EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 5.3.2020
COM(2020) 152 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Een Unie van gelijkheid: strategie voor gendergelijkheid 2020-2025
NAAR EEN GENDERGELIJK EUROPA
“Bij elk optreden streeft de Unie ernaar de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen.”
Artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
“We mogen trots zijn op onze prestaties en hoeven geen geheim te maken van onze ambities voor de toekomst.”
Voorzitter Ursula von der Leyen
Politieke beleidslijnen
Krachtens de Verdragen is het een van de taken van de Unie bij elk optreden de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen. Gendergelijkheid is een kernwaarde van de EU, een grondrecht en een kernbeginsel van de Europese pijler van sociale rechten. Het toont wie we zijn. Het is een essentiële voorwaarde voor een innovatieve, concurrerende en bloeiende Europese economie. In het bedrijfsleven, de politiek en de samenleving als geheel kunnen we alleen ons volledige potentieel bereiken als we al onze talenten en diversiteit gebruiken. Gendergelijkheid zorgt voor meer banen en een hogere productiviteit — een potentieel dat moet worden gerealiseerd, nu we de groene en de digitale transitie omarmen en het hoofd moeten bieden aan onze demografische uitdagingen.
De Europese Unie is mondiaal koploper op het gebied van gendergelijkheid: 14 van de 20 landen die wereldwijd het best scoren op het gebied van gendergelijkheid, zijn lid van de EU. Dankzij solide wetgeving en rechtspraak op het gebied van gelijke behandeling, inspanningen om het genderperspectief in verschillende beleidsterreinen te integreren en regelgeving om specifieke ongelijkheden aan te pakken, heeft de EU de afgelopen decennia aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van gendergelijkheid.
In geen enkele lidstaat is er echter sprake van volledige gelijkheid van mannen en vrouwen en de vooruitgang verloopt traag. De lidstaten scoorden gemiddeld 67,4 op 100 in de EU-gendergelijkheidsindex van 2019, een score die sinds 2005 met slechts 5,4 punten is verbeterd.
Helaas is vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid niet vanzelfsprekend noch onomkeerbaar. Daarom moeten we gendergelijkheid een nieuwe impuls geven. Hoewel de genderkloof in het onderwijs wordt gedicht, blijven er verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan op het gebied van werkgelegenheid, beloning, zorg, macht en pensioenen. Nog te veel mensen schenden het beginsel van gendergelijkheid door seksistische haatuitingen, en door maatregelen tegen gendergerelateerd geweld en genderstereotypen tegen te werken. Er blijft in verontrustende mate sprake van gendergerelateerd geweld en gendergerelateerde intimidatie. De #MeToo-beweging heeft aangetoond in welke mate vrouwen en meisjes nog steeds met seksisme en misbruik worden geconfronteerd. Tegelijkertijd heeft zij vrouwen overal ter wereld ertoe aangezet om nu met hun ervaringen naar buiten te treden en zaken voor de rechter te brengen.
In deze strategie voor gendergelijkheid worden de werkzaamheden van de Europese Commissie op het gebied van gendergelijkheid beschreven en worden de beleidsdoelstellingen en kernacties voor de periode 2020-2025 uiteengezet. Zij is erop gericht een gendergelijk Europa tot stand te brengen, waar gendergerelateerd geweld, discriminatie op grond van geslacht en structurele ongelijkheid tussen vrouwen en mannen tot het verleden behoren. Een Europa waar vrouwen en mannen, meisjes en jongens, in al hun diversiteit, gelijk zijn, waar zij vrij zijn om hun weg te kiezen in het leven, waar zij gelijke kansen op succes hebben, en waar zij op voet van gelijkheid kunnen deelnemen en leiding geven aan onze Europese samenleving.
De uitvoering van deze strategie zal gebaseerd zijn op de tweeledige aanpak bestaande uit gerichte maatregelen om gendergelijkheid tot stand te brengen en een sterkere gendermainstreaming. De Commissie zal zorgen voor een sterkere gendermainstreaming door systematisch een genderperspectief op te nemen in alle fasen van de beleidsvorming op alle interne en externe beleidsterreinen van de EU. De strategie zal ten uitvoer worden gelegd door gebruik te maken van intersectionaliteit – de combinatie van genderkenmerken en andere persoonlijke kenmerken of identiteiten, en de wijze waarop die combinatie bijdraagt aan unieke ervaringen van discriminatie – als een transversaal beginsel.
In 2020 is het 25 jaar geleden dat de verklaring en het actieprogramma van Beijing werden vastgesteld, de eerste universele initiatieven in hun soort ter bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Met haar nieuwe strategie draagt de EU bij aan de totstandbrenging van een betere wereld voor vrouwen en mannen, meisjes en jongens. Met deze strategie wordt uitvoering gegeven aan de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling inzake de bevordering van gendergelijkheid (SDG 5), aan gendergelijkheid als horizontale prioriteit van alle duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, en aan de verplichtingen van de EU op grond van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
1.
Gevrijwaard blijven van geweld en stereotypes
Iedereen moet veilig zijn – thuis, in zijn of haar persoonlijke relaties, op de werkplek, in openbare ruimten en online. Vrouwen en mannen, meisjes en jongens, in al hun diversiteit, moeten vrij zijn om hun ideeën en emoties te uiten en hun gekozen opleidings- en beroepstrajecten te volgen zonder de beperkingen van stereotiepe gendernormen.
Uitbanning van gendergerelateerd geweld
Gendergerelateerd geweld — of geweld dat gericht is tegen een vrouw omdat zij een vrouw is of dat vrouwen onevenredig treft — blijft een van de grootste uitdagingen van onze samenlevingen en is diep geworteld in de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Gendergerelateerd geweld, in al zijn vormen, wordt nog steeds ondergerapporteerd en over het hoofd gezien, zowel binnen als buiten de EU. De EU zal alles in het werk stellen om gendergerelateerd geweld te voorkomen en te bestrijden, slachtoffers van dergelijke misdrijven te ondersteunen en te beschermen en de daders ter verantwoording te roepen voor hun misbruik.
Het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld – het “verdrag van Istanbul” – is het ijkpunt voor internationale normen op dit gebied. De EU heeft het verdrag in 2017 ondertekend en voor de Commissie is het afronden van de toetreding van de EU tot dit verdrag een belangrijke prioriteit. Om de toetreding van de EU sneller af te ronden, heeft het Europees Parlement in 2019 het Europees Hof van Justitie om advies over deze kwestie verzocht
.
Mocht de toetreding van de EU tot het Verdrag van Istanbul geblokkeerd blijven, dan is de Commissie voornemens om, binnen de grenzen van de bevoegdheid van de EU, in 2021 maatregelen voor te stellen om dezelfde doelstellingen als die van het Verdrag van Istanbul te bereiken.
De Commissie is met name voornemens een initiatief voor te leggen om de vormen van criminaliteit waarvoor harmonisatie mogelijk is, de zogenaamde “euromisdrijven”, uit te breiden tot specifieke vormen van gendergerelateerd geweld, overeenkomstig artikel 83, lid 1, VWEU.
Voor zover zij reeds onder de bestaande euromisdrijven als bedoeld in artikel 83, lid 1, VWEU vallen, zal de Commissie aanvullende maatregelen voorstellen om specifieke vormen van gendergerelateerd geweld, met inbegrip van seksuele intimidatie, misbruik van vrouwen en vrouwelijke genitale verminking (VGV), te voorkomen en te bestrijden.
Genitale verminking van vrouwen, gedwongen abortus en gedwongen sterilisatie, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, zogenaamd “eergerelateerd geweld” en andere schadelijke praktijken tegen vrouwen en meisjes zijn vormen van gendergerelateerd geweld en ernstige schendingen van de rechten van vrouwen en kinderen in de EU en in de rest van de wereld. Naast eventuele wetgeving zal de EU een aanbeveling indienen over het voorkomen van schadelijke praktijken, die onder meer betrekking zal hebben op de behoefte aan doeltreffende preventieve maatregelen en de erkenning van het belang van onderwijs. In de aanbeveling zal ook aandacht worden besteed aan de versterking van openbare diensten, preventieve en ondersteunende maatregelen, vorming van beroepsbeoefenaren en slachtoffergerichte toegang tot de rechter.
In 2020 zal de Commissie ook een strategie voor de rechten van slachtoffers presenteren, die ingaat op de specifieke behoeften van slachtoffers van gendergerelateerd geweld, met inbegrip van huiselijk geweld, en die voortbouwt op de richtlijn slachtofferrechten.
Vrouwen die een gezondheidsprobleem of een handicap hebben, krijgen vaker te maken met verschillende vormen van geweld. De Commissie zal maatregelen ontwikkelen en financieren om misbruik, geweld, gedwongen sterilisatie en gedwongen abortus aan te pakken, zoals vorming van beroepsbeoefenaren en bewustmakingscampagnes over rechten en toegang tot de rechter.
Doeltreffende preventie van geweld is van cruciaal belang. Dat houdt in dat jongens en meisjes al vanaf jonge leeftijd leren over gendergelijkheid en dat de ontwikkeling van geweldloze relaties wordt ondersteund. Dat vereist ook een multidisciplinaire aanpak van professionals en diensten, met inbegrip van het strafrechtsysteem, diensten voor slachtofferhulp, daderprogramma’s, en sociale en gezondheidsdiensten. Het aanpakken van geweld tegen vrouwen en ideologieën die de rechten van vrouwen ondermijnen, kan ook bijdragen tot het voorkomen van radicalisering die tot gewelddadig extremisme en terrorisme leidt. De Commissie zal een EU-netwerk voor het voorkomen van gendergerelateerd geweld en huiselijk geweld opzetten, waarin lidstaten en belanghebbenden bijeen worden gebracht om goede praktijken uit te wisselen, en zal zorgen voor financiering van opleiding, capaciteitsopbouw en ondersteunende diensten. Geweldpreventie die gericht is op mannen, jongens en mannelijkheid zal van cruciaal belang zijn.
Om geweld en intimidatie in de arbeidscontext aan te pakken, zal de Commissie de lidstaten blijven aanmoedigen om het Verdrag betreffende de uitbanning van geweld en intimidatie in de wereld van werk van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) te ratificeren, de bestaande EU-regels inzake de bescherming van werknemers tegen seksuele intimidatie uit te voeren en deze instrumenten onder de aandacht te brengen. Als werkgever zal de Commissie een nieuw uitgebreid rechtskader vaststellen met een reeks preventieve en reactieve maatregelen tegen intimidatie op het werk.
Onlinegeweld tegen vrouwen is wijdverbreid geworden met specifieke verderfelijke gevolgen; dat is onaanvaardbaar. Het belemmert vrouwen deel te nemen aan het openbare leven. Pesten, intimidatie en misbruik op sociale media hebben verstrekkende gevolgen voor het dagelijks leven van vrouwen en meisjes. De Commissie zal de wet inzake digitale diensten voorstellen om de verantwoordelijkheden van onlineplatforms ten aanzien van door gebruikers verspreide inhoud te verduidelijken. De wet inzake digitale diensten zal verduidelijken welke maatregelen van platforms worden verwacht om illegale activiteiten online aan te pakken, en tegelijkertijd de grondrechten te beschermen. Gebruikers moeten ook in staat zijn zich te verweren tegen andere soorten schadelijke en beledigende inhoud, die ook als zij niet als illegaal worden beschouwd, nefast kunnen zijn. Om de veiligheid van vrouwen online te beschermen, zal de Commissie de ontwikkeling van een nieuw kader voor samenwerking tussen internetplatforms bevorderen.
Vrouwen en meisjes vormen de overgrote meerderheid van slachtoffers van mensenhandel, zowel binnen als buiten de EU, en daarbij gaat het meestal om mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting. De EU pakt mensenhandel breed aan, door coördinatie op alle relevante gebieden. De bestrijding van straffeloosheid van gebruikers, uitbuiters en winstmakers is een prioriteit. De zorgen van vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn van mensenhandel, moeten bij de beleidsontwikkeling centraal staan. Als onderdeel van de veiligheidsunie zal de Commissie een nieuwe EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel en een EU-strategie voor een doeltreffender bestrijding van seksueel misbruik van kinderen presenteren.
De EU heeft uitgebreide, geactualiseerde en vergelijkbare gegevens nodig, wil haar beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld doeltreffend zijn. Om een volledig beeld van gendergerelateerd geweld te krijgen, moeten de gegevens worden uitgesplitst naar relevante intersectionele aspecten en indicatoren zoals leeftijd, invaliditeitsstatus, migrantenstatus en woonplaats (stad of platteland). Een door Eurostat gecoördineerde Europese enquête zal gegevens opleveren over de prevalentie en de dynamiek van geweld tegen vrouwen en andere vormen van interpersoonlijk geweld; de resultaten zullen in 2023 worden gepresenteerd.
Bestrijding van genderstereotypen
Genderstereotypen vormen een van de onderliggende oorzaken van genderongelijkheid en hebben negatieve gevolgen op alle gebieden van de samenleving. Er moet worden afgerekend met stereotiepe verwachtingen die berusten op vaste normen voor vrouwen en mannen, meisjes en jongens, omdat hun ambities, keuzemogelijkheden en vrijheid erdoor wordt beperkt. Genderstereotypen dragen sterk bij tot de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Zij gaan vaak gepaard met andere stereotypen, zoals die op grond van ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, en dit kan de negatieve gevolgen van stereotypen versterken.
Kunstmatige intelligentie (KI) is een gebied van strategisch belang en een belangrijke motor van economische vooruitgang geworden, en vrouwen moeten dan ook als onderzoekers, programmeurs en gebruikers betrokken zijn bij de ontwikkeling ervan. KI kan weliswaar oplossingen aandragen voor veel maatschappelijke uitdagingen, maar dreigt genderongelijkheden te versterken. Indien algoritmen en daarmee verband houdend machinaal leren niet transparant en robuust genoeg zijn, kunnen zij gendervooroordelen waarvan programmeerders zich mogelijk niet bewust zijn of die het resultaat zijn van een specifieke gegevensselectie, herhalen, versterken of in de hand werken. Het nieuwe witboek van de Commissie over KI schetst de Europese benadering, die is gebaseerd op de waarden en grondrechten van de EU, met inbegrip van non-discriminatie en gendergelijkheid. Het volgende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, Horizon Europa, zal ook inzichten en oplossingen aanreiken voor het aanpakken van potentiële gendervooroordelen bij KI en voor het ontkrachten van genderstereotypen op alle sociale, economische en culturele gebieden, door de ontwikkeling van objectief, empirisch onderbouwd beleid te ondersteunen.
De media en de culturele sector hebben veel invloed op de overtuigingen, de waarden en het wereldbeeld van mensen, en zijn dus belangrijke aanvullende kanalen voor het veranderen van attitudes en het bestrijden van stereotypen. De Commissie zal projecten die gendergelijkheid bevorderen, blijven steunen in het kader van Creatief Europa, onder meer via Music Moves Europe, en zal een strategie voor gendergelijkheid in de audiovisuele industrie voorstellen als onderdeel van het volgende subprogramma MEDIA , met inbegrip van financiële ondersteuning, gestructureerde dialoog, en begeleiding en opleiding voor vrouwelijke filmmakers, producenten en scenarioschrijvers.
De Commissie zal een communicatiecampagne voor de hele EU opzetten ter bestrijding van genderstereotypen. Daarin zullen met een intersectionele benadering en een focus op betrokkenheid van jongeren alle aspecten van het leven worden behandeld, in samenwerking met de lidstaten.
Naast de hierboven genoemde acties van de Commissie verzoekt de Commissie:
-de Raad:
·de toetreding van de EU tot het verdrag van Istanbul af te ronden en te zorgen voor een snelle ratificatie door de EU.
-de lidstaten:
·het verdrag van Istanbul te ratificeren en uit te voeren;
·het IAO-verdrag betreffende de uitbanning van geweld en intimidatie in de wereld van werk te ratificeren en uit te voeren;
·de richtlijn slachtofferrechten, de richtlijn seksueel misbruik van kinderen en ander relevant EU-recht ter bescherming van slachtoffers van gendergerelateerd geweld uit te voeren;
·systematisch gegevens over gendergerelateerd geweld te verzamelen en te rapporteren; en
·het maatschappelijk middenveld en openbare diensten te ondersteunen bij het voorkomen en bestrijden van gendergerelateerd geweld en genderstereotypering, onder meer met behulp van EU-middelen die beschikbaar zijn in het kader van het programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden (2021-2027).
|
2.
Slagen in een gendergelijke economie
Een welvarend en sociaal Europa is afhankelijk van ons allen. Vrouwen en mannen moeten in al hun diversiteit gelijke kansen krijgen om te slagen en economisch onafhankelijk te zijn, een gelijke beloning voor gelijkwaardige arbeid krijgen, gelijke toegang hebben tot financiering en een eerlijk pensioen ontvangen. Vrouwen en mannen moeten ook op voet van gelijkheid zorgtaken vervullen en financiële verantwoordelijkheden dragen.
Genderkloven op de arbeidsmarkt dichten
Een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen heeft een sterk en positief effect op de economie, met name in de context van een krimpende beroepsbevolking en tekorten aan vaardigheden. Zij geeft vrouwen ook de mogelijkheid hun eigen leven vorm te geven, een rol te spelen in het openbare leven en economisch onafhankelijk te zijn.
De arbeidsparticipatie van vrouwen in de EU is vandaag hoger dan ooit, maar veel vrouwen ondervinden nog steeds belemmeringen om tot de arbeidsmarkt toe te treden en zich daar staande te houden. Sommige vrouwen zijn structureel ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt, vaak als gevolg van de intersectie van gender met aanvullende omstandigheden die hen kwetsbaar maken of marginaliseren, zoals het behoren tot een etnische of religieuze minderheid of het hebben van een migrantenachtergrond.
Het verbeteren van het evenwicht tussen werk en privéleven van werknemers is een van de manieren om de genderkloven op de arbeidsmarkt aan te pakken. Beide ouders moeten zich verantwoordelijk en gerechtigd voelen als het om gezinszorg gaat. De richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voorziet in minimumnormen voor verlof en flexibele werkregelingen voor ouders of mantelzorgers, en bevordert de gelijke verdeling van zorgtaken tussen ouders. De Commissie zal ervoor zorgen dat de lidstaten deze richtlijn correct omzetten en uitvoeren, opdat mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen om zowel persoonlijk als professioneel te slagen, en zij verzoekt de lidstaten om bij de herziening van hun beleid verder te gaan dan deze minimumnormen. Zij moeten daarnaast zorgen voor hoogwaardige oplossingen die ook dunner bevolkte gebieden in Europa ten goede komen, bijvoorbeeld waar het gaat om kinderopvang. De Commissie zal zelf ook stimuleren en controleren dat al haar werknemers in gelijke mate gebruikmaken van flexibele werkregelingen
.
De uitdagingen op het gebied van gendergelijkheid in de lidstaten, met name op het gebied van de arbeidsmarkt, sociale inclusie en onderwijs, zullen ook in de toekomst in het kader van het Europees semester worden gemonitord. Via het sociaal scorebord wordt in het kader van het Europees semester ook toegezien op deze onderdelen van de Europese pijler van sociale rechten. Vanaf de semestercyclus 2019-2020 dragen de landenverslagen van het semester bij aan het monitoren van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), onder meer op het gebied van gendergelijkheid (SDG 5), en van de manier waarop het economisch en werkgelegenheidsbeleid deze kan helpen verwezenlijken.
Het steunprogramma voor structurele hervormingen kan de lidstaten ondersteunen bij gendermainstreaming in het openbaar bestuur, de overheidsbegroting en het financieel beheer. Daarnaast kan het bijdragen aan de nationale structurele hervormingen in de lidstaten om de arbeidsparticipatiekloof tussen mannen en vrouwen te dichten en het grotere aandeel van vrouwen in armoede, met name op oudere leeftijd, aan te pakken.
Sociale en economische beleidsmaatregelen, en belastings- en socialebeschermingsstelsels mogen structurele ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op basis van traditionele genderrollen in werk en privéleven niet bestendigen. De Commissie zal voor de lidstaten richtsnoeren opstellen over de wijze waarop nationale belastings- en uitkeringsstelsels van invloed kunnen zijn op financiële stimulerende of ontmoedigende prikkels voor tweede verdieners.
Het versterken van de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt betekent ook dat hun de mogelijkheid wordt geboden om zich als investeerders en ondernemers waar te maken. Het cohesiebeleid van de EU ondersteunt ondernemerschap van vrouwen, hun (her)integratie op de arbeidsmarkt en gendergelijkheid in specifieke, traditioneel mannelijke sectoren. In het kader van de Europese Innovatieraad van Horizon Europa zullen gerichte maatregelen worden ontwikkeld ter bevordering van de participatie van vrouwen aan innovatie, met inbegrip van een proefproject ter bevordering van door vrouwen geleide startups en innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen in 2020. De Commissie zal ook bevorderen dat vrouwen besluitvormingsposities bekleden bij private equity- en durfkapitaalfondsen. Daarnaast zal zij steun verlenen aan fondsen die met gendergediversifieerde portefeuilles investeren in het kader van het InvestEU-programma, om particuliere en publieke investeringen in Europa te mobiliseren voor meer duurzame, inclusieve en innovatieve groei.
Gelijke participatie in verschillende sectoren van de economie
Hoewel er in Europa meer vrouwen universitair afgestudeerd zijn dan mannen, zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in beter betaalde beroepen. Meer vrouwen dan mannen werken in laagbetaalde banen en sectoren, en in lagere functies
. Discriminerende sociale normen en stereotypen inzake de vaardigheden van vrouwen en mannen, en de onderwaardering van het werk van vrouwen zijn enkele van de factoren die daaraan bijdragen.
De digitale transitie is in dit verband van het grootste belang. Door de snelle transformatie en digitalisering van de economie en de arbeidsmarkt zijn momenteel voor 90% van de banen digitale basisvaardigheden vereist
. Vrouwen vertegenwoordigen slechts 17% van de mensen die in de EU een studie doen of loopbaan hebben op het gebied van ICT en slechts 36% van de afgestudeerden in STEM-vakken, terwijl meisjes op het gebied van digitale geletterdheid beter scoren dan jongens
. Deze kloof en deze paradox zullen worden behandeld in het geactualiseerde actieplan voor digitaal onderwijs en bij de uitvoering van de ministeriële toezeggingsverklaring “Women in Digital”. Het scorebord “Women in Digital” zal systematischer worden gebruikt.
De bijgewerkte vaardighedenagenda voor Europa zal horizontale segregatie, stereotypering en genderkloven in onderwijs en opleiding helpen aanpakken. Het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding zal bijdragen tot het verbeteren van het genderevenwicht in beroepen die traditioneel gedomineerd worden door vrouwen of mannen, en zal genderstereotypen aanpakken. Ook in het kader van de versterkte jongerengarantie zal specifiek aandacht worden besteed aan vrouwen die geen onderwijs of opleiding volgen of geen werk hebben, teneinde gelijke kansen te waarborgen.
In de komende mededeling van de Commissie over de Europese onderwijsruimte zal gendergelijkheid als een van de sleutelelementen gepresenteerd. Het hernieuwde strategische kader voor gendergelijkheid in de sport moet ertoe leiden dat meer vrouwen en meisjes aan sport en lichaamsbeweging gaan doen, en zal gendergelijkheid in leidinggevende functies binnen sportorganisaties bevorderen.
De loon- en pensioenkloof tussen mannen en vrouwen aanpakken
Het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid is sinds 1957 in de Verdragen verankerd en in het EU-recht vertaald. Het zorgt ervoor dat er in het geval van discriminatie rechtsmiddelen voorhanden zijn. Toch verdienen vrouwen gemiddeld nog steeds minder dan mannen. De tijdens het leven opgebouwde arbeidsparticipatiekloof en loonverschillen tussen mannen en vrouwen leiden tot een nog grotere pensioenkloof, waardoor oudere vrouwen meer risico lopen op armoede dan oudere mannen.
Om de loonkloof tussen mannen en vrouwen weg te werken, moeten alle onderliggende oorzaken worden aangepakt, waaronder de lagere participatie van vrouwen aan de arbeidsmarkt, onzichtbaar en onbetaald werk, het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken en hun loopbaan vaker onderbreken, alsook verticale en horizontale segregatie op basis van genderstereotypen en discriminatie.
Wanneer informatie over beloningsniveaus beschikbaar is, is het gemakkelijker om kloven en discriminatie op te sporen. Wegens gebrek aan transparantie weten veel vrouwen niet dat zij onderbetaald worden of kunnen zij dat niet bewijzen. Eind 2020 zal de Commissie voorstellen indienen voor bindende maatregelen op het gebied van loontransparantie.
Een dergelijk initiatief zal de rechten van werknemers om meer informatie over beloningsniveaus te krijgen, versterken, maar kan ook administratieve lasten voor de werkgevers meebrengen. Om bij dit soort EU-maatregelen het juiste evenwicht te vinden is het van het grootste belang om de sociale partners en de nationale overheden te raadplegen. De Commissie heeft het bestaande kader voor gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid grondig geëvalueerd. De Commissie paart de goedkeuring van deze strategie aan een brede en inclusieve raadplegingsprocedure voor het brede publiek, de lidstaten en de sociale partners. Meer in het algemeen zal de Commissie opnieuw met de sociale partners in overleg gaan over de manier waarop meer gendergelijkheid in de arbeidswereld kan worden bereikt, ook binnen hun eigen kaders, en zal zij hen aanmoedigen om de arbeidsparticipatiekloof en de loonkloof tussen mannen en vrouwen krachtiger aan te pakken.
Lagere lonen, een hogere concentratie in deeltijdwerk en loopbaankloven die verband houden met de zorgtaken van vrouwen, dragen in aanzienlijke mate bij aan de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen. In het verslag over de toereikendheid van de pensioenen van 2021 zal de Commissie samen met het comité voor sociale bescherming van de Raad nagaan hoe in pensioenstelsels risico’s en middelen tussen vrouwen en mannen worden verdeeld. Om pensioenrechten te beschermen en een gelijke verdeling van de zorgtaken tussen vrouwen en mannen te bevorderen, zal de Commissie samen met de lidstaten en belanghebbenden de verstrekking van pensioenkredieten voor zorggerelateerde loopbaanonderbrekingen in het kader van bedrijfspensioenregelingen onderzoeken, zoals aanbevolen door de Groep op hoog niveau inzake pensioenen.
De zorgkloof tussen mannen en vrouwen dichten
Een succesvolle baan combineren met zorgtaken thuis, is een uitdaging waarvoor vrouwen zich gesteld zien. Vrouwen stemmen zowel hun besluit om te werken als hoe zij werken, vaak af op hun zorgtaken en op de vraag of en hoe deze taken met een partner worden gedeeld. Dit is met name een uitdaging voor alleenstaande ouders, van wie de meesten vrouwen zijn, en voor mensen die in afgelegen plattelandsgebieden wonen waardoor er dikwijls geen ondersteuning beschikbaar is. Vrouwen nemen ook een onevenredige deel van onbetaald werk voor hun rekening, dat een aanzienlijk deel van de economische activiteit uitmaakt.
Een gelijke verdeling van zorgtaken thuis is van cruciaal belang, net als de beschikbaarheid van kinderopvang, sociale zorg en huishoudelijke diensten, met name voor alleenstaande ouders. Onvoldoende toegang tot goede en betaalbare formele zorg is een van de belangrijkste oorzaken van genderongelijkheid op de arbeidsmarkt. Investeren in zorgdiensten is dan ook belangrijk om de participatie van vrouwen aan betaald werk en hun professionele ontwikkeling te ondersteunen. Het zou ook banen kunnen opleveren voor zowel vrouwen als mannen.
De Barcelona-doelstellingen inzake de verstrekking van onderwijs aan jonge kinderen en opvangregelingen voor kinderen worden in de meeste gevallen gehaald, maar sommige lidstaten lopen aanzienlijk achter. De Commissie zal daarom voorstellen de Barcelona-doelstellingen te herzien om te zorgen voor een verdere opwaartse convergentie tussen de lidstaten op het gebied van onderwijs en opvang voor jonge kinderen. Bovendien zal het voorstel van de Commissie voor een kindergarantie in 2021 gericht zijn op de belangrijkste belemmeringen die kinderen verhinderen toegang te krijgen tot de voor hun welzijn en persoonlijke ontwikkeling noodzakelijke diensten, teneinde de armoedecyclus te doorbreken en de ongelijkheid te verminderen.
De Commissie zal de werkzaamheden van de lidstaten ter verbetering van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van hoogwaardige zorgdiensten voor kinderen en andere afhankelijke personen blijven ondersteunen door middel van investeringen in het kader van het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het InvestEU-programma en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.
Eind 2020 zal de Commissie het raadplegingsproces starten voor een groenboek over vergrijzing, met bijzondere aandacht voor langdurige zorg, pensioenen en actief ouder worden.
Naast de hierboven genoemde acties van de Commissie verzoekt de Commissie de lidstaten:
·de richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven om te zetten en het gendergelijkheids- en arbeidsrecht van de EU naar behoren ten uitvoer te leggen;
·te zorgen voor follow-up van de conclusies van de Raad van juni 2019 “Dichten van de loonkloof tussen mannen en vrouwen: kernbeleid en kernmaatregelen”;
·te zorgen voor adequate investeringen in onderwijs, opvang en langdurige zorg voor jonge kinderen, onder meer met de beschikbare EU-financiering; en
·de ministeriële toezeggingsverklaring “Women in Digital” uit te voeren.
|
3.
In gelijke mate leiding geven binnen de hele samenleving
Bedrijven, gemeenschappen en landen moeten worden geleid door zowel vrouwen als mannen, in al hun diversiteit. Of iemand een vrouw of een man is, mag niet van invloed zijn op de carrière die zij of hij nastreeft.
Naar een genderevenwicht in besluitvorming en politiek
Er zijn nog veel te weinig vrouwen in leidinggevende functies – in de politiek, bij overheidsinstanties, bij de hoogste rechterlijke instanties of in raden van bestuur van bedrijven. Dat is zelfs het geval als er op de lagere niveaus sprake is van gendergelijkheid. Indien de hoogste functies gedurende lange tijd uitsluitend door mannen worden bekleed, schept dit het aanwervingspatroon voor opvolgers, dat soms alleen het gevolg is van onbewuste vooroordelen.
De vertegenwoordiging van zowel vrouwen als mannen is van cruciaal belang voor succesvol leiderschap. Inclusief en divers leiderschap is nodig om de complexe uitdagingen aan te gaan waarmee beleidsmakers momenteel worden geconfronteerd . Meer inclusie en meer diversiteit zijn van essentieel belang om nieuwe ideeën en innovatieve benaderingen naar voren te brengen die een dynamische en florerende samenleving van de EU ten goede komen. Het feit dat burgers van alle achtergronden op een zinvolle manier kunnen deelnemen aan de samenleving is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionerende democratie en leidt tot een effectievere beleidsvorming.
Een breed scala aan talenten en vaardigheden draagt bij tot betere besluitvorming en beter ondernemingsbestuur, en stimuleert de economische groei.
Ondanks enige vooruitgang in de afgelopen jaren blijft er sprake van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de besluitvormingsposities binnen Europese ondernemingen en industrieën.
Om het glazen plafond te helpen doorbreken, zal de Commissie aandringen op de goedkeuring van het in 2012 ingediende voorstel voor een richtlijn inzake de verbetering van de man-vrouwverhouding bij niet-uitvoerende bestuurders, waarin als doel wordt gesteld dat van de niet-uitvoerende bestuursleden ten minste 40% van het ondervertegenwoordigde geslacht moet zijn.
Daarnaast zal de Commissie de uitwisseling van goede praktijken voor de aanpak van het evenwicht tussen mannen en vrouwen in raden van bestuur en leidinggevende functies faciliteren, waarbij nationale of regionale projecten van overheden, het maatschappelijk middenveld of de particuliere sector als voorbeeld zullen worden gesteld. Het EU-platform voor diversiteitshandvesten
zal dienen als platform voor de uitwisseling. De Commissie zal blijven samenwerken met EU-brede projecten, zoals de Europese genderdiversiteitsindex.
Gelijke kansen op deelname zijn van essentieel belang voor de representatieve democratie op alle niveaus: Europees, nationaal, regionaal en lokaal. De Commissie zal de deelname van vrouwen als kiezers en kandidaten aan de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2024 bevorderen, in samenwerking met het Europees Parlement, de nationale parlementen, de lidstaten en het maatschappelijk middenveld, onder meer door financiering en de bevordering van beste praktijken. Europese politieke partijen die om EU-financiering verzoeken, worden aangemoedigd om transparant te zijn over de genderbalans van de politieke partijen die bij hen zijn aangesloten.
Ook EU-instellingen en -organen dienen te zorgen voor genderevenwicht in leidinggevende posities. De Commissie zal het goede voorbeeld geven. Dankzij de krachtige oproep van voorzitter Von der Leyen om in het college van commissarissen genderpariteit tot stand te brengen, heeft de Commissie nu het hoogste aantal vrouwelijke leden ooit. De Commissie streeft ernaar om tegen eind 2024 op al haar managementniveaus een genderevenwicht van 50 % te bereiken. De ondersteunende maatregelen zullen kwantitatieve doelstellingen omvatten voor het benoemen van vrouwen en leiderschapsontwikkelingsprogramma’s voor vrouwen. De Commissie zal ook meer inspanningen leveren om tot een groter aandeel vrouwelijke managers binnen de EU-agentschappen te komen. Wanneer zij conferenties organiseert, zal zij zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen onder de sprekers en panelleden.
De Commissie zal de lidstaten ondersteunen bij het ontwikkelen en uitvoeren van doeltreffender strategieën om het aantal vrouwen in besluitvormingsposities te verhogen, onder meer via het programma voor wederzijds leren over gendergelijkheid. De Commissie zal in samenwerking met het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) ook gegevens en analyses verspreiden over de trends inzake de vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in besluitvormingsposities.
Naast de hierboven genoemde acties van de Commissie verzoekt de Commissie:
-het Europees Parlement en de Raad:
·het voorstel voor een richtlijn inzake de verbetering van de man-vrouwverhouding bij niet-uitvoerende bestuurders aan te nemen; en
·maatregelen te nemen om het genderevenwicht op al hun managementniveaus en in leidinggevende functies te verbeteren.
-de lidstaten:
·de richtlijn inzake de verbetering van de man-vrouwverhouding bij niet-uitvoerende bestuurders om te zetten en uit te voeren, zodra zij is aangenomen; en
·strategieën te ontwikkelen en uit te voeren om het aantal vrouwen in besluitvormingsposities in de politiek en beleidsvorming te verhogen.
|
4.
Gendermainstreaming en een intersectioneel perspectief bij het EU-beleid
Alle belangrijke uitdagingen waar de EU momenteel voor staat, waaronder de groene en de digitale transitie, en demografische veranderingen, hebben een genderdimensie. De integratie van een genderperspectief in alle beleidsmaatregelen en processen van de EU is essentieel voor de doelstelling van gendergelijkheid.
Gendermainstreaming zorgt ervoor dat beleid en programma’s het potentieel van alle vrouwen en mannen, meisjes en jongens, in al hun diversiteit maximaliseren. Het doel is om macht, invloed en middelen eerlijk en op gendergelijke wijze te herverdelen, ongelijkheid aan te pakken, eerlijkheid te bevorderen en kansen te creëren.
De Commissie zal een genderperspectief opnemen in alle belangrijke initiatieven die zij tijdens het huidige mandaat ontplooit. Dit streven wordt gefaciliteerd door de benoeming van de eerste commissaris voor Gelijkheid, als een afzonderlijke portefeuille, en door de oprichting van een taskforce Gelijkheid die bestaat uit vertegenwoordigers van alle diensten van de Commissie en van de Europese Dienst voor extern optreden. De taskforce zal zorgen voor de tenuitvoerlegging van de gelijkheidsmainstreaming, met inbegrip van gendergelijkheid, op operationeel en technisch niveau.
Zo kan toekomstig beleid in het kader van de Europese Green Deal, zoals de renovatiegolf voor gebouwen of de EU-strategie voor de aanpassing aan klimaatverandering, voor vrouwen anders uitpakken dan voor mannen. Wat klimaatverandering betreft, hebben met name jonge vrouwen een opmerkelijke rol gespeeld door het voortouw te nemen bij het streven naar verandering. Vrouwen en mannen dragen niet in gelijke mate de gevolgen van het groene beleid voor de aanpak van de klimaatverandering (als klimaatvluchteling hebben vrouwen minder mogelijkheden), de schone transitie (er kampen meer vrouwen met energiearmoede) en emissievrij vervoer (meer vrouwen gebruiken het openbaar vervoer). Voor het benutten van het volledige potentieel van dat beleid, kan het dan ook van doorslaggevend belang zijn om rekening te houden met de genderdimensie.
Een ander voorbeeld is de digitalisering, die ons leven en dat van onze kinderen fundamenteel zal veranderen. Bij die transitie is het van cruciaal belang dat vrouwen die toekomst helpen op te bouwen en dat veel meer meisjes dan nu het geval is, IT-vaardigheden verwerven om een rol te kunnen spelen bij het vormgeven van de digitale wereld van morgen.
Wat de gezondheidszorg betreft, ervaren vrouwen en mannen genderspecifieke gezondheidsrisico’s. Er zal een genderdimensie worden opgenomen in het EU-actieplan voor kankerbestrijding, dat in 2020 zal worden gelanceerd. Regelmatige uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten en de belanghebbenden over de genderaspecten van gezondheid zal worden vergemakkelijkt, onder meer inzake seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
In de EU-agenda inzake drugs 2021-2025, die in 2020 zal worden aangenomen, zal worden ingegaan op genderspecifieke problemen waarmee vrouwen en meisjes te maken krijgen op het gebied van drugmisbruik.
Op alle beleidsterreinen van de EU zal rekening worden gehouden met de intersectionaliteit tussen gender en andere discriminatiegronden. Vrouwen vormen een heterogene groep en kunnen worden geconfronteerd met intersectionele discriminatie op basis van verschillende persoonlijke kenmerken. Zo is het mogelijk dat een vrouwelijke migrant met een handicap op drie of meer gronden wordt gediscrimineerd. Het EU-recht en -beleid en de uitvoering daarvan moeten daarom inspelen op de specifieke behoeften en omstandigheden van vrouwen en meisjes in verschillende groepen. Het komende actieplan voor integratie en inclusie, en de strategische EU-kaders inzake handicap, LGBTI+, integratie van de Roma en kinderrechten zullen aan deze strategie en aan elkaar worden gekoppeld. Bovendien zal het intersectionele perspectief altijd in aanmerking worden genomen bij het beleid inzake gendergelijkheid.
5.
Financiering van acties ter bevordering van gendergelijkheid in de EU
De voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader (MFK) zorgen voor de integratie van een genderdimensie in het financieel kader, en meer specifiek in uiteenlopende EU-financierings- en begrotingsgarantie-instrumenten, zoals het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Creatief Europa, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, het Cohesiefonds en het InvestEU-programma. De financiering zal acties ondersteunen ter bevordering van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen en het evenwicht tussen werk en privéleven, en zorgen voor investeringen in zorgfaciliteiten, ondersteuning van vrouwelijk ondernemerschap, bestrijding van gendersegregatie in bepaalde beroepen en de aanpak van de onevenwichtige vertegenwoordiging van meisjes en jongens in bepaalde sectoren van onderwijs en opleiding.
De voorgestelde verordening gemeenschappelijke bepalingen bevat specifieke “randvoorwaarden”, op grond waarvan een lidstaat over een nationaal strategisch kader voor gendergelijkheid moet beschikken als voorwaarde om de fondsen te kunnen gebruiken om te investeren in een beter genderevenwicht op de arbeidsmarkt, het evenwicht tussen werk en privéleven of de infrastructuur voor kinderopvang. Een andere horizontale “randvoorwaarde” voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten omvat gendergelijkheid als een van de belangrijkste beginselen en is van toepassing op alle investeringen in het kader van deze verordening.
Via het programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden zal worden voorzien in specifieke financiering voor projecten ten behoeve van maatschappelijke organisaties en overheidsinstellingen die specifieke acties uitvoeren, waaronder het voorkomen en bestrijden van gendergerelateerd geweld. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan vrouwen en meisjes op het gebied van asiel en migratie. Via het Fonds voor asiel en migratie zal de Commissie de lidstaten aanmoedigen gerichte acties te ondernemen ter ondersteuning van de specifieke behoeften van vrouwen in de asielprocedure, alsook acties die de integratie van vrouwen in de nieuwe samenleving ondersteunen. Voorts zal het fonds krachtiger bescherming van kwetsbare groepen mogelijk maken, waaronder vrouwen die het slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld in asiel- en migratiesituaties.
Op het gebied van onderzoek en innovatie zal de Commissie nieuwe maatregelen nemen om de gendergelijkheid in Horizon Europa te versterken, zoals de mogelijkheid om van aanvragers een gendergelijkheidsplan te eisen en een initiatief om het aantal door vrouwen geleide technostarters te verhogen. Ook zal financiering beschikbaar worden gesteld voor onderzoek op het gebied van gender en intersectionaliteit.
Er zullen ook financieringsmogelijkheden zijn om de kennis van vrouwen over ondernemerschap en hun deelname aan de besluitvorming te vergroten, en om te investeren in de ontwikkeling van basisdiensten in plattelandsgebieden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Met het oog op het versterken van de positie van vrouwen is een nieuwe oproep voor vrouwen in de “blauwe economie” gepland als onderdeel van het volgende Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij voor 2021-2027.
Een inclusie- en diversiteitsstrategie voor het toekomstige Erasmus+-programma zal een leidraad bieden voor de manier waarop het programma de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen in alle sectoren van onderwijs en opleiding, jeugd en sport kan helpen aanpakken.
De richtsnoeren van de Commissie inzake maatschappelijk verantwoorde overheidsopdrachten zullen discriminatie bestrijden en gendergelijkheid in openbare aanbestedingen bevorderen.
In overeenstemming met herhaalde oproepen van verschillende lidstaten en het Europees Parlement zal de Commissie kijken naar de genderimpact van haar activiteiten en naar de manier waarop de uitgaven in verband met gendergelijkheid op programmaniveau in het MFK 2021-2027 kunnen worden gemeten. De resultaten van de onlangs gestarte audit van de Europese Rekenkamer inzake gendermainstreaming in de EU-begroting ter bevordering van gelijkheid zullen hieraan bijdragen. Dit zal de gendermainstreaming in het begrotingsproces van de Commissie verbeteren, waardoor de beleidsvorming en middelentoewijzing nog sterker zullen bijdragen aan de doelstellingen inzake gendergelijkheid.
6.
Gendergelijkheid en het versterken van de positie van vrouwen in de hele wereld
Genderongelijkheid is een wereldwijd probleem. Gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen vormen een kerndoelstelling van het externe optreden van de EU. Het is belangrijk dat het interne en externe optreden van de EU op dit gebied coherent zijn en elkaar wederzijds versterken. De EU bevordert gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen in haar internationale partnerschappen, politieke en mensenrechtendialogen met derde landen, het EU-handelsbeleid en het nabuurschaps- en uitbreidingsbeleid van de EU, onder meer in het kader van de toetredingsonderhandelingen en het stabilisatie- en associatieproces. Bovendien worden gendergerelateerde maatregelen opgenomen in de acties van de EU in precaire, conflict- en noodsituaties.
Het actieplan inzake gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in de externe betrekkingen (2016-2020) (GAPII) is gericht op het beëindigen van geweld tegen vrouwen en meisjes, het bevorderen van de economische en sociale positie van vrouwen en het waarborgen van hun mensenrechten, politieke rechten en burgerrechten. Voortbouwend op de resultaten en de opgedane ervaring zal 2020 GAP III worden gelanceerd, met een alomvattende aanpak die met de prioriteiten van deze strategie zal stroken door alle relevante elementen ervan in het externe optreden van de EU te integreren.
De EU zal doorgaan met het steunen van de mensenrechten van vrouwen, de verdedigers ervan, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, en inspanningen om seksueel en gendergerelateerd geweld in de hele wereld tegen te gaan, ook in precaire, conflict- en noodsituaties. De EU heeft het Spotlight-initiatief gelanceerd, een gezamenlijk mondiaal EU-VN-programma, met een totale EU-toewijzing van 500 miljoen EUR voor het uitbannen van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes. De EU zal in 2020 de campagne #WithHer starten, die is opgezet voor het tegengaan van de schadelijke gendernormen en stereotypen die geweld tegen vrouwen wereldwijd in stand houden. De EU zal in 2020 het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie (2020-2024) aannemen. De EU zal ook doorgaan met de uitvoering van de strategische aanpak en het actieplan van de EU inzake vrouwen, vrede en veiligheid 2019-2024.
De Commissie zal gendergelijkheid actief blijven bevorderen via haar handelsbeleid, onder meer door zich actief voor deze kwestie in te zetten binnen de Wereldhandelsorganisatie. Zij zal naar geslacht uitgesplitste gegevens blijven verzamelen om ervoor te zorgen dat handelsgerelateerde aspecten van gender adequaat aan bod komen in handelsovereenkomsten en dat rekening wordt gehouden met gendereffecten in handelsinitiatieven.
In partnerlanden zal de EU gebruikmaken van het plan voor externe investeringen ter bevordering van het ondernemerschap en de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. Zo streeft de faciliteit voor financiële inclusie van vrouwen alleen al naar het aantrekken van 100 miljoen EUR voor de toegang van vrouwen tot financiering. De EU-strategie voor Afrika van 2020 zal ook gericht zijn op gendergelijkheid en de versterking van de positie van de vrouw.
In het externe beleid van de EU wordt gendermainstreaming in het begrotingsproces gebruikt door ervoor te zorgen dat 85 % van alle nieuwe programma’s bijdraagt aan gendergelijkheid en de versterking van de positie van de vrouw.
SAMENWERKEN VOOR EEN GENDERGELIJK EUROPA
Het bereiken van gendergelijkheid in de Europese Unie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daartoe moeten alle lidstaten, instellingen en agentschappen van de EU samenwerken, in partnerschap met het maatschappelijk middenveld en vrouwenorganisaties, de sociale partners en de particuliere sector.
Het Europees Parlement en de Raad hebben blijk gegeven van hun betrokkenheid ten aanzien van gendergelijkheid in verschillende resoluties en conclusies waarin de Commissie wordt verzocht een Europese strategie voor gendergelijkheid vast te stellen en gendermainstreaming op alle beleidsterreinen te versterken.
De EU-instellingen en de lidstaten moeten nauwer samenwerken met het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van bewegingen en organisaties van vrouwen, internationale organisaties en regeringen, om op het gebied van gendergelijkheid vooruitgang te boeken en mondiaal koploper te blijven.
De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op om tijdig werk te maken van de bestaande en komende voorstellen van de Commissie. De lidstaten moeten gebruik maken van alle instrumenten waarover zij beschikken, met name de mogelijkheden voor financiële steun van de EU, en zorgen voor verbetering op het gebied van gendergelijkheid.
De belangrijkste acties die in het kader van deze strategie worden gepresenteerd, zullen regelmatig worden geactualiseerd en aangevuld. De uitvoering ervan zal worden gemonitord en over de vooruitgang zal jaarlijks verslag worden uitgebracht. Deze verslagen zullen dienen als jaarlijkse politieke inventarisatie van de geboekte vooruitgang. Naast voorbeelden van goede praktijken in de lidstaten zullen de jaarverslagen ook relevante gegevens bevatten, onder meer van Eurostat en Eurofound, alsook indicatoren voor het meten van de vooruitgang, voortbouwend op de jaarlijkse EU-gendergelijkheidsindex van het EIGE. Het EIGE zal ook gegevens en onderzoeksresultaten aanleveren als input voor empirisch onderbouwde beleidsvorming van de EU-instellingen en de lidstaten.
Door samen te werken, kunnen we tegen 2025 reële vooruitgang boeken bij de totstandbrenging van een Europa waarin vrouwen en mannen, meisjes en jongens, in al hun diversiteit, gelijk zijn, waar zij vrij zijn om hun weg te kiezen in het leven, waar zij gelijke kansen op succes hebben, en waar zij op voet van gelijkheid kunnen deelnemen en leiding geven aan onze Europese samenleving.