deze verordening is evenwel van toepassing op officiële controles op de naleving van artikel 118, lid 1, van die verordening.

(*2)  Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).”."

2)

artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 6 wordt vervangen door:

“6.     Voor de uitvoering van de in lid 1 vermelde officiële controles op levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen delen de bevoegde autoriteiten de productie- en de heruitzettingsgebieden in.”;

b)

in lid 7 wordt punt g) vervangen door:

“g)

criteria en voorwaarden om, in afwijking van lid 6, te bepalen wanneer productie- en de heruitzettingsgebieden niet moeten worden ingedeeld, voor wat betreft:

i)

Pectinidae (mantelschelpen), en

ii)

wanneer ze geen filtervoeders zijn: stekelhuidigen en mariene buikpotigen;”;

c)

in lid 8 wordt punt b) vervangen door:

“b)

de voorwaarden voor de indeling en de monitoring van ingedeelde productie- en heruitzettingsgebieden bij levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen;”;

3)

in artikel 47, lid 1, wordt punt e) vervangen door:

“e)

dieren en goederen die uit hoofde van een overeenkomstig artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002, artikel 261 van Verordening (EU) 2016/429 of artikel 28, lid 1, artikel 30, lid 1, artikel 40, lid 3, artikel 41, lid 3, artikel 49, lid 1, artikel 53, lid 3, en artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde handeling zijn onderworpen aan een noodmaatregel die vereist dat zendingen van die dieren of goederen, die aan de hand van hun code in de gecombineerde nomenclatuur worden geïdentificeerd, bij binnenkomst in de Unie aan officiële controles worden onderworpen;”.

Artikel 1 bis

Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, lid 3, wordt punt d) vervangen door:

“d)

de rechtstreekse levering, door de producent, van kleine hoeveelheden vlees van op het landbouwbedrijf geslacht(e) pluimvee en lagomorfen aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die dergelijk vlees rechtstreeks aan de eindverbruiker levert;”. [Ams. 8, 10 en 11]

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van … [de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Artikel 1, punt 1), is evenwel van toepassing met ingang van 28 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …, …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0195/2021).

(*1)  Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.

(2)  Advies van 9 juni 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van … [(PB …)/nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)] en besluit van de Raad van …

(4)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).

(6)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).


Top