EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0471

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Vijfde voortgangsverslag over het partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda

COM/2017/0471 final

Brussel, 6.9.2017

COM(2017) 471 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

Vijfde voortgangsverslag over het partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda


1.    Inleiding

In dit vijfde voortgangsverslag wordt een stand van zaken gegeven over de uitvoering van het partnerschapskader en de genomen maatregelen als reactie op de lessen die werden getrokken in het vierde voortgangsverslag 1 .

Tijdens de zomermaanden is het aantal irreguliere migranten dat de oversteek maakte via de centrale Middellandse Zeeroute gedaald. In de maanden juli en augustus kwamen in Italië 15 373 migranten aan, ten opzichte van 44 846 migranten tijdens dezelfde periode in 2016. Tot dusver zijn in 2017 (tot 4 september) in totaal 99 846 migranten aangekomen; in dezelfde periode in 2016 waren dat 115 068 migranten. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie kwamen in 2017 tot dusver 2 410 mensen op zee om het leven toen ze de Europese kust probeerden te bereiken, hoewel in heel augustus slechts 19 overlijdens werden geregistreerd. Deze trends weerspiegelen de extra inspanningen die Italië en de Europese Unie samen leveren, in overeenstemming met het actieplan inzake maatregelen ter ondersteuning van Italië 2 , om de samenwerking met landen van herkomst en doorreis langs de route, met name Libië, evenals de goede samenwerking met de Libische autoriteiten, te intensiveren. De initiatieven die werden genomen ter versterking van de capaciteiten van de Libische kustwacht voor maritieme bewaking en de bestrijding van smokkel beginnen hun vruchten af te werpen. Er werden eveneens nieuwe elementen toegevoegd aan de huidige samenwerking met Libië, met de goedkeuring in juli 2017 van een nieuw meerjarig project ter bevordering van de grensbewaking in Libië, dat in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika voor een totaalbedrag van 46,3 miljoen euro 3 wordt gefinancierd.

Sinds het vierde voortgangsverslag is er een stijgende trend waar te nemen in aankomsten langs de westelijke Middellandse Zeeroute. In 2017 waren er tot 16 augustus in totaal 13 826 aankomsten in Spanje, een stijging van 115 % ten opzichte van dezelfde periode het jaar voordien (6 409 aankomsten), wat nog maar eens het belang aantoont om voortdurend waakzaam te blijven voor de mogelijke opkomst van alternatieve routes.

Er werd eveneens aanzienlijke vooruitgang geboekt om migratiepartnerschappen uit te bouwen met andere West-Afrikaanse landen in het kader van de inspanningen om de druk op de centrale Middellandse Zeeroute te verlagen. In het actieplan rond maatregelen ter ondersteuning van Italië heeft de Commissie toezeggingen tot hervestiging opgenomen voor personen die in landen langs de route bescherming behoeven, als onderdeel van een grotere hervestigingsoperatie die door de Commissie voor 2018 wordt gelanceerd. De programma’s die in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika werden goedgekeurd worden steeds sneller uitgevoerd. Zo werden sinds 4 september 169 contracten ondertekend voor een totaalbedrag van meer dan 1,2 miljard euro voor de drie regio’s 4 , een vooruitgang die gepaard zou moeten gaan met de tijdige uitvoering van projecten op het terrein.

Tegen deze achtergrond blijven er een aantal tekortkomingen die in de vorige verslagen werden aangehaald. De formele samenwerking op het gebied van overname en terugkeer met enkele van de prioritaire landen blijft in het bijzonder vastzitten. Dat wijst erop dat de juiste stimulansen moeten worden gezocht en gebruikt bij de onderhandelingen rond overnameovereenkomsten, onder meer via het visumbeleid 5 , of om indien nodig alternatieve praktische regelingen te onderzoeken, naast de gesloten overeenkomsten die gelijkwaardige resultaten opleveren op het vlak van de samenwerking rond de werkelijke terugkeer. Het terugkeerpercentage vanuit de lidstaten blijft laag, wat eveneens de behoefte aan een grotere interne coördinatie weerspiegelt.

De diplomatieke contacten en multilaterale besprekingen tussen de EU, de lidstaten en de landen van herkomst of doorreis zijn de afgelopen maanden opgevoerd, onder meer met de tweede bijeenkomst van de contactgroep voor de centrale Middellandse Zeeroute 6 en de bijeenkomst in Parijs op 28 augustus 7 , en weerspiegelen de behoefte aan extra inspanningen om de tot dusver geboekte vooruitgang in het kader van de partnerschapsbenadering optimaal te benutten en om blijvende resultaten te behalen op het gebied van migratiebeheer langs de centrale Middellandse Zeeroute.

 

2.    Vooruitgang en resultaten

2.1. Prioritaire landen

Niger

De samenwerking met Niger verloopt nog steeds goed en constructief, zo werd de grenscontrole aangescherpt. Met de steun van EU-deskundigen hebben de autoriteiten nu het actieplan van de nationale migratiestrategie opgesteld. Beide documenten zullen binnenkort formeel worden aangenomen. Op 21 juni werd in Niamey een aanvullende financiering van 50 miljoen euro voor het begrotingsondersteuningsprogramma in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika ondertekend door de Nigerese minister van Financiën, het hoofd van de EU-delegatie en de Italiaanse ambassadeur. Die extra bijdrage is bedoeld om de capaciteit van de staat op het gebied van beveiliging, de bestrijding van smokkel en de bestrijding van mensenhandel te versterken. De eerste betaling van 10 miljoen euro werd begin juli uitgevoerd. Het is absoluut noodzakelijk dat de projecten die bijdragen aan het levensonderhoud en die alternatieven voor mensenhandel bieden onverwijld en volledig worden uitgevoerd om de weerbaarheid van plaatselijke gemeenschappen die vroeger voordeel haalden uit mensenhandelsactiviteiten in de regio te ondersteunen.

Niger is zich ten volle blijven inzetten om irreguliere migratie te voorkomen en de strijd aan te binden met smokkelaars. In 2017 hebben tot dusver een aantal operaties geleid tot de aanhouding van 101 personen die voor de rechter werden gebracht, de aanhouding van 79 personen voor misdrijven die te maken hebben met smokkel evenals de inbeslagneming van 74 voertuigen en motorfietsen. De begeleide vrijwillige terugkeer blijft toenemen; In 2017 waren tot 1 september ongeveer 4 000 migranten teruggekeerd naar hun land van herkomst met de steun van het gezamenlijke initiatief van het EU-trustfonds voor Afrika en de Internationale Organisatie voor Migratie met het oog op de bescherming en re-integratie van migranten.

Het instrument dat bijdraagt tot stabiliteit en vrede gaat ook van start met een project om de basisvoorzieningen en weerbaarheid in perifere regio’s op migratieroutes in het noordoosten van Niger te bevorderen.

De routeverlegging van migratiestromen moet voortdurend opgevolgd worden. Verhoogde grenscontroles, onder meer door Algerije, kunnen namelijk teniet worden gedaan wanneer zich nieuwe routes ontwikkelen. Informatie over veranderende routes wordt actief uitgewisseld op het platform dat hiertoe werd opgericht door de Nigerese autoriteiten. 8 Het Europees grens- en kustwachtagentschap heeft een verbindingsfunctionaris ingezet in Niamey om er de werkzaamheden te ondersteunen.

De regionalisering van de activiteiten in het kader van het gemeenschappelijke veiligheids- en defensiebeleid in de Sahel is versneld, en de progressieve inzet van interne veiligheids- en defensiedeskundigen in landen van de G5-Sahel zal de toekomstige samenwerking met de autoriteiten helpen bevorderen, ook op het gebied van grensbeheer. Dankzij de volledige operationalisering van het kantoor in Agadez kon EUCAP Sahel Niger zijn activiteiten in het noorden van Niger uitbreiden, meer bezoeken plannen in de verschillende regio’s om projecten uit te voeren, opleidingen geven, de verdere behoeften van de rechtshandhavingsinstanties bepalen en meehelpen aan het in kaart brengen van de irreguliere migratiestromen. Tijdens een verkenningsmissie in juli naar Madama, een belangrijk knooppunt voor migrantensmokkel en mensenhandel werden vertegenwoordigers van EUCAP Sahel Niger vergezeld door een deskundige van de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer (EUBAM) Libië. Verdere bezoeken met meer en gerichte adviezen en opleidingen (bv. over valsheid in geschrifte, drugshandel) kunnen plaatsvinden wanneer de veiligheidstoestand dat toelaat.

Op basis hiervan legt de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter de laatste hand aan een voorstel voor een verdere versterking van EUCAP Sahel Niger en een speciale missie zal een bezoek brengen aan het land om de afspraken die op 28 augustus tijdens de bijeenkomst in Parijs werden bereikt te operationaliseren.

Nigeria

Nigeria blijft het belangrijkste land van herkomst van irreguliere migranten die aankomen in Europa (in 2017 werden tot 4 september 16 671 irreguliere binnenkomsten gemeld) en blijft ook een van de belangrijkste bestemmingen voor terugkeeroperaties die worden georganiseerd door het Europees grens- en kustwachtagentschap. Sinds juni vonden al drie terugkeeroperaties plaats. De regering heeft twee Nigeriaanse verbindingsfunctionarissen ingezet in Italië, met de financiële steun van het Europees grens- en kustwachtagentschap, om de identificatie van irreguliere migranten te vergemakkelijken en de terugkeer te doen toenemen. Jammer genoeg is het moeilijk gebleken om een datum vast te leggen voor de tweede onderhandelingsronde over de overnameovereenkomst tussen de EU en Nigeria.

Het is belangrijk dat de onderhandelingen over de mogelijke overeenkomst, met inbegrip van begeleidende maatregelen om de vrijwillige terugkeer en de socio-economische integratie van migranten in hun thuisgemeenschap te vergemakkelijken, zo snel mogelijk hervat worden om een overeenkomst te bereiken vóór de volgende politieke dialoog op hoog niveau.

Nigeria blijft nauw samenwerken met de Internationale Organisatie voor Migratie om de begeleide vrijwillige terugkeer van zijn staatsburgers uit Niger en Libië te vergemakkelijken. Tot dusver werden in 2017 al meer dan 2 770 staatsburgers bijgestaan bij hun terugkeer naar Nigeria, met de steun van het gezamenlijke initiatief van het EU-trustfonds voor Afrika en de Internationale Organisatie voor Migratie met het oog op de bescherming en re-integratie van migranten, en andere donoren.

Nigeria blijft het belangrijkste niet-EU-land van herkomst van slachtoffers van mensenhandel, voor het merendeel vrouwen en meisjes die worden verhandeld met het oog op seksuele uitbuiting 9 . Via het Europees Ontwikkelingsfonds en het EU-trustfonds voor Afrika werd 10 miljoen euro toegewezen aan een project dat mensenhandel en migrantensmokkel aanpakt. De Nigeriaanse immigratiedienst en het Nationale agentschap voor het verbod op mensenhandel zullen betrokken worden bij het project dat in oktober wordt opgestart. 10 Dit project zou gebaat zijn bij meer steun van de desbetreffende EU-agentschappen in grensoverschrijdende gevallen van mensenhandel en migrantensmokkel, in het bijzonder wanneer Europol en Eurojust betrokken zouden worden.

Senegal

Senegal blijft een belangrijk land van herkomst van irreguliere migranten; in 2017 waren er tot 4 september 5 526 irreguliere Senegalese migranten aangekomen in Italië. Om de identificatie en terugkeer van irreguliere migranten te vergemakkelijken, heeft Senegal bevestigd dat het van plan is een team naar Italië te sturen. Een voorstel van de Italiaanse regering voor de Senegalese nationale politie werd verstuurd en zal naar verwachting binnenkort een positief antwoord krijgen. Met Spanje werd een nieuwe overeenkomst over migratie ondertekend die voortbouwt op de bestaande overeenkomst en de reeds bestaande langdurige goede samenwerking, bv. voor kustbewaking en financiële bijstand.

De vooruitgang bij de terugkeer vanuit de EU is echter beperkt gebleven. Het aantal verzoeken om consulaire reisdocumenten waarop een positief antwoord werd verkregen, blijft laag. Het memorandum van overeenstemming tussen het Europees grens- en kustwachtagentschap en de Senegalese autoriteiten, dat op 2 juni in Dakar werd gesloten, wordt binnenkort ondertekend. Op grond van het reeds ondertekende specifieke project dat wordt geleid door het Europees grens- en kustwachtagentschap is het nu ook zeker dat een cel voor risicoanalyse van het inlichtingennetwerk Afrika-Frontex in Senegal zal worden opgericht.

Senegal heeft een toename van het aantal gevallen van begeleide vrijwillige terugkeer naar Senegal mogelijk gemaakt: in 2017 keerden tot 1 september meer dan 1 764 migranten terug, onder wie meer dan 1 058 migranten uit Niger en 671 migranten uit Libië. In juni 2017 werd eveneens een smokkelnetwerk opgerold door de Senegalese autoriteiten. Senegal legt bovendien de laatste hand aan een nationaal migratiebeleid dat beleidsplannen en strategische plannen zal goedkeuren die ondersteund worden door een project voor migratiebeheer dat voor 9,5 miljoen euro gefinancierd wordt in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika. Van de 161,8 miljoen euro die werd toegewezen aan Senegal voor projecten in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika, werd 104,3 miljoen euro (64 %) gegund. Het betreft onder meer concrete acties om irreguliere migratie te voorkomen, in het bijzonder door werkgelegenheid te scheppen.

Mali

Mali behoort tot de tien belangrijkste landen van herkomst van irreguliere migranten in de EU en blijft een van de belangrijkste doorreislanden. Sinds 1 januari 2017 (tot 4 september) waren er 5 990 irreguliere binnenkomsten door Malinezen in de EU. Het terugkeerpercentage blijft laag en de samenwerking zou moeten worden aangewakkerd. Er werd al wat positieve vooruitgang geboekt in de afgifte van consulaire reisdocumenten voor enkele Malinese staatsburgers die reeds werden geïdentificeerd voor terugkeer, maar een snellere afgifte is nodig voor de resterende gevallen. Mali moet zijn belofte, die op het hoogste politieke niveau werd gedaan, nakomen om de daadwerkelijke terugkeer van irreguliere migranten die door ad-hocmissies of op andere wijze werden geïdentificeerd te verzekeren, en belangrijker nog, Mali moet gaan naar een meer gestructureerde samenwerking voor identificatie en terugkeer op basis van beste praktijken.

De Malinese autoriteiten, die worden ondersteund door het gezamenlijke initiatief van het EU-trustfonds voor Afrika en de Internationale Organisatie voor Migratie met het oog op de bescherming en re-integratie van migranten, blijven zich inspannen om de vrijwillige terugkeer van de in Niger en Libië gestrande Malinese staatsburgers te vergemakkelijken. In 2017 werden meer dan 800 personen begeleid. Sinds mei 2017 heeft de ondersteuning van de vrijwillige terugkeer van kwetsbare migranten die in Mali gestrand zijn bovendien geleid tot de begeleide terugkeer van 19 personen naar hun land van herkomst.

In juni vond een nationale raadpleging over migratie plaats met het oog op de verdere ontwikkeling van de nationale migratiestrategie van 2015. Het proces, waarbij ook de diaspora wordt betrokken, heeft daarnaast de aandacht gevestigd op de antismokkelwetgeving, die de uitvoering ervan verder ondersteunt en de dialoog over migratie met de burgermaatschappij bevordert.

De politieke en veiligheidstoestand in Noord- en Centraal-Mali is er sinds het vierde voortgangsverslag verder op achteruitgegaan. Er worden besprekingen opgestart over de mogelijkheid om in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika een programma 11 te financieren ter ondersteuning van de sociale basisvoorzieningen voor de bevolking in de regio’s Mopti en Segou opdat de regering een strengere controle zou kunnen uitoefenen in grensgebieden met buurlanden als Niger en Burkina Faso. De Raad heeft in augustus 2017 een Besluit 12 goedgekeurd overeenkomstig artikel 28 van het Verdrag van de Europese Unie waarmee een nieuwe EU-stabilisatie wordt toegelaten om Malinese autoriteiten te ondersteunen in de strijd tegen de groeiende onzekerheid in de centrale regio’s Mopti en Segou en om het civiele bestuur in die regio’s opnieuw in te stellen en uit te breiden. De EU gaat nu ook meer steun bieden, niet alleen financiële steun (50 miljoen euro), maar ook steun via de regionalisering van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, voor de oprichting van een gemeenschappelijke strijdmacht van de G5-Sahel die de controle van de binnengrenzen van de landen van de G5-Sahel zal versterken en zal helpen in de strijd tegen terrorisme, georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit en mensenhandel.

EUCAP Sahel Mali heeft zijn steun aan de Malinese rechtshandhavingsinstanties en de desbetreffende ministeries op het gebied van grensbeveiliging en -beheer verder verstevigd. Het nationale grensbeleid en het actieplan ervan werden bijvoorbeeld recentelijk erkend door de autoriteiten en zouden moeten leiden tot een nationale grensstrategie. EUCAP Sahel Mali steunt ook de reorganisatie van de grenspolitie en werkt nauw samen met de EU-delegatie om strategisch advies te verstrekken voor de uitvoering van projecten in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika. 13

Ethiopië

De samenwerking op het gebied van migratie heeft tot dusver gemengde resultaten opgeleverd. Enerzijds hebben de inspanningen van Ethiopië in de strijd tegen netwerken van migrantensmokkelaars er sinds begin 2017 voor gezorgd dat, ten opzichte van dezelfde periode in 2016 14 , minder irreguliere migranten (hoofdzakelijk staatsburgers uit Eritrea en Somalië) vanuit landen in de Hoorn van Afrika de EU hebben bereikt. Ethiopië boekt verder vooruitgang met zijn verbintenissen jegens het grote aantal vluchtelingen dat het opvangt - mede door een uitgebreide herziening van zijn proclamatie over vluchtelingen met het recht op werk, toegang tot onderwijs evenals het vrije verkeer - en heeft concrete stappen gezet om duurzame oplossingen te bieden en meer kansen te scheppen voor vluchtelingen. Dit is belangrijk, aangezien vluchtelingen zonder dergelijke vooruitzichten het risico lopen om het slachtoffer te worden van criminele netwerken. De algemene politieke toestand in Ethiopië is er ook op vooruitgegaan nadat de noodtoestand op 4 augustus 2017 werd opgeheven.

Anderzijds blijft de samenwerking voor terugkeer uit de EU ontoereikend en is het terugkeerpercentage een van de laagste in de regio. De operationele vooruitgang bij het beperkte aantal proefprojecten verloopt zeer traag en het politieke engagement op het hoogste niveau moet zich nog vertalen naar een operationele samenwerking. Op basis van de lessen die uit deze proefprojecten werden getrokken, heeft de EU een meer gestructureerde samenwerking voorgesteld voor de terugkeer van Ethiopiërs uit EU-lidstaten. De besprekingen hierover worden voortgezet om een positief resultaat te behalen.

2.2. Vooruitgang met andere landen

Azië

Bangladesh is het eerste niet-Afrikaanse land van herkomst van irreguliere migranten die via de centrale Middellandse Zeeroute aankomen en is in het algemeen slechts het tweede land na Nigeria in 2017 met 8 747 irreguliere aankomsten in Italië in 2017 tot 4 september, ten opzichte van 8 131 aankomsten in 2016. Het is ook een van de landen waar de vooruitgang op het gebied van terugkeer en overname het moeilijkst verliep. Het terugkeerpercentage is zelfs met 14 procentpunten gedaald tussen 2013 en 2016. Lidstaten melden consequent een gebrek aan responsiviteit van de Bengalese autoriteiten op de vraag naar de identificatie van irreguliere migranten. Om deze tekortkoming aan te pakken, hebben de EU en Bangladesh tijdens een bijeenkomst eind augustus in Dhaka een voorlopig akkoord bereikt over operationele standaardprocedures.

Een nieuw regionaal project ten belope van 12 miljoen euro voor de “verbetering van het migratiebeheer in de landen van de Zijderoute” werd op 1 augustus 2017 opgestart. Het project is bedoeld om het ontwikkelingspotentieel op het gebied van migratie en mobiliteit in de regio en in grote landen die arbeidskrachten ontvangen te maximaliseren en een uitgebreid regionaal antwoord te bieden op migratie en mobiliteit met de volledige eerbiediging van de mensenrechten en de bescherming van migranten.

De samenwerking met Pakistan inzake een gezamenlijke terugkeeroperatie op 20 juli, die gecoördineerd werd door het Europees Grens- en kustwachtagentschap, is zeer goed verlopen. Bij deze operatie zijn 45 Pakistaanse staatsburgers teruggekeerd. Het volgende Gemengd Comité overname, dat momenteel gepland is voor september, zal voor Pakistan een belangrijke gelegenheid zijn om zijn verdere vooruitgang op het gebied van overname aan te tonen, onder meer de uitvoering van de afspraken van het vorige Gemengd Comité overname in februari. In juli vond in Tbilisi een studiebezoek van Pakistaanse functionarissen plaats. Ze bestudeerden er de werking van het elektronische platform van de EU en Georgië voor de verwerking van overnameaanvragen, om vooruitgang te kunnen boeken bij het soortgelijke project dat de Commissie in Pakistan financiert.

Op 13 juli werd in Brussel voor de Afghaanse consulaire functionarissen in EU-lidstaten een workshop over Afghanistan georganiseerd. Die workshop kon rekenen op een grote aanwezigheid en heeft geleid tot een vruchtbare uitwisseling van ideeën over de uitvoering van de gezamenlijke koersbepaling en de door de lidstaten gesloten bilaterale overeenkomsten. De derde werkgroep over de tenuitvoerlegging van de gezamenlijke koersbepaling zal naar verwachting begin oktober 2017 plaatsvinden. De aanpak van de dieperliggende oorzaken van de irreguliere migratie en de gedwongen verplaatsing en de succesvolle re-integratie van teruggekeerde personen staan nog steeds hoog op de agenda van de EU. Dit wordt onder meer bereikt door middel van de tenuitvoerlegging van het regionale programma van de EU voor 2016, waarvan Afghanistan de belangrijkste begunstigde is, en een gelijkaardig programma dat gepland is voor het einde van 2017. De veiligheidstoestand in Afghanistan is sinds de aanval in Kabul op 31 mei aanzienlijk verslechterd.

 

West-Afrika

In 2017 waren er tot 4 september 8 904 irreguliere aankomsten uit Guinee in Italië. Tijdens gesprekken over migratiebeheer heeft Guinee getoond dat het bereid is samen te werken. Goede praktijken werden al besproken en bevestigd door Guinee en de EU. De volgende stap is de concrete tenuitvoerlegging van de samenwerking in overeenstemming met deze beste praktijken. Begin juli vond een technische missie plaats naar Guinee om de economische en werkgelegenheidsgebieden te identificeren die ondersteund zullen worden in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. Een actie in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika wordt voorbereid en spitst zich toe op de socio-economische integratie van jongeren om irreguliere migratie te voorkomen en verder bij te dragen aan de re-integratie van terugkerende migranten. Dit jaar werden tot dusver meer dan 1 185 Guineeërs begeleid bij hun vrijwillige terugkeer uit Libië en Niger.

In 2017 waren er tot 4 september 8 280 irreguliere migranten uit Ivoorkust aangekomen in Italië. Hoewel de EU-delegatie in Abidjan de Ivoriaanse autoriteiten verschillende aanmaningen heeft gestuurd, werden er van Ivoorkust nog geen opmerking ontvangen met betrekking tot een voorgestelde praktische regeling met de EU. Parallelle pogingen voor een nauwere samenwerking door middel van een identificatiemissie ad hoc in enkele lidstaten die gepland was voor juli/augustus zijn ook mislukt, aangezien de missie uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden. Concrete vooruitgang is cruciaal, aangezien Ivoorkust een van de laagste terugkeerpercentages kent, ongeveer 5 %, en een toenemend aantal irreguliere aankomsten in de EU. In 2017 werden tot dusver meer dan 490 Ivorianen bijgestaan bij hun vrijwillige terugkeer naar hun land vanuit Libië en Niger.

Een akkoord tussen Italië, Guinee en Ivoorkust voor het inzetten van verbindingsfunctionarissen zou binnenkort eveneens moeten worden afgerond.

Begin augustus vond een EU-missie op hoog niveau naar Gambia plaats, waaraan enkele lidstaten deelnamen en waarbij werd ingegaan op de technische en financiële behoeften voor migratiebeheer. Die missie heeft aanleiding gegeven tot een toewijzing ten belope van 20 miljoen euro. De politieke bereidheid om met de EU samen te werken aan migratiebeheer werd op het hoogste niveau bevestigd en zal gevolgd worden door besprekingen over praktische regelingen. Samen met de Internationale Organisatie voor Migratie zal een nationaal migratiebeleid worden uitgewerkt dat naar verwachting zal worden afgerond tegen het einde van 2017. In 2017 waren er tot 4 september 5 548 irreguliere migranten uit Gambia aangekomen in Italië. Tot dusver werden meer dan 1 345 Gambianen bijgestaan bij hun vrijwillige terugkeer uit Niger en Libië, en de EU heeft bevestigd bereid te zijn een antwoord te formuleren op het verzoek van de Gambiaanse autoriteiten voor steun aan de duurzame integratie van teruggekeerde migranten. Twee Gambiaanse verbindingsfunctionarissen werden in Italië ingezet om de identificatie van irreguliere migranten te vergemakkelijken. De kosten voor het inzetten van deze verbindingsfunctionarissen worden gedragen door het Europees grens- en kustwachtagentschap.

Na het technische bezoek op hoog niveau in Ghana in mei werden goede praktijken gedeeld met de Ghanese autoriteiten om de migratie beter te kunnen beheren. De voorbereidende werkzaamheden voor een identificatiemissie op korte termijn naar een aantal lidstaten zijn ook al opgestart. Daarnaast werden tot dusver meer dan 250 personen bijgestaan bij hun terugkeer uit Niger en Libië.

Noord-Afrika en het Midden-Oosten

De prioriteiten van het partnerschap van de EU en Egypte voor 2017-2020, die werden goedgekeurd op de Associatieraad EU-Egypte in juli, wijzen op het belang om migratiestromen te beheren tot wederzijds voordeel van beide partijen in het kader van de top in Valletta en het actieplan van Valletta. De EU is bereid Egypte te steunen bij het migratiebeheer en het voorkomen van irreguliere migratie, mensenhandel en migrantensmokkel evenals op het gebied van de rechten en de bescherming van migranten. 15 De EU en Egypte gaan akkoord om de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van vrijwillige terugkeer van migranten te verkennen en de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken. Het proces om een formele migratiedialoog op te starten bevindt zich in de laatste fase.

Egypte heeft maatregelen getroffen om zijn grenzen te controleren en het vertrek vanop zijn grondgebied te voorkomen (sinds begin 2017 werden slechts drie aankomsten uit Egypte gemeld), maar een meer gestructureerde inspanning zou helpen om de dynamiek rond de Egyptische route aan te pakken en zou bovenal het beheer van gestrande migranten in de regio ten goede komen. Ondanks de aangescherpte controle aan de toegangspunten blijft de toestroom van migranten en asielzoekers in Egypte aanhouden, maar wel trager. Egypte vangt meer dan 208 000 geregistreerde vluchtelingen op, onder wie 120 000 Syriërs en 86 000 vluchtelingen van Afrikaanse of Iraakse origine die samenleven met een ongetelde en steeds groeiende groep andere migranten.

Op de Associatieraad EU-Tunesië in mei 2017 heeft Tunesië zijn verbintenis om met de EU samen te werken op het gebied van migratie bevestigd. Toch werd de afgelopen maanden geen verdere vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen over een visumversoepelings- of overnameovereenkomst. In de marge van de tweede bijeenkomst van de contactgroep op 24 juli ging de Tunesische minister van Binnenlandse Zaken akkoord om een nieuwe onderhandelingsronde te organiseren. De data voor deze nieuwe onderhandelingsronde moeten nog worden vastgelegd. De President van Tunesië heeft bij deze gelegenheid ook aangegeven bereid te zijn om de problemen in verband met de situatie in Libië mee te helpen aanpakken.

Het eerste contract van het Tunesische programma dat in december 2016 werd goedgekeurd door het Operationeel Comité van het EU-trustfonds voor Afrika werd ondertekend. Tunesië heeft belangstelling getoond voor de organisatie van informatiesessies over het Seahorse-programma. Commissaris Hahn bezocht Tunesië van 4 tot 5 september om de economische ontwikkeling en samenwerking in Tunesië en Libië te bespreken.

Helaas heeft er nog geen formele dialoog over migratie plaatsgevonden met Algerije, maar de voorwaarden voor dergelijke dialoog werden in juni 2017 al goedgekeurd. Tijdens zijn bezoek aan Algiers op 19-20 juli 2017 noemde Commissaris Hahn de EU en Algerije partners in de strijd tegen irreguliere migratie. Het land, dat mogelijk niet enkel een doorreisland wordt maar ook een land van herkomst, heeft maatregelen getroffen en zal onder meer 3 000 extra soldaten inzetten aan zijn grenzen met Niger en Mali. In de marge van de tweede bijeenkomst van de contactgroep van 24 juli heeft de Algerijnse minister van Binnenlandse Zaken belangstelling getoond om met de EU een dialoog en een concrete samenwerking op het gebied van migratie, veiligheid en terrorismebestrijding op te starten. Op dit moment heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken echter nog geen belangstelling getoond voor de financiering van een concreet programma in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika. Beide partijen gaven aan open te staan voor een voortzetting van de gesprekken om zo mogelijke projecten opnieuw af te stemmen.

Tijdens de zomermaanden was er een stijging van de irreguliere migratiestromen vanuit Marokko naar de EU, voornamelijk naar Spanje. Daarnaast zijn in 2017 tot 4 september 4 786 migranten uit Marokko aangekomen in Italië. In het kader van het EU-trustfonds voor Afrika neemt Marokko deel aan het eerste overschrijdende programma van het Noord-Afrikaanse luik en het luik Sahel/Tsjaadmeerbekken. Het programma is bedoeld om de zuid-zuid-samenwerking voor migratie te verstevigen door de memoranda van overeenstemming tussen Marokko en Senegal, Ivoorkust en Mali te ondersteunen. Er werd geen vooruitgang geboekt in de onderhandelingen met Marokko inzake visumversoepelings- en overnameovereenkomsten. In dit opzicht is de EU bereid om Marokko en Algerije verder te ondersteunen bij de moeilijke taak om de migratiestromen te beheren en de EU is klaar om de komende maanden verdere samenwerkingsmaatregelen te treffen.

Er wordt ook gewerkt aan de opvolging van de conferentie over de toekomst van Syrië en de regio, die in april 2017 onder de auspiciën van de EU in Brussel werd gehouden, waarbij de EU haar steun herbevestigde voor Jordanië en Libanon voor humanitaire bescherming, duurzame economische groei en de behoeften inzake onderwijs en levensonderhoud van vluchtelingen en hun gastgemeenschappen. Jordanië en Libanon vangen op hun grondgebied een groot aantal vluchtelingen op (voornamelijk Syriërs), maar tot nu toe zijn dit geen landen van herkomst voor irreguliere migratie naar de EU. Migratie en mobiliteit vormen in beide gevallen prioriteiten voor het partnerschap. Deze punten werden herbevestigd op de Associatieraad met Jordanië en Libanon in juli.

3.    Centrale Middellandse Zeeroute

Tot 4 september 2017 waren via de centrale Middellandse Zeeroute 99 846 migranten aangekomen, een daling ten opzichte van dezelfde periode in 2016. Eind augustus had de Internationale Organisatie voor Migratie voor dit jaar 2 410 op zee omgekomen migranten geregistreerd. In juli en augustus was er een duidelijke neerwaartse trend op te merken in het aantal aankomsten. Dat weerspiegelt een aantal elementen, zoals een strengere grenscontrole door de Libische autoriteiten, een toenemende activiteit van de Libische kustwacht, de initiële uitvoering van door de EU gefinancierde acties in samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen en wijzigingen in de aanpak van smokkelaars. 16

Sinds de goedkeuring van de gezamenlijke mededeling over de centrale Middellandse Zeeroute 17 van januari en de verklaring van Malta van februari 2017 18 werden de werkzaamheden opgevoerd. De Commissie keurde begin juli een actieplan goed ter ondersteuning van Italië om de druk langs de route te verminderen en de solidariteit te versterken. 19 Dat actieplan bouwt voort op de huidige aanpak voor het beheer van de migratiestromen, met bijzondere nadruk op de opsporings- en reddingsoperaties, de samenwerking met de buurlanden van Libië en de terugkeer. Het actieplan bevat bovendien maatregelen om de solidariteit binnen de EU te versterken en om Italië te helpen bij de tenuitvoerlegging van zijn recente migratiehervorming, waarvoor de Commissie 35 miljoen euro extra beschikbaar heeft gesteld. Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en de lidstaten zijn het eens geworden over een rapporteringstool om de vooruitgang van de acties uit het uitvoeringsplan van de verklaring van Malta en het actieplan voor Italië op te volgen.

De contactgroep voor het Middellandse Zeegebied organiseerde op 24 juli zijn tweede bijeenkomst in Tunis. In de verklaring van Tunis 20 verbinden de landen zich om de samenwerking voort te zetten en aan te scherpen om de diepere oorzaken, de migrantensmokkel en de terugkeer aan te pakken 21 . Tijdens een bijeenkomst op 28 augustus in Parijs werden de staatshoofden en regeringsleiders van Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Tsjaad, Niger en Libië, samen met de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie het eens over een aantal maatregelen om de huidige werkzaamheden verder op te voeren 22 .

Libië blijft veruit het grootste inschepingspunt en doorreisland en is daarom - samen met de landen van herkomst - een belangrijke partner voor het beheer van de migratiestromen op de centrale Middellandse Zeeroute. Libië blijft een belangrijk doorreisland voor slachtoffers van mensenhandel, voor het merendeel Nigeriaanse vrouwen en meisjes die worden verhandeld met het oog op seksuele uitbuiting in de EU. De Internationale Organisatie voor Migratie meldt dat de eerste zes maanden van 2017 de trend van 2014-2016 bevestigen waarbij het aantal potentiële slachtoffers van mensenhandel voor seksuele uitbuiting die in Italië aankomen via de centrale Middellandse Zeeroute met ongeveer 600 % zou stijgen.

De EU zet haar diplomatieke inspanningen voor de stabilisering van Libië voort. Die inspanningen worden onderbouwd door de financiële steun van de EU uit het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, waardoor conflictbemiddeling tussen leiders in de grensregio Libië-Niger en in Oost-Libië mogelijk wordt gemaakt. Een belangrijk onderdeel van de stabiliseringswerkzaamheden van de EU bestaat erin de aanwezigheid van de staat herop te bouwen door belangrijke openbare infrastructuur en basisvoorzieningen te herstellen onder het gezamenlijke toezicht van de regering van nationale overeenstemming en de autoriteiten in Benghazi, Kikla, Sirte, Sebha en Obari; deze samenwerking heeft via 22 projecten gezorgd voor de wederopbouw van scholen, ziekenhuizen en het beheer van de watervoorziening, rioleringen en afvalverwerking. De EU coördineert ook samen met de Verenigde Naties zorgvuldig de veiligheidsbeoordeling en de mogelijke verhoogde aanwezigheid op het terrein.

De EU heeft haar werkzaamheden uitgebreid om de Libische autoriteiten te kunnen ondersteunen bij het migratiebeheer, met speciale aandacht voor de zuidelijke grenzen van Libië. In juli 2017 werd een project ten belope van 46,3 miljoen euro 23 , dat door zowel de EU als Italië gefinancierd werd, goedgekeurd in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika om de capaciteiten van de Libische autoriteiten op het gebied van het geïntegreerde grens- en migratiebeheer te verstevigen. Met het project worden de operationele capaciteiten van de Libische kustwacht en haar controleoperaties versterkt, worden technische beoordelingen uitgevoerd voor een volwaardig nationaal coördinatiecentrum en een coördinatiecentrum voor reddingen op zee in Tripoli, en wordt de operationele capaciteit van de Libische grenswacht langs de zuidelijke grenzen versterkt. De Europese dienst voor extern optreden en de Commissiediensten zijn in dit kader samen met Italië een mogelijke onderzoeksmissie naar Zuid-Libië aan het voorbereiden.

Deze werkzaamheden in Libië vormen een aanvulling op de huidige werkzaamheden met het oog op de bescherming van migranten en vluchtelingen, de sociale samenhang en de sociale en economische ontwikkeling van gastgemeenschappen, die worden uitgevoerd door middel van een programma ten belope van 90 miljoen euro dat in april 2017 werd goedgekeurd. Nadat de contracten werden ondertekend, gingen de internationale organisaties 24 die baat hebben bij dit programma van start met de uitvoering op het terrein. De Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen is al begonnen met de verdeling van niet-voedselproducten en ziet toe op de bescherming van vluchtelingen in detentiecentra in Benghazi. De Internationale Organisatie voor Migratie heeft verschillende evaluaties uitgevoerd om de behoeften op het gebied van materiële steun voor detentiecentra, opvangvoorzieningen tijdens reddingsacties op zee, humanitaire behoeften van migranten en binnenlandse ontheemden te bepalen en om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand en de medische behoeften van migranten in detentie. Intussen blijven zowel de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen als de Internationale Organisatie voor Migratie hun beschermings- en hulpdiensten aan de inschepingspunten uitbreiden (bv. documentatie, basisgezondheidszorg en interventies op kasbasis).

Deze werkzaamheden hebben geleid tot een aanzienlijke stijging van het aantal personen die kiezen voor een terugkeer vanuit Libië naar hun land van herkomst. Tot 1 september 2017 heeft de Internationale Organisatie voor Migratie 7 084 migranten bijgestaan bij hun vrijwillige terugkeer, ten opzichte van 2 775 migranten in heel 2016. De Commissie blijft manieren zoeken om deze trend te bestendigen. 12 EU-delegaties in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara hebben een brief gestuurd naar de desbetreffende autoriteiten waarin ze de kwestie van humanitaire terugkeer voor in Libië gestrande migranten naar hun land van herkomst aankaarten. De Internationale Organisatie voor Migratie houdt contact met de EU-delegaties en de nationale autoriteiten om inzicht te verwerven in de noodzakelijke steunmaatregelen, zoals de oprichting van een online consulaire dienst die door de Internationale Organisatie voor Migratie wordt verzorgd om migranten buiten Tripoli te bereiken. 25  

Het SEAHORSE-project voor het Middellandse Zeegebied, dat bedoeld is voor een beter omgevingsbewustzijn en reactievermogen van Noord-Afrikaanse landen op de irreguliere migratiestromen en illegale handelspraktijken, in het bijzonder de praktijken die plaatsvinden in hun kustregio’s en territoriale wateren, werd voortgezet. De geplande opleiding van de Libische kustwacht is aan de gang: twee Libische functionarissen hebben deelgenomen aan de gezamenlijke operatie Indalo. Een Libische kustwachter werd in juli tijdelijk overgeplaatst naar het Italiaanse nationale coördinatiecentrum. De noodzakelijke regelingen worden gefinaliseerd om de opleiding van de Libische kustwacht na de zomer in Malta en in Italië te kunnen ondersteunen.

De EUNAVFOR Med Operation Sophia blijft zijn operaties in de strijd tegen smokkel evenals de aanvullende opleiding en capaciteitsopbouw van de Libische kustwacht voortzetten. Eind juli werden de namen van nieuwe kandidaten voor de opleiding door de Libische autoriteiten bekendgemaakt. Er werden, in afwachting van de lopende screening, in totaal 92 namen naar voren geschoven die naar verwachting midden september 2017 aan de opleiding in Italië zullen beginnen. Op 25 juli 2017 verlengde de Raad het mandaat van EUNAVFOR Med Operation Sophia tot 31 december 2018 en werden wijzigingen aangebracht zodat een controlemechanisme voor deelnemers aan de opleiding 26 kon worden opgenomen en zodat de mogelijkheden voor de informatie-uitwisseling met de rechtshandhavingsinstanties van lidstaten, het Europees grens- en kustwachtagentschap en Europol konden worden vergroot. Daarnaast voert Italië ook opleidingsactiviteiten uit voor toekomstige personeelsleden van de Libische kustwacht en heeft Italië een vaartuig ingezet in Tripoli om de operationalisering (technisch onderhoud, herstellingen ...) van de vier vaartuigen die eerder dit jaar terugkeerden naar Libië te ondersteunen.

In juli zette de Raad ook een belangrijke stap in de strijd tegen smokkel, waarbij lidstaten de uitvoer of levering van opblaasboten en buitenboordmotoren naar Libië kunnen verhinderen wanneer er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat ze bedoeld zijn voor het smokkelen van migranten. 27

Op 17 juli verlengde de Raad het mandaat van EUBAM Libië tot 31 december 2018. EUBAM Libië werkt aan de invoering van een lichte aanwezigheid op het terrein in oktober/november, mogelijk in samenwerking met de EU-delegatie. 28 Tijdens de zomer werkte EUBAM Libië samen met de autoriteiten aan een hervorming van het grensbeheer voor Libië en met de Steunmissie van de Verenigde Naties in Libië en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties werkte het aan de ondersteuning van de burgerlijke aspecten van het veiligheidsplan van Tripoli 29 , het stelde een operationeel concept op voor de algemene administratie voor de veiligheid van de kusten en werkte mee aan de coördinatie van de nationale terrorismebestrijding. Door één deskundige van het Europees grens- en kustwachtagentschap en een andere deskundige van Europol in te zetten bij EUBAM Libië kon de informatie-uitwisseling verbeterd worden, werden synergieën ontwikkeld en kon de coördinatie van de inspanningen verstevigd worden.

Op 22 juni ondertekenden de Commissie en de Italiaanse kustwacht een subsidieovereenkomst in het kader van de noodbijstandshulp van het Fonds voor interne veiligheid ten belope van 1,84 miljoen euro. Dankzij die subsidie kan de Italiaanse kustwacht technische bijstand verlenen aan de Libische kustwacht zodat de capaciteiten van Libië bij de opsporings- en reddingsoperaties geëvalueerd kunnen worden en een haalbaarheidsstudie kan worden uitgevoerd, waarmee het pad wordt geëffend voor de afbakening van het gebied voor opsporings- en reddingsoperaties in Libië en de oprichting van een Libisch coördinatiecentrum voor reddingen op zee.

Italië heeft een gedragscode opgesteld voor niet-gouvernementele organisaties die opsporings- en reddingsoperaties uitvoeren in het centrale Middellandse Zeegebied. De gedragscode biedt een belangrijk kader om de coördinatie en doeltreffendheid van reddingsoperaties te verbeteren, zoals door de ministers op de Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 6-7 juli 2017 werd bevestigd. Het is belangrijk dat niet-gouvernementele organisaties die actief zijn in het centrale Middellandse Zeegebied zich aansluiten bij en voldoen aan de bepalingen van de gedragscode.

Het is eveneens belangrijk om de stabiliteit in Libië te blijven verbeteren, om de samenwerking met en tussen de buurlanden van Libië aan te scherpen en om plannen te maken voor de voortzetting van opleiding, bescherming en bijstand, socio-economische ontwikkeling en de begeleide vrijwillige terugkeer op hetzelfde niveau in 2018 en daarna. Hiervoor is een verhoging nodig van de financiering van het EU-trustfonds voor Afrika, met name, maar niet uitsluitend, voor het Noord-Afrikaanse luik. De Commissie heeft op vraag van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en lidstaten een beoordeling gemaakt van mogelijke prioriteiten en financieringstekorten, wat de komende maanden verder besproken zal worden met de lidstaten.

Het externe investeringsplan en het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling zullen de diepere economische oorzaken van irreguliere migratie helpen aanpakken door investeringen en werkgelegenheid te stimuleren, met name in Afrika en de buurlanden van de EU. Nadat het compromis door COREPER in juni en door het Europees Parlement in juli werd bekrachtigd, zou de definitieve versie van de Verordening voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling zo snel mogelijk door de medewetgevers moeten worden goedgekeurd om de uitvoering ervan onmiddellijk te kunnen opstarten.

4.    Conclusie

Het migratiebeheer langs de centrale Middellandse Zeeroute blijft een prioritair werkgebied binnen het partnerschapskader. Ten opzichte van de zomer van vorig jaar zijn er in juli en augustus minder migranten aangekomen in Italië. Italië en de EU hebben in samenwerking met de Libische autoriteiten en belangrijke internationale partners (de Internationale Organisatie voor Migratie, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen) een aantal maatregelen ingevoerd in Libië, en meer algemeen binnen het partnerschapskader. Die maatregelen beginnen hun vruchten af te werpen. Er werd ook belangrijke vooruitgang geboekt met enkele partnerlanden, zoals Guinee en Bangladesh.

De verlaagde migratiedruk langs de centrale Middellandse Zeeroute biedt een kans om verdere vooruitgang te boeken in een reeks acties die sinds de start van het partnerschapskader in gang werden gezet.

De controle van de binnengrenzen aanscherpen, de bestrijding van smokkel opvoeren en het migratiebeheer in de landen van herkomst en doorreislanden versterken zorgt ervoor dat smokkelnetwerken worden opgerold, de uitstroom wordt verlaagd en de veiligheid en stabiliteit wordt verhoogd. Er moet meer nadruk worden gelegd op de grenscontrole in het zuiden van Libië en in zijn buurlanden. Een versterking van de werkzaamheden van de gezamenlijke onderzoeksteams, zoals het team dat actief is in Niger, en van de gezamenlijke veiligheids- en defensiemissies die actief zijn in migratiegevoelige gebieden, kan meer resultaten opleveren. Inspanningen om de missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (CSDP) te regionaliseren en de oprichting van een gemeenschappelijke strijdmacht van de G5 zouden moeten worden voortgezet met de volledige ondersteuning van de lidstaten.

Aangezien de plaatselijke gemeenschappen langs de route vaak hun bron van inkomsten kwijtraken wanneer smokkelnetwerken worden opgerold, moeten projecten waarmee werkgelegenheid en alternatieve bronnen van inkomsten worden gecreëerd tijdig worden uitgevoerd met het oog op het plaatselijke draagvlak van het migratiebeleid. Het is daartoe van het grootste belang dat bestaande projecten die de socio-economische weerbaarheid in Zuid-Libië en Niger bevorderen en al werden goedgekeurd in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika, zo snel mogelijk worden uitgevoerd.

Inspanningen om bestaande routes te sluiten, beginnen hun vruchten af te werpen. Toch moet de EU waakzaam blijven voor mogelijke nieuwe alternatieve routes naar Europa. De EU moet daarvoor met de desbetreffende partnerlanden en de meest betrokken lidstaten de handen in elkaar slaan.

Inspanningen om irreguliere migratie een halt toe te roepen moeten blijven samengaan met sterke beleidslijnen die de mensenrechten beschermen en waardige levensomstandigheden garanderen voor migranten in doorreislanden, met name in Libië. De succesvolle uitvoering van het programma van de EU en de Internationale Organisatie voor Migratie voor begeleide vrijwillige terugkeer in West-Afrika en Libië duidt op het aanzienlijke potentieel van dit beleidsinstrument.

Het werk met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen met het oog op de hervestiging van personen die internationale bescherming behoeven, kan een steeds belangrijkere rol spelen. Lidstaten dienen snel ambitieuze toezeggingen te doen in het kader van de door de Commissie gelanceerde ruimere hervestigingsoperatie.

De effectieve terugkeer en overname blijft uitermate belangrijk om irreguliere migratie te verhinderen en de integriteit van asielsystemen te vrijwaren. De recente vooruitgang in pragmatische samenwerking op het gebied van terugkeer met bepaalde landen in West-Afrika en Azië moet een referentiepunt vormen voor de gelijkaardige vooruitgang met andere partnerlanden. De EU zal bereid blijven om alle relevante pressiemiddelen en instrumenten, met inbegrip van het visumbeleid, beschikbaar te stellen om op dat gebied een constructieve samenwerking uit te bouwen.

Tot slot blijft de grootte van de financiering die kan worden vrijgemaakt ter ondersteuning van de EU-beleidsdoelstellingen een belangrijke succesfactor. Het is cruciaal dat bijkomende middelen ter beschikking worden gesteld door lidstaten voor projecten in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika en in het bijzonder voor het Noord-Afrikaanse luik voor 2018 en daarna.

De komende top EU-Afrika zal een kans zijn om de inventaris op te maken van de geboekte vooruitgang in het kader van het partnerschapskader met Afrikaanse landen en om nieuwe dynamieken toe te voegen aan de bestaande inspanningen om samen een goedwerkend en wederzijds vruchtbaar mobiliteits- en migratiepartnerschap uit te bouwen.

(1)

     Vierde voortgangsverslag over het partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda, COM (2017) 350 final van 13.6.2017.

(2)

     Actieplan rond maatregelen om Italië te ondersteunen, de druk op de centrale Middellandse Zeeroute te verminderen en de solidariteit te versterken, SEC(2017) 339 van 4.7.2017.

(3)

     Van dit bedrag wordt 42,2 miljoen euro gefinancierd door het EU-trustfonds voor Afrika, 2,2 miljoen euro door Italië en 1,8 miljoen euro door het Fonds voor interne veiligheid.

(4)

     Sahel en Tsjaadmeerbekken, Hoorn van Afrika, Noord-Afrika.

(5)

     Overeenkomstig de humanitaire beginselen mogen geen voorwaarden worden verbonden aan op behoeften gebaseerde humanitaire hulp.

(6)

     De bijeenkomsten van de ministers van Binnenlandse Zaken van de contactgroep vonden plaats in Rome op 19-20 maart en in Tunis op 24 juli 2017. De bijeenkomst in Tunis werd bijgewoond door de ministers van Binnenlandse Zaken van Algerije, Duitsland, Frankrijk, Italië, Libië, Mali, Malta, Niger, Oostenrijk, Slovenië, Tsjaad, Tunesië, Zwitserland, Commissaris Avramopoulos en de minister van Binnenlandse Zaken van Estland, het land dat het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie uitoefent.

(7)

     http://www.elysee.fr/declarations/article/declaration-conjointe-relever-le-defi-de-la-migration-et-de-l-asile/

(8)

     Met de hulp van de EU-delegatie, de Europese migratieverbindingsfunctionaris en de verbindingsfunctionaris van het Europees grens- en kustwachtagentschap die op 1 augustus werd ingezet in Niamey, EUCAP Sahel Niger, de betrokken EU-lidstaten en de Internationale Organisatie voor Migratie.

(9)

     In juni 2017 publiceerde het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) een verslag inzake informatie over het land van herkomst met betrekking tot Nigeria (https://coi.easo.europa.eu/administration/easo/PLib/EASO_Country_Focus_Nigeria_June2017.pdf) en organiseerde het in Rome een bijeenkomst over de praktische samenwerking met betrekking tot Nigeria om een beter inzicht te verwerven in de draaglast voor Nigeria.

(10)

     De recentelijk benoemde directeur-generaal van het Nationale agentschap voor het verbod op mensenhandel heeft ook gevraagd om een betere samenwerking met de landen van bestemming van de EU voor Nigeriaanse slachtoffers van mensenhandel om de vervolging van daders op te voeren, onder meer door middel van gezamenlijke onderzoeken en acties. Er hebben daartoe reeds vergaderingen met Italiaanse rechtshandhavingsinstanties plaatsgevonden.

(11)

     Als aanvulling op het steunprogramma voor de verhoogde beveiliging in de regio’s Mopti en Gao en het beheer van de grensregio’s.

(12)

     Besluit 2017/1425 van de Raad.

(13)

     EUCAP Sahel Mali werkt regelmatig samen met de EU-opleidingsmissie in Mali evenals EUCAP Sahel Niger en EUBAM Libië.

(14)

     Research and Evidence Facility. ‘Migratie tussen de Hoorn van Afrika en Jemen: Een studie van Puntland, Djibouti en Jemen,’ Londen en Nairobi: EU-trustfonds voor Afrika (luik van de Hoorn van Afrika) Research and Evidence Facility. www.soas.ac.uk/hornresearch-ref

(15)

     In het kader van het Noord-Afrikaanse luik van het EU-trustfonds voor Afrika werd in mei 2017 een programma van 60 miljoen euro voorgesteld om het migratiebeheer van Egypte te verbeteren, de diepere oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken en de Egyptische gemeenschappen die migranten opvangen, te ondersteunen.

(16)

     Onderzoek gefinancierd door de EU (Research and Evidence Facility: www.soas.ac.uk/hornresearch-ref) toont aan dat steeds meer Somalische migranten ervoor kiezen via Jemen naar Europa te migreren. Deze route is relatief nieuw (voor het eerst genoemd in 2015) en lijkt aan een opmars bezig te zijn. Er wordt eveneens melding gemaakt van beperkte aantallen Ethiopiërs die deze route volgen. De strenge grenscontroles door Ethiopië en Soedan lijken een sleutelfactor te zijn voor de opkomst van deze nieuwe route naast meer traditionele mensenhandels- en smokkelroutes.

(17)

     Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad: "Migratie langs de centrale Middellandse Zeeroute – Migrantenstromen beheersen en levens redden", JOIN (2017) 4 final van 25.1.2017.

(18)

     http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2017/01/03-malta-declaration/

(19)

     SEC(2017) 339 van 4.7.2017.

(20)

     http://europa.eu/rapid/press-release_STATEMENT-17-2125_fr.htm

(21)

     In de marges van de contactgroep heeft Commissaris Avramopoulos bilaterale bijeenkomsten gehouden met de President en de minister van Binnenlandse Zaken van Tunesië, de ministers van Binnenlandse Zaken van Niger, Algerije en Libië en de minister voor Malinezen in het buitenland.

(22)

     http://www.elysee.fr/declarations/article/declaration-conjointe-relever-le-defi-de-la-migration-et-de-l-asile/

(23)

     http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-2187_en.htm

(24)

     De uitvoerende partners van dit programma zijn de Internationale Organisatie voor Migratie, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties en het Duitse Ontwikkelingsagentschap (Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit).

(25)

     Tot op heden vonden besprekingen plaats met de autoriteiten en de EU-delegaties in Gambia, Mali, Guinee-Conakry, Ivoorkust en Senegal. Concrete maatregelen voor verdere steun worden bepaald met Gambia (voor begeleide vrijwillige terugkeer vanuit Niger en Libië), Guinee-Conakry, Senegal en Mali (begeleide vrijwillige terugkeer vanuit Niger) en Burkina Faso (begeleide vrijwillige terugkeer vanuit Libië).

(26)

     Op 21 augustus ondertekende de Commandant van de operatie een bijlage van het memorandum van overeenstemming inzake opleidingen met het hoofd van de Libische kustwacht.

(27)

     Besluit 2017/1338 van de Raad.

(28)

     EUBAM Libië reist op dit moment gemiddeld één tot drie keer per week naar Tripoli. Het veiligheids- en logistiek personeel zal zelfs vóór oktober/november kunnen overnachten in Tripoli.

(29)

     De EU-cel voor contact en planning is een belangrijke ondersteunende rol blijven spelen voor de Steunmissie van de Verenigde Naties in Libië bij de coördinatie van het veiligheidsplan van Tripoli. Het gezamenlijke veiligheidsplan van Tripoli, en in het bijzonder het gezamenlijke operationele centrum, verenigt de inspanningen van het Libische tijdelijke beveiligingscomité, het ministerie van Defensie, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de Presidentiële wacht en andere beveiligingsmedewerkers om opnieuw een normale levenswijze te verkrijgen in Tripoli.

Top