Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020BP1866

Resolutie (EU) 2020/1866 van het Europees Parlement van 14 mei 2020 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) voor het begrotingsjaar 2018

PB L 417 van 11.12.2020, p. 86–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2020/1866/oj

11.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 417/86


RESOLUTIE (EU) 2020/1866 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 14 mei 2020

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) voor het begrotingsjaar 2018

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2018,

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het advies van de Commissie vervoer en toerisme

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0066/2020),

A.

overwegende dat de definitieve begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (“het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2018 volgens zijn financiële staten (1)106 777 232,65 EUR bedroeg, wat neerkomt op een toename met 23,76 % ten opzichte van 2017; overwegende dat de toename voornamelijk verband hield met het verruimde mandaat van het Agentschap; overwegende dat de begroting van het Agentschap volledig afkomstig is uit de begroting van de Unie (2);

B.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2018 (“het verslag van de Rekenkamer”) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Begroting en financieel beheer

1.

stelt met tevredenheid vast dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2018 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 99,02 %, oftewel een lichte stijging met 0,98 % ten opzichte van 2017, en dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 92,84 % bedroeg, oftewel een daling met 3,41 %;

Functioneren

2.

stelt vast dat het Agentschap gebruikmaakt van een aantal specifieke kernprestatie-indicatoren (KPI’s) om de uitvoering van zijn jaarlijkse werkprogramma te meten en dat de evaluatie van het Agentschap het belangrijkste instrument is om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen; neemt kennis van het prestatiebeheersysteem van het Agentschap, waarin zowel de meerjarige doelstellingen als de driemaandelijkse KPI’s voor de periodieke monitoring van de uitvoering van de jaarlijkse werkprogramma’s zijn opgenomen; merkt op dat het Agentschap alleen het uitvoeringspercentage van de begroting gebruikt als belangrijkste KPI ter verbetering van zijn begrotingsbeheer;

3.

merkt op dat de KPI’s van het Agentschap inzake continuïteit en kwaliteit van zijn externe diensten over het geheel genomen aan hun respectieve doelstellingen hebben voldaan, en dat zijn kwaliteitssysteem voor bezoeken en inspecties is uitgebreid;

4.

spoort het Agentschap ertoe aan de aanbevelingen van de Rekenkamer uit te voeren;

5.

stelt vast dat het Agentschap nauw samenwerkt met andere EU-agentschappen, zoals het Europees Bureau voor visserijcontrole en het Europees Grens- en kustwachtagentschap voor de Europese kustwachtfunctie; spoort het Agentschap ten zeerste aan om te streven naar verdere en bredere samenwerking met alle agentschappen van de Unie;

6.

merkt op dat het Agentschap, na de goedkeuring van de onafhankelijke externe evaluatie van de uitvoering van de oprichtingsverordening van het Agentschap in 2017, in maart 2018 zijn actieplan heeft gepresenteerd; stelt met tevredenheid vast dat er acties, potentiële risico’s en risicobeperkende maatregelen zijn vastgesteld, alsook een tijdschema voor de uitvoering en een realistisch budgettair effect;

7.

spoort het Bureau ertoe aan zijn diensten verder te digitaliseren;

8.

stelt vast dat de vertraging bij de verrichtingen voor de op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in verband met Europese samenwerking op het gebied van kustwachttaken, die is opgelopen wegens technische problemen en aanhoudende moeilijkheden om van nationale autoriteiten de nodige vliegvergunningen te krijgen, heeft geleid tot een begrotingswijziging waarbij de EU-subsidie werd verlaagd en 6 miljoen EUR aan betalingskredieten werd teruggegeven aan de Commissie; stelt vast dat deze verlaging ontoereikend is gebleken wegens verdere vertragingen als gevolg van technische problemen en slecht weer, met een lager verbruik van betalingskredieten tot gevolg; sluit zich aan bij de aanbeveling van de raad van bestuur dat het Agentschap het risico dat voortvloeit uit de problemen met de vliegvergunningen moet aanpakken met het oog op een volledige uitvoering van de begroting;

9.

is ingenomen met de directe steun van het Agentschap aan de inspanningen van de lidstaten om de milieuwetgeving ten uitvoer te leggen en te handhaven, alsook met de RPAS-diensten van het Agentschap die hulp bieden bij maritieme bewakingsoperaties, zoals het toezicht op maritieme verontreiniging en emissies; meent dat het agentschap met bijkomende middelen een belangrijke rol kan spelen en de lidstaten kan helpen om scheepvaartgerelateerde milieurisico’s te beperken en de duurzaamheid van de maritieme sector te verbeteren;

10.

beseft dat dit voor het Agentschap nog maar het tweede volledige operationele jaar betreft na de uitbreiding van zijn mandaat einde 2016 en dat sommige factoren die tot begrotingswijzigingen hebben geleid niet bekend waren op het moment dat de begroting voor 2018 werd opgesteld; stelt vast dat het Agentschap begrotingswijzigingen heeft moeten doorvoeren om rekening te houden met salarisverhogingen vanwege de aanpassingscoëfficient voor Portugal;

11.

constateert met voldoening dat het Agentschap tests uitvoert met op grote hoogte vliegende pseudo-satellieten (“High Altitude Pseudo-Satellites” — HAPS) en is verheugd dat de lacune tussen satellieten en drones hierdoor wordt opgevuld;

12.

is ingenomen met de inspanningen van het Agentschap om operationele diensten, analyses, expertise en de best mogelijke technische bijstand ter beschikking te stellen in het kader van projecten van de Commissie en de lidstaten alsook ten behoeve van gebruikers in de zeevervoersector;

13.

dringt er bij het Agentschap op aan de operationele mogelijkheden van drones, HAPS en satellieten zo goed mogelijk te benutten en zo nodig aan te passen; onderstreept de veelzijdigheid van de systemen, die zowel inzetbaar moeten zijn voor reddingsoperaties op zee als voor de snelle opsporing en monitoring van verontreiniging op zee, of nog voor de noodzakelijke vervolging van illegale activiteiten zoals drugshandel, mensensmokkel en illegale visserij;

14.

stelt vast dat de raad van bestuur van het Agentschap in november 2018 een nieuw internecontrolekader heeft goedgekeurd op basis van het kader van de Commissie van 2017;

15.

stelt vast dat het Agentschap begin 2018 het toepassingsgebied van het kwaliteitsbeheersysteem inzake bezoeken en inspecties (Visits & Inspections Quality Management System, V&I QMS) heeft uitgebreid met maritieme beveiligingsinspecties en het uitvoeren van horizontale analyses; stelt met tevredenheid vast dat de jaarlijkse audit van het uitgebreide kwaliteitsbeheersysteem met succes is uitgevoerd door TUV Rheinland Portugal en dat er geen non-conformiteit werd vastgesteld;

16.

stelt vast dat er in 2018 geen belangenconflicten zijn gemeld; stelt vast dat het risicoregister overeenkomstig het risicobeheerbeleid is geactualiseerd in 2018 en dat daarbij geen kritieke risico’s zijn geconstateerd die tot een formeel voorbehoud van de ordonnateur met betrekking tot de jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring zouden kunnen leiden; stelt verder vast dat geen van de vooraf genoemde risico’s zich in 2018 daadwerkelijk heeft voorgedaan;

17.

waardeert dat het Agentschap passende controlemechanismen voor betalingen heeft opgenomen in zijn contracten;

18.

stelt vast dat de resultaten van de vijfde benchmarkingexercitie met betrekking tot het personeel vergelijkbaar zijn met die van 2017, met 20,20 % (20,42 % in 2017) van de banen gewijd aan administratieve ondersteuning en coördinatie, 71,65 % (72,08 %) aan operationele taken en 8,15 % (7,50 %) aan neutrale taken;

Personeelsbeleid

19.

stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2018 voor 98,58 % ingevuld was, aangezien 209 ambtenaren en tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 212 ambtenaren en tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (212 toegestane posten in 2017); stelt vast dat in 2018 bovendien 30 contractanten en 17 gedetacheerde nationale deskundigen voor het Agentschap hebben gewerkt; spoort het Agentschap ertoe aan onderzoek te verrichten naar het delen van personeel met andere EU-agentschappen, met bijzondere aandacht voor de mogelijkheid om administratief personeel nauwer te verbinden met andere in Lissabon gevestigde agentschappen, namelijk het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving;

20.

stelt met tevredenheid vast dat er onder het hoger leidinggevend personeel een genderevenwicht is bereikt (2 mannen en 2 vrouwen); is echter bezorgd over de onevenwichtige verhouding van mannen (44) en vrouwen (12) in de raad van bestuur;

21.

betreurt het gebrek aan informatie en details over het actieplan voor genderevenwicht bij het EMSA;

Aanbestedingsprocedures

22.

neemt aan de hand van het verslag van de Rekenkamer kennis van het feit dat het Agentschap eind 2018 de prijzen en prijsverhogingen die met de offertes van de leveranciers in rekening werden gebracht en de aan de raamcontractant gerichte rekeningen voor de aanschaf van softwarelicenties niet systematisch heeft gecontroleerd; maakt uit het antwoord van het Agentschap op dat het uitvoeringsmechanisme voor dit raamcontract geen lijst van vaste prijzen omvatte, maar dat de Commissie in plaats daarvan heeft gekozen voor een systeem met toepassing van prijsverhogingen, en dat de aannemer zijn recht heeft uitgeoefend om het contract met ingang van 12 oktober 2019 te beëindigen;

Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

23.

neemt ter kennis dat het Agentschap belangenverklaringen gebruikt en publiceert voor de leden van zijn raad van bestuur en het hoger management, en dat het Agentschap richtsnoeren over belangenconflicten heeft uitgevaardigd en regelingen voor klokkenluiders heeft ingevoerd, die een belangrijk instrument zijn om fraude, corruptie en ernstige onregelmatigheden op te sporen;

Interne controles

24.

neemt kennis van het feit dat de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie een controleverslag over “bezoeken en inspecties” bij het Agentschap heeft uitgebracht en tot de conclusie is gekomen dat de voor dit onderwerp ontworpen beheers- en controlesystemen op adequate wijze zijn ontworpen en doeltreffend worden uitgevoerd; wijst erop dat de IAS vier aanbevelingen heeft gedaan, die het Agentschap heeft aanvaard en ter harte zal nemen;

25.

stelt vast dat het Agentschap in 2018 alle actieplannen heeft uitgevoerd met betrekking tot de audit over het personeelsbeheer bij EMSA die de IAS in 2017 heeft uitgevoerd;

Overige opmerkingen

26.

neemt kennis van de inspanningen van het Agentschap om een kosteneffectieve en milieuvriendelijke werkplek te bevorderen; wijst er echter op dat het Agentschap geen aanvullende maatregelen heeft genomen om CO2-emissies terug te dringen of te compenseren;

27.

vraagt het Bureau zich te richten op de bekendmaking van de resultaten van zijn onderzoek bij de bevolking, en met de bevolking in gesprek te gaan via sociale en andere mediakanalen;

28.

verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 14 mei 2020 (3) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1)   PB C 120 van 29.3.2019, blz. 201.

(2)   PB C 120 van 29.3.2019, blz. 202.

(3)  Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0121.


Top