EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0636R(01)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wat betreft een verificatieprocedure in verband met inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement Bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders Salzburg 19–20 september 2018

COM/2018/636 final/2

Brussel, 12.9.2018

COM(2018) 636 final

2018/0336(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wat betreft een verificatieprocedure in verband met inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement

FMT:ItalicBijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders
FMT:ItalicSalzburg 19–20 september 2018


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Democratie is een van de fundamentele waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. Om de goede werking van de representatieve democratie op Europees niveau te waarborgen, is in de Verdragen bepaald dat de burgers van de Europese Unie rechtstreeks worden vertegenwoordigd in het Europees Parlement.

Politieke partijen vervullen in een representatieve democratie een wezenlijke rol, doordat zij voor een rechtstreekse band zorgen tussen de burgers en het politieke stelsel en daarmee de legitimiteit van het stelsel versterken. In artikel 10 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt bepaald dat „[d]e politieke partijen op Europees niveau bij[dragen] tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie.” In artikel 12, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie komt hetzelfde beginsel tot uiting.

In februari 2018 heeft de Commissie een aanbeveling 1 over het bevorderen van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 gepubliceerd, gericht tot de lidstaten en de Europese en nationale politieke partijen. In de aanbeveling worden de Europese politieke partijen en de nationale partijen ertoe opgeroepen transparanter te zijn over hun onderlinge banden, en wordt er bij de politieke partijen op aangedrongen dat zij eraan meewerken de burgers bewust te maken van de problematiek die op het niveau van de Unie speelt en dat zij duidelijk maken hoe zij deze tijdens de volgende legislatuur aan te pakken.

Gegevensbescherming is in de EU een grondrecht, voor de bescherming waarvan in de algemene verordening gegevensbescherming 2 strenge regels zijn opgenomen. In het bijzonder moeten persoonsgegevens op rechtmatige en behoorlijke wijze worden verwerkt.

Onlinecommunicatie maakt nauwere en meer directe interactie tussen de politieke actoren en de Europese burgers mogelijk. Tegelijkertijd ontstaat daardoor een groter risico dat persoonsgegevens van burgers in de electorale context onrechtmatig worden verwerkt. Een aantal recente gebeurtenissen duidt erop dat schending van de gegevensbeschermingsregels het democratische debat en vrije verkiezingen kan beïnvloeden, ook als het gaat om de verkiezingen voor het Europees Parlement.

Het schandaal rond Facebook en Cambridge Analytica, dat betrekking had op mogelijk onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens die de onderneming Cambridge Analytica van Facebook had verkregen, leidde in 2018 tot ernstige bezorgdheid over de impact van inbreuken op de gegevensbescherming op het verkiezingsproces. Deze specifieke zaak wordt momenteel onderzocht door onder andere het Bureau van de Information Commissioner van het Verenigd Koninkrijk, de toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming die het Europees onderzoek leidt, in samenwerking met andere Europese toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming. De Commissie houdt nauw contact met de toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming en volgt dit proces nauwlettend. Ook de Federal Trade Commission van de Verenigde Staten heeft een onderzoek naar deze zaak geopend. In het Europees Parlement is een reeks hoorzittingen gehouden over deze zaak en de impact ervan op de persoonsgegevens van personen in de Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen 3 is vastgesteld om de zichtbaarheid, de erkenning, de effectiviteit en de transparantie van Europese politieke partijen en de ermee verbonden politieke stichtingen te vergroten en hun verantwoordingsplicht te versterken. In het licht van deze verordening werd Europese politieke partijen en stichtingen die aan een aantal voorwaarden voldoen, de mogelijkheid geboden om Europese rechtspersoonlijkheid te verkrijgen door zich op Europees niveau te laten registreren en aldus toegang te krijgen tot Europese financiële steun. Deze voorwaarden houden onder meer in dat zij, zowel in hun programma als in hun optreden, de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde waarden waarop de EU berust, respecteren: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Bij de verordening is een autoriteit voor Europese politieke partijen en stichtingen opgericht, hierna „de Autoriteit”, genoemd, die tot taak heeft te zorgen voor de registratie van, het toezicht op en het opleggen van sancties aan Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, en gevallen onderzoekt waarin deze Europese fundamentele waarden mogelijk niet zijn geëerbiedigd.

Met de bestaande regels is het echter niet mogelijk om schendingen van de gegevensbeschermingsregels die het democratische debat en de vrije verkiezingen kunnen aantasten, doeltreffend te ontmoedigen en te bestraffen.

Om ervoor te zorgen dat de verkiezingen voor het Europees Parlement verlopen volgens strikte democratische regels en met volledige inachtneming van de Europese waarden van de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten, stelt de Commissie een doelgerichte wijziging van Verordening (EG) nr. 1141/2014 voor. Het voorstel maakt het mogelijk financiële sancties op te leggen aan Europese politieke partijen of stichtingen die door gebruik te maken van een inbreuk op de gegevensbeschermingsregels de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement opzettelijk beïnvloeden of trachten te beïnvloeden.

Het voorstel zal de Autoriteit ook in staat stellen vlot en doeltreffend te werk te gaan, door te bepalen dat zij haar eigen personeel kan toewijzen en de directeur het tot aanstelling bevoegde gezag te geven. Dit moet de Autoriteit in staat stellen haar taken volledig te vervullen, met inbegrip van de nieuwe taken waarin dit voorstel voorziet, en dat op onafhankelijke wijze te doen. Naar aanleiding van het verzoek van de Autoriteit om uitbreiding van haar personeelsbestand en gezien de sleutelrol die de Autoriteit vervult in de periode die juist aan de verkiezingen voor het Europees Parlement voorafgaat, is de Commissie tegelijkertijd bereid de door de Autoriteit gevraagde zes posten onmiddellijk op basis van detachering ter beschikking te stellen. Die situatie zal eindigen zodra de permanente personeelsregeling tot stand is gekomen.

De procedure voor de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt in elke lidstaat geregeld overeenkomstig de nationale bepalingen. Politieke partijen vervullen in een representatieve democratie een wezenlijke rol, doordat zij voor een rechtstreekse band zorgen tussen de burgers en het politieke stelsel. Nationale en regionale politieke partijen dragen kandidaten voor en organiseren verkiezingscampagnes. De nationale autoriteiten houden toezicht op de verkiezingen op nationaal niveau. De Europese politieke partijen organiseren aanvullende campagnes op Europees niveau, met inbegrip van campagnes voor de kandidaten voor de functie van voorzitter van de Europese Commissie.

Samen met de richtsnoeren van de Commissie over de toepassing van het gegevensbeschermingsrecht van de Unie in de electorale context 4 , de aanbeveling van de Commissie betreffende electorale samenwerkingsnetwerken, onlinetransparantie, bescherming tegen cyberincidenten en bestrijding van desinformatiecampagnes in het kader van de verkiezingen voor het Europees Parlement 5 , en een mededeling van de Commissie over vrije en eerlijke Europese verkiezingen 6 , die op dezelfde dag worden goedgekeurd, vormt de wijzigingsverordening een pakket van beveiligingsmaatregelen. Dit voorstel is een bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Salzburg op 19–20 september 2018.

Met de aanbeveling worden de toezichthoudende autoriteiten inzake gegevensbescherming aangemoedigd overeenkomstig het toepasselijke Unierecht en nationale recht de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen onmiddellijk proactief in kennis te stellen van hun besluiten waarbij wordt vastgesteld dat een Europese politieke partij, een Europese politieke stichting of een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens heeft overtreden. Die informatie moet worden verstrekt wanneer uit zo’n besluit blijkt dat de overtreding verband houdt met de politieke activiteiten van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting in het kader van de verkiezingen voor het Europees Parlement, of wanneer er andere gegronde redenen zijn om dat aan te nemen. Met de aanbeveling worden de lidstaten er tevens toe opgeroepen om bij inbreuken op de regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens passende sancties op te leggen tegen politieke partijen en stichtingen op nationaal en regionaal niveau, indien er sprake is van doelbewuste beïnvloeding van de verkiezingen voor het Europees Parlement of een poging daartoe.

De gerichte wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1141/2014 zouden moeten worden doorgevoerd vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Sinds 25 mei 2018 is de algemene verordening gegevensbescherming 7 van toepassing in alle lidstaten van de EU. Die verordening stelt op het gebied van gegevensbescherming strenge normen vast, die geschikt zijn voor de digitale economie, versterkt de verantwoordingsplicht voor organisaties die gegevens verwerken (waaronder Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen) en zorgt dat zij verantwoordelijker met persoonsgegevens omgaan.

In haar aanbeveling van 14 februari 2018 over het bevorderen van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 8 heeft de Commissie de bevoegde nationale autoriteiten verzocht beste praktijken vast te stellen met betrekking tot het identificeren, beperken en beheren van de risico’s die cyberincidenten en desinformatie vormen voor het verkiezingsproces In april 2018 heeft de Commissie een bijeenkomst georganiseerd met de verkiezingscommissies van de lidstaten om te overleggen, beste praktijken uit te wisselen en de nationale autoriteiten meer bewust te maken van veiligheidskwesties, desinformatiecampagnes en de handhaving van de kiesregels in de onlineomgeving.

In april 2018 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de bestrijding van online-desinformatie 9 , waarin zij de rollen en verantwoordelijkheden van de belanghebbenden omschrijft en een reeks maatregelen formuleert, onder meer ter versterking van de strategische communicatierespons van de Commissie op desinformatie.

Dit voorstel hangt samen met het voorstel 10 van de Commissie voor een verordening met betrekking tot de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens in elektronische communicatie (e-privacyverordening), waarbij de bestaande e-privacyrichtlijn 11 wordt herzien. De herziening, die binnenkort door de medewetgevers moet worden goedgekeurd, versterkt de transparantie en verruimt de reikwijdte van de bescherming, die niet langer uitsluitend geldt voor de traditionele telecomexploitanten, maar nu ook voor elektronische communicatiediensten via internet.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat luidt: „Het Europees Parlement en de Raad stellen bij verordeningen volgens de gewone wetgevende procedure het statuut van de Europese politieke partijen, bedoeld in artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vast.”, en op artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 12 .

Subsidiariteit

Aangezien de geldende verordening in een systeem op EU-niveau voorziet en met name ook in een specifieke Europese rechtspersoonlijkheid voor Europese politieke partijen en stichtingen, alsook in financiering uit de Europese begroting, kunnen tekortkomingen van dit systeem slechts door middel van EU-wetgeving worden verholpen. Maatregelen van de lidstaten alleen zijn daarom geen optie.

De voorgestelde gerichte wijzigingen zijn daardoor volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. De regels inzake het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen kunnen slechts op EU-niveau worden vastgesteld. Bij het opstellen van de mogelijke hervormingsmaatregelen heeft de Commissie de beginselen van protocol nr. 2 bij de Verdragen zorgvuldig in acht genomen.

Evenredigheid

Zoals uiteengezet in punt 5 gaan de voorgestelde doelgerichte maatregelen niet verder dan wat nodig is om de langetermijndoelstelling te bereiken, namelijk de ontwikkeling en versterking van de Europese democratie en de legitimiteit van de Europese instellingen.

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De voorgestelde sancties zijn gebaseerd op de regeling van Verordening (EG) nr. 1141/2014, waarbij evenredige sancties werden vastgesteld. De voorgestelde maatregelen zorgen ervoor dat hetzelfde gedrag niet dubbel wordt bestraft: inbreuken op de gegevensbeschermingsregels worden bestraft door de bevoegde toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming die bij de algemene verordening gegevensbescherming zijn ingesteld. Het door dit voorstel strafbaar gestelde gedrag betreft het inbreuk maken op de gegevensbeschermingsregels om doelbewust de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden of een poging daartoe te doen. De Autoriteit zal geen sancties opleggen wegens inbreuken op de gegevensbeschermingsregels als zodanig.

Keuze van het instrument

Een verordening kan slechts door middel van een nieuwe verordening worden gewijzigd.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Bij het opstellen van dit voorstel heeft de Commissie rekening gehouden met de oproepen die tijdens de debatten en de hoorzittingen in het Europees Parlement werden geformuleerd naar aanleiding van de zaak Facebook/Cambridge Analytica, waarbij Cambridge Analytica ervan werd beschuldigd gebruik te hebben gemaakt van de gegevens van Facebookgebruikers, en de gevolgen daarvan voor de bescherming van de persoonsgegevens in de Unie (hoorzittingen van 4 juni 2018, 25 juni 2018 en 2 juli 2018).

Bij deze debatten en hoorzittingen kwam aan het licht dat het gebruik van misleidende en manipulatieve technieken om zeer gericht bepaalde personen te benaderen, dat bedoeld is om het resultaat van opiniepeilingen op oneerlijke wijze te beïnvloeden, nauw verband houdt met het vraagstuk van de illegale doorgifte en verwerking van persoonsgegevens. De EU-regels waarborgen reeds de doeltreffende bescherming van persoonsgegevens.

   Effectbeoordeling

Dit voorstel gaat niet vergezeld van een specifieke effectbeoordeling. Verwacht wordt dat het voorstel geen significante economische, sociale of milieugevolgen zal hebben. De voorgestelde wijzigingen bouwen voort op de bestaande controle- en sanctieregelingen die bij Verordening (EU) nr. 1141/2014 zijn ingesteld.

Grondrechten

In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt bepaald: „De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.”

In artikel 10, leden 1 en 2, VEU wordt bepaald: „De werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie.” en „De burgers worden op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.” Lid 4 van datzelfde artikel luidt: „De politieke partijen op Europees niveau dragen bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie.” In de artikelen 11 en 12 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrijheid van vereniging vastgelegd. Artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie luidt: „Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie.” Artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie luidt: „1. Eenieder heeft recht op bescherming van zijn persoonsgegevens. 2. Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan. 3. Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.”

De wijzigingen waarin dit voorstel voorziet, zijn bedoeld om de doelstellingen van deze bepalingen te verwezenlijken. Zij zijn derhalve verenigbaar met en geven uitvoering aan de grondrechten die door de artikelen 7, 8 en 12 van het Handvest worden gewaarborgd.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Aangezien bij dit voorstel nieuwe taken worden toegewezen aan de Autoriteit, kan het slechts effectief zijn als er in een meer permanente personeelsregeling voor de Autoriteit wordt voorzien. De gevolgen voor de begroting worden beschreven in het financieel memorandum bij dit voorstel. Voor een meer permanente personeelsregeling moet worden voorzien in herschikking van de bestaande middelen en zullen de personeelsformaties van de bijdragende instellingen moeten worden gewijzigd. Deze elementen moeten derhalve worden opgenomen in de komende nota van wijziging voor de ontwerpbegroting 2019. Gezien de omvang van de Autoriteit is geen afzonderlijke personeelsformatie noodzakelijk, maar moet wel in afdeling I (Europees Parlement) een voetnoot worden opgenomen betreffende de omvang en de aard van het personeelsbestand.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

Om Europese politieke partijen en stichtingen financieel te kunnen bestraffen, wanneer zij door middel van inbreuken op de gegevensbeschermingsregels opzettelijk de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement beïnvloeden of trachten te beïnvloeden, stelt de Commissie de navolgende specifieke wijzigingen van de verordening voor.

Er wordt voorgesteld een verificatieprocedure in het leven te roepen met betrekking tot inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Die procedure houdt in dat de Autoriteit, zodra een bevoegde toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming een besluit heeft genomen, advies moet vragen aan een comité van onafhankelijke vooraanstaande personen. Het advies van het comité, dat binnen een korte door de Autoriteit vastgestelde termijn moet worden uitgebracht, dient om na te gaan of van een dergelijke inbreuk gebruik is gemaakt om opzettelijk de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden of te trachten deze te beïnvloeden. De toepassing van deze nieuwe procedure verhindert niet dat de procedure tot verificatie van de naleving van de voorwaarden en vereisten van de registratie (artikel 10 van de verordening) in werking treedt, wanneer er sprake is van ernstige en manifeste schending door Europese politieke partijen of stichtingen van de waarden waarop de Unie berust. De nieuwe procedure zou worden ingevoerd door invoeging van een nieuw artikel 10 bis.

Om ervoor te zorgen dat deze procedure te allen tijde kan worden geactiveerd, bijvoorbeeld kort voor de datum waarop verkiezingen voor het Europees Parlement worden gehouden, wordt voorgesteld te verduidelijken dat de termijnen van de in artikel 10 bedoelde procedure voor de verificatie van de naleving van de voorwaarden en vereisten van de registratie niet op de verkiezingen voor het Europees Parlement van toepassing zijn, door artikel 10, lid 3, derde alinea, te wijzigen.

Artikel 11 betreffende het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen zal worden gewijzigd door invoeging van een uitdrukkelijke verwijzing naar het advies over beïnvloeding van de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement.

In artikel 27 wordt een nieuwe grond voor financiële sancties opgenomen, die wordt toegepast wanneer in een advies van het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen is vastgesteld dat een Europese politieke partij of stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens.

Deze nieuwe grond wordt toegevoegd aan de lijst van inbreuken die maken dat een Europese politieke partij of stichting in het jaar waarin de sanctie werd opgelegd, geen financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie mag aanvragen. Artikel 18 zal in deze zin worden gewijzigd.

Aangezien de nieuwe verificatieprocedure wordt ingeleid door een besluit van een bevoegde toezichthoudende gegevensbeschermingsautoriteit, wordt voorgesteld om het door toevoeging van een nieuw lid aan artikel 27 mogelijk te maken de sanctie opnieuw te bezien indien het besluit van de bevoegde toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming wordt ingetrokken of wanneer met succes beroep is ingesteld tegen een dergelijk besluit.

Om de Autoriteit in staat te stellen op onafhankelijke en doeltreffende wijze te werk te gaan, stelt de Commissie tot slot voor een permanente personeelsvoorziening voor de Autoriteit tot stand te brengen en de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag, door wijziging van artikel 6, lid 5, over te dragen aan de directeur van de Autoriteit.



2018/0336 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wat betreft een verificatieprocedure in verband met inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement

Bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders
Salzburg 19–20 september 2018

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 224,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 13 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 14 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 15 is een specifieke Europese juridische status vastgesteld voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en is voorzien in de financiering daarvan uit de algemene begroting van de Europese Unie, en is tevens een Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen opgericht, hierna „de Autoriteit” genoemd.

(2)Om de Autoriteit in staat te stellen haar taken ten volle en op onafhankelijke basis te vervullen, met inbegrip van de nieuwe taken waarin deze verordening voorziet, is het dienstig een permanente personeelsvoorziening voor de Autoriteit tot stand te brengen en de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag over te dragen aan de directeur van de Autoriteit.

(3)Recente gebeurtenissen hebben duidelijk gemaakt welke potentiële risico’s voor verkiezingsprocessen en de democratie kunnen voortvloeien uit onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens. Daarom is het noodzakelijk de integriteit van het Europese democratische proces te beschermen door te bepalen dat financiële sancties kunnen worden opgelegd in situaties waarin Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen gebruikmaken van inbreuken op de gegevensbeschermingsregels om de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden.

(4)Daartoe moet een verificatieprocedure worden ingevoerd die inhoudt dat de Autoriteit in bepaalde omstandigheden het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen moet verzoeken een oordeel uit te spreken over de vraag of een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Indien het comité vaststelt dat dit het geval is, dient de Autoriteit sancties op te leggen overeenkomstig het effectieve, evenredige en afschrikkende sanctiestelsel dat bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 is ingesteld.

(5)De nieuwe procedure moet bestaan naast de al bestaande procedures die worden toegepast om na te gaan of aan de voorwaarden voor registratie is voldaan en of er sprake is van ernstige en manifeste schending van de waarden waarop de Unie berust. De termijnen voor de verificatie van de naleving van de voorwaarden en vereisten van de registratie die in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 zijn opgenomen, zouden echter niet van toepassing moeten zijn op de nieuwe procedure.

(6)Aangezien de nieuwe procedure wordt ingeleid door een besluit van een bevoegde toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming, moet het voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting mogelijk zijn te verzoeken dat de sanctie opnieuw wordt bekeken indien het besluit van de toezichthoudende autoriteit wordt ingetrokken of tegen dat besluit met succes beroep is ingesteld.

(7)Om ervoor te zorgen dat de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 verlopen volgens strikte democratische regels en met volledige inachtneming van de Europese waarden van de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten, is het van belang dat de voorgestelde verificatieprocedure tijdig in werking treedt en zo spoedig mogelijk van toepassing wordt. Om dit doel te bereiken, moeten de voorgestelde wijzigingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 waarin deze verordening voorziet, in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(8)Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1)In artikel 6 wordt lid 5 vervangen door:

„5. De directeur van de Autoriteit wordt bijgestaan door personeelsleden ten aanzien van wie hij de bevoegdheden uitoefent die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van arbeidsovereenkomsten met andere personeelsleden bevoegde gezag („de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegd gezag”) 16 . De Autoriteit kan op al haar werkgebieden een beroep doen op andere gedetacheerde nationale deskundigen of andere personeelsleden die niet in dienst zijn van de Autoriteit.

Het Statuut van de ambtenaren, de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden en de voorschriften die in onderling overleg door de instellingen van de Unie zijn vastgesteld ter uitvoering van het Statuut van de ambtenaren en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, zijn van toepassing op het personeel van de Autoriteit.”.

(2)In artikel 10, lid 3, wordt aan het einde van de derde alinea de volgende zin toegevoegd:

„Deze tijdsbeperking is niet van toepassing op de procedure van artikel 10 bis.”.

(3)Het volgende artikel 10 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 10 bis

Verificatieprocedure in verband met inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens

Indien ter kennis van de Autoriteit komt dat een toezichthoudende autoriteit in de zin van artikel 4, punt 21, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 17 een besluit heeft genomen waarbij wordt vastgesteld dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens heeft overtreden, en indien uit dat besluit blijkt dat de inbreuk verband houdt met politieke activiteiten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement, of indien er andere gegronde redenen zijn om zulks te vermoeden, legt de Autoriteit deze aangelegenheid voor aan het bij artikel 11 opgerichte comité van onafhankelijke vooraanstaande personen. Het comité brengt advies uit over de vraag of de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, door gebruik te maken van deze inbreuk, de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden. De Autoriteit verzoekt om het advies zonder onnodige vertraging, maar uiterlijk één maand na het besluit van de toezichthoudende autoriteit. Het comité brengt zijn advies uit binnen een door de Autoriteit vastgestelde korte, redelijke termijn.

De procedure van dit artikel laat de procedure van artikel 10 onverlet.”.

(4)In artikel 11, lid 3, wordt de tweede zin van de eerste alinea vervangen door:

„Op verzoek van de Autoriteit brengt het comité advies uit over de vraag of een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. In beide gevallen kan het comité relevante documenten of bewijsstukken vragen van de Autoriteit, het Europees Parlement, de betreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting, andere politieke partijen, politieke stichtingen of andere belanghebbenden, en kan het comité verzoeken hun vertegenwoordigers te horen. Wanneer is verzocht advies uit te brengen over de vraag of een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, verlenen de in artikel 10 bis bedoelde toezichthoudende autoriteiten medewerking aan het comité overeenkomstig de toepasselijke wetgeving.”

(5)In artikel 18, lid 2, worden de woorden „en in artikel 27, lid 2, onder a), v) en vi)” vervangen door „ en in artikel 27, lid 2, onder a), v), vi) en vii)”.

(6)Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

(a)Aan lid 2, onder a), wordt het volgende punt vii) toegevoegd:

„vii) indien het comité in een overeenkomstig artikel 10 bis uitgebracht advies vaststelt dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens;”.

(b)Het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

„7. Indien een besluit van de toezichthoudende autoriteit als bedoeld in artikel 10 bis is ingetrokken of indien met succes beroep is ingesteld tegen een dergelijk besluit, herziet de Autoriteit op verzoek van de betrokken Europese politieke partij of de Europese politieke stichting de krachtens lid 2, onder a), vii), opgelegde sanctie.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

3.2.5Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wat betreft een verificatieprocedure in verband met inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in de context van verkiezingen voor het Europees Parlement

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

Grondrechten

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

een nieuwe actie

een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 18

X de verlenging van een bestaande actie

een samenvoeging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

Recente gebeurtenissen hebben duidelijk gemaakt welke potentiële risico’s voor verkiezingsprocessen en de democratie kunnen voortvloeien uit onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens. Daarom is het noodzakelijk de integriteit van het Europese democratische proces te beschermen door te bepalen dat financiële sancties kunnen worden opgelegd in situaties waarin Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen gebruikmaken van inbreuken op de gegevensbeschermingsregels om de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Er moet een verificatieprocedure worden ingevoerd die inhoudt dat de bij artikel 6 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 ingestelde autoriteit (hierna „de Autoriteit” genoemd) in bepaalde omstandigheden het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen moet verzoeken een oordeel uit te spreken over de vraag of een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Indien het comité vaststelt dat dit het geval is, dient de Autoriteit sancties op te leggen overeenkomstig het effectieve, evenredige en afschrikkende sanctiestelsel dat bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 is ingesteld.

De Autoriteit moet over voldoende middelen beschikken om haar taken ten volle te kunnen uitvoeren, zowel die waarin de bestaande Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 voorziet als de nieuwe taken die door het huidige wijzigingsvoorstel worden beoogd. Dit vereist een stabiele personeelsbezetting en een versterking van de personele middelen waarover de Autoriteit momenteel beschikt.

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

Het voorstel beoogt de Europese politieke partijen en stichtingen ervan te weerhouden het resultaat van inbreuken op de regels inzake gegevensbescherming te gebruiken om bewust de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden, door dergelijk ongeoorloofd gedrag financieel te bestraffen.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

Er moeten snel sancties worden opgelegd aan politieke partijen of politieke stichtingen die van inbreuken op de regels inzake gegevensbescherming blijken te hebben geprofiteerd om het resultaat van verkiezingen voor het Europees Parlement doelbewust te beïnvloeden.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

De bedoelde sanctieregeling moet ruim voor de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019 van kracht zijn, zodat dergelijke ongeoorloofde handelingen kunnen worden bestreden. Om deze regeling operationeel te maken en ervoor te zorgen dat de Autoriteit volledig is toegerust voor het beheer van al haar taken, moet zo snel mogelijk in extra personele middelen worden voorzien, en wel in eerste instantie door herschikking van de personeelsleden die deze taken uitvoerden voordat de Autoriteit werd opgericht.

Met het oog op vereenvoudiging en ter versterking van de onafhankelijkheid van de activiteiten van de Autoriteit, dienen de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegd gezag overeenkomstig het Statuut van de ambtenaren en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden [Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1)] te worden gedelegeerd aan de directeur van de Autoriteit.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, o.a. coördinatiewinst, rechtszekerheid, een grotere doeltreffendheid en complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder „toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Dit voorstel heeft betrekking op het systeem voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen dat op Europees niveau is ingesteld. Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 zijn dit organen met Europese rechtspersoonlijkheid. Ook de Autoriteit is een orgaan dat rechtspersoonlijkheid heeft naar het recht van de Unie. Derhalve kunnen de hierboven omschreven doelstellingen alleen door middel van maatregelen op het niveau van de Unie worden nagestreefd.

Het voorstel zal zijn doel hebben bereikt indien ofwel a) de voorgestelde sanctieregeling een Europese politieke partij of stichting verhindert misbruik te maken van de resultaten van inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, ofwel b) dergelijke handelingen, wanneer zij toch plaatsvinden, naar behoren worden bestraft.

De Autoriteit moet in staat zijn al haar taken ten volle uit te voeren, met name in de aanloop naar en na afloop van de Europese verkiezingen van 2019.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

In het eerste jaarverslag van de Autoriteit over 2017 werd vermeld dat bij de APPF [de Autoriteit] twee voltijdse werknemers en de directeur werkzaam waren. Dit hield in dat het Europees Parlement in november 2016 een administratief medewerker detacheerde om de directeur te ondersteunen bij het opzetten van de Autoriteit en de procedure voor de registratie van Europese politieke partijen en stichtingen. In juni 2017 kwam een juridisch adviseur bij de Autoriteit werken om advies te geven over procedurele, materiële en financiële aangelegenheden. In dat stadium werden alle personeelsleden van de Autoriteit verstrekt door het Europees Parlement. Het aantal personeelsleden was voor de Autoriteit onvoldoende om alle taken die haar bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 zijn opgelegd, naar behoren uit te voeren. Bovendien kon volgens het jaarverslag dit gebrek aan personeel ook de onafhankelijkheid en de bedrijfscontinuïteit van de Autoriteit aantasten.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het voorstel houdt geen wijziging in van het maximum van de administratieve uitgaven voor de instellingen van de Unie zoals vastgelegd in het meerjarig financieel kader.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

De voorgestelde uitbreiding van het personeelsbestand van de Autoriteit zal in de eerste plaats worden verwezenlijkt door herschikking van de bestaande middelen.

1.6.Duur en financiële gevolgen

   Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

   Voorstel/initiatief is van kracht van [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

   Financiële gevolgen van JJJJ tot en met JJJJ

X onbeperkte geldigheidsduur

uitvoering met een opstartperiode van JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 19

X Direct beheer door het Europees Parlement via de Autoriteit

   uitvoerende agentschappen

Gedeeld beheer met de lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

◻ de in de artikelen 70 en 71 bedoelde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

De Autoriteit wordt gefinancierd uit een specifiek begrotingsonderdeel (titel 5) van het Europees Parlement. Het aantal personeelsleden en de samenstelling van het personeelsbestand worden in de toelichting bij de specifieke titel vermeld. De taken van de ordonnateur van het Europees Parlement worden gedelegeerd aan de directeur van de Autoriteit overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Autoriteit zal jaarlijkse activiteitenverslagen blijven uitbrengen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014. Het Europees Parlement zal verslag uitbrengen over de financiële verrichtingen in het kader van de jaarlijkse boekhoudcyclus van de Unie.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Gezien de specifieke opzet van de Autoriteit (een onafhankelijk orgaan, waarvan de begroting echter onderdeel is van de begroting van het Europees Parlement), zijn de voorgestelde stappen de enige logische in het licht van de bovengenoemde vereisten.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

De financiële risico’s zijn dezelfde als voor andere onderdelen van de administratieve uitgaven van de instellingen van de Unie en zullen in dit geval onder het bestaande internecontrolesysteem van het Europees Parlement vallen.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende beheerde financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)

Er wordt geen nieuw intern controlesysteem voorgesteld en de extra lasten van deze wijzigingen voor het internecontrolesysteem van het Europees Parlement zijn niet significant.


2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijv. in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De bestaande voorzieningen van het Europees Parlement voor administratieve uitgaven zijn op de hier beschreven wijze van toepassing.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort uitgave

Bijdrage

Nummer

GK/NGK 20

van EVA 21 -landen

van kandidaat-lidstaten 22

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

5

Afdeling I – Europees Parlement

GK/NGK

Geen

Geen

Geen

Geen

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven



Rubriek van het meerjarig financieel kader

5

„Administratieve uitgaven”

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

Europees Parlement

• Personele middelen

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

• Andere administratieve uitgaven

TOTAAL Europees Parlement

Kredieten

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
 

(Totaal vastleggingen = totaal betalingen)

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N 23

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarig financieel kader
 

Vastleggingen

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

Betalingen

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de kredieten van [de instantie]

X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 24

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 25

– Output

– Output

– Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

– Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTALE KOSTEN

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van de Autoriteit

De ingezette personele middelen zijn dezelfde als in punt 3.2.1; om duidelijk aan te geven dat alle betrokken middelen bestemd zijn voor de Autoriteit, worden zij hier nogmaals vermeld.

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig.

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N 26

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

Ambtenaren/tijdelijke functionarissen (AD)

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

Ambtenaren/tijdelijke functionarissen (AST)

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

0,715

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

1,43

10,01

Personeelsbehoeften (VTE):

Jaar
N 27

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

Ambtenaren/tijdelijke functionarissen (AD)

5

5

5

5

5

5

5

5

Ambtenaren/tijdelijke functionarissen (AST)

5

5

5

5

5

5

5

5

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

10

10

10

10

10

10

10

70

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van de instellingen dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen de instellingen is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan de beherende instelling kunnen worden toegewezen.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

X    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader

   Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

   Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader 28

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

voor de eigen middelen

voor overige ontvangsten

geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 29

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel …

Voor de diverse ontvangsten die worden „toegewezen”, vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

(1)    Aanbeveling (EU) 2018/234 van de Commissie van 14 februari 2018 over het bevorderen van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 (PB L 45 van 17.2.2018, blz. 40).
(2)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(3)    PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1.
(4)    COM(2018) 638.
(5)    C(2018) 5949.
(6)    COM(2018) 637.
(7)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(8)    Aanbeveling (EU) 2018/234 van de Commissie van 14 februari 2018 over het bevorderen van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 (PB L 45 van 17.2.2018, blz. 40).
(9)    COM (2018) 236 final.
(10)    COM(2017) 10 final.
(11)    Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(12)     https://europa.eu/european-union/sites/europaeu/files/docs/body/consolidated_version_of_the_treaty_establishing_the_european_atomic_energy_community_nl.pdf  
(13)    PB C van , blz. .
(14)    PB C van , blz. .
(15)    Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).
(16)    Verordening nr. 31 (EEG), 11 (EGA), tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 045 van 14.6.1962, blz. 1385).
(17)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(18)    In de zin van artikel 58, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(19)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx .
(20)    GK = gesplitste kredieten, NGK = niet-gesplitste kredieten.
(21)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(22)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(23)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang „N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld 2021) Hetzelfde voor de volgende jaren.
(24)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(25)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. „Specifieke doelstelling(en)…”.
(26)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang „N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld 2021) Hetzelfde voor de volgende jaren.
(27)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang „N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld 2021) Hetzelfde voor de volgende jaren.
(28)    Zie de artikelen 11 en 17 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.
(29)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20% aan inningskosten.
Top