EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52021AG0037(02)
Statement of the Council’s reasons: Position (EU) No 37/2021 of the Council at first reading with a view to the adoption of a Directive of the European Parliament and of the Council amending Directives 1999/62/EC, 1999/37/EC and (EU) 2019/520, as regards the charging of vehicles for the use of certain infrastructures
Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 37/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 1999/62/EG, 1999/37/EG en (EU) 2019/520 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan voertuigen
Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 37/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 1999/62/EG, 1999/37/EG en (EU) 2019/520 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan voertuigen
OJ C 499, 10.12.2021, p. 42–45
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 499/42 |
Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 37/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 1999/62/EG, 1999/37/EG en (EU) 2019/520 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan voertuigen
(2021/C 499/02)
I. INLEIDING
1. |
De Europese Commissie heeft dit voorstel op 1 juni 2017 toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. Het voorstel is een onderdeel van het eerste mobiliteitspakket. |
2. |
Het voorstel wijzigt Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1) (hierna “Richtlijn 1999/62/EG” genoemd) en heeft tot doel de problemen in verband met broeikasgasemissies, financiering van de wegeninfrastructuur en congestie aan te pakken. |
3. |
Het Europees Parlement wees zijn Commissie vervoer en toerisme (Commissie TRAN) aan als de bevoegde commissie voor dit voorstel, en Christine Revault d’Allonnes-Bonnefoy als rapporteur voor de achtste zittingsperiode. |
4. |
Het Europees Economisch en Sociaal Comité keurde tijdens zijn 529e zitting op 18 oktober 2017 een advies over het voorstel goed. Het Europees Comité van de Regio’s bracht tijdens zijn 127e zitting op 1 februari 2018 advies uit. |
5. |
Het Europees Parlement stelde op 25 oktober 2018 zijn standpunt in eerste lezing vast. |
6. |
Na de parlementsverkiezingen in 2019 werd de heer Giuseppe Ferrandino aangewezen als rapporteur voor de negende zittingsperiode. |
7. |
De Commissie TRAN nam op 24 september 2019 een besluit aan om informele politieke trialogen aan te gaan, op basis van het standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing. |
8. |
In de Raad begon de Groep landtransport op 1 juni 2017 met haar werkzaamheden met een algemene presentatie van het voorstel. Op 21 juni 2017 volgde een analyse van de effectbeoordeling. |
9. |
De Raad (TTE, Vervoer) hield op 5 december 2017 een eerste oriënterend debat over het voorstel (2). |
10. |
Sindsdien werd het voorstel meermaals besproken en werd er uitgebreid aan gewerkt. |
11. |
Op 18 december 2020 hechtte het Comité van permanente vertegenwoordigers zijn goedkeuring aan het mandaat in de bijlage bij document 13827/20, waardoor de onderhandelingen met het Europees Parlement konden beginnen. |
12. |
Tussen januari en juni 2021 vond er een aanzienlijk aantal vergaderingen plaats op het niveau van de Groep landtransport en het Comité van permanente vertegenwoordigers om de onderhandelingen voor te bereiden en op te volgen. |
13. |
Dankzij drie informele politieke trialogen met het Europees Parlement, die werden gehouden op 29 januari, 23 maart en 15 juni 2021 en vergezeld gingen van een aantal technische vergaderingen, konden de twee wetgevers hun standpunten dichter bij elkaar brengen en een politiek akkoord bereiken. |
14. |
Op 30 juni 2021 analyseerde het Comité van permanente vertegenwoordigers de voorlopige compromistekst met het oog op een akkoord (3). |
15. |
Op 14 juli 2021 heeft de voorzitter van de Commissie TRAN van het Europees Parlement de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers een brief (4) doen toekomen met de mededeling dat indien de Raad zijn standpunt in eerste lezing overeenkomstig de tekst in de bijlage bij die brief vaststelt, zij de leden van de Commissie TRAN en vervolgens de plenaire vergadering zou aanbevelen het standpunt van de Raad, mits bijgewerkt door de juristen-vertalers, tijdens de tweede lezing van het Europees Parlement zonder amendementen goed te keuren. |
16. |
Op 9 november 2021 heeft de Raad zijn standpunt in eerste lezing over dit voorstel vastgesteld in de versie van document 10542/21. |
II. DOELSTELLING
17. |
De wijzigingen in Richtlijn 1999/62/EG in het voorstel van de Europese Commissie zijn erop gericht het koolstofvrij maken van het wegvervoer te stimuleren. Zij hebben met name betrekking op het volgende:
|
III. ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING
A. Algemeen
18. |
De compromistekst die naar verwachting op 9 november 2021 door de Raad zal worden bevestigd, weerspiegelt volledig het akkoord dat tussen de twee wetgevers was bereikt. In de tekst zijn tevens de voornaamste doelstellingen van het voorstel van de Europese Commissie behouden en is een evenwicht gevonden tussen de belangrijkste amendementen in het standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing en het mandaat van de Raad. |
19. |
Het Europees Parlement heeft in eerste lezing ongeveer 130 amendementen aangenomen, die in de Groep landtransport meermaals zijn besproken. Van meet af aan bleek dat de standpunten van de twee wetgevers over veel bepalingen ver uiteen lagen, ook over de meest controversiële kwesties, zoals de geleidelijke afschaffing van gebruiksrechten. Desondanks werd er na intensieve onderhandelingen op politiek en technisch niveau uiteindelijk overeenstemming bereikt tussen de twee wetgevers. |
B. Belangrijkste punten
20. |
Bij de wijzigingen die in het voorstel van de Europese Commissie zijn aangebracht, zijn de overkoepelende doelstellingen van het voorstel grotendeels in acht genomen:
|
21. |
Tegelijk lijken de twee wetgevers het juiste evenwicht te hebben gevonden tussen de ambitie om bovengenoemde doelstellingen te bereiken en de noodzaak van een regelgevingskader dat gemakkelijk door de sector of autoriteiten kan worden toegepast en flexibel genoeg is om de lidstaten de vrijheid te geven de voor hen meest geschikte heffingsregeling te kiezen, zonder onverantwoorde administratieve lasten. |
22. |
Meer bepaald kunnen de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie als volgt worden samengevat:
|
IV. CONCLUSIE
23. |
In het standpunt van de Raad worden de hoofddoelstellingen van het voorstel van de Europese Commissie gehandhaafd. Het standpunt weerspiegelt volledig het compromis dat tussen de Raad en het Europees Parlement, met de steun van de Europese Commissie, tijdens de informele onderhandelingen is bereikt. |
24. |
Dit compromis is in een brief van de voorzitter van de Commissie TRAN van het Europees Parlement d.d. 14 juli 2021 aan het voorzitterschap bevestigd; het is vervolgens door de Raad (Ecofin) op 9 november 2021 aangenomen als standpunt in eerste lezing. |
(1) PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42.
(2) Zie doc. 14426/17.
(3) Zie doc. 9960/21 en 9960/21 COR 1.
(4) Zie doc. IM 010110 2021. Door de COVID-19-pandemie is de papieren versie van de brief niet per gewone post verzonden.