EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AG0015(02)

Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 15/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013

ST/14148/1/20/REV1/ADD1

OJ C 172, 6.5.2021, p. 38–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 172/38


Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 15/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013

(2021/C 172/02)

I.   INLEIDING

1.

De Commissie heeft op 30 mei 2018 het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van “Erasmus”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013 vastgesteld (1).

2.

Het Europees Parlement heeft op 28 maart 2019 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld.

3.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 17 oktober 2018 zijn advies goedgekeurd. Het Europees Comité van de Regio’s heeft in zijn zitting van 6-7 februari 2019 advies uitgebracht.

4.

De Raad heeft tijdens zijn zitting van 26 november 2018 overeenstemming bereikt over een partiële algemene oriëntatie (2) inzake het Commissievoorstel, waarbij het voorzitterschap het mandaat kreeg de onderhandelingen met het Europees Parlement voort te zetten. Er zijn vijf trialogen gehouden en tijdens de laatste op 11 december 2020 is een voorlopig akkoord bereikt.

5.

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 18 december 2020 zijn goedkeuring gehecht aan het definitieve compromis dat uit de trialogen is voortgekomen.

6.

De Commissie CULT van het Europees Parlement heeft op 11 januari 2021 haar goedkeuring gehecht aan de tekst.

II.   DOELSTELLING

7.

De algemene doelstelling van het voorstel is om door een leven lang leren de educatieve, beroeps- en persoonlijke ontwikkeling van personen op de gebieden onderwijs en opleiding, jeugd en sport, zowel in Europa als daarbuiten, te ondersteunen en zo bij te dragen tot duurzame groei, hoogwaardige banen en sociale samenhang, het stimuleren van innovatie, het versterken van de Europese identiteit en actief burgerschap. Het programma wordt een belangrijk instrument voor de totstandbrenging van een Europese onderwijsruimte, de ondersteuning van de Europese strategische samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding, inclusief de sectorale agenda’s daarvan, en voor de bevordering van de samenwerking inzake jeugdbeleid in het kader van de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 en de ontwikkeling van een Europese dimensie in de sport.

III.   ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

8.

Het standpunt van de Raad in eerste lezing bevat de volgende kernelementen waarover de twee wetgevers in de trialogen overeenstemming hebben bereikt:

Hoofdpunten

9.

Het Europees Parlement had bedenkingen bij het beheer van het programma en de beperkte rol van het EP in de besluitvorming, indien tijdens de programmeringsperiode nieuwe initiatieven zouden worden geïntroduceerd. De twee wetgevers zijn overeengekomen een nieuwe bijlage aan de verordening toe te voegen, met een meer gedetailleerde beschrijving van de door het programma ondersteunde acties. De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen tot wijziging van de bijlage vast te stellen, teneinde, zo nodig, de omschrijving van de acties aan te passen aan de ontwikkelingen op de betrokken gebieden. In deze oplossing wordt zowel rekening gehouden met de prioriteit van de Raad om een slanke verordening te behouden die voldoende flexibiliteit biedt bij de uitvoering, als met de eis van het Parlement om betrokken te worden bij politiek relevante besluiten die tijdens de uitvoeringsfase van het programma worden genomen.

10.

De verdeling van de middelen over de verschillende programmagebieden en de reikwijdte van het programma is voor beide wetgevers een belangrijke kwestie geweest in het kader van hun respectieve prioriteiten. In het algemene compromispakket zijn de twee wetgevers overeengekomen alle drie de door de Commissie voorgestelde “nieuwe initiatieven” (Europese universiteiten, kenniscentra voor beroepsopleiding en DiscoverEU) op te nemen in het nieuwe programma. De Raad benadrukte dat de begrotingstoewijzing voor de acties in direct beheer moet worden verhoogd, met name om te zorgen voor adequate financiering voor de Europese universiteiten en de kenniscentra voor beroepsopleiding. Deze verhoging wordt weergegeven in het standpunt van de Raad.

11.

Naar aanleiding van het voorstel van het EP stemde de Raad ermee in de reikwijdte van het programma uit te breiden tot de leermobiliteit van volwassen lerenden, en de begrotingstoewijzing voor activiteiten op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding (VET) te verhogen. Voorts zal de Commissie in het kader van de overeenkomst een verklaring afgeven over een indicatief bedrag van 400 miljoen EUR ter ondersteuning van platforms van kenniscentra voor beroepsopleiding. Daarnaast is een lichte verhoging van de begrotingstoewijzing voor activiteiten op sportgebied overeengekomen.

12.

Gezien de toegenomen activiteiten op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en volwassenenonderwijs, waardoor de administratieve lasten voor de nationale agentschappen zullen toenemen, is de begrotingstoewijzing voor deze agentschappen licht verhoogd.

13.

Alle overeengekomen verhogingen van de bovengenoemde begrotingstoewijzingen moeten worden betaald via de flexibiliteitsmarge die dienovereenkomstig is verlaagd.

Andere kwesties

14.

De twee wetgevers zijn overeengekomen de naam van het huidige programma Erasmus+ te handhaven, dat volgens hen beter aansluit bij de brede reikwijdte van het programma dat veel verder gaat dan het hoger onderwijs.

15.

De Raad is het eens met de wens van het Parlement om inclusie een veel prominentere plaats in de verordening te geven door er een afzonderlijk hoofdstuk aan te wijden.

16.

De Raad kwam tevens overeen een nieuw artikel over Europese meerwaarde in te voegen, in lijn met het vorige programma Erasmus+.

17.

Hoewel de Commissie in haar voorstel een beperkt aantal indicatoren had voorgesteld, zijn de Raad en het EP overeengekomen in de bijlage meer gedetailleerde indicatoren toe te voegen.

18.

Verscheidene bepalingen zijn gewijzigd naar aanleiding van de horizontale aanpak van de Raad ten aanzien van alle MFK-gerelateerde dossiers. Die wijzigingen betreffen met name de toevoeging van de looptijd van het programma aan artikel 1, om in overeenstemming te zijn met het tijdpad van het MFK 2021-2027, de bepalingen inzake deelname van derde landen, de bepalingen inzake cumulatieve en alternatieve financiering en de bepalingen inzake retroactiviteit.

IV.   CONCLUSIE

19.

Het standpunt van de Raad in eerste lezing komt volledig overeen met het compromis dat de Raad en het Europees Parlement met behulp van de Commissie hebben bereikt. Het compromis is bevestigd in een brief d.d. 15 januari 2021 van de voorzitter van de Commissie CULT van het Europees Parlement aan de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers. In deze brief zegt de voorzitter van de Commissie CULT dat, indien de Raad het overeengekomen standpunt formeel aan het Parlement toezendt, zij de plenaire vergadering zal aanbevelen het standpunt van de Raad — eventueel bijgewerkt door de juristen-vertalers — tijdens de tweede lezing van het Parlement zonder amendementen te aanvaarden.

(1)  Doc. 9574/18 + ADD 1.

(2)  Doc. 14797/18.


Top